1.Titelbeschrijving
a. Zakelijke gegevens
WOLKERS, J.
Terug naar Oegstgeest, Amsterdam 1965
Dertigste druk 1994
247 bladzijden
b. Motivatie
Jan Wolkers is een naam die iedereen wel kent. Ikzelf had echter nog nooit een boek van hem gelezen, en had dus geen enkel idee waarom zijn schrijfstijl zo populair is. Ik was erg benieuwd of Jan Wolkers inderdaad zo goed kon schrijven als dat iedereen zegt. Omdat ik over Jan Wolkers meer te weten wou komen, heb ik dus dit boek gekozen.
2.Samenvatting
In het boek is Jan Wolkers zelf de ik-figuur. Het boek gaat over het verleden van Jan Wolkers. Het boek is opgebouwd met twee verschillende soorten hoofdstukken die zich iedere keer afwisselen. Er is steeds eerst een hoofdstuk dat zich afspeelt in het verleden, dat weer gevolgd word door een hoofdstuk dat zich afspeelt in het heden. In het hoofdstuk dat zich afspeelt in het heden denkt Jan Wolkers echter voornamelijk aan het verleden waardoor het boek vooral over het verleden gaat. De belangrijkste personages in het boek zijn de vader, moeder, zus, broer en enkele vrienden van Jan Wolkers. De relatie met zijn vader verloopt zeer moeizaam. Dit licht aan twee dingen. Ten eerste houdt de vader van Jan Wolkers zich heel erg vast aan het geloof. Het geloof is voor hem heel belangrijk, terwijl Jan Wolkers veel minder met het geloof heeft. Omdat zijn vader het geloof ontzettend belangrijk vindt en Jan Wolkers er juist eerder een afkeer voor heeft verloopt de relatie tussen het moeizaam. Verder botsen de karakters vaak. Vooral Jan Wolkers kan soms erg tegendraads zijn en juist het tegenovergestelde doen. Vader voed zijn kinderen op met lijfstraffen en wordt nogal snel boos. Hij pikt het niet als Jan Wolkers iets doet wat volgens het geloof niet mag. Jan Wolkers was degene die het meeste ruzie had met vader. De zus van Jan is het vaak eens met vader en accepteert, net als vader, het gedrag van haar broer niet. Zij is de braafste van de kinderen en vind het geloof ook erg belangrijk. Wolkers had met zijn broers, zoals hijzelf in het boek zegt, een haat-liefde verhouding. In de realiteit was het vooral een haat verhouding, omdat ze vaak ruzie met elkaar hadden. Het is echter zo dat Wolkers zijn broer toch stiekem wel waardeerde. Bij een van de ruzies tussen de twee broers verbrand Wolkers alle foto’s van zijn broer. Als zijn broer aan het einde van het boek overlijdt, voelt Wolkers zich daarom erg schuldig. Door zijn schuld heeft de familie geen foto´s meer van zijn broer. Dit incident zorgt ervoor dat Jan Wolkers nog steeds er erg veel nachtmerries van heeft. Hij voelt zich hierover erg schuldig. De moeder van Jan Wolkers heeft een goede relatie met haar zoon. Van de gehele familie, is hun band het sterkste. Ze helpt Jan vaak als hij in de problemen zit, en kan ervoor zorgen dat de ruzie´s tussen zijn vader en broer minder worden. Moeder is ook voor het grootste gedeelte de baas in huis en ze zorgt ervoor dat alles in het huis rustig en vreedzaam gebeurt. De heftigste gebeurtenis in het boek is dat Wolkers broer overlijdt. Voor Wolkers zelf heeft dit veel impact gehad, en hij voelt zich schuldig voor de dood van zijn broer omdat hij de foto´s van zijn broer heeft verbrand. Een andere aparte gebeurtenis in het boek is dat Jan het leuk vond om dieren te martelen. Hij genoot hiervan en zag het als een spelletje. Dit doet hij in een laboratoria waar ze proefdieren hebben. Het grootste gedeelte van de gebeurtenissen in het boek spelen zich in Oegstgeest af. Oegstgeest is een plaatje in Nederland, Zuid-Holland om precies te zijn. De gebeurtenissen in het boek gebeuren tussen de geboorte van Jan Wolkers, 1925, tot en met het bezoeken van belangrijke locaties in het verleden. Je kan uit het boek opmaken dat nadat hij die locaties bezocht heeft, hij dit boek heeft geschreven. Daarom zal het boek eindigen in ongeveer 1965.
3. Analyse
a. De titel van het boek is ´Terug naar Oegstgeest. Dat is dezelfde titel als dat alle hoofdstukken hebben waarin hij terugblikt op de tijd dat hij nog in Oegstgeest woonde. De titel is heel logisch te verklaren, want hij gaat namelijk in het boek terug naar Oegstgeest om daar herinneringen op te doen.
b. Het niet kunnen loslaten van het verleden, is het belangrijkste thema in het boek. In het boek blikt Jan Wolkers terug op zijn verleden. Ondertussen dat hij dat hij dat doet, blijkt wel duidelijk dat hij het verleden niet kan loslaten. Overal waar hij langskomt in zijn geboorteplaats, doet hem meteen weer aan zijn verleden denken. Hij zoekt ook zelf bewust die plekken op. Hij bezoekt ook veel plekken waar vooral nare dingen zijn gebeurd. Deze dingen kan hij niet loslaten. Zo gaat hij naar de begraafplaats van zijn broer of gaat hij terug naar het laboratorium waar hij ooit dieren mishandelde voor de lol. Ondertussen dat hij hierop terugblikt wordt hij erg verdrietig.
c. De belangrijkste personages in het boek zijn de vader, de moeder, de zus, de broer en Jan Wolkers zelf.
Jan besteed niet veel tijd aan het uiterlijk en draagt oude vieze kleren. Zijn haar zat vaak in de war en ook had hij vaak vieze handen. Het maakte hem niet uit of hij ergens vies van wordt of niet. Zo heeft hij bijvoorbeeld weleens een korset uit de vuilnisbak gehaald voor de lol. Bladzijde 86: ‘ Op een keer vond ik na schooltijd een verbleekt korset op een vuilnisbak. Ik deed het om en slenterde zo verder.’ Iets waaruit je kan opmaken dat hij nou niet bepaald erg school was. Hij komt snel in de problemen en lokt dat vaak ook zelf uit. Zo staat er op bladzijde 43: ‘ Laat ik jouw hier geen een keer meer zien, want ik onthoud jouw gezicht, je bent een getekende.’ Bij dit citaat zit hij op een plek te spelen waar hij eigenlijk niet mag spelen. Dit zorgt vervolgens voor een boze reactie van de man die op die plek woont. Verder is Jan niet erg gelovig. Dat is iets wat in de loop van zijn jeugd zo is ontwikkeld. In het begin van zijn jeugd geloofde hij nog wel in god. Op bladzijde 43 staat: ‘ En het was of ik de stem van God weer hoorde.’
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden