Bobby door Karin de Koning

Boekverslag

Personages en periode

De personages & relaties tot andere personages

Het hoofdpersonage is Bobby, dit is ook de titel van het boek. Bobby is een klein, schattig jongetje van 3 jaar en hij heeft krullen. Een ander belangrijk personage in dit boek is Léon. Léon is een jongen die in de vierde klas van de middelbare school zit. Zijn grootste hobby is gitaar spelen. Hij woont in Reims, in het noordoosten van Frankrijk. Hij woont bij zijn moeder want zijn ouders zijn gescheiden. Zijn vader heet Julien en hij woont in Lagny. In de vakantie gaat Léon altijd naar zijn vader toe. Zijn vader werkt in Euro Disney, hij is acteur. Hij is niet vaak thuis. Léons moeder heet Delphine. Ze heeft een nieuwe vriend, André. André is de vader van Bobby. Daniël woont bij Léon in de straat. Hij zit in de tweede klas van de middelbare school. Maar Léon vindt Daniël niet aardig. Hij is druk en hij praat te veel. En hij is klein. Anne-Marie zit  bij Léon in de klas. Léon vindt Anne-Marie wel aardig. Ze is niet druk, praat niet veel en is niet klein. Léon en Anne-Marie zijn even oud.

Rol die personages spelen bij oplossen/verergeren probleem

De moeder van Anne-Marie heeft Léon geholpen om het probleem op te lossen. Ze heeft met Léon gepraat en hem verteld dat Bobby maar 2 maanden zal blijven.  De vader van Léon, Julien, heeft ook geprobeerd Léon te helpen door zijn moeder op te bellen. Maar dat heeft niet erg geholpen. De moeder, Delphine, heeft het probleem eigenlijk verergert, ze heeft niet gelijk gezegd dat Bobby maar 2 maanden zou blijven. Bobby heeft het probleem ook een beetje verergert. Hij probeerde het goed te maken door een tekening te maken voor Léon, maar daardoor werd Léon eigenlijk alleen maar bozer. Maar waarschijnlijk snapte Bobby dat nog niet zo goed want hij is nog maar 3 jaar.

Tijd/periode waarin het verhaal zich afspeelt

Van dinsdag 3 juni t/m maandag 2 augustus in de zomer. Het speelt zich af op zonnige en warme dagen.

Het verhaal

Beginsituatie

Daniël vraagt of Léon bij hem komt spelen. Léon zegt dat dat niet kan, want hij moet en cadeau kopen voor zijn moeder. Daarna gaat hij naar de winkel. Daar komt hij Anne-Marie tegen. Zij helpt hem een cadeau uit te zoeken voor zijn moeder. Ze ziet een vaas en zegt dat Léon die echt moet kopen. Léon koopt de vaas, neemt afscheid van Anne-Marie en gaat terug naar huis.

Verstoring beginsituatie/ontstaan probleem

Als Léon thuis is schreeuwt hij dat hij weer terug is. Zijn moeder schreeuwt terug dat ze onder de douche staat. Léon gaat naar zijn slaapkamer op stiekem de vaas op te bergen, zonder dat zijn moeder het ziet. Maar als hij de deur opendoet schrikt hij. In de kamer zit een onbekende, kleine en naakte jongen. En hij zit te spelen met zijn speelgoed! Léon loopt snel naar zijn moeder toe en hij vraagt wie die kleine jongen is. Zijn moeder vertelt hem dat het jongentje Bobby heet en ze komt de douche uit. Zijn moeder legt uit dat ze een vriend heeft, hij heet André. En Bobby is het kind van André. En dat ze hier komen wonen. Léon vindt het verschrikkelijk. Hij wordt boos en loopt weg met zijn gitaar op zijn rug.  Als hij op straat loopt weet hij niet zo goed wat hij doen moet. Dan ontdekt hij dat hij nog geld bij zich heeft en besluit hij om naar zijn vader te gaan met de trein. Even later zit hij in de trein. Hij bedenkt zich dat hij liever bij zijn vader zou gaan willen wonen. Hij woont alleen, daar zijn geen kleine kinderen en het is er rustig. Maar, Léon vergeet dat zijn vader hard werkt en niet vaak thuis is. Dus, wanneer hij aankomt bij zijn vaders huis, is hij er niet. Hij kan wel binnenkomen omdat hij de sleutels heeft. Binnengekomen roept hij zijn vader, maar er is geen antwoord. Ook is er geen eten in huis behalve twee appels, die eet hij op. Later, als de vader van Léon thuiskomt, ziet hij Léon slapend op de stoel met naast hem de gitaar.

Oplossing zoeken voor het probleem (alle pogingen)

De volgende ochtend gaat hij met Léon praten. Hij vraagt waarom Léon naar hem toe is gekomen. Léon legt alles uit, over Bobby en André, en dat ze bij hun komen wonen. En natuurlijk dat hij dat niet leuk vind. Léon vraagt aan zijn vader of hij niet bij hem kan komen wonen (poging 1). Maar zijn vader legt uit dat dat niet kan omdat hij te weinig thuis is. Daarna besluit zijn vader te bellen met de moeder van Léon, om uit te leggen dat Léon een probleem heeft. Hij vraagt of Bobby niet bij zijn moeder kan gaan wonen (poging 2). Maar dat kan niet, want de moeder van Bobby woont in Amerika. Even later zit Léon alweer in de trein terug naar Reims. Hij is verdrietig, hij denkt dat zijn moeder meer geeft om Bobby dan om hem. Als hij thuiskomt is zijn moeder er niet. Er is alleen een man. Hij vertelt dat hij André is en dat Bobby en Léons moeder even weg zijn omdat hij graag wil praten met Léon (poging 3). Maar Léon wil niet praten en hij loopt boos naar zijn kamer. Op zijn kamer vindt hij een tekening van Bobby en dan wordt hij nog bozer. Dan komt Anne-Marie langs. Ze vraagt hoe het met Léon gaat en Léon legt uit dat het niet goed gaat. Anne-Marie begrijpt hem en vraagt of ze bij hem wil komen eten om met haar moeder te praten. Anne-Marie zegt dat haar moeder goed is in het vinden van een oplossing (poging 4). Léon gaat mee. Hij praat met de moeder van Anne-Marie en zij legt hem uit dat Bobby maar 2 maanden bij hem zal blijven wonen. Want over 2 maanden komt de moeder van Bobby weer terug uit Amerika om weer in Frankrijk te gaan wonen. Dan kan Bobby bij hem gaan wonen. Na dit nieuws besluit Léon om thuis te gaan eten. Als hij thuis is vraagt hij aan zijn moeder of het echt waar is dat Bobby maar 2 maanden blijft. Het is waar en Léon vind het goed. Daarna feliciteert Léon zijn moeder en geeft haar de vaas.

Eindsituatie

Léon is op vakantie met zijn moeder en André. Het is erg gezellig, André en Léon spelen gitaar en de moeder van Léon zingt. Dan stopt Léon ineens. André vraagt wat er aan de hand is. Léon zegt dat hij het zielig vind voor Bobby dat hij er niet bij is, want Bobby hield juist zo van zijn gitaar.