Anna is er nog door Ida Vos

Ruimte

Het verhaal speelt zich af in een zolderkamer, het huis van mevrouw H. Neumann, op straat en op school.

De omgeving is erg belangrijk voor het verhaal want het gaat over onderduiken in de 2e wereld oorlog en Anna zat op een zolderkamertje en na de oorlog gaat Anna steeds naar mevrouw Neumann.

Tijd

Het verhaal speelt zich af in de 2e wereldoorlog.

De tijdsverloop is ongeveer 2 jaar.

Opbouw

Het verhaal verloopt chronologisch, er zijn geen echte flashbacks er wordt alleen zo nu en dan teruggekeken op gebeurtenissen in de oorlog in de vorm van gesprekken of de gedachten van Anna

Een gesloten einde.

Personages

Anna en Mevrouw H. Neumann zijn de hoofdpersonen

Anna is een verlegen meisje doordat ze veel dingen in de oorlog heeft meegemaakt, is ook snel bang voor dingen die er gebeuren.

Mevrouw Neumann is iemand die heel sociaal is en contact wil met mensen zodat ze haar verhaal kwijt kan.

Anna is iemand met zwart haar en blauwe ogen dat komt omdat Anna een Joods meisje is

Mevrouw Neumann is een wat oudere vrouw die altijd een blauwe jurk met bloemen erop aan heeft.

De ontwikkeling die de Anna en mevrouw Neumann meemaken is dat ze allebei weer mensen gaan vertrouwen en dat ze minder bang worden voor alles.

De bijfiguren zijn: Fannie, Max, Kiki, de vader en moeder van Anna & meneer de Bree

Max is de man van mevrouw Neumann en Fannie is hun dochtertje. Kiki is de denkbeeldige vriendin van Anna, de vader en moeder van Anna en meneer de Bree is de man waar ze bij ondergedoken is.

Perspectief

hij/zij perspectief en de alleswetende verteller

Spanning

Wie is H. Neumann? Dat is mevrouw Henriëtte Neumann

Waarom is Anna gescheiden ondergedoken van haar ouder ? omdat dat veiliger was

Het spannendste gedeelte is dat Anna moet optreden maar dat kan bijna niet want niemand mag weten dat Anna een Joods meisje is die eigenlijk is ondergedoken voor de Duitsers. Meneer de Bree zegt dat Anna een hoofddoek omkrijgt zodat niemand haar pikzwarte haren kan zien en een masker zodat ze op een engeltje lijkt. Als Meneer de Bree naar Anna gebaart dat ze terug naar zolder moet heeft Anna dat niet door en gaat verder met dansen. Dan ineens valt Anna op de voorste rij van het publiek en word haar masker afgetrokken Anna vlucht dan snel naar boven zodat niemand ontdekt dat ze een Joods meisje is

Samenvatting

Het thema van het boek is oorlog

Anna is een joods meisje. Tijdens de 2e Wereldoorlog zat ze ondergedoken bij meneer de Bree, op zolder. En ook na de oorlog is er nog veel wat herinnert aan die tijd. Ze heeft er ook veel moeite mee om weer vertrouwen te krijgen in de mensen na al die jaren van opsluiting. In de tijd dat Anna ondergedoken heeft gezeten, heeft ze nauwelijks gesproken. Na de oorlog is Anna een stil meisje geworden, met een zachte stem. Ze heeft amper gesproken sinds ze bij meneer de Bree ondergedoken zat. Anna's vader helpt haar om weer harder te praten en zelfs te schreeuwen. Anna's ouders kunnen Anna niet vertellen over hun eigen ervaringen. Anna weet genoeg over de concentratiekampen om te weten dat haar beste vriendin, Marga, er is vermoord, net als veel familieleden en vrienden. Anna zou meer willen weten, maar haar ouders willen haar niets vertellen. Van haar vader mag Anna geen foto van Marga hebben, omdat hij geen foto's wil zien van vermoorde personen en haar moeder doet net of er niets gebeurd is. Anna heeft nachtmerries over de dingen waarvan ze weet dat haar ouders ze voor haar verborgen houden. In de tijd dat ze ondergedoken zat, heeft Anna een denkbeeldig vriendinnetje bedacht, Kiki, met wie ze tijdens het onderduiken kon praten. Ook na de oorlog is Kiki de enige met wie Anna over moeilijke dingen kan praten. Op het naambordje van een huis in de buurt van waar Anna woont staat een Duitse naam: H. Neumann. Anna is er van overtuigd dat er een Duitse soldaat in het huis is achtergebleven: Anna weet het zeker. In het witte huis aan het water is een Duitse soldaat achtergebleven. Vier weken geleden, toen Anna nog zat ondergedoken, waren er veel Duitse soldaten in het witte huis.  Allemaal zijn ze gevangen genomen. Alleen Heinrich is er nog. Anna weet precies hoe Heinrich er uit ziet. Hij heeft een helm op zijn kop en hij heeft staalblauwe ogen. Heinrich is in 1940 naar Nederland gekomen om het land te bezetten en hij is gebleven. Anna is bang dat Heinrich op een dag naar buiten zal komen, haar beet zal pakken en naar binnen zal sleuren. Anna droomt vaak van Heinrich en is erg bang voor hem. 

Als je verder leest, ontdek je dat Anna dit heeft verzonnen. In het huis woont een Duitse/Joodse vrouw, mevrouw Neumann. Ze is in 1937 uit Duitsland gevlucht toen de joden daar al in groot gevaar waren. Mevrouw Neumann wacht op haar dochtertje, Fannie. Ze hoopt dat Fannie nog leeft.