18. Exercice de jeûne
nieuwe oefening: vasten. Niks eten > duizelig aan het eind van de dag en niet kunnen slapen van de honger. Oma maakt nu juist lekker eten zodra ze wist dat ze gingen vasten. Ze vasten heel lang.
19. La tombe de Grand-Père
Oma gaat weg naar het graf van opa om alles bij te houden > onkruid weghalen + opa uitschelden. Opa is 44 geworden. Men zegt dat oma opa heeft vergiftigd > jongens vragen waarom > oma zegt dat niks is bewezen. Oma gaat expres naar het graf toe zodat men dat ziet en stopt met verhalen vertellen. Oma wordt heks genoemd omdat ze denken dat ze dat ze dat gedaan heeft.
20. Exercice de cruauté
Weer oefening: wreedheid. Willen iedere zondag kip eten want dan kunnen ze de kippen slachten. Oma moet huilen omdat ze de beste kippen hebben vermoord. Ze vermoorden ook nog andere beesten en maken een collage van vlinders en kikkers. Ook hangen ze de kat van oma op maar die is niet dood.
21. Les autres enfants
Andere kinderen waar tweelingen mee omgaan. Tweeling heeft wapens gemaakt om zich tegen de andere kinderen te beschermen. Tweeling helpt hazenlip.
22. L’hiver
Winter, blijven thuis want ze hebben geen goede schoenen. Oma krijgt een pakketje > zit geld + kleding in voor de jongens.
23. Le facteur
Postbode komt nog een keer langs, kinderen dwingen de postbode om het pakketje aan hen te geven. Postbode zegt dat oma een heks is, maar de jongens gaat er tegenin en beschermen oma.
24. Le cordonnier
Schoenenmaker. Ze gaan rubber laarzen + jassen kopen maar kunnen maar 1 paar kopen, zeggen dat oma een heks is. Schoenenmaker geeft schoenen gratis omdat hij misschien binnenkort toch vermoord wordt, maar ze willen geen cadeaus. Krijgen het toch en oma denkt dat ze het gestolen hebben.
25. Le vol
Jongens dachten dat buurvrouw (mam van Bec de Lièvre) dood is, maar dat is niet zo > gaan daar helpen met vuurtje maken etc. diefstal > meisje is gewend om te stelen, mag dus geen winkel binnen. Tip die de jongens geven: eerst wat kopen, rest stelen. Ze krijgt geld van de priester in ruil dat de priester aan haar mag zitten. Handigheidsoefening: stelen.
26. Le chantage
Jongens willen geld voor hazenlip + moeder. Gaan priester chanteren: geld of doorvertellen wat hij doet met Bec de Lièvre. Gaan elke zaterdag langs.
27. Accusations
Beschuldiging > jongens zeggen dat de soldaat (die bij oma woont) de oorlog naar hun land heeft gebracht. Wagen met eten komt langs voor de soldaat. Jongens worden boos omdat de anderen niks hebben en soldaat wel veel. Soldaat legt uit dat hij geen nee kan zeggen tegen de oorlog anders gaat hij dood. Soldaat geeft eten aan jongens zodat die het naar Bec de Lièvre en moeder kunnen brengen in ruil dat de jongens aardig doen tegen de soldaat.
28. Le servante de la cure
Vrouw komt binnen > wil aardappels kopen bij oma > vrouw is nieuwe dienstmeisje van de priester want de oude is overleden. Merkt op dat de jongens er vies uitzien > meisje geeft oma de schuld dat de jongens nooit worden gewassen. Meisje gaat kleren wassen + kinderen een bad geven. De kinderen gaan gelijk mee
29. Le bain
Kinderen mee naar bad, meisje gaat ook mee in bad en wil seks met kinderen. Jongens moeten eten en hout aan de priester en het dienstmeisje geven in ruil voor bad.
30. Le curé
Gaan naar priester, die wil nu altijd geld geven omdat hij het zielig vindt. Jongens krijgen de bijbel maar die kennen ze al. 10 geboden: niemand houdt zich eraan want het is oorlog.
31. La servante et l’ordonnance
Dienstmeisje en de soldaat: dienstmeisje vindt soldaat dik en lelijk en de officier knap. Jongens wil dat ze met soldaat gaat > meisje gaat naar bed met de soldaat.
32. L’officier étranger
oefening: stilstaan en niet bewegen. Tweeling gaan het huis binnen > zien officier. Vertellen over oefeningen, krijgen zwepen van de officier en mogen de officier slaan totdat hij bloedt. Officier vindt ze leuk en wil met ze naar bed.
33. La langue étrangère
Jongens krijgen woordenboek van officier > gaan ze leren > krijgen sleutel van kamer van officier > koekjes eten + hw maken, vallen ook wel eens in slaap daar. Soldaat waarschuwt ze voor plannen van de officier, als de officier iets met ze doet vermoordt hij de officier. Jongens gaan toch slapen bij de officier > officier terug, gaat tussen ze liggen > jongens moeten naar de wc, maar mogen niet weg dus mogen op hem plassen.
