Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het stenen bruidsbed door Harry Mulisch

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover Het stenen bruidsbed
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5574 woorden
  • 11 februari 2014
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
9 keer beoordeeld

Boekcover Het stenen bruidsbed
Shadow

'Centraal staat een stad die kapot is gebombardeerd, en een vrouw die veroverd en verlaten wordt. Het oude thema van liefde en oorlog. In homerische "zangen" wordt de verovering van de vrouw bezongen in termen van de totale oorlog. De identiteit van moord en geslachtsdaad.' - J.H. Donner

 

'Centraal staat een stad die kapot is gebombardeerd, en een vrouw die veroverd en verlaten wordt. Het oude thema van liefde en oorlog. In homerische "zangen" wordt de…

'Centraal staat een stad die kapot is gebombardeerd, en een vrouw die veroverd en verlaten wordt. Het oude thema van liefde en oorlog. In homerische "zangen" wordt de verovering van de vrouw bezongen in termen van de totale oorlog. De identiteit van moord en geslachtsdaad.' - J.H. Donner

 

Het stenen bruidsbed door Harry Mulisch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Biografische gegevens: Harry Kurt Viktor Mulisch is op geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Hij groeide op in een goed milieu en hoewel ze thuis Duits spraken (door invloed van zijn vader) kreeg hij een Nederlandse opvoeding. In 1936 scheidden zijn ouders, vervolgens blijft Harry bij zijn vader en huishoudster Frieda wonen. Hij gaat naar school naar een instituut in Haarlem en kent in die tijd vooral een vergaande interesse in de chemie. In 1946 verschijnt de eerste publicatie van Harry genaamd ‘De kamer’. Het is een verhaal, maar het zet hem aan zich te gaan verdiepen in de literatuur. De romans uit de eerste periode ( tot aan de jaren ’60) van zijn schrijfcarrier staan bekend om de complexe structuur die in de boeken te vinden is. Daardoor zijn veel geschreven boeken uit die periode lastig te begrijpen. In de volgende tien jaar is Harry vooral politiek actief. Zo is hij aanhanger van het communisme op Cuba ( hij bezoekt er zelfs de president) en betuigt hij steun aan de beweging van de Provo’s ( opstandige jongeren uit die tijd). Zijn mening laat hij uit in de boeken die in deze periode verschijnen. Als de jaren ’70 zijn aangebroken begint Harry weer romans te schrijven. Deze romans zijn nu echter toegankelijker naar het publiek toe en daarom zijn ze makkelijker te begrijpen. Deze periode loopt tot aan het zijn dood. Hij sterft op 30 oktober 2010. Zijn werk is veelal bekroond, en hij wordt daardoor geschaard tot de ‘Grote drie’ ( een veelal gebruikte term binnen de Nederlandse literatuur). Behoren tot de drie grootste schrijvers van Nederland geeft wel aan hoe lyrisch men denkt over het werk van Harry. In zijn werk spelen bepaalde thema’s een belangrijke rol, namelijk: de dood, mythologisering en een terugkeer naar het begin (naar de moeder).

Motto: ‘Kom mee, lieve Helena, dan kun je wonderlijke dingen zien van de Trojaanse wagenstrijden en brons gepantserde Grieken. Zo pas nog raasde de oorlog – bron van tranen – in de vlakte rond en waren zij op dodelijke strijd belust: nu staan zij stil bijeen – de strijd is opgehouden – op hun schild geleund, de lange lansen naast zich in de grond gestoken.’ ~  Homerus, Ilias, IIIe Zang

Hoe populair dit ook was, het miste zijn uitwerking omdat het gerucht ging, dat Nero tijdens het branden van de stad in zijn paleis het toneel bestegen en Troje’s ondergang bezongen had, de huidige ramp vergelijkend met vernietigingstaferelen uit de voortijd.

Tacitus, Annalen, Boek XV

Hiermee geeft Mulisch de symboliek tussen Hella en Helena weer en Dresden en Troje. Bovendien heeft Mulisch in zijn verhaal Dresden ook vergeleken met vernietigingstaferelen uit de voortijd, zoals Tacitus heeft geschreven.

1e druk: 1959

 

Inhoud:

Samenvatting: De Amerikaanse tandarts Norman Corinth krijgt in Baltimore een uitnodiging voor een tandartsencongres in Dresden. De stad maakt in 1956 deel uit van de communistische DDR. Oost en West Duitsland zijn verwikkeld in een Koude Oorlog en Amerika wantrouwt alles wat communistisch is. Dat maakt het raadselachtig waarom Corinth naar Dresden wil. Hij kan hiermee zijn praktijk ruïneren en zelfs in de gevangenis belanden. De Duitse stad Dresden was tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijk toevluchtsoord. Velen dachten dat deze cultuurstad niet gebombardeerd zou worden.

Norman Corinth heeft deelgenomen aan het bombardement dat in 1945 Dresden verwoestte.

Op het vliegveld wordt Norman Corinth afgehaald door de gastvrouw Hella Viebahn. Zij brengt hem naar een pension. Hij ontmoet hier pensionhouder Ludwig en de jonge Eugène. Als Corinth alleen is en een fles cognac achterover heeft geslagen, dringen herinneringen aan de oorlog zich opeens aan hem op. Corinth denkt aan Hella; hij wil haar hebben. De laatste zin voor de eerste Zang luidt: ‘Ik zal je. Ik zal je.’

Eerste zang:  Vijf Amerikaanse oorlogsvliegers, waaronder Corinth, vliegen naar Dresden om deze te bombarderen. De beschrijving van de vlucht bevat veel seksuele verwijzingen. De bemanning lijkt een groep spelende jongens, maar de jongens zijn zeker niet onschuldig.

’s Avonds wordt Corinth opgehaald door chauffeur Gunther. Ze verdwalen en rijden langs de nog altijd aanwezige puinhopen van het bombardement. Gunther vertelt dat hij lid was van de Hitlerjugend. Gedurende de opening van het congres ontmoet Corinth zijn West-Duitse collega Alexander Schneiderhahn. Tijdens de openingsrede vertrekt Corinth. Hella kan hem niet overhalen te blijven en besluit met hem mee te gaan. Schneiderhahn sluit zich bij hen aan. Het drietal wordt door Gunther naar een kroeg gebracht.

In de kroeg raken Corinth, Hella en Schneiderhahn in gesprek met een echtpaar dat hen vertelt over de gruwelijkheden van het bombardement. De man zat beklemd in het puin, de vrouw werd beschoten toen ze voor de hitte van de vuurzee de rivier de Elbe in vluchtte. Hun dochtertje stierf. Ze denken dat alleen Engelsen het bombardement hebben uitgevoerd. Corinth houdt zijn mond en zegt niets over zijn bijdrage, de bijdrage van de Amerikanen. Schneiderhahn vertelt dat hij tijdens de oorlog werkte aan het ‘binnenlands front’, gelegen ‘in stille bossen of op vredige heuvels’. Hij wekt de indrukt dat hij kampbeul was in een concentratiekamp. Van afschuw rent Hella weg en geeft over.

Eenmaal terug in het pension neemt Corinth Hella mee naar haar kamer. Ze vertelt dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp heeft gezeten. Corinth krijgt een paniekaanval en gaat met Hella naar bed. De beschrijving van de vrijpartij gaat over in de 2e zang.

Tweede zang: Het vliegtuig van Corinth bombardeert de brandende stad. Daarna keert het vliegtuig terug om mensen te beschieten die de rivier de Elbe in gevlucht zijn.

Als Corinth de volgende ochtend wakker wordt, verlangt hij niet meer naar Hella. In een encyclopedie vindt hij een door ene Krschowsky geschreven krantenbericht en hij stopt het artikel in zijn zak. Tijdens een gesprek met Ludwig over de vooroorlogse schoonheid van Dresden denkt hij opnieuw na over tijd en geschiedenis (zie beschrijving Norman Corinth).

Corinth bedenkt dat er twee soorten geschiedenis zijn: de geschiedenis van de géést (met bedoeling, en de antigeschiedenis (zonder bedoeling).

Gunther komt Corinth halen en ze rijden naar de Gemäldegalerie waar ze Schneiderhahn tegenkomen. Schneiderhahn wil weten wat Corinth van Hella denkt en heeft zelf het idee dat ze is opgegroeid in een nationaalsocialistisch milieu. Corinth vertelt hoe het werkelijk zit en begint over tandartsen in Auschwitz. Hij beschuldigt Schneiderhahn ervan zelf aan de verkeerde kant te hebben gestaan. Schneiderhahn reageert geschrokken. Voor Harry Mulisch staat een museum buiten de tijd. Het is de plaats waar dagelijkse werkelijkheid is buitengesloten. Zolang Corinth zich in de Gemäldegalerie bevindt, staat zijn horloge stil.

Na de lezing beschuldigt Corinth Schneiderhahn opnieuw. Deze ontkent. Op het programma staat een film over de eetgewoonten in Nieuw-Guinea. Corinth negeert Hella en begint te flirten met haar assistente Karin. Hella is woedend, maar begeleidt hem toch naar een concert dat door het congres wordt georganiseerd. Hella vertelt Corinth dat Schneiderhahn tijdens de oorlog niets te maken had met de concentratiekampen. Hij had juist een topfunctie in een buitenlandse spionageorganisatie en streed dus tegen nazi-Duitsland. Hella vraagt of Corinth nog langs komt, maar Corinth laat zijn antwoord in het midden. Hij laat zich door Gunther naar huis rijden. Weer krijgt hij een paniekaanval. Deze gaat over in de 3e Zang.

De derde zang: Op de terugtocht van Dresden wordt Corinths vliegtuig geraakt door een Duits toestel. De piloot probeert Russisch grondgebied te bereiken en vliegt nog een keer over het brandende Dresden. Het toestel stort neer.

Hella zit diepbedroefd alleen in bed met Corinths hoed op haar knieën en wacht tevergeefs op hem. Ze verlangt naar hem en probeert hem te begrijpen.

Corinth wordt midden in de nacht wakker en hoort van Eugène dat Schneiderhahn naar hem gevraagd heeft. Corinth realiseert zich dat Schneiderhahn de waarheid sprak toen hij zei dat hij niets met de concentratiekampen te maken had. Anders had hij net als Corinth geweten, dat je iemand kunt haten zonder dat je hem of haar kent. Hij pakt de autosleutels van Gunther en racet naar het hotel van zijn Duitse collega. Daar pakt hij de autosleutels van de verbouwereerde nachtportier, rent naar Schneiderhahns kamer en slaat hem zijn hard als hij kan. Corinth gilt van het lachen, springt de trap af en verlaat het hotel.

Corinth rijdt de auto te pletter in het puin. Hij vindt het knipsel van Krschowsky terug. Hij steekt met zijn laatste lucifer het autowrak in brand en leest bij de gloed van het vuur het knipsel. Het is een artikel over Heinrich Schliemann en diens ontdekking van Troje: ‘- vond hij negen Troje's onder elkaar, het derde lieve lezer, gij hebt het begrepen, met sporen van brand, gewelddadige verwoesting en de “Goudschat van Priamus”. Deze heroïsche strijder-’ 

De roman eindigt met: Een paar meter verder lag een bord dwars over de straat: “VERBODEN – OOK VOOR VOETGANGERS.” Hij stond weer op en kroop achter een begroeid heuveltje, waar hij het vuur niet meer zag en over de uitgestorven vlakte kon kijken.

Thema:

-Liefde als vernietiging, vernietiging als liefde.

Liefde als vernietiging slaat op Corinth die Dresden heeft vernietigd en hier eigenlijk zelfs genot aan beleefde. Een voorbeeld is dat hij en andere soldaten mensen die in het water van de Elbe waren gevlucht om af te koelen, ging doodschieten. Het had geen zin om deze mensen dood te schieten, de oorlog was eigenlijk al afgelopen en deze mensen hadden bijna alles al verloren. Een ander voorbeeld is dat hij naar Dresden gaat om te zien wat er is overgebleven van de bombardementen.

Vernietiging als liefde slaat op de relatie tussen Hella en Corinth. Wanneer Corinth Hella voor de eerste keer ontmoet, worden zijn gewaarwordingen als volgt beschreven: ‘Zijn geilheid blafte, een koud dier van plicht, en hij dacht, natuurlijk, natuurlijk, ik wil haar hebben.' Het 'blaffen' komt terug als beeldende omschrijving voor het geluid van het geschut, 'plicht' verwijst naar de periode dat Corinth als kanonnier steden hielp vernietigen. 

-'Vrouw-stad'. Hella en Dresden worden voortdurend met elkaar in verband gebracht. Zowel door de verzen die steeds het boek 'onderbreken' als door de verwijzingen naar Troje en Helena. 

De verzen geven aan op wat voor manier Hella en Dresden met elkaar te maken hebben. 

Wanneer Corinth naar Hella verlangt, maar nog niet de kans krijgt bij haar de nacht door te brengen, wordt dit vergeleken met het verlangen van Corinth om Dresden te bombarderen en ook nu moet Corinth geduld hebben, want zij moeten uitwijken naar Rabenau. 

Een ander heel belangrijk thema is lust. Corinth begeert zowel Hella als Dresden maar wanneer hij ze heeft veroverd laat hij ze verwoest achter. Hierbij is dus het thema 'vrouw-stad' ook weer heel belangrijk. 

Motieven:

-Troje: de stad Dresden kan in dit verhaal in het verlengde gezien worden van Troje, alles wat over Dresden gezegd wordt, verwijst naar Troje en andersom. De Tweede Wereldoorlog wordt gelijkgesteld aan de Trojaanse Oorlog, in de Klassieke oudheid. Dresden wordt daarmee vergeleken met de stad Troje. Helena was de aanleiding tot de Trojaanse Oorlog en in het heden is Hella dat, alleen dan als terugwerkende kracht.

Corinth zijn gedachtes en gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt bestaan dus eigenlijk in het heden en het verleden. Dit zegt hij zelf ook (indirect).

‘Ik ben een onder Agamemnon gesneuvelde Griek, die nog leeft.’ blz. 105

Bovendien is de indeling van het boek ook te linken aan de Klassieke oudheid. Het boek is opgezet als een Griekse tragedie. De zangen die het bombardement van Dresden beschrijven zijn geschreven in de stijl van de Griekse dichter Homerus.

-Verwoesting: Ten eerste is er natuurlijk de vernietiging van Dresden, waar Corinth zelf aan heeft bijgedragen. Als Corinth voor de tweede keer in Dresden komt is de vernietiging duidelijk te zien en speelt het ook nog onder de inwoners van Dresden. Daarnaast wordt er in drie Homerische zangen verteld over deze vernietiging.

‘Over zijn schuddende kanon hangt vier sekonden de blauwogige Corinth en omlaag tussen de zeilende schepen onder hen raast het schriklijk vuur in de voorstad’ blz. 109

Daarnaast wordt de seks die Corinth heeft ook gezien als een vernietiging. Als Corinth Hella daarna eigenlijk laat vallen is Hella emotioneel vernietigd. Naast het gevolg van de seks staat ook de handeling zelf symbool voor vernietiging. Het bedrijven van de liefde door Corinth staat gelijk aan het bombardement van Dresden. Zo vernietigt Corinth Dresden voor de tweede keer.

Dan heb je nog de innerlijke vernietiging. Corinth heeft de oorlog nog niet verwerkt. Hij sluit alle gevoelens uit. Aan het einde van het boek komt dit eindelijk tot uiting. Hij draait door en in een vlaag van waanzin steekt hij een auto in de brand om een krantenartikel te lezen. Hij leest het artikel van Schliemann waarin staat: '- vond hij negen Troje's onder elkaar, het derde lieve lezer, gij heb het begrepen, met sporen van brand, gewelddadige verwoesting en de 'Goudschat van Priamus'. Deze heroïsche strijder -' 

-Tweede Wereldoorlog: De tweede wereldoorlog speelt een erg grote rol in het verleden van Corinth, maar ook in het verleden van Dresden. Corinth heeft zijn rol in de Tweede Wereldoorlog nog niet verwerkt. Als hij teruggaat naar Dresden wordt hij hiermee geconfronteerd. Er worden door verschillende mensen verhalen verteld over hun ervaringen van de Tweede Wereldoorlog.

Het bombardement van Dresden wordt door Corinth (of Mulisch) op een rijtje gezet met andere onnodige oorlogen.

‘'Waarom was Nero Nero? Omdat Nero Nero was.' En ... Die hadden een bedoeling, en aanwijsbare gevolgen - zoals het massacre van Carthago, en Hiroshima; die mikten boven zichzelf uit, zoals de slag om Troje niet om Troje ging, maar om Helena.

-Seks: Corinth gaat naar bed met Hella, maar daarna is hij niet meer in haar geïnteresseerd.

-Het Pension: Het pension waar Corinth verblijft, speelt een belangrijke rol in het boek. Het ligt op een heuvel net buiten Dresden en is een kopie van het huis in Rome dat een zekere Krschowsky heeft laten bouwen. Het huis is een labyrint: een symbool voor Corinths verwarde gevoelens.

Corinth slaapt in de torenkamer, die op een schietkoepel lijkt. In zijn kamer hangt een verbleekte prent van een paard. ‘De ziel gaat te paard,’ denkt Corinth. Hij wil er mee uitdrukken dat hij weliswaar in Dresden is, maar zijn ziel nog niet.

Het raam in de hal is een glas-in-loodraam, waarop een afbeelding van de vrouw der verborgenheid staat, de Hoer van Babylon, uit het boek Openbaringen uit de Bijbel. Ze staat voor de godin Roma. De omkering van haar naam, Amor, betekent liefde.

Pensionhouder Ludwig heeft in 1945 vanaf het balkon het bombardement in het dal gezien, net als Nero de brand van Rome bekeek vanaf het balkon van zijn buitenverblijf. De heuvel waar het pension op ligt is ook een historische plek. Vanaf die plaats leidde keizer Napoleon in 1813 zijn laatste veldslag waarin hij overwinnaar was.

Idee: De idee vond ik, zoals altijd, moeilijk. Ik denk dat de strekking van het verhaal is, dat zowel liefde als oorlog verwoestend kunnen zijn. Corinth heeft de stad Dresden verwoest in de tweede oorlog, maar ook liefde, het bedrijven van de liefde door Corinth, kan iets verwoesten, in dit geval Hella.

Verteltechniek:

Historische tijd: Het verhaal speelt zich af in december 1956, na de Tweede Wereldoorlog en tijdens de communistische periode van Oost-Europa.

Tijdsduur: De verhaaltijd bedraagt buiten de flashbacks om twee maanden en 48 uur. Het verhaal begint namelijk bij het ontvangen van de uitnodiging voor het congres en twee maanden later gaat hij naar het congres dat twee dagen duurt.

‘Norman Corinth uit Baltimore, Maryland, vond de uitnodiging voor het kongres op een ochtend in september bij zijn ontbijt. Hijgend en bezweet kwam hij uit de tuin, de zon lag op het tafellaken... Twee maanden later

Tijdsvolgorde: Het verhaal is chronologisch verteld, maar er zijn ook 3 ‘flashbacks’ in de vorm van zangen die over de aanval van Corinth op Dresden vertellen. De zangen wijken qua vorm en stijl af van de rest van het boek en gaan over het bombardement op Dresden. Het lijkt alsof Corinth alleen maar aan het bombardement kan denken als een heroïsch wapenfeit, bezongen als een heldendaad. Daarom doen de zangen zowel in ritme als in woordkeus aan de Ilias van Homerus denken. Wat Mulisch vooral van Homerus heeft overgenomen, zijn de vele nieuwgevormde bijvoeglijke naamwoorden en de uitgebreidheid van zijn omschrijvingen. Hij beschrijft met veel woorden de gruwelijkheden van het bombardement. De zangen kunnen gezien worden als parodieën op heldendom. De heroïsche stijl past niet bij deze oorlogshandeling.

Perspectief: Het perspectief dat door de auteur wordt gebruikt is het personale perspectief. Dit perspectief ligt bij Corinth, omdat je als lezer (bijna) alleen zijn gevoelens en gedachten kent. Van de overige personages zijn alleen de handelingen bekend. Er is één gat te vinden in het personale perspectief, namelijk het hoofdstuk ‘Een kleine, zwarte hoed’ (blz. 199 t/m 204). Dat stuk wordt vanuit Hella verteld. Ook de zangen worden vanuit een ander perspectief verteld.

Personages:

-Norman Corinth: De naam Norman betekent krachtige man uit het noorden. In de naam Corinth zit een verwijzing naar de Griekse stad Korinthe, die in 146 voor Christus door de Romeinen werd verwoest. Norman Corinth is de verwoester en tegelijkertijd ook de ruïne. In het Stenen Bruidsbed komen vele theorieën van Corinth voor. Volgens hem bestaat er namelijk ook een antigeschiedenis. In de geschiedenis zijn gebeurtenissen oorzakelijk met elkaar verbonden. Ze is bloederig, maar heeft een doel voor ogen. In de antigeschiedenis gebeuren dingen zinloos, gewoon omdat ze mogelijk zijn. Volgens Corinth zijn het bombardement op Dresden en de grote brand van Rome antigeschiedenis. De veldtochten van Alexander de Grote en van Napoleon horen wel tot de geschiedenis. Wat in de antigeschiedenis is gebeurd, is eigenlijk niet gebeurd. Wie in die tijd een rol speelde, heeft eigenlijk niet bestaan. Deze theorie pleit Corinth vrij van zijn oorlogsmisdaden. Mensen die nooit bestaan hebben kunnen ook niets misdaan hebben.

-Hella Viebahn: Hella is de Oost-Duitse gastvrouw. Ze heeft in een concentratiekamp gezeten tijdens WOII omdat ze communiste is. Ze laat zich door Corinth veroveren voor een nacht, waardoor deze zijn ‘stenen bruidsbed’ kan herhalen. Als dat voorbij is heeft ze voor hem alle betekenis verloren en laat hij haar als een baksteen vallen, net zoals hij dat deed met de stad Dresden. Hij laat Hella verwoest achter.

De naam Hella verwijst naar de Griekse Helena om wie de Trojaanse oorlog is gevoerd. Zoals Helena voor Troje staat, staat Hella voor Dresden. Haar achternaam “Vee-weg” is een verwijzing naar de deportatietreinen die naar de vernietigingskampen reden.

-Alexander Schneiderhahn: Schneiderhahn is een West-Duitse tandarts. Hij en Corinth ontmoeten elkaar bij het congres en voeren onder andere gesprekken over tijd en ruimte. Schneiderhahn blijkt niet schuldig aan oorlogsmisdaden. Hij is geen kampbeul, zoals hij suggereert. Hij heeft van 1942 tot 1946 een topfunctie gehad in een buitenlandse spionageorganisatie en stond dus aan de goede kant. Hij haalt hiermee de woede van Corinth op de hals, die dacht in hem een lotgenoot te hebben gevonden.

De voornaam van dit personage verwijst naar de krijgsheer Alexander de Grote en naar Paris, de man die Helena heeft geschaakt. Paris wordt in de Ilias van Homerus ook Alexander genoemd. Zijn achternaam is gebaseerd op de Oostenrijkse violist Wolfgang Eduard Schneiderhan die in 1940 lid werd van de nazipartij.

Structuur: Het boek is opgezet als een Griekse tragedie en bestaat uit vijf delen en elf hoofdstukken. De delen II, III en IV worden afgesloten met gezangen die geïnspireerd zijn door de Griekse dichter Homerus. Mulisch gebruikt het specifieke taalgebruik van Homerus in zijn beschrijving van de Amerikaanse bommenwerperbemanning die het bombardement op Dresden uitvoert.

Literaire achtergronden:

Invloed van biografische gegevens van de auteur op het werk: In de Tweede Wereldoorlog worden Mulisch’ Joodse groot-en overgrootmoeder van moeders kant weggevoerd en vergast. Harry en zijn moeder blijven gespaard omdat zijn vader mededirecteur was van Lippmann-Rosenthal&Co. Dit bankiershuis had de taak in beslag genomen joodse bezittingen te ‘beheren’. Na de bevrijding werd Mulisch’ vader opgepakt wegens collaboratie. De Tweede Wereldoorlog loopt als een rode draad door Mulisch’ werk. Het Stenen Bruidsbed heeft ook schuld en onschuld in tijden van oorlog als onderwerp.

Relatie tussen inhoud en tijd van ontstaan: In 1956 bezoekt Mulisch de DDR. Hij is uitgenodigd voor het Heinrich Heine-congres in Weimar en krijgt toestemming om andere plaatsen te bezoeken. Het verwoeste Dresden maakt grote indruk op hem. Het Heine-congres, het pension waar hij verblijft en zijn gids Hella Heilig verwerkt Mulisch in Het stenen bruidsbed.

Waardering  (2 recensies):

De verwoester bemint zijn bruid

Raadsels in `Het stenen bruidsbed'

Vrijdag 3 juni 2005 door Arnold Heumakers

NRC

Romans als Het stenen bruidsbed (1959) zijn tegenwoordig zeldzaam. Zo duister, zo gekunsteld, zo betoverend schrijft niemand meer: benen die `neuriën' (blz. 17), geilheid die `blaft' (blz. 18 en 95), een lach die uit `verdiepingen' bestaat, als `een Toren der Stilte in de woestijn van Isfahan' (blz. 53), een hoofdpersoon die zich `een onder Agamemnon gesneuvelde Griek' noemt (blz. 105).

Ook Mulisch zelf is heel anders gaan schrijven. Sinds De verteller (1970) zijn zijn romans en verhalen steeds toegankelijker geworden; de raadsels zijn niet verdwenen, maar ze gaan schuil in de `klassieke' vorm en worden niet meer opzichtig geëtaleerd, zoals in Het stenen bruidsbed. De scholieren die dit boek ooit op hun lijst zetten, kunnen er onmogelijk veel van hebben begrepen. Het kost mij nog steeds de grootste moeite om alles te bevatten, zelfs als ik de gedetailleerde uitleg van J.A. Dautzenberg in zijn even nuttige als bescheiden commentaar De sleutel in de kast (1989) erbij pak.

In Het stenen bruidsbed verkent Mulisch de onherbergzame wereld van de verschrikking. Van binnenuit, want zijn roman behoort tot het zeldzame genre van romans over de daders. Uiteraard hebben we het, zoals zo vaak bij Mulisch, over de Tweede Wereldoorlog. De hoofdpersoon is een oorlogsmisdadiger, geen Duitser (dat ging kennelijk te ver), maar een Amerikaan: als boordschutter heeft Norman Corinth deelgenomen aan het bombardement van Dresden op 13 februari 1945. Op zichzelf streed hij dus aan de `goede' kant, maar de verwoesting van de `kunststad' diende geen enkel strategisch doel en persoonlijk is hij over de schreef gegaan door de voor de vuurzee in de Elbe gevluchte bewoners met zijn mitrailleur te bestoken. Die daad van wreed, zinloos geweld plaatst hem op hetzelfde niveau als een Duitse kampbeul en maakt hem zelfs, als we deze roman mogen geloven, gelijk aan Hitler.

Hoe hiermee in het reine te komen – dat lijkt de onbewuste `opdracht' waarmee Corinth jaren later, in 1956, naar Dresden terugkeert om er een tandartsencongres bij te wonen. Maar Het stenen bruidsbed is geen psychologische roman met een simpele humanistische moraal, en juist dat maakt het boek zo bijzonder.

Norman Corinth wordt niet door schuld gekweld, het is eerder zo dat hij géén emoties heeft: hij is zijn ziel die `te paard' (blz. 30,31) gaat en daarom de gemotoriseerde techniek niet heeft kunnen bijbenen) kwijtgeraakt. De onherstelbare verwoesting van Dresden heeft hem niet minder verwoest, en terug in Dresden kan hij zijn fatale daad slechts herhalen. De verwoesting had in een roes plaatsgevonden; in de erotische roes voor zijn Oost-Duitse gids Hella wordt het geweld opnieuw ontketend. In de drie quasi-Homerische `Zangen' komen lust en geweld, het bombardement en de seks met Hella (Helena van Troje), welsprekend samen. En dat verklaart meteen de titel: het `stenen bruidsbed' is de verwoeste stad waarin de verwoester zijn bruid bemint – om haar meteen weer te verlaten en zo óók te `verwoesten'.

Waarom doet hij dat? Op die vraag is geen redelijk antwoord mogelijk, zo blijkt, en dan komen we opeens als literaire archeologen in heel andere, typisch Mulischiaanse aardlagen terecht. Net als Atilla en Hitler behoort het zinloze bombardement van Dresden tot de `anti-historie', bedenkt Corinth (blz. 129-131); als zodanig staat het tegenover de – zeer Hegeliaanse – `geschiedenis van de geest', waarin wél een herkenbare rationaliteit regeert. In de `anti-historie' daarentegen regeert, in plaats van `tijd en ontwikkeling', de `stilte van de dood' oftewel het `niets'. De identificatie van Hitler met het niets in Mulisch' laatste roman Siegfried (2001) komt, zoals men ziet, niet uit de lucht vallen. Wie buiten de tijd staat, bestaat niet. Vandaar de leegte onder het `masker' bij Corinth; in hem woedt hooguit een elementair geweld, dat vergeefs naar `helderheid' haakt.

Kennis hieromtrent is alleen mogelijk in een verwant medium: namelijk de kunst, in dit geval de literatuur, die – althans in de mythische interpretatie van Harry Mulisch – eveneens aanspraak maakt op tijdloosheid. Tussen het eeuwige geweld van de `anti-historie' en de kunst heerst medeplichtigheid, zoals blijkt tijdens het bezoek van Corinth aan de Gemäldegalerie (blz. 143). Het cruciale verschil is alleen dat de kunst er een – expressieve – vorm voor vindt. Dat is Het stenen bruidsbed geworden, waarin Corinths gedrag niet wordt verklaard, maar toch als ervaring wordt kenbaar maakt. Dankzij Mulisch' literaire alchemie mag de lezer een blik werpen voorbij de grens van de beschaving of de `kode' (zoals het in de roman op blz. 98,99 wordt genoemd), voorbij het bord `verboden – ook voor voetgangers' dat Corinth in het laatste hoofdstuk kapot rijdt.

Het raadsel van het geweld wordt in dit boek niet opgelost, maar voorzien van talloze sub-raadsels: waarom krijgt de West-Duitse en zich als ex-kampbeul voordoende Schneiderhahn een pak slaag, wat hebben Schliemann en Nero in dit verhaal te zoeken, welke rol spelen de pensionhouder Ludwig en zijn schandknaap Eugène, hoe moeten we het slot interpreteren – optimistisch of pessimistisch? Kortom, het raadsel wordt (volgens het bekende recept uit Voer voor psychologen) vergroot, en pas daardoor kan het een overweldigende ervaring worden.

Zo overweldigend blijkbaar, dat Mulisch dit onderwerp daarna nooit meer zo onbevangen, met literaire bravoure zonder merkbaar moreel a priori, tegemoet heeft durven treden, al heeft dat laatste vast ook gelegen aan zijn kennismaking in 1961 met Eichmann, een rëeel bestaande collega van Corinth, waarover Mulisch in De zaak 40/61 indringend verslag zou uitbrengen.

Toen Mulisch nog subtiel was

25 maart 2009, door Jona Lendering

Bron: recensieweb.nl

Het herlezen van Het stenen bruidsbed is geen onverdeeld genoegen, en dat bedoel ik als compliment. Zoals bekend beschrijft Harry Mulisch in deze in 1959 verschenen roman het bezoek van de Amerikaan Norman Corinth aan Dresden, de stad die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft helpen bombarderen. De verwoesting van een stad zonder militaire betekenis was – althans binnen Mulisch’ roman – een oorlogsmisdrijf, waarvoor de verantwoordelijkheid ligt bij het geallieerde opperbevel. Corinth is echter verder gegaan dan hem is opgedragen: hij heeft geschoten op vluchtelingen die een veilig heenkomen uit de brandende stad zochten. Hij heeft daardoor ook een persoonlijke verantwoordelijkheid en verwoestte zo niet alleen Dresden maar ook zichzelf.

Mulisch beschrijft hoe er voor de oorlogsmisdadiger geen verlossing mogelijk is, en doet dat vooral door suggestie. Corinth belandt in verschillende situaties – een congres, een kortstondige relatie, een ruzie – en raakt steeds opnieuw geconfronteerd met het verleden, zonder dat hij een uitweg heeft of kan scheppen. Hij is verward en als hij een keer handelend optreedt, maakt hij nieuwe fouten. De beschreven gebeurtenissen, klein en onbeduidend als ze zijn, evoceren bij de lezer het gevoel van wanhoop, zonder dat Mulisch het expliciet maakt.The horror laat zich immers niet vangen in woorden. Het effect is overdonderend: Het stenen bruidsbed overmeestert de lezer, bedwelmt hem en sleept hem mee op Corinths hellevaart. Zoals gezegd: het lezen van deze klassieke roman is geen onverdeeld genoegen.

Toch is het geen perfect boek. Als Mulisch niet probeert te suggereren, maar expliciet wordt, is hij namelijk minder in vorm. De ‘homerische zangen’ waarom het boek bekend is, en die een verband moeten leggen tussen de vuurstorm waarmee Dresden werd verwoest en de ondergang van Troje, zijn eigenlijk volkomen over the top. Mulisch benut enkele typische stijlmiddelen uit de Ilias, maar met een zo grote frequentie dat het meer lijkt op satire dan op een literair hommage. De ontlening ligt er te dik bovenop op om echt te werken.

Elders debiteert Corinth een theorie over twee soorten geschiedenis die niet behoort tot de observaties die Mulisch’ werk vaak zo onderhoudend maken. Het komt erop neer dat er gebeurtenissen zijn die behoren tot de echte geschiedenis, omdat ze deel uitmaken van een grotere ontwikkeling, terwijl er ook gebeurtenissen zijn die niet bij zo’n grotere ontwikkeling horen en daardoor, in zekere zin, overbodig zijn: de vernietiging van Dresden bijvoorbeeld. Misschien was dit voor lezers in de jaren vijftig – toen ideeën als zou de geschiedenis een soort richting hebben, gangbaarder waren dan tegenwoordig – overtuigender dan voor ons. Men zou het idee ook kunnen weerleggen binnen zijn eigen termen: als de geschiedenis dan een richting heeft, dan is Dresden een stap naar steeds grotere wreedheid en ontmenselijking. Het filosofietje van Corinth/Mulisch is niet overtuigend.

En dan zijn er Mulisch’ puzzeltjes. De verwoester van Dresden heet Corinth, naar de Griekse stad die in 146 v.Chr. door de Romeinen werd verwoest; zijn voornaam Norman verwijst naar een spreekwoordelijk vernietigingsgezind volk; en hij komt uit Baltimore, dat ook door vuur werd verwoest. Elders wordt verwezen naar de vernietiging van Troje en de brand van Rome ten tijde van keizer Nero. Het is allemaal wat te intellectualistisch, te gekunsteld.

Puzzeltjes, niet overtuigende filosofietjes, te gezochte literaire vormen: ze zijn storend, maar doen niet zo veel af aan het boek dat het er slecht door wordt. In Mulisch’ latere boeken gaan zulke constructies echter een steeds belangrijker rol spelen en wordt de lezer geconfronteerd met ten dode gedoemde personages die horloges verliezen in cafés die Osiris heten (Hoogste tijd ) of in elk hoofdstuk terugkerende vulkanische activiteit die de fall-out van een historische gebeurtenis symboliseert ( De aanslag ). Subtiel is anders. Dan zijn de puzzeltjes te opvallend en doen ze afbreuk aan de kwaliteit van de romans. De jonge Mulisch werkte suggestiever dan de Mulisch van de jaren tachtig.

De ontwikkeling van Mulisch’ schrijverschap zou irrelevant moeten zijn bij de beoordeling vanHet stenen bruidsbed, maar helaas kan het voor de hedendaagse lezer wel degelijk een probleem vormen. Wie De aanslagHoogste tijd of De ontdekking van de hemel heeft gelezen, zal in Het stenen bruidsbed de aanzet herkennen tot de constructies die in de recentere romans zo onprettig zijn. Dat bederft voor de huidige lezer een deel van de pret.

In feite is Mulisch zijn eigen vijand geworden. Hij schiep in de jaren vijftig een meesterwerk dat even overdonderend en evocatief was als, pakweg, Heart of DarknessDoktor Faustus enIl gattopardo, maar de lezer kan het nu niet meer onbevooroordeeld tot zich nemen. Mocht uDe aanslagHoogste tijd of De ontdekking van de hemel nog niet hebben gelezen, zorg dan dat u Het stenen bruidsbed eerst leest. U zult begrijpen waarom Mulisch ooit de Nobelprijs verdiende, terwijl u, als u de genoemde romans wel kent, zult begrijpen waarom hij de onderscheiding nooit kreeg.

Eigen mening: Ik vond Het stenen bruidsbed een van de leukere boeken op mijn lijst. Het boek was niet dik, maar voor eens vond ik dat niet erg. Ik had het gevoel dat ik het boek begreep en ik vond de gedachten van Corinth leuk om te volgen. Vooral toen ik de verwijzingen naar de Griekse mythologie zag, vond ik het leuk om verder te lezen. Natuurlijk had ik niet alle verwijzingen gezien, want die zag ik pas tijdens het maken van dit boekverslag.

Ik vond de hoofdstukken goed te volgen. Wat mijn aandacht vast hield was het mysterie dat Mulisch in het boek verwerkt had. Je weet niet wat er precies met Corinth gebeurd is tijdens de bombardementen op Dresden. Aan het eind vroeg ik me vooral af wat er van de personages zou worden. Ik had medelijden met Hella toen Corinth haar achter liet, dus ik kon goed in de huid van de personages kruipen, wat ik altijd wel waardeer in een boek.

De eerste verzen waren voor mij wel onduidelijk. Ik begreep niet waar het op terug sloeg, dus pas later in het boek werd het me duidelijk waar ze precies over gingen.

Corinth vond ik een interessant personage om over te leven. Zijn gedachten zetten me altijd aan het denken. ‘De ziel reist te paard’ vond ik echt een leuke gedachte. Ik merkte wel dat hoe verder het boek vorderde, hoe meer hij eigenlijk liet zien dat hij de gebeurtenissen nog niet verwerkt had.

Ik ben ook naar het toneelstuk gegaan en vooral daar vond ik dit goed verwerkt. Steeds meer planken verdwenen van de vloer van het podium, waardoor de schedels steeds meer ‘boven water kwamen’. Hoe langer Corinth in Dresden is, hoe meer de doden uit zijn verleden hem achtervolgen omdat hij ze niet meer kan wegstoppen. Hij wordt steeds geconfronteerd met de verwoesting die hij veroorzaakt heeft waardoor hij uiteindelijk doordraait.

Kortom, ik vond het een goed boek.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het stenen bruidsbed door Harry Mulisch"