Bibliografische gegevens:

Titel:  Bint

Schrijfer: Ferdinand Bordewijk

Jaar van eerste druk: 1934

Gelezen druk: staat niet vermeld, 1998

Uitgever: Wolters Nordhoff

Aantal bladzijden: 76

Genre: psychologische roman, novelle

Hoofdstukken: 28

Motto: geen motto

Opdracht: Aan mijn rector en zijn staf

Titelverklaring: Bint is de directeur van de tuchtschool. Hij heeft vijf jaar geleden een regime voor de school bedacht dat maatschappelijke reuzen kweekt. Zij gehoorzamen omdat hen dat is aangeleerd. Men zal spreken over leerlingen van de school van Bint, zo redeneert hij zelf. Het is een strenge man die zo zijn principes heeft, maar wel stellig gelooft in de werking van zijn leer. 

De ondertitel, Roman van een zender, slaat op de directeur Bint en de leraar Nederlands De Bree. Bint heeft een systeem bedacht om leerlingen te laten gehoorzamen, De Bree leert van deze ideeën en neemt er veel van over. Zo wordt Bint de zender (de drager van het idee: stalen tucht) en De Bree de ontvanger. 

Tijd in geschiedenis: Het verhaal speelt zich af rond de tijd waarin het is geschreven, 1934. Dit is de tijd van de economische crisis, armoede is dan ook te merken. 1934 is ook de tijd van het opkomend nationalisme. Het was Bints’ doel om de leerlingen van zijn school er voor op te leiden niet bang te zijn in de maatschappij waarin korte bevelen gegeven worden. “De hel” zou dan ook perfect functioneren in de maatschappij. 

Tijdsduur:  De vertelde tijd is ongeveer een schooljaar. De Bree mist namelijk het eerste deel van het schooljaar, omdat hij toen nog aan zijn eigen studie werkte, en pas gevraagd wordt als zijn voorganger Van Fleer is weggepest. De rest van het schooljaar geeft hij les als leraar Nederlands, en na een heroverweging besluit hij toch het volgende jaar in te gaan, waarvan het begin in het boek nog wordt beschreven. 

Ruimte: Het speelt zich vooral af op een school. Dit gebouw is heel oud en verwoest. Hierdoor zijn er maar weinig leerlingen en wat er zit is eigenlijk gewoon een zootje ellendelingen. Ook speelt het zich af op kamp waar ze zich heel anders gedragen.

Hoofdpersonen: Bint en De Bree zijn de belangrijkste personages. Ook zijn er nog een paar klassen waarvan vooral 4D een grote rol speelt. Bint is de directeur en hij is altijd in pak, hij is mager maar heeft een sterke wil. De Bree is klein maar sterk. In klas 4D worden de kinderen omschreven als lelijk. Ook spelen er nog andere leraren een kleine rol.

Perspectief: Het verhaal is geschreven in hij-perspectief. De ene keer is Bint de hij, de andere keer De Bree. 

Er is echter maar een verhaallijn, en dat wordt gezien door de ogen van Bint. Perspectiefwisseling vindt niet plaats. 

Taalgebruik: Het taalgebruik in “Bint” vond ik moeilijk, waarschijnlijk omdat het ouderwets was. De zinnen zijn kort en wekken een bepaalde sfeer op. Er worden veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt die ook bepalend zijn voor de sfeer. De gesprekken die in het boek plaatsvinden zijn vaak kort. Er wordt veel gebruik gemaakt van beeldspraak; leerlingen worden vergeleken met beestachtige wezens en de conciërge met een dik, lomp kalf. De zinnen verder waren zuinig en beknopt maar hadden wel hun uitwerking. 

Beschrijving personen en ruimte: Er worden veel personen beschreven uit klas 4D. De ruimte word beschreven als donker en saai.

Motieven:

5 verhaalmotieven: dominantie, zelfmoord, angst, stoer zijn, een sterke wil hebben.

5 abstracte motieven: zelfmoord, angst, verdriet, schuldgevoel, verbazing.

De hel is het leidmotief. Zo wordt klas 4D omschreven.

Thema: Het thema van het boek is naar mijn mening geestelijke weerbaarheid. Ik bedoel daarmee dat de mens in de periode waarin het boek afspeelt, tussen de Eerste en de Tweede wereldoorlog in, rond de economische crisis van gekheid niet wist bij welke groep zij zich wilde aansluiten, of hoe zij zich wilde gedragen. Het nationaal-socialisme kwam op, en veel mensen sloten zich zonder er bij na te denken aan bij deze partij, in de hoop op meer welvaart. Bint probeert via tucht maatschappelijke reuzen te kweken, die niet bang zijn in de maatschappij, wat hem voor een groot deel is gelukt, want de saamhorigheid is ontzettend hoog in zijn favoriete klas. 

De volgorde van gebeurtenissen: Het verhaal wordt chronologisch verteld zonder flashbacks. In de vakanties wordt de tijd versneld omdat er dan geen school is en niks gebeurt.

De belangrijkste gebeurtenissen:

• De Bree gaat lesgeven
• Hij ontmoet klas 4D
• Hij sluit oorlog met ze
• Hij laat ze nablijven
• Hij ziet een werkster
• Hij heeft een gesprek met leraren over het eerste rapport
• Van Beek pleegt zelfmoord
• Schoolreisje
• Twee vermiste kinderen
• Terugkeer
• Lessen
• Vakantie
• Bint is weg
• opnieuw oorlog met klas 5C dat was 4D

Het begin: Het boek begint in november wanneer De Bree les komt geven. Maar eerst kijkt hij eens goed waar hij terechtkomt.

‘’Hij bereikte het plein met onvertraagde tred door de kolking der tochtgaten. Het plein was rechthoekig, gekoolgruisd het midden in een lijst van keien.’’

Het einde: Het is een open einde, aangezien er net weer een nieuw schooljaar begint en Bint weg is kun je niet weten wat er gaat gebeuren.

‘’ De Bree stond recht, juist bijtijds. Zijn oog ging zwart over de klasse 5C. Hij grijnsde breder dan een van de anderen. De andere grijnzen begonnen te slinken. ‘Toe maar,’zei De Bree dreigend, en grijnsde met een macht van dreiging,’’