De relatie tussen tekst en auteur
Bernlef heeft vele boeken geschreven omtrent het thema ‘vergeten’. Toch kan ik geen directe aanleiding vinden voor de fascinatie rond dit onderwerp. Bernlef heeft een tijd in Zweden gewoond en heeft een liefde voor winterlandschappen. Dit is wel in het verhaal terug te vinden; het speelt zich af in een witte wereld, welke Maarten ook eerst de schuld geeft van zijn vergeetachtigheid.
De analyse
Genre
Hersenschimmen is een psychologische roman. De lezer kijkt mee door de ogen van een dementerende man. Uiteraard maakt de hoofdpersoon een overduidelijke psychologische ontwikkeling door in een zeer korte tijd.
Titel
Hersenschimmen zijn illusies, droombeelden. De hersenschimmen staan voor het steeds verdergaande proces van dementie; alles wordt steeds vager in Maartens hoofd. Of, zoals hij het zelf zegt: “Iedere dag verdwijnt er wel iets, iedere dag. Overal lekt het.” Hij droomt de werkelijkheid van het verleden. Op een bepaald moment vraagt Maarten zich af: “Is het leven terug? … maar waar is zoiets gebleven? … is er wel zoiets? … of was gewoon alles inbeelding van het hoofd? … hersenschimmen?
Motto
'A touching dream to which we are lulled, but wake from separately'
van Philip Larkin dat uit het gedicht 'The Building' komt.
Dit betekent 'Een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd, maar elk afzonderlijk uit wakker wordt'.
Elk leven is bedrieglijk en staat eigenlijk in het teken van de dood. Het leven houdt de schone schijn op, maar het is in feite langzaam doodgaan.
Motieven, onderwerp en hoofdgedachte
Motieven
Jaargetijden
Met name de winter. Het winterse landschap maakt dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen dingen. Alles lijkt op elkaar en vervaagt; net als in Maartens hoofd. Maarten heeft dan ook een hekel aan de winter. Ook is de lente belangrijk. De laatste zin van het boek luidt bijvoorbeeld als volgt: ‘…de lente die op het punt staat te beginnen…’. Hier wordt denk ik mee bedoelt dat in de natuur weer duidelijkheid zal ontstaan (na alle verwarring van de winter), maar dat in Maartens hoofd de verwarring voor goed zijn intrede heeft gedaan.
De oorlog
Dit is een van de dingen uit Maartens verleden, waar hij zich nog veel van kan herinneren. Hij denkt hier vaak aan en vertelt er ook vaak over. Maar op een gegeven moment kan hij heden en verleden niet meer uit elkaar houden en beeldt hij zich soms in dat hij in de oorlog zit.
Systematiek
Maarten is geboeid door zijn vader die door louter feiten op te schrijven en in grafieken te verwerken, probeerde een systeem in die feiten te ontdekken. Ook Maartens werk bij de IMCO bestond ook uit het vastleggen van feiten (notulequantums). Een ander voorbeeld uit het boek hierbij is het moment waarop hij erover nadenkt om zijn liefde voor Vera in een grafiek te verwerken.
Taal
Een hulpmiddel bij het registreren van de werkelijkheid is de taal. Taal is hét middel tot communicatie, hét middel om de werkelijkheid te benoemen. De dementerende Maarten verliest steeds meer de greep op de taal. Hij kan de goede woorden niet meer vinden of hij kan met woorden niet uitdrukken wat hij voelt. Naarmate Maartens realiteitsbesef verder afneemt, probeert hij krampachtiger zich vast te klampen aan de taal. Op blz. 145 denkt hij:
'Woorden, dat is wat energie geeft, is energie zelf. Een mens hoort van woorden te zijn. Totaal. Zo voor de hand ligt dat. (Eindelijk weer eens iets van waarde, toevoer van woorden moet er komen, dat is wat de situatie redden kan, verhalen, aanvoer, import van verhalen.)'
Maar de situatie kan niet meer gered worden. Vlak daarvoor, op blz. 144, denkt Maarten in een helder moment:
'Er zit verdomme nergens verhaal meer in hier.'
