Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De onzichtbare jongen door J. Bernlef

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover De onzichtbare jongen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3913 woorden
  • 30 november 2012
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
23 keer beoordeeld

Boekcover De onzichtbare jongen
Shadow

Amsterdam, jaren vijftig. Max Veldman en Wouter van Bakel zitten samen op school. Ze zijn dertien en dromen over de toekomst. Max weet dingen waar de meeste jongens niets van begrijpen. Hij wil de onzichtbare wereld van de wind in kaart brengen. Zelf wil hij ook het liefst onzichtbaar worden. Wouter heeft totaal andere dromen. Hij wil harder lopen dan de wind, de hond…

Amsterdam, jaren vijftig. Max Veldman en Wouter van Bakel zitten samen op school. Ze zijn dertien en dromen over de toekomst. Max weet dingen waar de meeste jongens niets van begri…

Amsterdam, jaren vijftig. Max Veldman en Wouter van Bakel zitten samen op school. Ze zijn dertien en dromen over de toekomst. Max weet dingen waar de meeste jongens niets van begrijpen. Hij wil de onzichtbare wereld van de wind in kaart brengen. Zelf wil hij ook het liefst onzichtbaar worden. Wouter heeft totaal andere dromen. Hij wil harder lopen dan de wind, de honderd meter onder de elf seconden. Op de middelbare school verwatert de vriendschap. Als Wouter jaren later Max opnieuw ontmoet, leert hij door Max een andere, wonderbaarlijke werkelijkheid kennen. Maar de grote tragedie die het leven van Max heeft bepaald, komt pas aan het licht als Max werkelijk onzichtbaar is geworden.

 

Met zijn heldere, bijna laconieke toon voert Bernlef de lezer een wereld binnen die zich maar langzaam blootgeeft. "De Onzichtbare Jongen" is een roman vol mededogen over de bijzondere, hechte vriendschap tussen twee jongens en de dromen die ze najagen.

De onzichtbare jongen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Wat gebeurt er in het boek?

Wouter van Bakel is elf jaar en zit in de zesde klas, als op dag Max Veldman bij hem in de klas komt. Max is het buitenbeentje van de klas, maar Wouter besluit vriendschap met hem te sluiten. Met resultaat ze blijven een tijd lang de beste vrienden.                                     

Max is een aparte jongen, hij is geobsedeerd door natuurkundige formules en heeft een extreem goed geheugen. Op zijn zolder doet hij allerlei experimenten. Max woont alleen thuis met zijn vader, zijn moeder is er na de oorlog met een Canadees vandoor gegaan. Max vader werkt bij de cacao fabriek Droste als reclameman.                                                                                                                  Hoe de twee jongens zulke goede vrienden kunnen begrijpt eigenlijk niemand, want de jongens delen allebei een totaal andere passie. Wouter bouwt gedurende het boek een passie op voor hardlopen. Max heeft ooit het boek ‘The invisible Man’ gelezen en is geobsedeerd geraakt door onzichtbaarheid. Daarom probeert hij ook onzichtbaar te worden, door zich heel onopvallend te gedragen in de klas. Het lukt hem alleen niet zo goed. Hij is ontzettend slim en heeft een uitstekend geheugen, waardoor veel leerlingen en docenten hem opvallen.                                                                                 
Op een gegeven moment groeien de twee toch uit elkaar. Wouter zijn loopcarrière stopt nadat hij had gefaald op de Olympische Spelen. Een tijd daarna raken zijn benen langzaamaan verlamd. In het revalidatie centrum waar hij zit, zit aangrenzend de psychiatrische inrichting. Daar komt Wouter Max tegen. Hij is opgenomen wegens wangedrag en de doctoren weten niet wat ze met hem aanmoeten, want hij praat niet meer. Als ze zien dat hij wel tegen Wouter praatte, willen ze dat hij met Max gaat praten. Tot Wouters schrik is Max echt doorgedraaid in zijn wetenschap. Max zelf zegt dat zijn hoofd te vol zit, omdat hij alles onthoud. Hij denkt door in de inrichting de wet van Beaufort in kaart te brengen, dat zijn hoofd dan een stuk leger zal zijn. De wet van Beaufort zegt iets over de wind. De wind is onzichtbaar, maar Max wil hem zichtbaar maken.                                                                                            
Later krijgt Wouter te horen dat Max overleden is, hij is dood aangetroffen op het strand. Waarschijnlijk liep hij tegen de wind in, tijdens een storm, tot hij in zee is verdronken.

Waar gaat het boek eigenlijk over?

Thema:
Beweging, stilstand en wind. Vooral wind is voor beide personages erg belangrijk. Voor Max omdat hij de windsnelheid wil vastleggen en voor Wouter omdat zijn snelheid met hardlopen afhangt van de wind.

Motieven:                        
- Max’ abnormale gedrag/ persoonlijk.                                       
- Max is een vreemde jongen. Veel kinderen in de klas vinden hem niet aardig omdat ze denken dat hij wil slijmen bij de meester. Hij is heel goed in hoofdrekenen en onthoud  alles. Ondanks dat Wouter eerst ook niets van Max moet hebben, besluit hij na school toch achter hem aan te gaan. Max blijkt thuis ook allerlei scheikundige proeven te doen. Hoe verder in het boek, hoe beter je merkt dat hij niet alleen erg slim is, maar dat ook zijn gedrag richting het syndroom van Asperger gaat. Uiteindelijk wordt schizofrenie bij hem vastgesteld.                                                                                                
‘Het is met een zucht van verlichting dat ik afscheid neem van deze schooL. Mijn eindcijfers berusten op een misverstand, het misverstand dat die het    bewijs zouden leveren van mijn intelligentie, zoals de directeur kennelijk           denkt. Ik moet u bekennen dat ik al die vijf jaar niets heb geleerd, niets heb    begrepen van de samenhang tussen de feiten die mij werden gepresenteerd.   Mijn cijfers niets meer dan het resultaat van een goed geheugen.  Met begrip  heeft dit onderwijs niets te maken. Ik ben me ervan bewust dat dit niet de   schuld van de leraren is, die ik hierbij allen hartelijk dank voor hun       inspanningen, maar van het onderwijssysteem waar zij deel van uitmaken.       Dat systeem zou nodig de op de helling moeten. Feiten kan men opzoeken     de samenhang, de diepere betekenis niet.’ (blz. 99)

- Max’ obessie voor wind. Een gevolg van zijn vreemde persoonlijkheid .Max is geobsedeerd door cijfers, onzichtbaarheid en vooral door wind. Wind is onzichtbaar, maar als je het meet is het zichtbaar. Dat is wat Max wil, het  onzichtbare zichtbaar maken en zelf zien zonder gezien te worden. Max  heeft ook een erg goed geheugen, waardoor zijn hoofd overvol raakt en hij   in een psychiatrische inrichting terecht komt. Maar uiteindelijk wordt de wind toch zijn dood.

‘Ik knikte, vertelde hem hoe het mij vergaan was toen die naamloze ziekte een einde aan mijn beweeglijkheid had gemaakt. Hoe de wereld zich gesplitst  had in heel haar duizelingwekkende diversiteit. Max luistrede aandachtig.     ‘Te veel details,’ zei hij. ‘Mijn hoofd dreigde te kapseizen. Loodzwaar         werd het. Alsof mijn kop uit elkaar barstte. Gelukkig mag ik nu van dokter    Vrasdonk zonder bril rondlopen. Dat maakt het een stuk dragelijker.’        ‘Waarom praat je niet met hem?’                                                    
‘Ze hebben een andere blik . Met hun praatjes denken ze de wereld op haar plaats te houden terwijl alles op drift is, nergens houvast. Daarom ben ik hier vanaf de bodem opnieuw begonnen. Metingen van het allemi-              niemste. Grondwinden. Ik kan deze draden langer maken en de valwindjes     die langs de plinten trekken meten. Alleen op die manier kun je achter het     systeem komen.’                                                                                                                                                                   ‘Welk systeem, Max?’ Hij tuurde intensief naar het gemarmerde grijze zeil. ‘Het systeem van de verandering. Als ik dat raadsel heb opgelost. De sleutel, Beaufort, daar gaat het om. De sleutel!’ (blz. 145)

- Wouters passie voor hardlopen.                                            
Nadat Wouter van de basisschool af komt en naar de middelbare school gaat. Ontdekt hij het sprinten. Hij is er erg goed in, zelfs zo goed dat hij  Olympisch kampioene Fanny Blankers-Koen verslaat. Op zijn zestiende mag hij naar de Olympische Spelen in Helsinki om daar de honderd meter sprint te doen. Als het zover is en startschot gegeven is blijft hij stijf in de startblokken staan. Hij heeft gefaald. Daar stopt zijn loopcarrière. Dat hij gestopt is nadat hij zo faalde, komt terug in zijn verlamming.           

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

‘Op een middag werd ik opgehaald door een nieuw therapeut. Hij droeg een blauw trainingspak en had blond borstelig haar. Zijn neus stond een beetje    scheef en in het midden van zijn kin had hij net zo’n gleufje zitten als Kirk     Douglas. Toen hij mij uit de rolstoel in de loopbrug had getild en ik mijn       handen om de leggers klauwde om niet door mijn gevoelloze benen te     zakken, boog hij zijn gezicht naar me toe.                                                                                                                        ‘Je bent het,’ zei hij. ‘Toen ik je naam op de lijst las dacht ik al, het zal       toch niet die Wouter van Bakel zijn. Maar ik herken je. Als sportinstructeur  heb ik je nog getraind op het CIOS. Wouter van Bakel. 10.6. De Olympische  Spelen in Helsinki.’ ‘Daar praat ik liever niet meer over. Je ziet wat er van me geworden is.’ ‘Luister eens goed, Wouter. Je moet dit net zo beschouwen als je  vroegere trainingen. Ze zijn gericht op het verbeteren van je resultaten. Zonder doorzettingsvermogen kom je er niet. Als je niet meewerkt sta ik ook machteloos.’ (blz. 131)

Titel verklaring:
Max heeft een obsessie voor onzichtbaarheid, sinds hij het boek ‘The invisible Man’ heeft gelezen. Sindsdien wil hij ook onzichtbaar worden, door zich heel onopvallend te gedragen. Het lukt hem alleen niet, hij is zo anders dan andere, dat hij juist opvalt.

Personages:                     
Wouter, de ik-persoon van het verhaal. Hij is een jongen van 11jaar en woont  in Amsterdam. Het is kort na de oorlog. Wouter is een jongen zoals alle anderen. Hij is wel de enige die vriendschap met Max sluit. Daardoor sluit hij  zichzelf wel een beetje buiten de klas.                                                                                                                              Wouter is wel een heel bescheiden jongen. Tegen zijn zestiende ontdekt hij het hardlopen. Hij heeft er erg veel talent voor en ontzettend veel    doorzettingsvermogen. Op een dag verslaat hij zelfs Olympisch kampioene Fanny Blankers- Koen, maar hij verteld het tegen niemand.   Als hij naar de Olympische Spelen in Helsinki mag, faalt hij enorm. Iets wat hij zichzelf maar moeilijk kan vergeven.

Max, ook een erg belangrijk persoon in het boek. Max is een hele slimme jongen. Maar volgens hem is hij niet zozeer slim, hij heeft gewoon een heel goed geheugen. Maar andere mensen denken daar toch anders over. Zijn gedrag gaat erg richting het syndroom van Asperger. Uiteindelijk komt hij in een psychiatrische inrichting terecht, waar ze schizofrenie hij hem constateren.    

Wat vind je van het boek?

Emotieve argumenten;                                              
Ja, het boek riep absoluut gevoelens bij me op. Vooral vanuit Max. Hoe hij heeft geleefd, zonder ouders en hij had zoveel problemen. Die niemand eigenlijk heeft opgemerkt of er iets aan gedaan heeft. En als zijn leven dan ook zo moet eindigen. Het leven van Wouter heeft me eigenlijk minders geraakt, alleen wanneer hij stilvalt op de Olympische Spelen leefde ik veel meer mee, dan in de rest van zijn leven.

Esthetische argumenten;                          
Qua tekst is het boek niet erg origineel. Het is niet op een speciale manier geschreven, maar leest wel erg gemakkelijk. Wat mij wel opviel aan het boek, zijn de korte stukjes voor ieder hoofdstuk.  Die stukjes zijn door iemand anders dan Wouter  geschreven, maar door wie wel weet ik niet.

Morele argumenten;                                   
Een duidelijk standpunt neemt de schrijver niet echt aan. Het enige van goed en kwaad, wat ik eruit zou kunnen halen. Is dat het duidelijk is dat Max een probleem heeft, maar zijn vader is nooit thuis en helpt hem dus niet. Maar ook andere mensen in zijn omgeving helpen hem niet. Ik vind dat wel een kwaad/ slecht standpunt.

Realistische argumenten;                          
Het boek is wel heel realistisch, er gebeuren geen dingen die in de realiteit echt niet gebeuren. Het is een verhaal wat heel  goed echt kan gebeuren.  Ik kon me daardoor ook wel goed inleven in het boek. Vooral met Max leven ging ik erg mee.

Structurele argumenten;                           
Het boek is verdeeld in twee delen. In het eerste deel gaat het voornamelijk over de tijd dat Max en Wouter nog bij  elkaar op school zitten en het goed gaat met beide. Het tweede deel van het boek gaat over de tijd dat Wouter en Max elkaar bijna nooit meer zien. En het steeds slechter met hen beide gaat.     

Intentionele argumenten;                        
Ik denk niet dat de schrijver een intentie had met het schrijven van dit boek. Niet, omdat ik het niet uit het boek kan opmaken. Maar ook omdat Bernlef zoveel boeken schrijft denk ik dat het vooral voor plezier geschreven is.

Is het onderwerp nieuw voor je?

Ja, in de vorm van een boek is het nieuw. Natuurlijk heb ik wel eens films gezien over iemand die in een psychiatrische inrichting terecht komt. Maar ik had nog nooit een boek gelezen, hoe zo’n jongen en een normale jongen zo een goede vriendschap opbouwden.

Verwerkingsopdracht.

1e recensie; Arnold Heumakers, 2005, NRC Handelsblad

Arnold Heumakers laat in zijn recensie heel duidelijk merken dat hij boek niks vond. De onderwerpen niet origineel en het verhaal heel grijs opgeschreven. ‘maar wat is het allemaal grauw en grijs opgeschreven! Kraak en smaakloos realisme - zonder dat de inzet strikt genomen realistisch kan worden genoemd.’                                                                            

Naast het feit dat hij het niet origineel vond, was het voor hem ook nog te saai en te bekend. ‘Ik moet bekennen dat eerste deel met moeite te hebben uitgelezen; zo saai en overbekend kwam het verhaal over een jeugdvriendschap in de jaren vijftig mij voor.’                                   

Zijn uiteindelijke oordeel luidt dan ook dat het eigenlijk puur onzin is dit boek te lezen. ‘Om tot dit waardevolle inzicht te geraken, moet je alleen wel bereid en in staat zijn om ruim honderd bladzijden lang je geduld te bewaren.’

2e recensie; Aleid Truijens, De Volkskrant, 2005

In eerste instantie laat Truijens merken dat ze het eigenlijk wel een mooi boek vond, maar heel zeker komt ze niet over. ‘De eerste helft van De onzichtbare jongen, is wondermooi, doodgewoon en mysterieus tegelijk.’ Ook over Bernlefs stijl van schrijven, over hoe hij het nostalgische Amsterdam beschrijft, is ze enthousiast. ‘Al even vanzelfsprekend en zonder kleffe nostalgie tekent Bernlef de sfeer van het keurige, knusse Amsterdam-West, eind jaren veertig.’ Vanaf daar slaat ze eigenlijk om en vind ze het boek minder goed. Ze vindt het jammer hoe het boek is ingedeeld, dat het een treurig einde heeft. ‘Alles eindigt in treurnis en desillusie. Dat is in het echte leven ook vaak zo, maar voor deze roman is het jammer. Na het keerpunt - Wouter komt op de Spelen door stress niet in beweging bij de start - wordt de roman afgewikkeld als een invuloefening. Met de veerkracht die de twee jongens hun dromen liet najagen, is de magie uit de vertelling verdwenen.’  Haar eindoordeel is net zoals ze haar recensie begon, niet overtuigend maar wel positief. ‘Alles klopt ten slotte als een bus, maar de roman overtuigt niet meer.’

In eerste instantie laat Truijens merken dat ze het eigenlijk wel een mooi boek vond, maar heel zeker komt ze niet over. ‘De eerste helft van De onzichtbare jongen, is wondermooi, doodgewoon en mysterieus tegelijk.’ Ook over Bernlefs stijl van schrijven, over hoe hij het nostalgische Amsterdam beschrijft, is ze enthousiast. ‘Al even vanzelfsprekend en zonder kleffe nostalgie tekent Bernlef de sfeer van het keurige, knusse Amsterdam-West, eind jaren veertig.’ Vanaf daar slaat ze eigenlijk om en vind ze het boek minder goed. Ze vindt het jammer hoe het boek is ingedeeld, dat het een treurig einde heeft. ‘Alles eindigt in treurnis en desillusie. Dat is in het echte leven ook vaak zo, maar voor deze roman is het jammer. Na het keerpunt - Wouter komt op de Spelen door stress niet in beweging bij de start - wordt de roman afgewikkeld als een invuloefening. Met de veerkracht die de twee jongens hun dromen liet najagen, is de magie uit de vertelling verdwenen.’  Haar eindoordeel is net zoals ze haar recensie begon, niet overtuigend maar wel positief. ‘Alles klopt ten slotte als een bus, maar de roman overtuigt niet meer.’

Vergelijking;
Helemaal eens zijn de recensenten het niet met elkaar. Waar Heumakers het boek helemaal afkraakt, geeft Truijens nog wel wat positieve kanten van het boek weer. Over hoe het boek geschreven is, de opbouw, zijn ze het wel met elkaar eens. Ze vinden beide de opbouw van het boek niet kloppen.

Ik ben het totaal niet eens met de negatieve punten van de recensenten. Hoe Arnold Heumakers het boek afkraakt is totaal niet hoe ik het boek beleeft heb. Hij vond dat het boek grijs en grauw is opgeschreven, dat is misschien wel zo, maar het is ook geen vrolijk onderwerp, dus mij heeft het helemaal niet gestoord dat het een wat treurig boek was. Ook de manier waarop hij aangeeft hoe veel moeite je zou moeten doen om het boek te lezen, daar ben ik het ook niet mee eens. Al zou je boek niet leuk vinden, het leest zo gemakkelijk dat dat echt zoveel moeite zou moeten kosten. Overigens laat Heumakers wel weten dat Bernlef te veel verteld, dat er dingen te veel worden uitgelegd terwijl de lezer allang weet wat er wordt bedoeld. Ook hier kan ik me niet in vinden en heb daar geen last van gehad tijdens het lezen. Wel ben ik het met Truijens eens wanneer ze zegt dat ze het wondermooi, doodgewoon en mysterieus tegelijk vindt. Vooral Max zelf en zijn familie zijn heel mysterieus. Aan de andere kant is het doodgewoon als je leest over Wouter zijn familie en daardoor wondermooi hoe deze verschillende jongens toch zo’n goede vriendschap opbouwen. Waar ik het minder met Truijens eens ben is over het einde. Zij vindt het jammer dat er geen happy end aan zit. Ik vind dat er juist wel een mooi einde aan zit. Ik denk juist dat als er een happy end aan had gezeten het boek niet meer klopte omdat het al een treurig verhaal is.                

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De onzichtbare jongen door J. Bernlef"