Franca Treur

Dorsvloer vol confetti, Prometheus, Amsterdam, 2010-7, 220 blz. (eerste druk 2009)

Persoonlijke gegevens

-We hadden dit boek afgesproken als gezamenlijke boek

-Ik vond het erg saai. Het was alleen maar puur beschrijven over een gereformeerde opvoeding. Het ging ook over niet anders dan over bijbelse dingen.

Inhoud

Er is geen doorlopende verhaallijn. Het boek bestaat uit losse anekdotes over de jeugd (12-14 jaar) van Katelijne. Ze groeit op in een streng gereformeerd, Zeeuws gezin, de familie Minderhoud. Katelijne is het enige meisje tussen haar zes broers en broertjes. Zij moet altijd het huishoudelijke werk doen, terwijl haar broer niets hoeven te doen of met de koeien bezig zijn. Haar vader verkoopt eerste klas melk, hij is altijd met de koeien bezig en vindt niet belangrijker dan dat.

Elke zondag gaan de Minderhouds twee of drie keer naar de kerk. Tussen de kerkdiensten doen ze een middagdutje. Als op een dag een Duits gezin vraagt of ze op het erf mogen slapen, staat Katelijne dat toe. Haar ouders slapen dan nog, maar als ze wakker worden zijn ze niet blij met de Duitsers.

De oma van Katelijne, van haar vaders kant, woont bij hun op het erf. Katelijne gaat er vaak heen om naar haar nieuwtjes te luisteren en pinda’s te eten. De opa is doodgegaan van gierdampen toen hij een van de broertjes van Katelijne uit de gier wilde trekken.

Wanneer Katelijne in de stad mag logeren bij haar oom en tante, komt ze in contact met de buurvrouw Gloria. Bij haar leest Katelijne sprookjes, daarom gaat ze ervan houden. Maar sprookjes zijn zondige verhalen, dus ze zijn eigenlijk verboden om te lezen.

Bij prijsonderhandelingen van haar vader met een verkoper van koeien, verzorgt Katelijne de koffie. Ze ergert zich eraan dat haar vader zo toegeeflijk is.

Katelijnes beste vriendin is Suzanne. Bij Suzanne thuis is alles moderener en Suzannne moet niet zo veel van de boerderij hebben.

Op school doet Katelijne mee met het spelletje jood-en-mof. Als haar moeder dat hoort belt ze de meester om te zeggen dat dat echt niet kan.

Wanneer Katelijne een keer meehelpt met de koeien zodat haar broer Rogier in bed kan blijven liggen, vergeet ze het hek dicht te doen en ontsnappen de koeien.

Uit de cito-toets van Katelijne blijkt dat ze vwo kan doen. Ter voorbereiding op de middelbare school waarschuwt de meester de klas voor wereldse dingen, zoals popmuziek.

Op Tweede Pinksterdag gaat de familie Minderhoud een dagje uit. Wanneer Katelijne brutaal doet slaat haar moeder haar. Op het strand vraagt Katelijne aan een vreemde man of ze bij hem mag wonen, waarop hij vraagt wat ze in bed kan. Katelijne wil meteen niet meer bij hem wonen.

Rogier krijgt een vriendin, Jannemieke, ze komt uit een strengere kerk dan waar de Minderhouds heen gaan. Ze moet bij Katelijne in bed als ze blijft slapen. Soms komt Rogier erbij en hoort Katelijne ze klef doen.

Ouderlingen uit de kerk komen op huisbezoek. Katelijne heeft veel vragen maar stelt ze niet.

Op een dag wordt de statenbijbel van de oma gestolen. Katelijne zegt dat als de dief de bijbel open doet, hij meteen bekeerd wordt en de bijbel terugbrengt. De bijbel wordt inderdaad teruggebracht.

Katelijne fietst met haar broer Jeroen naar Middelburg, waar ze op de kermis belanden. Een paar vrienden van Jeroen halen hen over om in een attractie te gaan, wat natuurlijk niet goed valt bij hun ouders.

Thuis ontstaat er ruzie over de bedrijfsvoering. Jeroen is voor kunstmatige inseminatie, omdat dat veel efficiënter is en veel geld oplevert. De vader is daar tegen omdat het onnatuurlijk is.

Omdat Katelijne dikker wordt, willen haar gezinsleden weten hoe zwaar ze is, maar ze wil niet op de weegschaal. Uiteindelijk weet haar vader haar de wegen door met en zonder haar met de trekker over de weegbrug te rijden.

Als de tarwe is gedorst, racen de jongens met hun brommers over het veld. Daar ontmoet Katelijnes broer Christiaan Petra.

Christiaan moet trouwen met Petra, omdat hij haar zwanger heeft gemaakt. Katelijne maakt confetti van tijdschriften.

Katelijnes oma is bang dat de opa niet in de hemel is gekomen, omdat hij niet geloofde. Daarom liegt Katelijne een verhaal bij elkaar, dat zegt dat opa vlak voordat hij dood ging een bijzondere ervaring had en toch geloofde.

Op de bruiloft van Christiaan en Petra wordt net een eerbiedig vers gezongen wanneer Katelijne de confetti over hen heen wil gooien, daarom durft ze niet. Maar met hulp van Rogier lukt het toch nog om op een ander moment de confetti te strooien.

Verhaaltechniek

Tijd: het verhaal speelt zich af eind jaren ’80 of begin jaren ’90. Ze hadden in elk geval nog geen euro’s.

De anekdotes volgen elkaar in chronologische volgorde op.

Plaats: het verhaal speelt zich af op Walcheren, een eiland van Zeeland. Het enige wat zich buiten het eilan afspeelt is de logeerpartij van Katelijne in ‘een stad ver weg’. Het wordt ook meteen duidelijk dat haar leefwereld niet groter is dan het eiland: ‘Thuis zei oma dat wie aan deze kant van het kanaal geboren was aan de andere kant niks te zoeken had.’

Schrijfstijl: er zitten veel bijbelse uitspraken in het boek, de familieleden praten in de tale Kanaäns. Verder zitten er Zeeuwse woorden in. Deze dingen versterken het gereformeerde, Zeeuws plattelandse karakter.

Haar familieleden benoemt Katelijne met ‘de vader’ en ‘de moeder’, daardoor merk je dat Katelijne afstandelijk is naar haar ouders en andersom.

Vertelwijze: Katelijne is de personale vertelster. Zij obseveert en beschouwt alle gebeurtenissen en geeft haar kijk erop. Daardoor kom je veel te weten over de belevingswereld van Katelijne, maar weet je weinig over de gedachtegangen van de rest.

Verhaalfiguren: Katelijne is de hoofdpersoon, ze is fantasierijk en schrijft verhalen vanuit haar eigen belevingswereld. Omdat ze opgroeit met alleen maar broers heeft ze nergens echt aansluiting. Ze heeft haar vraagtekens bij het christelijk geloof en houdt zich er niet zo streng aan. Katelijnes karakter kent geen echte ontwikkeling, daarvoor is het tijdsbestek ook wat te kort (ca. 2 jaar). Haar kijk op de wereld wordt hooguit wat verbreed, omdat ze van haar klasgenoten dingen leert en te weten komt. Ze leert sprookjes kennen omdat ze buiten haar eigen kleine wereldje logeert. Ook het uitje naar de kermis is een nieuwe ervaring.