De afnemende beheersing van de taal, die gepaard gaat met de afbrokkeling van de werkelijkheid, komt tot uiting in de vele korte fragmenten op de laatste bladzijden van de roman, die net als Maarten eindigt in
'gestamel zonder veel verhaal.'
Het scherpe besef van vergankelijkheid
De titel staat in verband met het thema van de vergankelijkheid. Aan het eind van de roman, als Maarten nauwelijks meer besef heeft van het hier en nu, denkt hij in een van zijn
aarzame heldere momenten:
'In het leven terug?. . . maar waar is zo iets gebleven?. . . is er wel zo iets?. . . of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?' (blz. 153).
Onderwerp
Het onderwerp in Hersenschimmen is dementie.
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van Hersenschimmen is de omgang van een dementerende met zijn ziekte.
Personages
Maarten Klein
De hoofdpersoon in het boek is Maarten Klein. Maarten is 71 of 72 jaar, geboren in Alkmaar, maar woont al een hele tijd in Amerika. Hij werkte als notulist bij de IMCO, een visserijorganisatie, maar is inmiddels al gepensioneerd. Hij is een karakter, omdat we steeds meer over hem te weten komen, vooral over zijn verleden. Maarten is een lieve man die zijn vrouw heel graag ziet. Als hij kon dan zou hij zijn vrouw nog altijd zo verwennen zoals hij dat vroeger deed. Hij heeft nog heel jeugdige ideeën. Maarten leer je het beste kennen omdat hij het verhaal vertelt, je zit in zijn denkwereld. Op het einde is hij enorm verward en weet hij soms niet waar hij is of wat hij doet. Hij is een grote fiere man die altijd een kostuum draagt. Vroeger toen hij nog werkte heeft hij de halve wereld rondgereisd (in functie van zijn werk). Hij kan niet leven zonder zijn vrouw, maar toch heeft hij haar vroeger één keer bedrogen op zakenreis in Parijs met een hele dikke vrouw.
Vera Klein
Vera, Maartens vrouw, is een belangrijk persoon in het boek. Zij is al vijftig jaar getrouwd met Maarten en moet hulpeloos toekijken hoe Maarten aan het dementeren is. Vera en Maarten kennen elkaar door en door. Vera is een sterke vrouw, want ze hebben samen al een zware tijd doorstaan. Dan doen de eerste verschijnselen van Maartens dementie zich voor. Vera hecht hier meer waarde aan dan Maarten en schakelt dan ook een dokter in. Als het eenmaal bekend is dat het steeds slechter gaat met Maarten moet ook Vera steeds meer op Maarten letten om te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Hier blijkt dat het ware liefde is en dat Vera zeer geduldig en sterk is. Als de situatie eenmaal ondraaglijk is geworden neemt Vera de beslissing dat er niets anders op zit dan een tehuis waar Maarten verzorgd zal moeten worden, omdat zij hem niet meer in de hand kan houden. Haar hele dag stond bijna in dienst van Maarten en zelfs met een extra hulp in huis kan ze niet genoeg voor Maarten zorgen, zó ernstig is hij er aan toe. Vera leer je vooral kennen door de opmerkingen van Maarten. Ze heeft een tenger maar mooi uiterlijk. Hoewel ze hard is, is ze ook wel een gevoelige vrouw. Ze heeft een normaal sociaal leven, ze heeft vriendinnen, doet zelf de boodschappen en heeft vroeger in een bieb gewerkt. Vera is een karakter.
Fred en Kitty Klein
De twee kinderen, Fred en Kitty, zijn typen omdat je weinig over hen te weten komt. Zij zijn geboren in Nederland en op jeugdige leeftijd mee geëmigreerd naar Amerika. Toen ze volwassen waren hebben ze Amerika weer verlaten en zijn ze terug in Nederland gaan wonen. In Nederland leiden ze een normaal leven met kinderen.
Dokter Eardly
Dokter Eardly is een naïeve arts die denkt Maartens bewustzijn met behulp van medicijnen en rust weer te kunnen doen opflakkeren. Hij bedoelt het wel goed met Maarten. Hij komt geregeld langs en blijft in elke situatie vriendelijk. Hij is een forse man.
Phil Taylor
Phil Taylor is de gezinshulp die komt als Vera Maarten in haar eentje niet meer aankan. Maarten verwart Phil met zijn dochter en zijn pianolerares. Phil komt bij hen inwonen. Ze is zeer behulpzaam, maar nog zeer jong van mentaliteit. Ze wil erg vaak tv kijken. Het is een typisch Amerikaans meisje qua gewoontes en kleding. Ze heeft blond haar, een bol voorhoofd en ze is ietwat aan de flinke kant. Ze is een type
Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de dementerende man Maarten. Het is geschreven in de ik-persoon en naarmate de dementie vordert, krijgt de lezer ook steeds minder mee van de omgeving en worden de beschreven gedachten warriger.
Spanning
De spanning wordt niet echt veroorzaakt door de vraag of Maarten nog zal genezen; het staat al min of meer vast dat hij dement zal worden. De vraag is echter: hoe erg en vooral hoe snel? Het climaxmoment is dan ook het moment waarop Maarten is opgenomen in een verpleegtehuis, waar hij volledig is afgetakeld. Bepaalde gebeurtenissen in het boek zorgen ook voor spanning. Voorbeelden zijn de momenten waarop hij verdwaald of het moment waarop hij van huis wegloopt. De lezer vraagt zich dan af of hij wel weer thuis zal komen.
Stijl
Bernlef schrijft in een heldere en directe stijl. Hij gebruikt weinig moeilijke woorden en complexe zinnen. Bernlef noemt dat in een interview met Graa Boomsma:'rompzinnetjes. Overal waar iedere andere schrijver een komma zou zetten, om vervolgens aan een bijzin te beginnen, zet ik een punt en begin een nieuwe zin.Door die schrijfwijze krijgt het geheel iets houterigs.' De zinnen lijken soms een beetje onhandig na elkaar gezet te zijn, het lijkt alsof ze botsen. Deze stijl sluit aan bij Maartens wijze van denken: verward en associatief. En zoals hij zelf zegt: 'Ik wil denken, in korte heldere zinnen' (p. 87). De stijl weerspiegelt bovendien het proces van aftakeling: naar het einde toe worden alinea's en zinnen steeds korter en fragmentarischer.
“Zoeken. Als ik ergens een hekel aan heb. Waar zijn mijn sleutels? En welke idioot heeft alle deuren op slot gedaan?”
“Nog luidere muziek… twee die met elkaar gaan dansen… buigend op kousenvoeten dansen ze om elkaar heen… heel voorzichtig houden ze elkaar bij de hand… straks breken hun vingers af.”
Maarten gebruikt twee taalregisters in het boek: alledaagse taal en een soort vergadertaal, een taal die hij vroeger in de werksfeer gebruikte. Op dat laatste register grijpt hij zo nu en dan terug wanneer hij personen of gebeurtenissen niet begrijpt of zich kan herinneren. Hoe meer taal hij verliest, des te vaker Maarten zich probeert te redden met vaste uitdrukkingen of met de methode-Simic,een vergaderstrategie speciaal voor moeilijke situaties die hij leerde van een oud-collega. Hoe meer Maarten in de war raakt, hoe vaker hij de verschillende registers door elkaar gaat gebruiken.
“Er zit een man in de kamer met een boerse vierkante kop, met hangwangen, grote oorlellen en kortgeknipt stug blond haar. Hij is er. Hij lacht. Hij weet niets van de methode Simic. Hij heeft een fotoalbum op zijn schoot waar hij in bladert. Hij bekijkt één foto nauwkeurig en reikt me dan het opengeslagen album aan.
Uitgerekend een trouwfoto. Ben ik totaal niet in de stemming. Maar Simic zou zeggen: stelregel één: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt.
Tijdwinst is vooral aan het begin van een gesprek alles.
‘Is dat een foto van uw trouwen?’ vraagt de man.
‘Is dat een foto van uw trouwen?’
Kijk schuin omhoog, tussen hen door en geef knikjes met het hoofd. Dan zeg ik vlug achter elkaar zes keer ja. Dat is Simics tweede regel: beleefdheid tot rituele hoogten opgevoerd. Zelfs als je het nergens mee eens bent, begin met alles te bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen weer bet bevestigende karakter aan wat je zegt.
‘Jajajajajaja.’”
De persoonlijke beoordeling
“Ik ben vergeten… Glad vergeten…”
Hersenschimmen vertelt het verhaal van een man die in een week zodanig aftakelt dat hij niemand uit zijn omgeving, zelfs zichzelf nog herkent. Het is beschreven vanuit het gezichtspunt van de man zelf, wat een interessante kijk geeft op deze tragische week in het leven van Maarten Klein en zijn naasten. Hersenschimmen is een werk wat je bij het dichtslaan het idee geeft dat je zelf lichtelijk dementeert, door de bijzondere schrijfstijl van J. Bernlef.
De gebeurtenissen in het verhaal zijn erg belangrijk, omdat ze allen voortkomen uit de acties van de verwarde Maarten. Dit zorgt ervoor dat de gebeurtenissen tamelijk bizar zijn, maar niet ongeloofwaardig voor ieder die ook maar een beetje op de hoogte is van het ziekteverloop van een dementerende. Door de eenvoudige schrijfstijl van Bernlef, wie gebruik maakt van korte, helder zinnen zijn de gebeurtenissen goed te volgen.
Het onderwerp dementie is interessant, zowel voor mensen die door ooit in hun directe omgeving mee te maken hebben gehad, als voor hen die er zelfs nog nooit een boek over hebben gelezen. Bernlef werkt het op een verrassende manier uit door de lezer mee te laten kijken door de ogen van de man en op deze manier iedereen de verwarring en twijfel van een dementerende te laten voelen. Dit zorgt ervoor dat alle personages zo levensecht overkomen dat het familie had kunnen zijn en je je bijzonder goed in zowel Maarten, als Vera kan inleven.
Er zijn uiteraard genoeg boeken omtrent het thema vergeten en Bernlef, die daar een fascinatie voor lijkt te hebben. Als kind heb ik het boek ‘pinda’s in het koffiefilter’ gelezen, wat het verhaal verteld over de dementerende oma van (toevalligerwijs) Vera. Dit is van uit een ander gezichtspunt geschreven, namelijk vanuit de ogen van de kleindochter, maar heeft desondanks zodanig veel indruk op me gemaakt dat ik niet eens hoefde na te denken over de titel al las ik het boek tien jaar geleden. Ik verwacht dat Bernlef hetzelfde voor elkaar zal krijgen met dit werk.
Het taalgebruik wat Bernlef hanteert zorgt ervoor dat het voor elke lezer zal begrijpen hoe Maarten zich moet voelen. Er is nauwelijks sprake van ingewikkelde symboliek en de dialogen zijn gemakkelijk te volgen. Bernlef noemt zijn zinnen ‘rompzinnen’. Waar andere schrijvers een komma zouden plaatsen, plaatst Bernlef een punt, zodat het geheel een tikje houterig leest. Dit past echter perfect in de houterige gedachtegangen van Maarten.
Iets wat goed uit het verhaal blijkt is dat oudere mensen leven van hun herinneringen en hoe moeilijk Maarten het ermee heeft dat hij deze herinneringen niet meer kan opdiepen. Toch zou ook Vera niet buiten beschouwing moeten worden gelaten, de persoon die gelijk staat aan zovele Nederlanders die in een zelfde situatie zitten. De pijn die zij moet voelen moet verschrikkelijk zijn, zeker wanneer Maarten alle foto’s van hem en haar verbrandt. Dit doet hij uiteraard omdat hij de herinneringen bewust wilt wissen, maar toch moet dit uitermate pijnlijk zijn.
De laatste pagina’s in Hersenschimmen, waar Maarten is opgenomen in het verpleeghuis en nauwelijks meer in heldere zinnen kan nadenken grijpen het meest aan. Het verwonderlijke is dat de stijl die Bernlef zich in die laatste paar bladzijden heeft aangemeten de lezer de indruk geeft zélf dement te zijn. Dit is een sensatie die enkel Bernlef kan oproepen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden