Typering
Het boek gaat over het leven van Max Havelaar, hij stond voor eerlijkheid en nam het op voor de minderen in onze maatschappij.
1.a) Komt de titel letterlijk in het verhaal voor?
Natuurlijk komt de titel letterlijk in het boek voor, het hele verhaal gaat over Max Havelaar, hij is de hoofdpersoon.
“De assistent-resident van Lebak, Max Havelaar”
1.b) Heeft het boek een ondertitel?
Max Havelaar of de koffiveiling der Nederlandsche Handelsmaatschappij. Deze naam is gegeven door Batavus Droogstoppel, hij gaf dit boek deze titel want hij wou een boek over de koffiehandel uitbrengen. Af en toe vertelt hij in het boek een hoofdstuk, hij is degene die er voor zorgde dat het boek uitgebracht werd.
2. Wanneer speelt het boek zich af?
Het verhaal speelt zich af rond 1870, dit is de periode dat Max Havelaar assistent-resident was in Lebak. Wanneer Batavus Droogstoppel vertelt in het boek, zal hij vertellen over een periode rond 1880, vlak voordat het boek zijn debuut maakte
3. Waar speelt het boek?
Het speelt zich op veel plaatsen af. Wanneer Batavus Droogstoppel vertelt speelt het zich af in de stad Amsterdam.
“Makelaar in Koffi, Lauriersgracht N37” (Lauriersgracht N37 is een gracht in Amsterdam).
Toen was Amsterdam al te klein voor alle gebouwen die ze wilden plaatsen en werd alles de hoogte in gebouwd.
Het verhaal speelt zich in Nederlands-Indië af als het over Max Havelaar zelf gaat, en dan het meeste in Lebak, waar hij assistent-resident is. Daar is het veel anders dan hier in Nederland, vooral de omgeving. Het ziet er totaal anders uit dan in Amsterdam, er is veel tuin, veel plaats en ruimte, en alle woningen hebben slechts 1 verdieping.
“Een langwerpig vierkant dat ge wel wilt verdelen in een-en-twintig vakken, drie breed, zeven diep”
4. Hoofdpersonages
Max Havelaar is in dit boek de hoofdpersoon, het hele boek gaat over hem.
Batavus Droogstoppel beschrijft Max Havelaar in het boek erg goed.
“ Havelaar was een man van vijf-en-dertig jaren. Hij was slank, en vlug in zijn bewegingen. Boven zijn korte en bewegelijke bovenlip, en zijn grote flauw-blauwe ogen (…) Zijn blonde haren hingen sluik langs de slapen, en ik begrijp zeer goed dat weinigen hem voor ’t ziende, op het denkbeeld komen zouden iemand voor zich te hebben, die wat hoofd en hart beide aangaat tot de zeldzaamheden behoorde. Hij was een ‘vat vol tegenstrijdigheid’ (…) Vol liefde voor waarheid en recht.”
De 2e hoofdpersoon van dit boek is Batavus Droogstoppel, hij is een egoïstische koopman, hij is rijk, ijdel, een goed beeld van een Nederlands koffiehandelaar. Hij is een nuchtere man, en vind Max Havelaar maar een arme sloeber en vind dat hij een gevaar is voor de koffiehandel door bepaalde standpunten die Max heeft.
Aan sommige standpunten merk je op dat hij protestants is, maar dan wel echt streng protestants. Volgens zijn geloof zou het niet kunnen dat Stern een licht erotisch gedichtje vertelt.
5. Thema
Het thema van dit boek is de strijd tegen de uitbuiting van de bevolking van Nederlands-Indië en het eerherstel van de ambtenaar Douwes Dekker.
“Doch daar kwamen vreemdelingen uit het Westen, die zich heer maakten van dat land. Ze wensten voordeel te doen met de vruchtbaarheid van de bodem, en gelasten de bewoner een gedeelte van zijn arbeid en van zijn tijd toen te wijden aan het voortbrengen van andere zaken, die meer winst zouden afwerpen op de markten van Europa. (…) Hij (de inlanders) gehoorzaamt zijn hoofden, men had dus slechts deze Hoofden te winnen door hun een gedeelte toe te zeggen van de winst, …”
Hier wordt het probleem, mensen uit het Westen gaan naar het Oosten om te profiteren van de bevolking en die tegen veel te lage betaling koffie te laten verbouwen om daar veel winst uit te halen, van Max Havelaar duidelijk beschreven.
Later in het boek tijdens een toespraak van Max aan de hoofden van Lebak staat:
“ Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan”.
Hier spreekt hij hun aan om deze rechtvaardigheid uit de weg te gaan.
6. Opbouw
Het verhaal is verdeeld in eenentwintig hoofdstukken, deze hebben verder geen afzonderlijke titels. Ook maakt deze verdeling niet zoveel uit want meestal gaat het volgende hoofdstuk verder waar het vorige gebleven was.
Ook verloopt het verhaal niet chronologisch, want op het ene moment speelt het zich af in Nederlands-Indië, dit is het verhaal van max Havelaar, en op het andere moment speelt het verhaal zich af in Amsterdam, dit is het verhaal van Droogstroppel. Zo zitten er eigenlijk twee verhalen in dit verhaal, het verhaal over Max Havelaar en het verhaal over Batavus Droogstoppel.
Zoals u ziet bevat het verhaal een dubbel roman, roman a en roman b. Roman a is het verhaal van Droogstoppel, en roman b is het verhaal van dat Stern schrijft uit de papieren van Sjaalman, Max Havelaar. Deze romans worden door elkaar verteld maar wijzen wel steeds naar elkaar bvb Nederland (rijk) – Nederlands-Indië(arm). Op het einde van het boek komen beide verhalen bij elkaar tot een einde. Hier komt het standpunt van Max nog een keer zeer duidelijk naar voren en laat hij weten, dat het hier niet bij zal blijven, want, zoals hij zegt; Dit is pas het begin.
7. Stijl
Dit verhaal is in oud-Nederlands , maar dat lijkt me ook wel logisch aangezien het boek in de 19e eeuw geschreven is. Ook is het allemaal deftig verwoordt en dit komt vooral voor in de geschreven stukken van Batavus Droogstoppel. Toen ik het boek las kreeg ik de indruk dat Droogstoppel zich toch wel wat meer voelt dan de anderen. Op het moment dat hij Sjaalman op straat tegen komt dan vind hij het maar een arm mannetje omdat hij zijn jas tot boven dicht heeft en geen horloge om heeft, zo staat er bvb:
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden