Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De man zonder ziekte door Arnon Grunberg

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover De man zonder ziekte
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3696 woorden
  • 30 januari 2014
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
25 keer beoordeeld

Boekcover De man zonder ziekte
Shadow

Meer nog dan zijn Indiase uiterlijk - het wekte weleens verwarring, een keer had een man in een café over het gele gevaar gesproken en daarbij nadrukkelijk Samarendra's kant uitgekeken - was dit de kern van zijn identiteit: het gebrek aan ziekte. Hij had geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij kon lopen. Zo was hij eerst het kind geweest, vervo…

Meer nog dan zijn Indiase uiterlijk - het wekte weleens verwarring, een keer had een man in een café over het gele gevaar gesproken en daarbij nadrukkelijk Samarendra's …

Meer nog dan zijn Indiase uiterlijk - het wekte weleens verwarring, een keer had een man in een café over het gele gevaar gesproken en daarbij nadrukkelijk Samarendra's kant uitgekeken - was dit de kern van zijn identiteit: het gebrek aan ziekte. Hij had geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij kon lopen. Zo was hij eerst het kind geweest, vervolgens de jongen en nu de man zonder ziekte; meer dan wat dan ook was hij gezond, zowel geestelijk als lichamelijk.' In De man zonder ziekte, Arnon Grunbergs nieuwe boek, reist een jonge Zwitserse architect af naar Bagdad om een nieuw operagebouw te ontwerpen. Een man die ervan overtuigd is dat een architect het leven van de mens mooier en makkelijker moet maken.

De man zonder ziekte door Arnon Grunberg
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Over de schrijver en eerder gepubliceerd werk

Arnon Yasha Yves Grunberg is geboren op 22 februari 1977. Hij komt uit een joods gezin dat zwaar getraumatiseerd is door de Tweede Wereldoorlog. Zijn moeder overleefde Auschwitz, zijn vader zat op vele plekken ondergedoken.

...meerArnon Grunberg maakt met Blauwe maandagen zijn literaire debuut. Het boek heeft een hoog autobiografisch gehalte. De verhalen werden, voordat ze hun romanvorm kregen, veelal vastgelegd in brieven. De roman als zodanig is geschreven op verzoek van uitgever Vic van de Reijt die vertrouwen had in de auteur, ook al had deze een weinig belovend verleden: hij was een gesjeesde scholier, een failliete uitgever en een ontslagen kantoorbediende. In een vraaggesprek voor Primeur met Paul Stramrood geeft Grunberg aan pas een tweede werk te zullen publiceren als het beter is dan zijn debuut. In 1994 ontving Grunberg voor Blauwe maandagen de Anton Wachter-prijs.

Bibliografie

Ik heb alleen de romans van Arnon opgenomen. Hij heeft echter meer geschreven dan dit hij schrijft ook toneel, verhalen, gedichten, columns, filmscenario’s.

1994 Blauwe maandagen (roman). Nijgh & Van Ditmar.
1997 Figuranten (roman). Nijgh & Van Ditmar.
1998 De heilige Antonio (novelle). CPNB.
2000 Fantoompijn (roman). Nijgh & Van Ditmar.
2000 Marek van der Jagt. De geschiedenis van mijn kaalheid (roman). De Geus.
2002 Marek van der Jagt. Gstaad 95-98 (roman). De Geus.
2003 De asielzoeker (roman). Nijgh & Van Ditmar.
2004 Het aapje dat geluk pakt (novelle). De Bijenkorf.
2006 Tirza (roman). Nijgh & Van Ditmar.

2008 Onze oom (roman). Lebowski.
2010 Huid en haar (roman). Nijgh & Van Ditmar.
2012 De man zonder ziekte (roman). Nijgh & Van Ditmar.

Titelverklaring

De romantitel wordt al op pagina 8 in verband gebracht met Sams identiteit en met zijn zusje, dat aan een ongeneeslijke spierziekte lijdt: 'het gebrek aan ziekte. Hij heeft geen rolstoel nodig, geen permanente verzorging, hij is heer en meester over zijn eigen lichaam. Zo was hij eerst het kind geweest, vervolgens de jongen en nu de man zonder ziekte. Wat hij verder ook is en nog zal worden, hij is vooral gezond, geestelijk en lichamelijk.'
Die afwezigheid van ziekte ziet Sam, als hij eenmaal architect is, niet als een zegen, maar als 'een verborgen gebrek'. 'Hij had altijd genomen, zonder ooit iets terug te geven. Hij besloot een architect te worden die gaf, een genereuze architect' (p. 23), hij streeft naar 'architectuur die naast de mensen staat, die geeft' (p. 35).
Die totale dienstbaarheid breekt hem uiteindelijk flink op. Op pagina 198 deelt de rechter hem mee dat zijn vrienden van de Mossad hem 'De man zonder ziekte' noemden en dat hij onder die schuilnaam opereerde, op pagina 204 vraagt de rechter of hij 'De man zonder ziekte' is.

Uiteindelijk besluit Sam niet langer te ontkennen. 'Hij zal zich erbij neerleggen dat hij iemand anders is. Hij is kennelijk "De man zonder ziekte", zonder dat hij dat ooit echt heeft willen zijn' (p. 215).

Genre

Psychologische roman.

Hoe ik aan dit boek ben gekomen?

Ik ben aan dit boek gekomen door de literatuurlijst van scholieren.com, ik heb al eerder de film Tirza, de verfilming van het boek van Arnon Grunberg gezien en die film sprak mij aan. Na de achterkant en een aantal bladzijdes te hebben gelezen van ‘de man zonder ziekte’ wilde ik dit boek graag uit lezen. Het heeft een aantal thema’s waar ik normaal niet zo snel over zou lezen dus ik was zeer benieuwd.

Samenvatting van de inhoud

(p. 5-109)             Sam (Samarendra) Ambani is een jonge, ambitieuze Zwitserse architect van Indiase afkomst. Toen hij zestien was, is zijn vader, een mislukte uitvinder, tijdens een bergwandeling door een val om het leven gekomen. Sam woont nog bij zijn moeder en verzorgt met haar zijn vijf jaar jongere zus Aida, die lijdt aan een progressieve spierziekte. Hij gaat zelfs met haar onder de douche. Hij wil zoveel geld verdienen met het architectenbureau dat hij samen met Dave Luscombe drijft, dat hij met Aida naar een ziekenhuis in Amerika kan gaan, waar ze misschien kan genezen.
Als het verhaal begint, wordt Sam door zijn vriendin Nina naar het vliegveld in Zürich gebracht. Hij vliegt via Wenen naar Arbil (Irak) omdat hij een van drie winnaars is van een door het World Wide Design Consortium uitgeschreven wedstrijd voor het ontwerpen van een operagebouw in Bagdad. Hij is uitgenodigd door Hamid Shakir Mahmoud, die hij enkele keren telefonisch heeft gesproken. Mahmoud is een steenrijke, voor Saddam Hoessein naar Londen gevluchte Irakees en een van de oprichters van het WWDC. Mahmoud verzekert Sam in te staan voor zijn veiligheid.
Maar al bij aankomst zit er van alles tegen: de douaneformaliteiten in Arbil duren erg lang; Sam moet lang wachten op z'n koffer; de andere twee prijswinnaars zijn nergens te bekennen en zijn hotelkamer in Arbil is erg gehorig. De volgende dag verloopt niet veel beter: zijn bewakers van de vorige dag blijken zomaar vervangen; de autorit naar Bagdad duurt lang, mede vanwege uitgebreide controles; de merkkleding uit zijn koffer blijkt te zijn vervangen door armoedige, vieze kledingstukken; de kamer in de villa waar hij verblijft is vies, hij ontdekt hagedissen onder de wastafel; het internet laat het afweten en het eten is smerig. Op tv ziet hij dat Mahmoud is vermoord. Zijn bewaker, Hassan, zegt hem dat Mahmoud een atheïst was, dus 'decadent' en 'zonder normen' en dat hij 'erom gevraagd' heeft (p. 54).
Op een ochtend merkt hij dat hij nog de enige in de villa is. Hebben ze hem achtergelaten? Hij besluit te vertrekken en voor hulp naar de Zwitserse ambassade te gaan. Niemand reageert op zijn roep om een taxi, totdat een automobilist voor hem stopt, die hem voor honderd dollar naar de Groene Zone wil rijden waar de ambassade is.
Omdat Sam bij een checkpoint zijn paspoort niet kan tonen (dat heeft Hassan nog), wordt hij aangehouden, beschouwd als een spion en weggevoerd. Tijdens het verhoor blijft Sam uiterst beleefd. Hij biedt een officier zijn laptop en een geldbedrag aan, maar die straft dat af met een vuistslag op zijn neus, zodat die breekt. Daarna komen er zes gemaskerde mannen die op hem urineren en 'dog' noemen, hem boeien en in een cel smijten. Daar is hij naakt, krijgt amper te eten, wordt opnieuw verhoord en krijgt diarree.
Eindelijk arriveren er mensen van het Rode Kruis en wordt hij bevrijd. Een medewerker van de Zwitserse ambassade vraagt wat hem bezielde toen hij naar Irak afreisde, waar hij 'in godsnaam' mee bezig was (p. 94).
Sam wordt geïnterviewd, maar veel belangstelling levert zijn gijzeling niet op. Het WWDC blijkt plotseling onbereikbaar. Een andere genomineerde 'prijswinnaar' weet van niets, zelfs niet van de prijsvraag! Dave denkt dat Sam het slachtoffer van een grap is geworden. Sam vindt dat hij het er zelf naar gemaakt heeft. Hij houdt er concentratieproblemen en een lelijke, scheve neus aan over.
Ter ere van zijn terugkeer geeft Nina een feestje. Er zijn alleen kennissen van Nina: zijn genodigden laten het afweten. Na afloop gaan ze samen douchen. Hij vraagt of zij hem een dienst wil bewijzen: over hem heen plassen en hem 'dog' noemen. Ze vindt het raar, maar doet het toch, tot Sams genoegen.
II (p. 111-221)
Ongeveer twee maanden later heeft Sams architectenbureau een eervolle opdracht gekregen om voor een sjeik in Dubai een bijzondere bibliotheek te bouwen, waarin van elk boek ter wereld een exemplaar zal worden opgenomen. Onder de bibliotheek zal een gigantische bunker komen, maar daar mag volgens het contract met niemand over gepraat worden. Sam en Dave werken hard aan het ontwerp en Sam wil er een prestigeobject van maken.
Op een dag ontvangt Sam een e-mail van ene John Brady, een Brit die schrijft dat ze een 'gemeenschappelijke vriend' in Bagdad hebben, die nu geen contact meer met hem kan opnemen (p. 121). Nu Sam naar de regio zal terugkeren, is het belangrijk dat John en hij elkaar een keer ontmoeten. Sam wimpelt het verzoek eerst af, maar maakt later toch een afspraak. Brady laat doorschemeren dat hij wil dat Sam, tegen een ruime vergoeding, in Dubai informatie voor hem verzamelt. De argeloze Sam zegt dat toe.
Met Dave vliegt Sam voor drie dagen naar Dubai. Ze worden luxueus onthaald, maar krijgen de directe opdrachtgevers niet te zien. Vlak voor hun terugtocht zien ze hoe iemand op een brancard onder een laken de hotellobby wordt uitgereden. De receptionist laat discreet weten dat een oudere man na het 'sporten' in zijn kamer onwel is geworden (p. 142).
Door het project in Dubai komen na terugkeer in Zwitserland enkele andere lucratieve opdrachten voor het bouwen van bibliotheken binnen. Na een kleine maand horen ze dat de bibliotheek en bunker in Dubai groter moeten worden en dat ze moeten overkomen om de wijzigingen te bespreken en de voortgang van het project te bekijken. Sam besluit alleen te reizen, omdat Daves vrouw hoogzwanger is.
Direct al na het arriveren op het vliegveld lopen zaken anders dan Sam zich had voorgesteld. De gastvrouw die hem afhaalt, stelt zich voor als Rose, maar is volgens hem niet dezelfde Rose als de vorige keer. In zijn hotelkamer treft hij miniatuurkakkerlakken aan. Hij vraagt de schoonmaakster om ze op te ruimen, betaalt haar daar fors voor, maar zij is meer geïnteresseerd in het geven van een massage en de beestjes verdwijnen niet. Sam bezoekt de bouwput, spreekt met de projectleider en ziet dat de bouwvakkers prima behandeld worden en hard werken.
Tot zijn schrik ontvangt hij op zijn Facebookpagina een berichtje van Hamid Shakir Mahmoud, die hem vraagt hoe het in Dubai is. Sam vraagt zich af of Mahmoud echt dood is. Hij stuurt John Brady een mail waarin hij schrijft dat hij denkt dat de informatie die hij verzamelt, 'uiterst betekenisloos' is (p. 165).
Rose nodigt hem uit voor een avondje poker met enkele expats. Om goed voor de dag te komen, schaft hij, illegaal, zeven flessen alcohol aan en rijdt met zijn huurauto naar de afgesproken plaats.
Hij wordt geschept door een jeep waarin twee Arabieren zitten en die halen er politie bij om de schade op te nemen. De drank in de kofferbak wordt ontdekt en omdat Sam naar drank ruikt en geen vergunning kan overleggen, wordt hij naar het bureau gebracht. Het wordt er niet beter op als hij de agenten de drank als cadeau aanbiedt met nog een kleine gift voor het goede doel.
Weer wordt hij verschillende keren verhoord en komt hij in een cel terecht. Men verdenkt hem van spionage en moord op Hamasleider Mahmoud al-Mabhouh, de man die Sam tijdens zijn eerste reis naar Dubai op een brancard zag worden weggevoerd. Alles pleit tegen hem, zoals zijn connecties met John Brady en aanwezigheid in het hotel waar ook Mahmoud verbleef. Sam zou als 28ste man van een team van de Mossad (de Israëlische Veiligheidsdienst) onder de codenaam 'De man zonder ziekte' opereren en drie getuigen bevestigen dat onder ede. Sam begrijpt er niets van, maar blijft beleefd.
Rose, de Zwitserse ambassade en een Egyptische advocaat kunnen weinig voor hem doen en hij wordt, ook na hoger beroep, ter dood veroordeeld.
Zijn moeder, zus, compagnon en vriendin komen afscheid nemen voordat hij zal worden geëxecuteerd. Dave zegt dat hij de nieuwgeborene Sam heeft genoemd. Nina herinnert Sam eraan dat ze net hadden besloten aan een kindje te gaan werken en vraagt hem of hij het erg vindt als ze een kind van een ander zou krijgen. Ze raakt wat geïrriteerd als Sam weifelt, maar uiteindelijk zegt hij grootmoedig dat niet erg te vinden. Zijn moeder klaagt over het lot dat de familie heeft getroffen, maar dat er, dankzij een forse gift van een beroemde, bevriende architect, voldoende geld op haar spaarrekening staat om Aida in Amerika te laten behandelen. Een medewerkster van de Zwitserse ambassade vraagt hem hoe de nieuwe tv in zijn cel bevalt.
Zijn laatste 48 uur is Sam in zijn dodencel bezig met het perfectioneren van zijn ontwerp voor een operagebouw in Bagdad. Als het laatste gratieverzoek wordt afgewezen, wordt hij door bewakers naar de executieplaats geleid. Hij loopt sneller dan zijn bewakers. Als die thuiskomen, zullen ze tegen hun vrouwen zeggen: 'Een sympathieke man' (p. 221).
Personages

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Samarendra (Sam) Ambani heeft een van India naar Zwitserland geëmigreerde vader, een Zwitserse moeder en een vijf jaar jongere, gehandicapte zus. Zijn vader, in India een veelbelovend chemicus, is weinig succesvol als uitvinder en verongelukt na een val tijdens een gevaarlijke afdaling. Sam is dan zestien, voelt zich nadrukkelijk de pater familias en wil het 'veelbelovende' van zijn vader waarmaken.
 

Hij loopt stage bij de wereldberoemde architect Max Fehmer, winnaar van de Pritzker-prijs, dweept aanvankelijk met diens opvattingen, maar wil hem voorbijstreven.
Sam heeft een Indisch uiterlijk, maar voelt zich op en top een Zwitser, volledig een westerling. Hij heeft smetvrees, is beschaafd, welgemanierd, idealistisch en perfectionistisch. Met z'n zusje heeft hij een speciale band. 'Hij koestert die momenten dat hij met zijn zus onder de douche staat, het zijn momenten van ongecompliceerde intimiteit' (p. 13-14).
Hii is een typisch Grunbergpersonage: een naïeve antiheld die zich behept voelt met een missie, waarvan hij geen duimbreed wil afwijken; iemand die soms kleine, maar na later blijkt fatale vergissingen maakt, te zeer vastzit in zijn eigen logica, zich verliest in controledwang en zich uiteindelijk gelaten schikt in zijn noodlot.
Hij gedraagt zich autistisch, wereldvreemd. Als zoon, broer, minnaar en architect past hij zich aan, probeert het ieder naar de zin te maken. Zelfs als gevangene en tegenover degenen die hem martelen, blijft hij hoffelijk en denkt hij dat beschaving hem kan redden.
Zijn gebrek aan identiteit wordt pregnant verwoord in de romantitel.

Nina, Sams vriendin, lijkt een perfecte vrouw, zowel innerlijk als uiterlijk. De enige dissonant is een snorretje, maar dat blijkt ze in het tweede deel te hebben afgeschoren. Ze is van goede komaf, heeft Italiaans gestudeerd, is beschaafd en uiterst beheerst en lijkt oprecht van Sam te houden. Ze gaat zelfs mee in zijn gril om op hem te plassen en maakt dit tot een seksritueel. Dat haar liefde toch niet heel diep gaat, blijkt uit haar laatste ontmoeting met Sam, waarin ze hem vraagt een kind van een ander te mogen krijgen, en ze geïrriteerd raakt door zijn weifelachtige reactie.

Schrijfstijl

Vergeleken met eerdere romans van Grunberg is de stijl toegankelijker, beknopter en zakelijker, zijn de zinnen puntiger en de dialogen kaler en verliest de verteller zich niet in (soms absurdistische) uitweidingen. Grunberg merkt in dit verband op: 'in dit boek moest de taal zelf niet afleiden van het verhaal. Zodat de lezer het absurdisme van de situatie waarin Sam terechtkomt als heel reëel ervaart' ( Trouw , 9 juni 2012). De roman leest als een thriller vanwege het hoge verteltempo en de spannende gebeurtenissen.
In die bondige stijl valt een enkele beeldspraak des te meer op, bijvoorbeeld: 'Terwijl ze deze woorden uitspreekt moet hij aan zijn neus denken, de klimop die het balkon dat zijn gezicht is heeft overwoekerd' (p. 194).
Aforismen lijken achteloos rondgestrooid, bijvoorbeeld: 'De afwezigheid van ziekte in zijn leven was geen zegen, maar een verborgen gebrek' (p. 23); 'Geen ethiek zonder esthetiek' (p. 50). 'De kracht van een architect is zijn talent, waarvan je zijn naïviteit moet aftrekken' (p. 62-63).
Net als in eerder werk valt de wrange ironie op. Zo rookt Sam samen met z'n vriendin een sigaret, hoewel hij het smerig vindt, en merkt hij op: 'Was dat niet liefde? Dat alles wat smerig was lekker werd, dat alles wat onheilig was geweest heilig werd' (p. 16). Als Sam terugkomt van zijn reis naar Irak, wil iemand van de regionale Zwitserse televisie hem wel interviewen, maar het hele gesprek moet in acht minuten worden gepropt: Irak is voor Zwitsers niet zo interessant en Sam is niet 'het prototype Zwitser' (p. 96). Een medewerkster van de Zwitserse ambassade vraagt Sam vlak voor zijn executie of hij nog genoeg wc-papier heeft en hoe de nieuwe tv in zijn cel bevalt.
Vertelwijze

De roman bestaat uit in twee ongeveer even lange, Romeins genummerde en titelloze delen, die onderverdeeld zijn in respectievelijk 7 en 31 niet genummerde, titelloze hoofdstukken. Opmerkelijk is dat het eerste hoofdstuk van deel I maar liefst 65 pagina's lang is: het bevat relatief veel via flashbacks gepresenteerde informatie over de hoofdpersoon en zijn omgeving.
De opbouw kan cyclisch genoemd worden: in het eerste hoofdstuk loopt Sam met zijn vriendin door de gangen van Schiphol en merkt ze op dat hij snel loopt, in het slothoofdstuk loopt Sam weer door een gang, nu met bewakers, op weg naar zijn executie, en is zijn looptempo opnieuw nauwelijks bij te houden.
Er is sprake van een personale verteller, vrijwel alles wordt gezien door de ogen van Sam, die zijn relaas doet in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Verschillende keren duikt echter ook een alwetende verteller op, die ironiserende opmerkingen maakt.

Tijd en ruimte

Hoewel in deel I enkele flashbacks de chronologie doorbreken, wordt het verhaal chronologisch verteld. Tussen de twee delen is een tijdversnelling van circa twee maanden.
Gelet op de op pagina 196 genoemde moord op Hamasleider Mahmoud al Mabhouh (19 januari 2010) en in het verhaal genoemde tijdsaanduidingen, kan het eerste deel geplaatst worden in 2009 (enkele weken in Irak in februari) en het tweede deel in 2010 (reis naar Dubai in januari en in februari; veroordeling en terechtstelling enkele weken later).
Het verhaal speelt in drie landen: Zwitserland (Zürich), Irak (Arbil, Bagdad) en Dubai. Voor Sam is Zwitserland een symbool van veiligheid, neutraliteit, schoonheid en comfort. In Irak en Dubai komt hij erachter dat die waarden daar geen enkele rol spelen.
Thematiek

In deze roman draait het opnieuw om van Grunberg vertrouwde thema's: falen, verlies, het onvermogen om lief te hebben en zich te hechten, en vervreemding.
Sam schiet in allerlei opzichten tekort: als zoon, broer, vriend, geliefde en zakenman, hoewel hij rechtschapen is en het beste met iedereen voorheeft. Hij komt terecht in een vreemde wereld, in steeds slechtere omstandigheden en verliest geleidelijk alle greep.
In verschillende recensies en interviews wordt de vergelijking getrokken met Josef K., hoofdpersoon in Het Proces (1914-1915), de beroemde roman van Franz Kafka, die net als Sam terechtkomt in een absurde wereld, waarin logica en rede lijken te wijken voor macht, repressie en een ondoorgrondelijk rechtssysteem, die overtuigd is van zijn onschuld, maar zich uiteindelijk gelaten bij de hopeloze situatie neerlegt en wordt veroordeeld. Sam verzoent zich met zijn lot en beschuldigt zelfs zichzelf, zoals blijkt uit een telefoontje aan zijn moeder en zijn opmerking aan Sam: 'Ik heb het aan mezelf te wijten' (p. 211).
Die gelatenheid houdt misschien verband met de Joodse identiteit, ook een bekend motief in Grunbergs werk, met het ogenschijnlijke gemak waarmee duizenden Joden zich in de Tweede Wereldoorlog in hun droevige lot schikten.
Grunberg verpakt in zijn roman verschillende boodschappen. Zo laat hij zien dat veiligheid slechts betrekkelijk is: niet alleen in het onveilige Irak, maar ook in het veilige, luxe, kapitalistische Dubai kunnen mensen als Sam slachtoffer worden. Ook stelt hij het streven naar perfectie aan de kaak. Nina, Sams vriendin, is perfect op haar snorretje na, maar laat Sam vlak voor zijn executie vrijwel als een baksteen vallen. Sam wil als architect het hoogste bereiken, blijft tot zijn laatste snik in zijn cel aan een ontwerp voor een opera werken, maar zal als architect snel vergeten worden. Sams arrogantie om als architect de chaos in landen als Irak te lijf te gaan en zo het geluk van de mensen daar te vergroten, staat model voor de westerse arrogantie om bijvoorbeeld democratie in die landen te introduceren, en ook die arrogantie neemt Grunberg op de hak. En tot slot verwoordt Grunberg opnieuw zijn postmoderne levensgevoel: een zwartgallige afrekening met de mythe van de vooruitgang en de waarde van hooggestemde idealen over kunst, cultuur, kennis en wijsheid. In de manier waarop Sams geliefden in de dodencel afscheid van hem nemen, allen al weer bezig met hun eigen toekomst, toont Grunberg zich ook bepaald cynisch over het menselijk vermogen tot liefde.
plaats in de literatuurgeschiedenis

In deze roman draait het opnieuw om van Grunberg vertrouwde thema's: falen, verlies, het onvermogen om lief te hebben en zich te hechten, en vervreemding.
Sam schiet in allerlei opzichten tekort: als zoon, broer, vriend, geliefde en zakenman, hoewel hij rechtschapen is en het beste met iedereen voorheeft. Hij komt terecht in een vreemde wereld, in steeds slechtere omstandigheden en verliest geleidelijk alle greep.
In verschillende recensies en interviews wordt de vergelijking getrokken met Josef K., hoofdpersoon in Het Proces (1914-1915), de beroemde roman van Franz Kafka, die net als Sam terechtkomt in een absurde wereld, waarin logica en rede lijken te wijken voor macht, repressie en een ondoorgrondelijk rechtssysteem, die overtuigd is van zijn onschuld, maar zich uiteindelijk gelaten bij de hopeloze situatie neerlegt en wordt veroordeeld. Sam verzoent zich met zijn lot en beschuldigt zelfs zichzelf, zoals blijkt uit een telefoontje aan zijn moeder en zijn opmerking aan Sam: 'Ik heb het aan mezelf te wijten' (p. 211).
Die gelatenheid houdt misschien verband met de Joodse identiteit, ook een bekend motief in Grunbergs werk, met het ogenschijnlijke gemak waarmee duizenden Joden zich in de Tweede Wereldoorlog in hun droevige lot schikten.
Grunberg verpakt in zijn roman verschillende boodschappen. Zo laat hij zien dat veiligheid slechts betrekkelijk is: niet alleen in het onveilige Irak, maar ook in het veilige, luxe, kapitalistische Dubai kunnen mensen als Sam slachtoffer worden. Ook stelt hij het streven naar perfectie aan de kaak. Nina, Sams vriendin, is perfect op haar snorretje na, maar laat Sam vlak voor zijn executie vrijwel als een baksteen vallen. Sam wil als architect het hoogste bereiken, blijft tot zijn laatste snik in zijn cel aan een ontwerp voor een opera werken, maar zal als architect snel vergeten worden. Sams arrogantie om als architect de chaos in landen als Irak te lijf te gaan en zo het geluk van de mensen daar te vergroten, staat model voor de westerse arrogantie om bijvoorbeeld democratie in die landen te introduceren, en ook die arrogantie neemt Grunberg op de hak. En tot slot verwoordt Grunberg opnieuw zijn postmoderne levensgevoel: een zwartgallige afrekening met de mythe van de vooruitgang en de waarde van hooggestemde idealen over kunst, cultuur, kennis en wijsheid. In de manier waarop Sams geliefden in de dodencel afscheid van hem nemen, allen al weer bezig met hun eigen toekomst, toont Grunberg zich ook bepaald cynisch over het menselijk vermogen tot liefde.
plaats in de literatuurgeschiedenis

Het boek is voor het eerst gepubliceerd op 23 mei 2012

Het boek is typerend voor de schrijver want hij schrijft weer over bekende Grunberg thema’s zoals falen, verlies. Door het hele boek heem vol je een soort van tweede laag, een laag waarin hij een verband trekt met zijn Joodse identiteit die net als Sam een droevig lot te maken hebben.

Beoordeling

Ik vond het boek over het algemeen wel oké, ik had hem beter verwacht, dit heeft een aantal reden.

Wat een positieve werking op mij had was de spanning in het boek, je las steeds lekker door. Je kon het boek wel wegleggen maar als je eenmaal bezig was sloeg je de ene naar de andere pagina om.

Wat een negatieve werking had was het feit dat je steeds voelt dat Arnon zich een soort van de situatie zich persoonlijk aantrekken gezien zijn joodse geloof. Na wat de joden hebben meegemaakt in de tweede wereld oorlog, dit droevige lot waar zij (zo goed als) niets aan konden doen daarmee identificeren hij zich lijkt wel steeds mee. In dit boek lijkt Sam ook niets te kunnen doen, in Dubai is besloten dat hij zal geëxecuteerd worden, het maakte eigenlijk niets uit of er een rechtszaak en dergelijke kwam, hij besluit stond vast.

Ik vond zelf het einde ook zeer slap. Zeer voorspelbaar gezien er eigenlijk al direct bekend wordt dat Zwitserland o.a. weinig kan doen tegen Dubai gezien de handelscontacten tussen Dubai en Zwitserland.

Ik kan vergelijken met een ander boek, ik heb naar mijn weten nog nooit een boek gelezen die als onderwerp het Midden-Oosten heeft.

Ik vond het thema wel interessant om er eens een boek over te lezen maar eigenlijk niet veel wijzer van geworden en wordt voornamelijk benadrukt dat het Midden-Oosten corrupt is en mensenrechten er geschonden worden.

Het taalgebruik vond ik wel goed, ik ben ook blij dat Arnon niet zeer diep inging op zijn seks scenes zoals de plasseks in de douche.

Ik zou dit boek zelf niet aanraden ik vond hem daar niet goed genoeg voor, er zijn genoeg andere mooie, boeiende en goede literaire boeken die je ook kunt lezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De man zonder ziekte door Arnon Grunberg"