34. L’ami de l’officier
Vriend van officier mee. Vriend vertelt allemaal leuke dingen over iemand anders, daar wordt de officier boos om want het is een homostel. Officier zegt als grap dat hij hem gaat vermoorden, soldaat zegt dat ze altijd zo doen als ze dronken zijn. Jongens bieden aan dat ze de vriend wel willen vermoorden als dat moet. Vriend wordt boos op jongens.
35. Notre premier spectacle.
Tweeling gaat optreden in cafés met mondharmonica. Zingen liedjes over de oorlog en het leger. Mensen in het café vragen zich af waarom er oorlog is want dat willen ze helemaal niet.
36. Le développement de nos spectacles
Optreden: jongens doen allemaal trucjes met eten en sigaretten en kaarsen en doen aan acrobatiek > krijgen daar geld voor en hebben veel succes.
37. Théâtre
Ze spelen een toneelstuk in een café: gaat over een rijke en een arme en dat de rijke de arme niks gunt.
38. Les alertes
veel chaos op straat als er een aanslag is. Men gaat naar de kelders. Tweeling gaat de straat op maar worden door een dikke vrouw de kelder ingetrokken > gaan vrouw slaan om weg te komen. Zijn voor het eerst bang omdat er zoveel bommen vallen.
39. Le troupeau humain
Dienstmeisje staat met jongens voor de kerk > 3 gedeporteerden komen langs en vragen om brood > dienstmeisje wil het bijna geven maar voordat iemand het kan pakken stopt ze het zelf in haar mond en zegt: ik heb ook honger. Jongens zijn boos op dienstmeisje.
40. Les pommes de Grand-Mère
Tweeling naar schoenmaker voor medicijn maar de winkel is helemaal vernield. Komen thuis: oma is gevallen, helpen haar de hele nacht.
41. Le policier
Politie komt binnenvallen voor jongens want zij hebben wapens van dode soldaat gepakt en verstopt en de politie is op zoek naar de dader van de dode soldaat.
42. L’interrogatoire
Tweeling op politiebureau en worden ondervraagt omdat dienstmeisje is verminkt door een explosie, politie denkt dat iemand een explosief in het hout heeft gestopt en dat kunnen zij gedaan hebben. Jongens waarschijnlijk wel de daders. Ze worden mishandeld.
43. En prison
Jongens in de gevangenis, overal pijn, zitten met een oude dode man in de cel. Officier en soldaat nemen de jongens de volgende dag mee naar huis en worden verzorgd. Komen weer thuis en oma maakt kip voor ze en vraagt waarom de kinderen het dienstmeisje wilden vermoorden.
44. Le vieux monsieur
Oude man komt op bezoek met jong meisje en vraagt aan de jongens of ze willen zeggen dat ze een nichtje is. (onderduiker) In ruil dat ze mag blijven krijgt oma geld en sieraden.
45. Notre cousine
Nichtje is 5 jaar ouder, mag niet naar zolder van de jongens, anders gaat ze dood zeggen ze tegen haar. Herhaling van oefeningen: stilstaan en stilliggen, maar meisje gaat ze met appels bekogelen en ze gaan weer vasten. Oma praat niet tegen het meisje.
46. Les bijoux
Jongens gaan op zolder slapen, kijken door de gaten. Oude man heeft sieraden aan oma gegeven om later aan het meisje te geven maar oma wil ze zelf hebben. Oma praat tegen zichzelf dat ze meisje gaat vermoorden want anders kan ze de sieraden niet hebben. Jongens schrijven dat op en waarschuwen oma dat als ze het meisje iets aandoet, dat de brief dan naar de priester gaat. Oma is boos op de jongens.
47. Notre cousine et son amoureux
Er is een groep jongeren, een soort verzet, in het dorp. Ze praten vaak over de oorlog. Meisje gaat mee in de groep. De groep is ouder dan de jongens. Op een avond volgt de tweeling het nichtje. Nichtje doet het met een van de jongens van de groep.
48. La bénédiction
Tweeling terug naar priester om boeken terug te brengen. Jongens hebben een bad gekocht van het geld dat ze hebben verdiend dus hoeven ze ook niet meer daar in bad. Jongens hebben Hazenlip leren werken in de tuin zodat ze ook geld kan verdienen. Priester verdenkt de jongens van het ongeluk van het dienstmeisje, heeft ze namelijk door het raam gezien. Priester vraagt of ze ergens voor willen biechten maar dat willen ze niet want ze hebben nergens spijt van.
49. La fuite (het weglopen)
Poster in de stad dat de oorlog is afgelopen. Oma gelooft niet dat het is afgelopen. Soldaat en officier zijn weg. Jongens gaan een andere taal leren. Jongens mogen alles van de soldaat houden.
50. Le charnier (het massagraf)
Jongens zien een kamp door het raam. Horen een explosie daar en gaan kijken > zien allemaal lijken (lijken zijn verbrand). Jongens moeten daardoor en door de lucht overgeven. Gaan ook niet eten want ze zijn nog steeds misselijk. Nichtje gaat ondertussen naar de stad met haar vriendje.
51. Notre Mère
Jongens werken in de tuin als er een jeep komt met hun moeder er in en een kindje (halfzusje van de jongens) jongens willen niet mee met moeder > oma en moeder maken ruzie, moeder gaat aan de andere kant van de tuin staan want ze moet huilen en stapt op een granaat. Moeder en kindje zijn dood en die worden in de tuin begraven.
52. Le départ de notre cousine
Oma voelt zich niet goed door het overlijden van moeder. Soldaten komen en komen nichtje ophalen, het nichtje is dus ontdekt dat ze onderduikt.
53. L’arrivée des nouveaux étrangers
Jongens lopen op straat, weinig mensen, kinderen stelen, iedereen is arm en er lopen buitenlandse militairen die op zoek zijn naar munitie, vrouwen etc. Veel chaos op straat.
54. L’incendie
Gaan naar huis van Bec de Lièvre, alles is donker. Bec de Lièvre is verkracht en dood, moeder is ook verkracht. Moeder wil dat het huis in de fik gaat maar jongens vinden het zielig want de moeder gaat dan heel veel lijden dus besluiten ze de keel van de moeder door te snijden met een scheermes en dan zetten ze het huis in de fik. Bec de Lièvre heeft militairen zelf binnengeroepen.
55. La fin de la guerre
Eind van de oorlog, maar iedereen heeft honger maar tweeling en oma hebben wel genoeg dus iedereen koopt eten bij hun. Bevrijders hebben een eigen regering + iedereen in het land moet de taal van de bevrijders leren. Je kan niet zomaar de grens oversteken. Het stadje waar de jongens in wonen is helemaal afgesloten van de rest.
56. L’école recommence
De school begint. Jongens moeten naar school maar ze willen niet + oma heeft ze thuis nodig. Verbranden de brief waar instaat dat ze naar school moeten. Inspecteur komt en vraagt waarom ze niet naar school kunnen. Oma zegt dat een doof is en de ander blind (hebben ze geoefend), ze doen net alsof ze een trauma hebben en hallucineren. > jongens krijgen vrijstelling van school.
57. Grand-Mère vend sa vigne
Grootmoeder verkoopt haar wijngaard. Wijngaard verkopen zodat er een beveiligingstoren kan staan in ruil voor stromend water. Jongens gaan onderhandelen want ze willen meer hebben dan dat, ze eisen ook een radio, een badkamer etc.
Grootmoeder verkoopt haar wijngaard. Wijngaard verkopen zodat er een beveiligingstoren kan staan in ruil voor stromend water. Jongens gaan onderhandelen want ze willen meer hebben dan dat, ze eisen ook een radio, een badkamer etc.
58. La maladie de Grand-Mère
De ziekte van oma. Ze reageert niet en komt haar kamer niet uit. Dokter komt > hersenbloeding gehad, waarschijnlijk wordt ze verlamd en ze overleeft het misschien niet. Kinderen verzorgen oma. Oma vraagt om een stok om beter te kunnen lopen. Ze is helemaal niet verlamd want ze kan lopen als ze een stok heeft.
59. Le trésor de Grand-Mére
De schat van oma. Oma geeft de jongens papier en een potlood en zegt wat ze moeten tekenen > komt een schatkaart uit. Schat ligt bij het graf van opa maar dat wisten ze al. Oma pakt iets blauws uit een fles > gif. Moeten ze in haar koffie gooien want oma wil dood want ze wil niet verlamd raken. Jongens hoeven niet bang te zijn dat iemand erachter komt dat ze haar hebben vermoord. Tweeling denkt dat ze weer beter wordt maar oma weet het zeker.
60. Notre Père
Vader komt ineens langs, vraagt meteen naar zijn vrouw en niet naar de kinderen en naar oma, daar wordt oma boos om. Vader loopt dan achter oma de tuin in om te zien dat zijn vrouw daar ligt begraven. Vader wordt boos dat ze daar zomaar is begraven, vindt dat ze een echte begrafenis moet hebben. Vader begint met uitgraven totdat hij bij het lijk komt. Ziet wat liggen op haar buik en vraagt wat het is: jongens zeggen dat het een baby is van een andere man. Vader zegt niks en gaat weer verder met graven. Leggen de lijken op het stro in de zolder. Maken lijken elke dag schoon.
60. Notre Père revient + 61. La séperation
Vader gaat weg, komt later weer terug. Vraag waar oma is > oma is ondertussen overleden door het gif. Vader zat in de gevangenis en is daar mishandeld. Zat daar omdat hij de grens over wilde steken. Jongens wonen alleen in het huis van oma, gaan vader helpen over de grens te steken. Jongens hebben bewaking in de gaten gehouden dus weten nu hoe je moet oversteken en wanneer vader moet gaan. Ze zeggen dat de beste truc is om iemand voor te laten gaan. Vader gaat oversteken en stapt meteen op een landmijn dus is dood. Daardoor kan 1 van de jongens oversteken en de ander blijft in het huis van oma. Ze hebben hun vader dus gebruikt om over te kunnen steken. Voordat ze hem lieten oversteken hebben ze hem gefouilleerd zodat niemand weet wie hij is als hij wordt gevonden en dat ook niemand weet dat het hun vader is.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden