Titelbeschrijving:
Marga Minco
Het bittere kruid
Amsterdam
Uitgeverij Bert Bakker
1957 (Eerste druk) – 2011 (Achtenveertigste druk)
Genre: Oorlogsverhaal
Gegevens over de schrijfster:
Marga Minco is geboren in Ginniken, Nederland. Andere boeken van Marga Minco zijn:
- Het adres (1957)
- Een leeg huis (1966)
- De val (1983)
Al deze boeken zijn allemaal oorlogsverhalen. ‘’Het adres’’ speelt zich af na de oorlog, ‘’Een leeg huis’’ speelt zich af aan het einde van de oorlog en na de oorlog en ‘’De val’’ speelt zich ook af na de oorlog, in 1982. Al deze boeken zijn gebaseerd op dingen die zij ook heeft mee gemaakt in de oorlog. En ze richten zich meer op de mensen die de oorlog mee hebben gemaakt dan de oorlog zelf. Het zijn hele persoonlijke boeken, gericht op eenzaamheid en isolement.
Gebeurtenissen (hele korte samenvatting):
Het Bittere Kruid gaat over een joods meisje die de oorlog mee maakt, in haar verhaal maakt ze mee hoe de Duitsers Nederland overnemen en het land steeds meer bezetten. Ze woont samen met haar ouders in Breda waar de Duitsers het al bezet hebben, later verhuizen ze naar Amesfoort. Ze krijgen het steeds moeilijker, de vader en broer worden opgeroepen voor een werkkamp maar worden afgekeurd, dan moeten haar ouders in een jodenwijk in Amsterdam wonen, de ik-persoon komt haar ouders opzoeken, dan worden ze opgepakt, de ik-persoon kan nog net ontsnappen en reist ze met haar broer en zijn vrouw het hele land af naar verschillende onderduik plaatsen, de vrouw van haar broer wordt opgepakt en dus besluit haar broer zichzelf aan te geven, na op verschillende plaatsen onder gedoken te hebben gezeten reist ze via een vriend Wout terug naar Amsterdam en kan een nieuw persoonsbewijs krijgen. Na de oorlog bezoekt de ik-persoon haar oom die ondanks dat zijn familie is overleden, elke dag nog op de tram staat te wachten, die overlijdt later ook. Aan het eind van het boek twijfelt de ik persoon nog of ze ook zal wachten bij de tram, maar ze weet toch, dat ze haar familie nooit terug zal zien.
De personages:
De ik-persoon heeft geen naam, ze is dapper omdat ze alleen van Breda naar Amsterdam durft te reizen als jood, in het begin is ze ook zeer optimistisch en niet bang. Het verhaal draait vooral om haar, haar gevoelens en de dingen die ze mee maakt. Marga Minco heeft het boek en de ik-personage geschreven naar aanleiding van de dingen die zij in de oorlog heeft mee gemaakt. Doordat het boek gericht is op een persoon zijn de andere personen in dit boek ook niet belangrijk en wordt er ook geen aandacht aan ze besteed. Wel kan je opmerken dat haar vader erg optimistisch is ingesteld en hij gelooft niet dat de Duitsers hun familie iets aan zouden doen. De moeder van de hoofdpersoon heeft ook totaal geen diepte wel kan je bij haar opmerken dat ze erg zorgzaam en bezorgt is. De rest van de personages in het boek: Dave, de broer van de ik-persoon, hij is ook dapper, Lotte: De vrouw van Dave, kan het heel goed vinden met de ik-persoon, Bettie: De oudere zus van de hoofdpersoon die ook totaal niet aan bod komt in het boek, maar wel dapper is, wat je kan zien naar aanleiding van een flashback in het verhaal waar ze de pestende kinderen aan de kant duwt.
De ruimte:
Tijdens de periode dat de ik-persoon in Amersfoort woont met haar ouders kent ze de omgeving nog niet goed, behalve haar straat en het wijkje er omheen. ‘’Het was een stille buitenwijk met nieuwe, twee aan twee aangebouwde huizen, omringd door tuinen.’’ Verder word er over haar omgeving in Amersfoort niks gezegd. Over het huis waar ze in woont wordt ook niks specifiek's verteld. Alles in het huis waar ze in woont wordt gewoon simpel aangeduid met: ‘’de keuken’’ of ‘’de slaapkamer’’. Qua klimaat en weer kan er ook niet veel uit het verhaal worden gemaakt, wel weten we dat het waarschijnlijk zomer of lente is omdat de buurvrouw van de ik-persoon bloemen aan het plukken is. De schrijfster heeft er waarschijnlijk voor gekozen om minder over de omgeving te vertellen omdat ze in het verhaal meer de gevoelens en de emoties van de hoofdpersoon wilt vertellen.
Over Amsterdam wordt echter wél wat meer verteld. Amsterdam wordt gezien als donker, nat, eenzaam en heel somber wat te zien is in de volgende citaten: ‘’Amsterdam was donker en nat.’’ En ‘’Niemand keek naar me... Onder de bomen was het geheel duister.’’ Het huis waar de ouders van de ik-persoon zitten, is in een jodenwijk van Amsterdam. Daar is het ook heel somber. ‘’Het huis aan de Sarphatistraat had iets sombers. De kamers waren hoog, donker behangen, zwaar maar degelijk gemeubileerd.’’ De jodenwijken worden constant onder druk gezet en er rijden overal overvalswagens rond. Uit de wijk verdwijnen er ook joden gezinnen die waarschijnlijk zijn meegenomen door de Duitsers. De buurt waar ze in verblijven is ook oud, en vervallen, het ruikt er muf en het is koud. Ondanks de omstandigheden in Amsterdam, kan je aan de sfeer ook zien dat de hoofdpersoon optimistisch probeert te blijven door er het beste van te maken, ze is tenslotte wel samen met haar ouders.
Ze is ook heel even op Utrecht centraal station waar ze heen gaat om Dave en zijn vrouw te ontmoeten om vervolgens te gaan onderduiken. In Utrecht is er strenge beveiliging en omdat ze joods zijn voelen ze zich niet veilig op het station. De ik-persoon reist ook nog naar andere plaatsen waar ze onderduikt, daar wordt verder ook niks over de ruimte verteld, behalve dat het over het algemeen somber en eenzaam is, en niemand echt plek heeft voor onderduikers. Nadat ze naar verschillende plaatsen is geweest keert ze terug naar Amsterdam, waar het nog altijd somber is. Ten slotte reist ze na de oorlog naar haar oom en tante in Zeist, daar zie je dat de oorlog een hele grote ‘’impact’’ heeft gehad op de mensen, de oom en tante zijn depressief en het huis is somber ingericht, maar weer wordt er verder niet veel verteld over de ruimte, Marga Minco heeft dat opzettelijk gedaan, omdat ze wilt dat je mee leeft met de persoon in plaats van de omgeving.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden