Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3011 woorden
  • 2 juli 2014
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7
3 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
  1. Zakelijke gegevens

Bernlef, Hersenschimmen. Amsterdam, 1984 (eerste druk). 221 blz.

 

  1. Samenvatting

Het boek gaat over Maarten Klein, een al wat oudere man die in het proces van dementie zit. Hij woont in Gloucester, Amerika. Hij is echter geboren in Nederland, maar is geëmigreerd na de oorlog, omdat hij een rustig leventje met zijn vrouw Vera wil leiden. Zijn 2 kinderen, Kitty en Fred, zijn in Nederland gebleven en leiden hun eigen leven.

Al gelijk in het begin van het boek merk je al dat hij verstrooid is, maar de meeste mensen zijn dat als ze ouder worden. Toch is het bij Maarten na een tijdje erger dan gewoon vergeetachtig. Hij vergeet zijn koffie te drinken, weet niet meer of het avond of ochtend is en wacht op de schoolkinderen die langs komen, terwijl het zondag is.

Verder denkt hij vaak aan het verleden terug. Aan zijn vader, aan zijn eerste vriendinnetje, aan zijn jeugd en aan gebeurtenissen met Vera.

Zondag, de dag waarmee het verhaal begint, gaat hij door een gedachte opeens op een stoel staan. Ook ziet hij een boek liggen, The heart of the Matter, en vraagt zich af wie dat aan het lezen is (later kom je erachter dat hij dat zelf was.)

Die nacht kan hij niet slapen en kleedt zich zonder het te beseffen aan en gaat maar gewoon puzzels maken in de keuken. Hij gaat die dag wandelen met zijn hond. In het café ziet hij het barmeisje aan als zijn vroegere vriendin. Ook raakt hij Robert kwijt.

Vera komt hem doodongerust ophalen. ’s Avond komt een vriendin van Vera, Ellen Robbins, langs. Maarten vraagt naar haar man, die al jaren dood is.

Die ochtend weet hij niet waar Vera is. Hij denkt bij de bibliotheek, waar ze allang niet meer werkt. De voordeur heeft ze op slot gedaan, maar hij breekt hem gewoon open. Samen met Robert gaat hij naar zijn werk. Maar hij is allang met pensioen! Hij breekt een leegstaand huis open en wacht op zijn collega’s. Dan gaat hij weer terug naar huis. Daar blijkt Vera dokter Eardly geïnformeerd te hebben over Maartens problemen.

Vera gaat fotoboeken met hem doorkijken. Op zich herinnert hij zich nog best veel. Dokter Eardly komt later ook bij hen kijken en hij vindt dat Maarten niet meer naar buiten mag.

William is een jongen uit de buurt die de sloten van de deuren weer gaat repareren. Ze hadden een hond, Kiss, waar Maarten weer naar vraagt. Deze is dus ook dood.

Zo gaat het lang verder, het gaat steeds slechter met hem. Hij herkent Vera niet meer. Na een tijdje komt Phil in huis wonen, een meisje van de thuiszorg die Vera komt helpen. Toch houden ze het samen ook niet vol.

Uiteindelijk wordt Maarten in een centrum opgevangen. Het eindigt dat Vera tegen hem zegt dat de lente is begonnen, iets waar Maarten het hele boek naar uitkijkt. Alleen realiseert hij het zelf niet meer.

 

  1. Analyse
  1. Titel en motto

Volgens mij betekent de titel 2 dingen. Ten eerste is het, dat er na een tijdje in Maartens hoofd, geen andere dingen zijn dan hersenschimmen. Ten tweede is er een citaat in het boek (blz. 212):

In het leven terug? ... maar waar is zoiets gebleven?... is er wel zoiets? ... of was gewoon alles inbeelding van het hoofd? ... hersenschimmen?

Hierin vraagt hij zich dus af of het leven niet meer is dan hersenschimmen, zo ook zijn verleden.

Het motto is:

A touching dream to which we all are lulled. But wake from separately.

Dit betekent:

Een ontroerende droom waar we allemaal in slaap mee zijn gesust. Maar waar we apart wakker van worden.

 

  1. Thematiek: thema en motieven

Het thema is dementie. Alles draait hierom in het boek. Je leest bijvoorbeeld vijf keer dat hij vertelt over het bureau van zijn vader, waar hij zondag op mocht tekenen. Als je lang genoeg naar de inktvlekjes keek, zag je er allemaal dieren in.

Hij heeft 2 motieven, namelijk de winter, omdat hij steeds zegt dat hij de winter haat. Hierin vervaagt namelijk alles, vindt hij. Dat gebeurt ook in zijn gedachten. (blz. 7)

Taal is het tweede motief. Hij kan na een tijdje niet meer de goede woorden vinden en stamelt alleen maar woorden, geen echte zinnen. Alles brokkelt dus af. (blz. 205)

 

  1. Personages

Maarten Klein:                       Dit is het hoofdpersonage. Hij is al wat ouder en is met pensioen. In een hele korte periode dementeert hij. Hij is een beetje dikkig.

 

Vera Klein:                 Dit is de vrouw van Maarten. Ze is dun en klein, met bruin haar dat ze vaak opsteekt. Ze vindt het moeilijk dat Maarten dementeert en huilt regelmatig. Ze is heel lief en aardig en vindt het moeilijk om haar emoties te uiten.

 

Kitty Klein:                Dit is de dochter van Maarten. Er wordt niet vaak over haar verteld, al wil Maarten heel graag dat ze langskomt, wat hij ook regelmatig aan de lezer laat weten.

 

Fred Klein:                 Dit is de zoon van Maarten. Hij speelt dezelfde rol als Kitty.

 

Ellen Robbins:                        Een beetje dikke vrouw en de beste vriendin van Vera. Vera uit haar hart bij haar en ze komt zo nu en dan langs. Ze had een man, Jack, waar Maarten soms naar vraagt.

 

Phil Taylor:                 Dit is het jonge meisje dat Vera komt helpen om Maarten in bedwang te houden. Ze komt ongeveer op ¾ van het boek in het verhaal. Ze komt heel ongeïnteresseerd over. Ze heeft blond haar en doet Maarten denken aan zijn eigen dochter.

 

Vader van Maarten:    Deze is allang dood in de tijd van het verhaal, maar Maarten denkt vaak aan hem terug. Hij was een man van feiten.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

 

Karl Simic:                  Een oud collega van Maarten. Maarten voelt zich schuldig, want hij sprak nog met Karl af op de avond dat hij zelfmoord pleegde.

 

Nick Eardly:               De dokter van Maarten. Hij lijkt ook niet echt geïnteresseerd. Hij komt niet heel vaak langs in het verhaal.

 

Robert:                                   De hond van Maarten, die hem altijd trouw blijft.

 

  1. Vertelsituatie (perspectief)

Het wordt verteld vanuit Maarten zelf. Al is het eind heel erg raar en zijn het meer losse zinnen dan iets van ‘ik loop naar de keuken’, toch blijft het de ik-vertelsituatie.

 

  1. Tijd, structuur, ruimte, verhaallijnen

Het speelt zich af in de jaren 80 of 90, want het is ongeveer 40/50 jaar na de oorlog. Verder is de tijd die in het boek zich afspeelt heel erg kort. Uiteindelijk iets van een week of iets meer. Dit is eigenlijk veel te kort voor dementie, maar dat maakt niet echt uit.

Het boek is in 1984 geschreven en het was toen dus moderne tijd.  

 

De volgorde is chronologisch. Soms wordt er wel eens teruggekeken in het verleden, maar het speelt zich volkomen chronologisch af.

 

De ruimte is rond het huis van Maarten en Vera, in Gloucester, USA.

 

Er is maar 1 verhaallijn en dat is die van Maarten.

  1. Secundaire literatuur

 

De aftakeling van een aardig mens

Ouder worden we allemaal, maar het vooruitzicht van aftakeling is zelden gespreksstof, hooguit onderwerp van een snel weer weggeschopte zwarte mijmering. Het lichamelijk verval is nog voorstelbaar (hoe ergerniswekkend ook), maar wie durft zich de geestelijke aftakeling in te denken? Bernlef behoort tot het type schrijver dat zich dat soort taken stelt. In 1974 schreef hij al een bundel mooie verhalen over het oud worden (Hondedromen) en in verschillende van die verhalen speelde het grote vergeten een rol.

Hersenschimmen, zijn nieuwe roman, gaat over dementie. Hoofdpersoon is de 71-jarige gepensioneerde Maarten Klein, die met zijn vrouw Vera in een kustplaatsje boven Boston woont. Zijn actieve leven als secretaris van een internationale maritieme organisatie is voorbij en hij geniet (tevreden van natuur) van de kalme routine van het dagelijkse bestaan: de wandelingen met zijn hond, het dagelijks vertier van de binnenlopende vissersboten en het passeren van de schoolbus.

Jaren van behoedzame tevredenheid voor de boeg, maar geleidelijk merkt hij dat er iets met hem aan de hand is. Woorden verliezen ineens hun betekenis of zijn niet beschikbaar, herinneringen zijn niet meer oproepbaar maar overvallen hem onverwacht, soms blijkt hij handelingen te verrichten die bij een veel vroegere periode uit zijn leven behoren: op pad gaan voor een vergadering, stiekem snoep zoeken in de huishoudkast. Fantasie, herinnering en werkelijkheid schuiven over elkaar heen, de tijd verdwijnt als dimensie, het ene moment is hij kind en het volgende ogenblik weer even zijn 71-jarige zelf.

In het begin lijken het korte storingen, black-outs, maar de ziekte vordert snel: "Ik word van binnenuit opgesplitst. Het is een proces dat ik niet tegen kan houden, omdat ik zelf dat proces ben. Je denkt 'ik', 'mijn lichaam', 'mijn geest', maar dat zijn maar woorden. Vroeger beschermden die me. Toen ik dit nog niet had. Maar er is een grotere kracht die het nu in mij voor het zeggen heeft en die niet valt tegen te spreken".

Terwijl hij wel merkt dat hij zijn gedachten niet meer altijd kan ordenen, kan Maarten Klein geen moment echt beseffen wat er met hem aan de hand is. En dat is logisch, want in de steeds spaarzamer ogenblikken dat hij zichzelf is, is er ook niets aan de hand. Bernlef heeft in dit boek gekozen voor de ik-vorm, een bijna onmogelijke opgave want hoe beschrijf je van binnenuit een geestelijke aftakeling? Bijna per definitie kan niet verwacht worden dat een dementerende bejaarde dat proces coherent beschrijft.

Het is toch gelukt om dat waar te maken en dat komt doordat Bernlef er met zijn ingehouden stijl in slaagt te laten vergeten dat je woorden leest. De lezer is rechtstreeks aangesloten op het gedachtenleven van Maarten Klein. De plotselinge overgangen van volwassen naar kindse denkwereld worden daardoor verrassend direct duidelijk gemaakt: "Een beetje koud heb ik het. Een kop hete thee zou mij goed doen. Ik loop de keuken in en draai het gas aan. De ketel, waar is de ketel. 'Ketel', zeg ik, 'ketel', maar het ding is nergens, ook niet in een van de keukenkastjes. Misschien binnen. Vera gebruikt hem wel eens om de planten water te geven. Ook niet. Ik doe de deur van de provisiekast open, maar hoe ik ook zoek achter borden en glazen, nergens kan ik een Kwatta-reepje vinden. En er liggen ook geen peredrups of zuurballen. Misschien is ze boodschappen gaan doen. Ik ga achter de piano zitten en druk eerst het oefenpedaal in voordat ik begin te spelen. Opa ligt boven zijn middagdutje te doen dus ik moet heel stilletjes spelen. De toetsen gaan zwaar en stroef. Of zijn het mijn koude vingers die niet willen? Dan hoor ik de voordeur opengaan. 'Ik ben hier oma', roep ik haar vanachter de piano tegemoet."

Het is op deze manier zelfs mogelijk om vanuit het gezichtsveld van Maarten Klein het verdriet van zijn vrouw Vera te beschrijven, die haar man steeds verder weg ziet verdwijnen in de kinderlijkheid: "Is pappa al naar kantoor?" "Maarten, ik ben het, Vera!" "Je moet niet zo tegen me schreeuwen." Ze verbergt haar gezicht in haar handen. Waarom is ze nu opeens zo opgewonden? Waarom huilt ze zo hartverscheurend?" Het boek eindigt zoals verwacht mocht worden, in flarden van zinnen en indrukken.

Hersenschimmen is heel wat meer dan een perfect uitgevoerde literaire exercitie. Bernlef heeft een warm en levend portret gemaakt van een aardig mens op weg naar het niets. Het is te hopen dat Hersenschimmen veel lezers zal vinden. Niet alleen vanwege het doorbreken van een taboe, maar ook omdat Bernlef in dit boek opnieuw bewijst dat hij als schrijver meer aandacht verdient dan hij tot nu toe kreeg.

 

  1. Schrijversinformatie

Bernlef debuteerde in 1959 als dichter met Kokkels, en in hetzelfde jaar als prozaïst met Stenen spoelen. Voor Kokkels ontving hij in november 1959 de Reina Prinsen Geerligsprijs. In 1984 werd hij bij het grote publiek bekend met zijn roman Hersenschimmen, waarin hij het dementeringsproces uitvoerig beschrijft vanuit het oogpunt van een dementerende man. De roman werd in 1987 verfilmd door Heddy Honigmann, en in 2006 in bewerking als toneelstuk uitgevoerd door het Ro Theater, onder regie van Guy Cassiers. In 2007 werd de novelle Vallende Ster door het O.T. Theater als toneelstuk uitgevoerd (acteur René van 't Hof vertolkte de figuur van variétéartiest Wim Witteman; hiervoor ontving hij de VSCD-Mimeprijs).

Bernlef heeft ook gepubliceerd onder de pseudoniemen Ronnie Appelman, J. Grauw, Cas den Haan, S. den Haan en Cas de Vries. Het pseudoniem Bernlef is ontleend aan de blinde Friese dichter Bernlef uit de 8e eeuw.

Als vertaler heeft Bernlef in het Nederlandse taalgebied tal van Amerikaanse en Zweedse dichters geïntroduceerd, onder wie Marianne Moore, Elizabeth Bishop en Tomas Tranströmer. Van de Zweed, die door velen als een van de grootste hedendaagse dichters wordt beschouwd, heeft hij zelfs het hele werk integraal vertaald onder de titel De herinneringen zien mij.

Bernlef is de schrijver van het Boekenweekgeschenk in 2008, met het boek De pianoman. In 2009 schreef Bernlef in opdracht van O.T. Theater / Opera O.T. de tekst voor de operasolo Ophelia.

 

  1. Eigen mening
  1. Een emotioneel argument

Ik vond het boek ergens heel verwarrend en ergens ook heel mooi. Je gaat je heel erg inleven in Maarten en je krijgt best wel medelijden met hem. Vooral omdat hij soms van zichzelf weet dat hij achteruit aan het gaan is en dat hij daar niks aan kan doen. Als lezer lees je ook soms vijf keer dezelfde zin, omdat hij dat dan denkt. Dit is heel bijzonder, omdat het niet gaat vervelen. Het verhaal heeft me geraakt, omdat je ook medelijden krijgt met Vera. Ze raakt haar man binnen een week kwijt en moet hem laten opnemen.

 

  1. Een stilistisch argument

Ik vind het taalgebruik best lastig. Er komen soms moeilijke woorden in voor en op het laatst is het überhaupt niet meer te volgen, al is dat neem ik aan de bedoeling. Toch is het verhaal goed te volgen.

 

  1. Een inhoudelijk argument

Het verhaal is dus chronologisch, al zijn er redelijk wat flashbacks. Maar het begint op zondag en gaat zo verder naar maandag, dinsdag, woensdag etc.

 

  1. Een structureel argument

Het verhaal is heel goed opgebouwd, want je merkt dat Maarten in het begin veel minder vergeetachtig is dan op het laatst.

 

  1. Uiteenzetting ‘Hersenschimmen’

 

Waarschijnlijk heb je ooit wel eens iets gehoord over Alzheimer, ook wel dementie genoemd. Het houdt in dat je, meestal op oudere leeftijd, steeds meer vergeet. Natuurlijk zijn er verschillende vormen van dementie, maar dit is bij allemaal wel het voornaamste kenmerk. Bernlef heeft er een boek over geschreven, ‘hersenschimmen’.

 

In een boek heb je altijd een hoofdpersoon, dit is de persoon waar alles om draait. Je volgt deze persoon het hele boek en je wordt meegenomen in zijn of haar gedachtes.

In het boek ‘hersenschimmen’ is dit Maarten. Maarten is iemand die Alzheimer heeft. In het begin is hij net als ieder mens, al vergeet hij wel al het een en ander, maar dat hebben de meeste mensen als ze wat ouder worden. Hij vergeet steeds meer, zoals welke dag het is (blz. 11), of dat hij naar zijn werk gaat, alhoewel hij allang met pensioen is (blz. 64). Uiteindelijk is Maarten compleet vergeten wie hij is, of wie zijn vrouw is. Dit zijn de uiteindelijke symptomen van Alzheimer.

 

In een boek heb je ook altijd bijfiguren. Dit zijn personen die een rol spelen in het verhaal, maar veel minder belangrijk zijn dan de hoofdpersoon. Je komt niet veel te weten over de gevoelens van deze. Toch zijn ze cruciaal voor een goed verhaal. In het verhaal is Vera een bijfiguur. Zij is de vrouw van Maarten. Zonder haar, zou het dus geen goed verhaal zijn (blz. 96).

Ook dokter Eardly is een bijfiguur, de dokter van Maarten. Zonder hem zou er geen goed advies zijn en zouden sommige stukken helemaal niet meer kloppen (blz. 123).

 

Bijfiguren hebben altijd een relatie met de hoofdpersoon. Want als dit niet zo is, zou het een hoofdpersoon zijn, omdat je deze persoon dan leert kennen.

Bijfiguren hebben altijd een relatie met de hoofdpersoon. Want als dit niet zo is, zou het een hoofdpersoon zijn, omdat je deze persoon dan leert kennen.

De relatie kan heel erg verschillen. Zo kan het zijn dat de hoofdpersoon juist een slechte relatie of een goede relatie heeft met het bijfiguur. Vera en Maarten hebben natuurlijk een goede relatie, al verslechtert die naarmate het boek vordert (blz. 130). Maarten en Phil, de huishoudster die bij Maarten en Vera komen wonen, hebben geen goede relatie, omdat Maarten steeds vergeet wie ze is en geen gesprekken met haar kan houden (blz. 179).

 

De hoofdpersoon is dus de belangrijkste persoon in het boek, want hier draait alles om. Maar het boek kan natuurlijk niet over maar 1 persoon gaan. Daarom zijn er bijfiguren, waar je niet zo op inzoomt als de hoofdpersoon, maar die onmisbaar zijn! Er is altijd een relatie tussen de hoofdpersoon en de bijfiguren, want anders zou het verhaal ook niet kloppen.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"