Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dit zijn de namen door Tommy Wieringa

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
Boekcover Dit zijn de namen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 5676 woorden
  • 17 mei 2014
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
19 keer beoordeeld

Boekcover Dit zijn de namen
Shadow

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van ee…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de str…

Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust.  Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.

De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht. 

Dit zijn de namen is een waar kunststuk: Tommy Wieringa weet de duistere binnenwereld van de mens met humor en wijsheid te verbinden aan de grotere thematiek van immigratie, de vraag naar wie wij zijn, en of verlossing mogelijk is.

Dit zijn de namen door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
  1. Titelbeschrijving

Naam auteur: Tommy Wieringa

Titel + ondertitel: Dit zijn de namen, Roman

Plaats van uitgave: Amsterdam

Jaar van uitgave + hoeveelste druk: 2012, eerste druk

Aantal bladzijden: 302

  1. Motto en opdracht

Motto: De Meester zei: “Zolang je ouders nog leven, reis dan niet ver weg. Indien je op reis moet, laat ze dan weten waar je naartoe gaat.”

Opdracht: Voor Hazel, voor Zoë

  1. Korte inhoud

In het eerste deel najaar zijn twee verhaallijnen die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Voor het gemak worden ze in deze samenvattingen gescheiden weergegeven. In de roman wisselen de verhaallijnen elkaar om elk hoofdstuk af.

Het verhaal van Pontus Beg

Pontus Beg werkt als politiecommissaris in Michailopol, een grensstad in de steppe van Oekraïne. Beg leeft een grijs bestaan. Zijn enige lichtpuntje is de maandelijkse vrijpartij met zijn huishoudster, die een relatie heeft met een vrachtwagenchauffeur. Beg heeft het niet echt naar zijn zin. Hij heeft wat lichamelijke problemen, maar vooral mentaal heeft hij het zwaar. Wanneer de oude rabbijn van de stad sterft, moet deze op Joodse wijze begraven worden. Er woont maar één andere rabbijn in de stad die geen goed woord over heeft voor de gestorvene, maar hem uiteindelijk toch begraaft. Beg herinnert zich dan het liedje dat zijn moeder voor de kinderen zong. Het is een oud Jiddisch liefdesliedje. Beg vraagt zich af of hij joods is. Hij gaat zich verdiepen in het Jodendom en bestudeert de Thora.

Het verhaal van de vluchtelingen

Een groep vluchtelingen heeft met geld en valse papieren een mensensmokkelaar kunnen inhuren die hen met een vrachtwagen over de grens moet brengen en naar een betere toekomst zal leiden. Wanneer ze bij “de grens aankomen”, ziet de jongen, een van de vluchtelingen, uniformen van grenswachters. Later zal blijken dat ze helemaal niet over de grens van een beter land zijn gezet. De vluchtelingen worden in de steppe gedropt. Het is een helse en barre tocht, die doet denken aan de tocht van het volk van Israël in het Oude Testament. De vluchtelingen zijn allemaal heel verschillend. Er is een lange man, een stroper, een vrouw, de man uit Asjchabad, een jongen, een Ethiopiër en Vitaly. Ze lijden honger en hebben hele erge dorst. Voor de Ethiopiër, een neger die ze Afrika noemen, zijn de andere vluchtelingen bang. Hij krijgt de schuld van de ellende en wanneer hij Vitaly aanraakt, krijgt deze zweren op de plekken waar Afrika hem aanraakte. De lange man sterft op een gegeven moment. De andere vluchtelingen gaan verder zonder hem. Op een ochtend als de jongen wakker wordt, ziet hij dat iemand Afrika om het leven heeft gebracht. Niemand zegt wie het gedaan heeft, maar het hoofd is van de romp gescheiden. Het hoofd nemen ze mee op de rest van de reis. Volgens de vluchtelingen heeft het hoofd een magische betekenis. De vluchtelingen denken dat het hoofd hun de weg zal wijzen naar het beloofde land waarna ze op zoek zijn. De vrouw raakt ook nog zwanger van de man van Asjchabad.

In deel twee winter komen de verhaallijnen samen. De vluchtelingen bereiken Michailopol. De inwoners van Michailopol zijn bang voor de vluchtelingen die eruit zien als levende doden. De burgemeester van Michailopol wil dat de politiemensen van Pontus Beg de vluchtelingen oppakken. Ook Beg gaat zich ermee bemoeien. Beg, die ondertussen veel afweet van het joodse geloof, voelt zich verwant met de vluchtelingen, omdat ze lijken op de Israëlieten die door de woestijn moesten zwerven. Beg komt erachter dat ze een hoofd bij zich hebben, dus iemand van de groep heeft een moord gepleegd en Beg wil erachter komen wie dat heeft gedaan. De vluchtelingen zijn alleen niet bereid dit te vertellen. De jongen vertelt nog het meest aan Beg. Ook worden nu enkele zaken duidelijk die op de steppe hebben plaatsgevonden. Bijvoorbeeld het leegroven van een kippenhok en de eigenaresse eenzaam achterlaten zonder voedsel. Beg hoort dan dat de vrouw zwanger is. Ze gaat naar het ziekenhuis en baart een gezond kind. De vrouw zelf overleeft het niet. De keiharde Beg blijkt menselijk als hij het pasgeboren kindje in zijn armen houdt.

In het derde deel voorjaar gaat Beg met de jongen naar een plaats vanwaar ze het beloofde land Israël kunnen kijken. Beg zegt tegen de jongen dat hij jood moet worden, want dan kan hij naar Israël. De papieren van de jongen moeten veranderen. Beg is joods geworden, dus als de jongen de zoon van Beg wordt, is de jongen ook joods. De jongen moet ook nog Hebreeuws leren. De roman eindigt op deze wijze hoopvol, want de jongen wil wel doen wat Beg aanraadt.

II ANALYSE

  1. Structuur

Het boek is opgedeeld in drie delen: najaar, winter en voorjaar. Ze zijn vernoemd naar de seizoenen. Deze seizoenen symboliseren ook de gebeurtenissen uit het deel. Het gehele boek bestaat uit 39 genummerde en getitelde hoofdstukken. Het eerste deel najaar bestaat uit 24 hoofdstukken, het tweede deel winter uit 14 hoofdstukken, dus tot en met hoofdstuk 38. Deel drie voorjaar is één hoofdstuk, hoofdstuk 39.

In het boek worden twee verhaallijnen uitgewerkt. Eén verhaallijn gaat over politiecommissaris Pontus Beg en zijn zoektocht naar het joodse geloof. De andere verhaallijn vertelt het verhaal van de vluchtelingen die rondzwerven door de steppe. In deel twee winter komen de verhaallijnen bij elkaar. Het is duidelijk voor de lezer dat er een nieuw tijdperk aanbreekt in het verhaal. De overgangen zijn duidelijk aangegeven en kan goed worden begrepen door de lezer. Ook de twee verhaallijnen zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden, omdat de personages heel verschillend zijn en in het eerste deel de verhaallijnen elkaar per hoofdstuk afwisselen. Door de duidelijkheid leest het makkelijk en snel.

De spanning wordt opgebouwd door de twee verhaallijnen die steeds meer met elkaar te maken krijgen. Uiteindelijk komen ze samen en ben je als lezer erg benieuwd hoe het verder gaat. Aan het begin blijven nog redelijk wat dingen onduidelijk en ook hierdoor raak je als lezer nieuwsgierig. Je wilt het verhaal erachter weten en blijft doorlezen. Een goed voorbeeld hiervan het de kwestie van het hoofd van Afrika. Het wordt niet duidelijk wie Afrika heeft vermoord en waarom de vluchtelingen opeens wel goed denken over Afrika.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Het hoogtepunt van de spanning is het moment dat de vluchtelingen worden gevonden en de verhaallijnen bij elkaar komen. Als lezer ben je benieuwd of de vluchtelingen het overleven, naar de gevangenis moeten of nog iets heel anders.

  1. Verhaalfiguren

Pontus Beg

Pontus Beg is de belangrijkste figuur uit het boek. Beg is 53 jaar en politiecommissaris van Michailopol. Hij heeft zijn moeder verloren en aanvankelijk geen contact meer met zijn zus. Hij is dus erg eenzaam. Hij heeft enkele kleine lichamelijke klachten, zoals een koude voet en een piep in zijn oor. Eén keer per maand heeft hij seks met zijn huishoudster. Dit vormt voor Beg een lichtpuntje in zijn grijze bestaan. Beg drinkt precies vier glazen wodka per dag, niet meer en niet minder.

Aan het begin van het verhaal is Beg nog een harde en corrupte man. Hij slaat bijvoorbeeld een vrachtwagenchauffeur die te hard rijdt helemaal in elkaar. Maar gedurende het verhaal maakt hij een ontwikkeling door. Hij wordt aardiger en denkt meer na over het leven. Dit komt doordat hij erachter komt dat zijn moeder een joodse was. Dit maakt dat Pontus Beg ook een jood is. Beg wil alles over het Jodendom te weten komen en hij neemt contact op met de enige nog in de stad levende rabbi. Die vertelt hem wat de essentie van het joodse geloof is en Pontus Beg lijkt zich te gaan bekeren. Beg is erg bezig met zijn afkomst en identiteit, in tegenstelling tot de groep vluchtelingen die het liefst het verleden achter zich laten en alleen nog maar aan een betere toekomst denken. Wanneer de vluchtelingen in de stad komen, vergelijkt hij ze met de vertegenwoordigers van het joodse geloof die veertig jaar in de woestijn hebben rondgezworven. Hierdoor wordt Beg nog menselijker. Hij ondervraagt de vluchtelingen, maar ze laten niet veel los. Beg ontdooit echt wanneer hij met de jongen praat en het pasgeboren kind van de vrouw in zijn armen heeft.

Pontus Beg is een round character, omdat hij duidelijk een ontwikkeling doormaakt van een harde en corrupte agent tot een aardige en vriendelijke man die wel om de mensen geeft. Dit komt waarschijnlijk door zijn aanraking met het joodse geloof.

De jongen

De jongen is een van de vluchtelingen. Hij is het enige kind in de groep. De exacte leeftijd van de jongen is niet bekend, maar ik denk dat hij ongeveer 12 jaar is. Hij woonde in een afgelegen bergdorp en leefde op een ouderwetse manier. Moderne technieken waren er nog niet doorgedrongen. Hij is, samen met de andere vluchtelingen, op zoek naar een betere wereld. Hij hoopt deze wereld snel te bereiken, zodat hij zijn ouders en broer kan ophalen en een beter leven krijgt.

In het verhaal van de vluchtelingen speelt de jongen eigenlijk de belangrijkste rol. Vanuit hem worden veel gebeurtenissen beschreven. Hoewel hij de jongste van de groep is, blijft hij verstandig tijdens de tocht en is hij een van de sterkste qua overleven. Wanneer hij in Michailopol door Beg wordt ongevraagd, is hij opstandig en eigenwijs, maar langzaamaan laat hij steeds meer los en vertelt hij meer. Beg en de jongen krijgen een band.

Aan het einde van het verhaal krijgt de jongen een echte naam. Beg laat aan de jongen Israël zien en zegt dat de jongen daar naartoe kan gaan als hij een goede jood wordt. Hiervoor moet hij wel een andere naam krijgen en het kind van Beg worden. Hij zal de papieren krijgen van de baby van de gevluchte vrouw. Voortaan heet de jongen dan ook Saïd Mirza.

De jongen is een round character, omdat je als lezer veel over hem te weten komt. Je leert over zijn verleden en waarom hij is vertrokken, op zoek naar een beter bestaan. De jongen maakt een ontwikkeling door. Van nog echt een kind op avontuur wordt hij door de vele nare gebeurtenissen steeds meer volwassen. Hij leert veel over hoe mensen handelen en denken. Hij kan steeds beter opschieten met de andere vluchtelingen.

De Ethiopiër

Niemand van de andere vluchtelingen weet waarom de Ethiopiër mee op reis is gegaan. De andere vluchtelingen kunnen hem niet verstaan en ze zien hem niet als gelijkwaardig door zijn donkere huidskleur. Hij praat niet en wordt buitengesloten door de groep. Ze zien hem als een gevaar en denken dat hij over magische krachten beschikt. Dit wordt duidelijk wanneer Vitaly zweren krijgt op de plekken waar de Ethiopiër hem heeft aangeraakt. Gedurende het grootste gedeelte van de reis loopt de Ethiopiër er altijd een beetje achteraan. Het lijkt een paar keer of de groep hem kwijt is geraakt, maar ’s avonds keert hij altijd weer terug bij de groep en gaat, een eindje van de groep vandaan, liggen slapen. Op een morgen wordt hij dood gevonden. Zijn hoofd is ingeslagen met een steen en is van zijn romp gescheiden. Niemand weet of zegt wie het heeft gedaan. De vluchtelingen nemen het hoofd mee, omdat ze geloven dat het magische krachten bezit en het nu de goede weg zal wijzen.

De Ethiopiër is een flat character, omdat er weinig over hem bekend is en hij geen ontwikkeling doormaakt. Hij verandert eigenlijk niet gedurende de tocht. Al mengt hij zich wel iets meer in de groep dan aan het begin. Dit zie je vooral terug in het feit dat hij de lange man heeft gered van de dood.

De lange man

De lange man is ook een van de vluchtelingen. Hij leeft een beetje op de achtergrond. Hij zorgt niet voor oponthoud of spanning. Hij is al redelijk op leeftijd en krijgt het hoe verder de reis vordert steeds zwaarder. Op een gegeven moment kan hij het echt niet meer bijhouden en blijft hij achter. Hij roept nog om hulp, maar niemand helpt hem. De groep laat hem achter en loopt verder. De Ethiopiër ontfermt zich wel om de lange man. Hij geeft hem eten en uiteindelijk sluiten ze samen weer bij de rest van de groep aan. Deze is niet blij dat ze er weer bij zijn. De lange man sterft toch nog wel in de steppe, omdat hij te verzwakt is.

De lange man is een flat character. Hij verandert niet.

De stroper

De stroper is van de volwassen vluchtelingen er lichamelijk het best aan toe. Hij heeft een heel groot uithoudingsvermogen. Hij loopt altijd iets voorop om te kijken of er een teken van leven te zien is: een stad, maar ook voedsel of water. Hij zorgt voor het eten en voelt zich een van de leiders van de groep. Hier heeft hij niet om hoeven strijden, hij heeft genoeg aan zichzelf. Hij is gewoon neutraal.

De stroper is een flat character. Hij blijft zichzelf gedurende de hele reis.

De vrouw

Ze is de enige vrouw van de groep vluchtelingen. Ze wordt daarom vanaf het begin van de reis bijna iedere nacht even apart genomen. Eerst streden Vitaly en de man uit Asjchabad om haar, maar als snel wordt het alleen de man uit Asjchabad. De vrouw doet eerst dan ook heel onaardig tegen deze man, maar op een dag, als ze het hebben over Afrika, doet ze weer aardig. Waarschijnlijk weet ze dat ze zwanger is van de man uit Asjchabad. In het ziekenhuis van Michailopol baart ze een gezond kind, hoe zwak en mager haar eigen lichaam ook is. Ze overlijdt zelf wel.

De vrouw is een flat character. Zij maakt geen ontwikkeling door.

De man uit Asjchabad

Hij was vroeger een belangrijke man. Hij was rijk en machtig. Totdat hij op een dag jeuk kreeg. De jeuk werd steeds erger en hij moest naar Kara Bogaz reizen om daar in het super zoute water te gaan. Dan zou de jeuk over gaan. Maar hij is nooit het water ingegaan. Hij heeft zich verstopt in een boot en is ervandoor gegaan. Toen hij aan de reis begon, had hij nog een dikke bolle buik, maar als snel raakt hij deze kwijt en wordt hij net zo mager als de andere vluchtelingen. Over het algemeen is de man aardig, maar soms heeft hij zijn buien en kan hij agressief uit de hoek komen. De man uit Asjchabad neemt de vrouw ’s nachts regelmatig apart en baart ook een kind bij haar.

De man uit Asjchabad is een flat character. Hij verandert nauwelijks.

Vitaly

Vitaly is de vechtersbaas van de groep vluchtelingen. Hij heeft een grote mond en is agressief. Hij zit vol met tatoeages en wonden. Hij was verslaafd aan drugs. Hij leefde aan de zelfkant van de maatschappij. Vitaly krijgt zweren op zijn lichaam op de plekken waar Afrika hem heeft aangeraakt. Tenminste dat beweert Vitaly zelf. Waarschijnlijk zijn de zweren een vorm van afkickverschijnselen. Aan het begin van de reis strijden Vitaly en de man uit Asjchabad nog samen om de nacht door te brengen met de vrouw, maar Vitaly verliest al snel. De vrouw zal elke nacht met  de man uit Asjchabad meegaan. Vitaly was vroeger verslaafd aan drugs en hij handelde hier ook in. Gedurende de reis kickt hij af, omdat er natuurlijk niets te krijgen is in de steppe. Aan het einde van de reis kan hij bijna niets meer. Hij praat nauwelijks meer en loopt er doods bij. Hij draagt het hoofd van de Ethiopiër, wat doet vermoeden dat hij de moord heeft gepleegd.

Vitaly is een flat character. Hij verandert wel, zowel qua uiterlijk als qua innerlijk, maar dit is vooral te danken aan het feit dat hij aan het afkicken is en weinig eten en drinken heeft.

  1. Tijd

Het is niet duidelijk in welk jaar het verhaal zich precies afspeelt. Maar het speelt wel in de moderne tijd af. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over internet. Er verstrijkt ongeveer driekwart jaar (denk ik). Het verhaal begint in het najaar, wat ook de naam van het eerste deel is. Dan de winter en het voorjaar. We weten dat in deel twee de maand december een rol speelt, want de baby wordt op 19 december geboren. Dit lijkt ook een beetje symbolisch. Hij heeft immers ook de functie van de redder van de mensheid en is dus de nieuwe Messias voor de groep vluchtelingen en voor Pontus. In deel drie wordt gesproken over de hoop op het bereiken van het  beloofde land en dat is twee weken na de bevalling van het kind. Het nieuwe jaar is dan dus begonnen. Een mooie maand voor een nieuw begin.

Het verhaal verloopt chronologisch, maar er zitten wel redelijk wat flashbacks in. Er zijn flashbacks die je meer vertellen over het verleden van een personage. Een voorbeeld hiervan is te vinden op bladzijde 116:

Vitaly had al vroeg ingezien dat je beter aanbieden kon zijn dan afnemer. Hij was weliswaar verslaaf maar behield zijn verstand. Hij droeg altijd een nijptang bij zich. Wie zijn schulden niet voldeed, rukte hij zijn gouden tanden uit. Wie geen gouden tanden meer had, kneep hij een vinger af. De vinger mocht hij houden als souvenir.

Zelf verloor hij twee vingers door van de grote baas te stelen. Huilend en kronkelend betuigde hij zijn spijt, maar een paar maanden later stal hij een kilo heroïne, verkocht hem dezelfde dag nog door, dacht vagelijk verbaasd: ik ben echt onverbeterlijk, en vluchtte de stad uit.

In de vrachtwagen van Nacer Gül stak hij de grens over en wist dat hij, net als de jongen, nooit meer kon terugkeren naar waar hij vandaan kwam – de enige weg was vooruit.

In deel één komt ook een grote flashback voor waarin wordt verteld hoe de vluchtelingen in de steppe zijn beland. Dit is van te voren nog niet aan bod gekomen en hier was je als lezer altijd al benieuwd naar. Het maakt het spannend dat je het nu wel weet. Deze flashback begint op pagina 99:

Ze werden naar de vrachtwagen gebracht. Voor in de oplegger verscholen ze zich, in een ruimte die was uitgespaard tussen met plastic omwikkelde pallets. Er stond een emmer waarin ze hun behoefte konden doen. Niet roken en doodse stilte onder alle omstandigheden. Zij die er een bezaten, moesten hun mobiele telefoon inleveren.

De baas van de operatie droeg een wit trainingspak, goud glom rond zijn nek en polsen. Naast de vrachtwagen stond zijn BMW, met het portier open en de muziek hard aan. Achter hen werd de wagen verder beladen, ze sloegen hun handen voor hun oren tegen het razen van de heftruck in de oplegger.

Langzaam verdwenen ze in de schemer. Ze zouden niet alleen maar zwijgen, ze zouden hun adem inhouden en niet meer bestaan tot ze de grens over waren.

Ook is er hiaat te vinden in het boek. Deze zit tussen het eerste en tweede deel. Aan het einde van deel één najaar lees je hoe de vluchtelingen nog door de steppe trekken met het hoofd. in deel twee winter zijn de vluchtelingen al in Michailopol. De inwoners hebben klachten over zwervers die eruitzien als lijken. Zie pagina 183:

De melding was vroeg in de avond binnengekomen. Een vrouw klaagde over zwervers die vuilnisbakken omgooiden in de straat. Tegen achten volgde de tweede melding: opnieuw een vrouw, ze huilde, het groepje zwervers dat ze was tegengekomen had haar panische angst bezorgd. “Het zijn de doden,” zei ze.

  1. Ruimte
  1. Concrete ruimte

Het verhaal van Pontus Beg speelt zich af in Michailopol, een (niet echt bestaande) grensstad ergens in de steppe van Oekraïne. Michailopol heeft negenendertigduizend inwoners. Het was ooit een mooie en welvarende stad, met een nucleair onderzoeksinstituut, een goede ijshockeyclub en een station. Maar nu is de stad vervallen en verslechterd. Er wonen veel criminelen.

Het verhaal van de vluchtelingen speelt zich af op de steppe, een groot gebied vol met zand en verdorde planten. Het is te vergelijken met een woestijn: grote droogte. De vluchtelingen worden door Beg vergeleken met het volk van Israël die onder leiding van Mozes door de woestijn trokken. Beide groepen waren op zoek naar het beloofde land. Uiteindelijk komen de vluchtelingen ook in Michailopol. Dit voelt voor hun als een hele grote opluchting en ze worden er heel blij van.

  1. Hoe is de ruimte gebruikt?

Ik vind dat de ruimte en de gevoelens overeenkomen. De stad Michailopol heeft iets sombers, een soort vergaande glorie. Het was ooit een belangrijke stad, maar nu stelt het niets meer voor. Dit geldt eigenlijk ook een beetje voor Beg. Hij was ooit een gelukkige en tevreden man, maar het boeit hem tegenwoordig niet meer zo. Hij is al ouder en leeft een somber bestaan. Het joodse geloof doet hem wel meer opleven, dus wat dat betreft is het weer een tegenstelling met de ruimte om hem heen. Op bladzijde 25 wordt de overeenkomst tussen de gevoelens van Beg en de stad Michailopol duidelijk:

Tegen het middaguur verliet hij het hoofdbureau en reed naar Tina’s Bazooka Bar voor de lunch. Michailopol: dit was zijn stad. Negenendertigduizend inwoners volgens de laatste census. Eens huisvestte de grensstad een vermaard nucleair onderzoeksinstituut en had ze een ijshockeyclub die tweemaal achtereen promoveerde en op een haar na landskampioen werd. Beg herinnerde zich de opwinding. Op haar hoogtepunt, vroeg in de vorige eeuw, werden er honderdvijftigduizend inwoners geteld. Het treinstation van Michailopol gaf aansluiting op de rest van de wereld, er gingen vijftien treinen per uur. Nu wist Beg niet eens meer waar de sporen hadden gelegen. Het staal was uit de grond getrokken en verwerkt in schuren en afrasteringen. De bielzen waren in koude winters aan stukken gehakt en in de kachel verdwenen. Het art-nouveaustation stond er nog, maar het verval was te ver voortgeschreden om het nog te redden. In een van de bijgebouwen sloeg een begrafenisondernemer zijn doodskisten op.

De steppe komen overeen met de toestand waarin de vluchtelingen verkeren. De vluchtelingen zijn boos, verdrietig, moe, lusteloos, etc. Ze hebben het helemaal gehad en zijn ten einde rade, maar toch zetten ze door en blijven zoeken naar een betere toekomst. De steppe is een uitzichtloos gebied. Er groeien nauwelijks planten, er is geen water, niemand woont er. Het past goed bij het uitzichtloze bestaan van de vluchtelingen tijdens hun tocht. Wanneer de vluchtelingen in Michailopol aankomen, worden ze heel gelukkig. Er ontstaan dan wel een tegenstelling qua ruimte en gevoelens. Want Michailopol is eigenlijk een uitzichtloze stad, maar voor de vluchtelingen geeft Michailopol juist weer hoop.

Op bladzijde 146 is een goed stukje te vinden waarin de gevoelens van de jongen overeenkomen met de uitstraling van de steppe:

De jongen kwam onder het zeil vandaan. Hij keek in een dag van damp en water. Niets dan regenvlagen en een sleep van wolken zover je kon kijken. Zijn reisgenoten lagen verspreid om hem heen, donkere hompen, onherkenbaar in hun nachtgewaad van landbouwplastic en oude jassen. De man uit Asjchabad en de vrouw lagen het verst weg. De jongen keek in de richting die ze uit zouden gaan, de vlakke streep aarde, het monotone uitzicht, alsof ze dezelfde reis elke dag opnieuw begonnen, de eeuwige wederkeer van hetzelfde. De steppe was een herhaling, een stompzinnig repeterende melodie; ze matte hen af en putte hen uit, ze nam elke dag een stukje meer van ze, tot ze hen allemaal vermalen zou hebben.

  1. Perspectief

Het perspectief is subjectief. Er is sprake van een onzichtbare verteller. Het verhaal wordt in de hij-vorm vertelt. De onzichtbare verteller laat weten wat de hoofdpersonen denken en voelen. Je krijgt vooral veel te weten over de belevenissen van Pontus Beg en de jongen, maar tijdens de tocht door de steppe duik je ook af en toe in het hoofd van de andere vluchtelingen (bijvoorbeeld bij de man uit Asjchabad en Vitaly). Dit perspectief heeft ervoor gezorgd dat de beide verhaallijnen vloeiend samenkomen. Je komt veel te weten vanuit beide standpunten, maar het is ook leuk dat er nog dingen onbeantwoord blijven, omdat je niet elke gebeurtenis meemaakt.

III INTERPRETATIE

  1. Titeluitleg

Dit zijn de namen verwijst naar de Bijbel en in het bijzonder naar de beginpassage van het boek Exodus (Uittocht) Exodus 1 vers 1:

Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob: zij kwamen er in, elk met zijn huis.

Het gaat over de groep joden die veertig jaar door de woestijn hebben gezworven, op zoek naar het beloofde land. Pontus Beg vergelijkt de vluchtelingen uit de steppe met deze groep joden. En ook de Bijbel wordt heel belangrijk voor Pontus.

In de verhaallijn van de vluchtelingen worden ze gedurende het eerste deel van het boek zonder naam aangeduid. Ze worden bijvoorbeeld de jongen genoemd of de vrouw of de lange man. Wanneer ze in het tweede deel met de commissaris spreken, krijgen ze allemaal een naam. Dit zijn de namen van de mensen die op de steppe hebben gezworven.

Een naam krijg je bij je geboorte. De vluchtelingen worden eigenlijk opnieuw geboren, omdat ze een nieuwe naam krijgen en een heel ander leven. Ze hebben hun oude leven achtergelaten en hebben een barre tocht ondergaan om een nieuw leven te beginnen. Ook Beg wordt op een bepaalde manier herboren. Hij ontdekt het Jodendom en wordt er gelukkiger door.

  1. Motto-uitleg

Het motto is een citaat uit De gesprekken van Confucius. Voor Pontus Beg geldt dat hij weinig contact heeft met het verleden. Hij ziet zijn zus niet meer en kan zijn ouders bijna niet meer voor de geest halen. Langzaam komen er af en toe herinneringen uit zijn verleden terug, waardoor hij steeds meer over zijn afkomst en identiteit te weten komt. Hij krijgt spijt dat hij zo weinig contact heeft gehad met zijn familie. Als hij zich aan de regel van Confucius had gehouden, was dat niet nodig geweest. Beg is een bewonderaar van Confucius en kent veel van zijn teksten. Dat zie je ook een paar keer in het boek terugkomen.

De vluchtelingen zijn op reis, op zoek naar een betere toekomst. De jongen heeft zijn ouders verlaten en weet niet precies waar hij naartoe op weg is. Hij heeft geen contact meer met zijn ouders en heeft het heel zwaar. Als hij de regel van Confucius had gevolgd was hem een hele hoop ellende bespaard gebleven. Voor zowel de vluchtelingen als de familie van de vluchtelingen is het niet bekend waar en wat de eindbestemming van de vluchtelingen is.

  1. Motieven
  1. Algemene motieven

Eenzaamheid

Pontus Beg is eenzaam. Hij heeft geen echtgenote, geen echte vrienden en zijn ouders zijn overleden. Met zijn zus heeft hij geen contact meer. De enige persoon waar hij nog wel mee praat en plezier heeft is zijn huishoudster. Hij leeft dus een eenzaam bestaan. De vluchtelingen zijn misschien met meerdere samen, maar toch voelen ze zich allemaal alleen. Ze hebben hun familie en vrienden achter gelaten. Ze kunnen de personen met wie ze reizen niet tot nauwelijks. Het zijn eenzame individuen. Ze willen niets van elkaar weten, kunnen niets van elkaar weten en denken ook veel aan zichzelf. Ze willen zelf overleven en stelen bijvoorbeeld de kleren en schoenen van een overledene.

Discriminatie en racisme

De Ethiopiër, de enige donkere in het gezelschap, wordt door de andere vluchtelingen gediscrimineerd. Ze zien hem als iets kwaad. Ze doen onaardig tegen hem, schelden hem uit, slaan en schoppen hem, maar ze zijn vooral bang voor hem. Ze noemen hem “de zwarte” of “Afrika”. Volgens de vluchtelingen is hij de veroorzaker van de ellende. Hij wordt gewantrouwd en behandeld als een dier.

Geloof en bijgeloof

Pontus Beg maakt kennis met het Jodendom. Zijn verhaal gaat voornamelijk over zijn zoektocht in het Jodendom. Hij wil er veel over weten en is nieuwsgierig. Hij voelt zich er door aangetrokken. Hij leert veel van de oude rabbi en bestudeert de Thora. Hij vergelijkt de vluchtelingen met het joodse volk. Beide groepen trokken onder erbarmelijke omstandigheden door de woestijn of steppe. De vluchtelingen hebben een sterk bijgeloof, wat denk ik ook komt als je het zo moeilijk hebt. Ze zoeken een soort houvast, waar iedereen het over eens is. Eerst geloven ze dat Afrika de bron van de ellende is. Hij zorgt ervoor dat het zo slecht gaat en dat Vitaly zweren op zijn lichaam krijgt. Hij zuigt het leven uit de mensen, bijvoorbeeld bij de lange man. Als iemand Afrika heeft vermoord, willen ze Afrika juist niet kwijt. Ze moeten het hoofd meenemen, omdat deze magische krachten bezit. Het zal hen naar het beloofde land leiden.

Egoïsme

Beg toont aan het begin van het verhaal nauwelijks medeleven. Hij slaat bijvoorbeeld gewoon een vrachtwagenchauffeur in elkaar die te hard reed. Hij denkt voornamelijk aan zichzelf en trekt zich niet veel aan van andere mensen. Gedurende het verhaal wordt hij steeds zachter en menselijker. Hij is veel minder egoïstisch.

De vluchtelingen daarentegen worden juist steeds meer egoïstisch. Aan het begin van het verhaal durven ze nog niet de spullen mee te nemen van een overledene. Vitaly is de eerste die dit doet. Vanaf dat moment denkt iedereen alleen maar aan zichzelf. Als er iemand is overleden, springt iedereen er zo snel mogelijk op om de beste spullen te pakken. Er wordt om gevochten. Ik denk dat zo’n verschrikkelijke tocht dit ook met je doet. Je kan niet meer goed nadenken en doet er alles aan om te overleven.

Queeste (zoektocht)

Dit zijn de namen is een queesteroman. Een queesteroman is een roman waarbij een personage op een reis of tocht is naar zijn verleden of een ander belangrijk object. In deze roman is Pontus Beg erachter gekomen dat hij joods is en hij gaat op zoek naar zijn verleden. Hij neemt contact op met zijn zus, bezoekt een rabbijn, leest de Thora. Met deze dingen wil hij dichter bij zijn doel komen. Beg gaat op zoek naar zijn identiteit.

Dit zijn de namen is een queesteroman. Een queesteroman is een roman waarbij een personage op een reis of tocht is naar zijn verleden of een ander belangrijk object. In deze roman is Pontus Beg erachter gekomen dat hij joods is en hij gaat op zoek naar zijn verleden. Hij neemt contact op met zijn zus, bezoekt een rabbijn, leest de Thora. Met deze dingen wil hij dichter bij zijn doel komen. Beg gaat op zoek naar zijn identiteit.

Ook de groep mensen die door de steppe zwerft, heeft een queeste. Zij zijn op zoek naar geluk. Ze hebben alles achtergelaten en willen maar één ding: een beter leven.

Wanneer de vluchtelingen in de stad verschijnen, ziet Pontus de overeenkomst tussen de groep zwervers en het volk van Israël dat veertig jaar door de woestijn heeft gezworven. Beide waren op zoek naar het beloofde land. Beide groepen dragen ook iets met zich mee: de groep zwervers heeft het hoofd van de Ethiopiër en de Israëlieten hadden de beenderen van Jozef bij zich als relikwie. Beide geloofden dat deze objecten magische krachten bezaten en hen naar het beloofde land zou leiden.

Zowel Pontus als de vluchtelingen zijn dus op zoek naar hun eigen vorm van geluk. Maar er is wel een verschil: de zwervers willen het liefst hun verleden achter zich laten en zich helemaal richten op de toekomst. Ze willen daarom ook hun namen niet noemen. Beg wil juist zo veel mogelijk van het verleden weten om zijn joodse achtergrond te achterhalen.

  1. Verhaalmotieven

Mikwe

De mikwe is een bad waar joden in mogen nadat ze zich helemaal gewassen hebben. Door het water in de mikwe word je helemaal gereinigd. Het is geen doop, geen bad in de zin van zeep en water, maar het is een totale reiniging. Wie zich in de mikwe onderdompelt, wordt een nieuw mens. Hij krijgt een nieuwe ziel. Beg maakt kennis met de mikwe als de rabbijn hem de synagoge laat zien. Onderin de synagoge is de mikwe. Het is een goed bewaard geheim. Het maakt ontzettend veel indruk op Beg. Hij wil er graag zelf in onderdompelen en het idee van oude ziel afleggen, staat hem erg aan. Uiteindelijk doet hij het toch niet. Maar de mikwe blijft symbool staan voor een euforisch gevoel. Een gevoel van bevrijding en een nieuwe start.

Tocht naar het beloofde land

De tocht van de vluchtelingen door de steppe doet Beg denken aan de tocht van de Israëlieten door de woestijn. Er zijn duidelijk overeenkomsten: beide groepen lopen lange tijd door een heel droog gebied, beide groepen dragen een relikwie bij zich (vluchtelingen: hoofd van Afrika, Israëlieten: beenderen van Jozef), beide groepen zijn op weg naar het beloofde land.

Afrika

Eigenlijk mogen personages geen verhaalmotieven zijn, maar ik vind dat hiervoor een uitzondering gemaakt mag worden. Ik vind de Ethiopiër namelijk een heel goed voorbeeld van een verhaalmotief. De andere vluchtelingen associëren hem met magische krachten. Ze geloven dat hij deze bezit en er slechte dingen mee kan doen. Hij zorgt voor alle ellende. Pas als hij vermoord is, zijn de magische krachten goed en zal hij de vluchtelingen leiden naar het beloofde land.

Menora en het Jiddische liedje

De menora is een zevenarmige kandelaar. Deze hoort bij het Jodendom. Wanneer Beg een menora bij de rabbijn ziet staan, krijgt hij weer herinneringen van zijn jeugd en zijn moeder terug. Het staat voor een soort nieuw begin van Beg: hij wil meer weten over het Jodendom en over zijn moeder. Dit geldt hetzelfde voor het Jiddische liedje dat de moeder van Beg altijd voor hem zong.

  1. Thema

Soms heeft het geen nut om oneindig te streven; je zult er toch nooit komen.

Ik vind het boek gaan over de kennis van jezelf en van je naasten. Wie ben ik? Wie zijn zij? Wat wil ik? Wat willen zij? Of juist niet willen weten wie iemand is, bevooroordeeld zijn, denken iets of iemand te kennen. Ook wordt het duidelijk in het boek dat ultieme kennis (ultieme verlichting) niet mogelijk is. Aan het einde van het verhaal wijst Beg de jongen naar Israël. Daar zou alles goed zijn, maar dit is niet zo. Ook daar zijn dingen die niet horen te gebeuren. Er is (denk ik) geen plek op aarde waar alles geweldig is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dit zijn de namen door Tommy Wieringa"