Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 1544 woorden
  • 11 maart 2014
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
6 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

1. Schrijver, titel, genre en niveau.

A. Marga Minco heeft het boek Het bittere kruid geschreven.

B. De naam van het boek is Het bittere kruid. Het boek werd voor het eerst uitgegeven in 1957 in Amsterdam door uitgeverij Bart Bekker. Ik heb de zevenentwintigste drukgelezen die is uitgegeven in 1984 en heeft 83 bladzijdes.

C. De genre van het boek is oorlogsroman, psychologische roman.

D. Het niveau van het boek is niveau 2.

2. Samenvatting.

Het boek begint net na de capitulatie van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De familie keert terug van de evacuatie vanwege de inval. Haar vader vindt onderduiken niet nodig, al zijn ze joods. De verhalen over Jodenvervolging geloven ze niet, en Duitsland klinkt zo ver weg… Wanneer ze een paar bezetters passeren, die hen niets doen zegt haar vader ‘Zie je wel, ze doen ons niets.’ De ik-persoon denkt terug aan de tijd toen ze jonger was en aan hoe ze gepest werd omdat ze joods was. Kinderen riepen haar toe dat de joden Jezus zouden hebben vermoord.

De ik-persoon krijgt tbc en hun gezin verhuist tegelijkertijd naar Amersfoort. Daar moet ze naar het ziekenhuis. Haar broer Dave en schoonzus Lotte wonen ook in Amersfoort. Op een dag komt haar vader thuis met Jodensterren die alle Joden moeten dragen. Terwijl ze de sterren op hun kleren bevestigen praten ze alleen over de kleur garen die ze gebruiken, en of de ster bij hun jasje kleurt.

  • We haalden de jassen van de kapstok en gingen de sterren er op naaien. Bettie deed het heel nauwkeurig, met kleine onzichtbare steken. ‘Je moet ze zomen,’ zei ze tegen mij, toen ze zag hoe ik de ster met grote, slordige steken op mijn mantel zette. ‘Dat staat veel netter.’

 Het blijft niet bij sterren; vader en haar broer Dave krijgen een oproep voor een werkkamp. Omdat haar vader een huidaandoening heeft wordt hij afgekeurd. Dave doet alsof hij ziek is door een bruinkleurig drankje te gebruiken. Zo voorkomen ze dat ze naar het werkkamp moeten. Nog steeds duiken ze echter niet onder, ondanks het feit dat er veel razzia’s plaatsvinden, waarbij zelfs Bettie, haar zus, opgepakt wordt.

  • Ik zag het voor me. Ik zag de grote auto’s en ik zag mijn zuster er in zitten. ‘Je kunt niets doen’, zei mijn vader, ‘Je kunt geen hand uitsteken.’

Op een gegeven moment komt het niet-joodse buurmeisje langs en zegt dat ze een aantal spullen van de ik-persoon mooi vindt. Die antwoordt daarop dat het buurmeisje ze mee kan nemen, omdat zij er toch geen gebruik meer van kan maken. Het komt er op neer dat het buurmeisje met armen vol spullen het huis verlaat.

  • Met het racket, het tasje en de andere dingen in haar armen bleef ze staan en keek mijn kamer rond, alsof ze iets vergeten had. ‘Dat tegeltje… ,’ zei ze. Ik pakte het van de muur en legde het boven op de andere dingen. ‘Ik zal de deur voor je opendoen,’ zei ik. ‘Ik had beter een tas mee kunnen nemen,’ zei ze lachend.

Weer komt er een oproep, maar nu voor het hele gezin. De ik-persoon, Dave en Lotte komen er onderuit met behulp van de dokter, die hen ziek verklaart, hoewel ze dat eigenlijk niet zijn. Lotte mag dan blijven om hen te verzorgen. Haar vader en moeder worden weggevoerd naar een getto in Amsterdam.

Op een dag besluit de ik-persoon om haar ouders op te gaan zoeken in Amsterdam, ook al is dat levensgevaarlijk geworden voor joden. In Amsterdam aangekomen besluit ze een tijdje te blijven. Terwijl ze in Amsterdam is komt er een inval in haar ouderlijk huis.

  • Ze moeten een loper gehad hebben. Ze stonden in de kamer voor we ons hadden kunnen verroeren. Het waren grote mannen en ze hadden lichte regenjassen aan. ‘Haal onze jassen even,’ zei mijn vader tegen mij. Mijn moeder dronk haar kopje thee uit.

Haar ouders worden opgepakt, de ik-persoon kan nog net via de achterdeur ontsnappen. Maar omdat haar jas dan nog in het huis hangt, met daarin haar persoonsbewijs, weten de bezetters alles van haar.

Ze gaat naar Dave en Lotte. Ze bleekt haar haar, net als Lotte en Dave. Dit trekt de aandacht van de buurvrouw, en ze besluiten uit elkaar te gaan. Voor ze helemaal uit elkaar gaan, besluiten ze voor de laatste keer de bioscoop te bezoeken. Dan gaan ze op reis naar Utrecht. Lotte en Dave worden opgepakt en de ik-persoon is nu alleen over. Ze gaat maar weer naar Amsterdam en daar helpt Wout haar aan een onderduikadres. Zij had Wout al eerder ontmoet, waarbij Wout haar had beloofd, wanneer ze in moeilijkheden zou zitten, hij haar zou helpen. In haar onderduiktijd, tot het einde van de oorlog, wisselt ze nog een paar keer van onderduikadres. Na de oorlog bezoekt ze haar oom en tante in Zeist. Deze oom en tante waren niet opgepakt omdat haar tante geen joodse was. Haar oom wacht haar op bij de tramhalte en ze is blij dat hij haar opwacht. Dat blijkt hij iedere dag van de week te doen. Deze oom blijft geloven dat haar vader ooit nog eens terug zou komen. Tenslotte sterft ook die oom nog.

  • Ik miste het geloof van mijn oom. Zij zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Ze gaat naar Dave en Lotte. Ze bleekt haar haar, net als Lotte en Dave. Dit trekt de aandacht van de buurvrouw, en ze besluiten uit elkaar te gaan. Voor ze helemaal uit elkaar gaan, besluiten ze voor de laatste keer de bioscoop te bezoeken. Dan gaan ze op reis naar Utrecht. Lotte en Dave worden opgepakt en de ik-persoon is nu alleen over. Ze gaat maar weer naar Amsterdam en daar helpt Wout haar aan een onderduikadres. Zij had Wout al eerder ontmoet, waarbij Wout haar had beloofd, wanneer ze in moeilijkheden zou zitten, hij haar zou helpen. In haar onderduiktijd, tot het einde van de oorlog, wisselt ze nog een paar keer van onderduikadres. Na de oorlog bezoekt ze haar oom en tante in Zeist. Deze oom en tante waren niet opgepakt omdat haar tante geen joodse was. Haar oom wacht haar op bij de tramhalte en ze is blij dat hij haar opwacht. Dat blijkt hij iedere dag van de week te doen. Deze oom blijft geloven dat haar vader ooit nog eens terug zou komen. Tenslotte sterft ook die oom nog.

  • Ik miste het geloof van mijn oom. Zij zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.

3.verhaaltechniek.

A. Het verhaal speelt zich af in steden van Nederland zoals:

Breda, Amersfoort, Amsterdam,Utrecht en Zeist.

B. Het voornaamste persoon is de Joodse schrijverster Marga Minco want, zij schrijft een boek ter nagedachtenis aan haar ouders, Bettie, Lotte, Dave, Hans. In dit verhaal komt zij zelf ook voor want, je leest ook wat zij heeft meegemaakt.

Ze is een jong meisje dat vaak wordt gepest. En aan het einde van het verhaal bleekt ze haar haren.

C. het vertelperspectief van dit verhaal is het ik-Perspectief. 

D. Motieven in dit verhaal zijn familie en opoffering.

E. De Tweede Wereldoorlog staat centraal in het verhaal, samen met het leven van een joodse familie in deze tijd. Het bittere kruid, een rituele delicatesse voor joden, staat hier symbool voor de lijdensweg in het verhaal.

F. De titelverklaring heeft te maken eten. Het bittere kruid is namelijk maror, een gerecht dat joden met sederavond eten ter nagedachtenis van de slavernij in Egypte. Het symboliseert het leed dat mensen wordt aangedaan. Het verhaal Het bittere kruid is ook een nagedachtenis van de mishandeling van de joden.

G. Het verhaal is geheel chronologisch geschreven en er zijn ook geen flashbacks in voor gekomen of flashforwards. De manier waarop het boek is geschreven is een beetje sober, maar het is ook een zeer verzorgd taalgebruik.

4. Beoordeling.

Ik vond het een interessant verhaal, het enige minpuntje was dat het verhaal een lastig taalgebruik had. je kunt duidelijk zien dat de schrijfster Marga Minco het zelf heeft geschreven. Wat ook goed is duidelijk gemaakt is hoe de joden toen leefde in die akelige omstandigheden. Het boek kun je eigenlijk een beetje vergelijken met de film het bittere kruid, want het boek is verfilmd.

Ik zou het boek ook aan andere aanraden, want het boek geeft veel info over het verleden en dat is toch wel belangrijk. Ik zou het ook aanraden als je van oorlogsromans houdt, dan is dit boek geschikt om te lezen.

5. Recensies.

Het bittere kruid beschrijft het leven van een joodse familie in de Tweede Wereldoorlog. In het begin lijkt niemand te beseffen wat hun boven het hoofd hangt. ‘Hier zal ‘t zo’n vaart niet lopen’, zegt de vader. En Dave, de broer van de jeugdige ik-vertelster, reageert enthousiast als er een oproep voor een werkkamp arriveert. Het lijkt hem wel avontuurlijk. Vijf jaar later is alles anders. De vertelster heeft als enige de oorlog overleefd. ‘Zij zouden nooit meer terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.’

Het bittere kruid is een leuke novelle waarin het aanvankelijke ongeloof van de Joodse gemeenschap om een mooie wijze is weergegeven. Toch gaat de eenvoudige stijl van Minco op een gegeven moment vervelen: de korte zinnetjes met telkens dezelfde opbouw en de afstandelijkheid waarmee een en ander wordt beschreven. Het maakt dat Minco mij niet echt weet te overtuigen. Een leuk boek voor veel leerlingen (lekker dun!) maar geen overtuigend succes.

Dit is een van de vele geschreven recensies van het verhaal Het bitter kruid.

6. Verdiepingsopdracht.

Ik heb besloten om voor verdiepingsopdracht 7 te gaan.  Je moet hier een gedicht uitzoeken dat bij het verhaal past. Ik heb een gedicht geschreven over hoe de joden zich voelde in het verhaal.

 

 

Oorlog

Ik ben jood

en ik wil nog niet dood

ik ben bang

voor iedereen die me achtervolgen kan

 

liefde dat ken ik niet meer

dat doet me erg zeer

vertrouwen wat is dat ?

mijn leven is kil en mat

alleen, daar zit ik dan

luisterend naar het vogelgezang

alles wordt me teveel

mijn leven is een uitgeschiterende juweel.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"