Hau ab, du Flasche! door Ann Ladiges

- 5 tot 10

Roland is bij het huis van de overleden Marecke. Zij is overleden door een overdosis alcohol, terwijl ze al vijftien jaar niks meer had gedronken. Roland gaat naar de bushalte, maar hij besluit uiteindelijk toch te lopen; frisse lucht is goed. Hij is opweg naar een sollicitatiegesprek bij Herr Droste, een vriend van zijn vader. Hij besluit dat hij er niet heen gaat; hij verteld wel dat de bus een ongeluk heeft gehad.

Hij is op het bouwterrein en heeft twee flessen Whisky gevonden, die hij voor het vensterraam opdrinkt. Dan ziet hij twee mannen, die snel de straat oversteken. Hij denkt: Wat willen zij van mij? Dat van de oude Marecke, dat was Buddi’s idee!

- 10 tot 21

Roland zat een half jaar op school, toen zijn ouders feest hadden. Hij lag op bed en hoorde alle mensen beneden feest vieren. Toen het feest was afgelopen, had hij verschrikkelijke dorst en ging naar beneden. Er stonden nog veel half lege glazen, die hij allemaal opdronk. Roland werd er misselijk van. Zijn vader betrapte hem en werd boos, en nog bozer omdat Roland moest kotsen

De volgende morgen is Roland ziek. Er wordt verteld (door verteller) dat Roland’s moeder, Renate, vroeger ook heeft gewerkt bij Hessischen Leben en daar zijn vader, Karl-Heinz heeft leren kennen. Roland was als klein kind vaak verkouden. Marecke woonde onder hen. Roland dacht dat zij een heks was, hij hield van sprookjes. Hij kon nog niet zwemmen toen, dus zijn vader nam hem mee naar een zwembad. Roland vond het eng en moest huilen, en toen werd zijn papa boos. Kort daarna kreeg hij op een ochtend buikpijn, toen moest hij naar de dokter en kreeg hij medicijnen. Hij denkt ook terug aan de vakantie naar Joegoeslavië, de leukste tijd uit zijn leven. Veel vrienden had hij niet.

- 21 tot 33

In leerjaar 7 kwam Buddi bij Roland in de klas. Buddi had veel aanhang en was erg populair. Na de paasvakantie kwam Roland hem tegen in het Holzhausenpark. Zijn fiets is kapot. Roland biedt hem wat alcohol aan, en Buddi vraagt of hij naar zijn huis komt morgen, maar alleen als hij alcohol bij heeft. Toen hij thuiskwam probeerde hij een fles whisky te stelen, maar zijn moeder zag het en hij zei dat het voor school was. Zijn moeder zei dat hij dan maar gelijk boodschappen moest gaan doen. Eenmaal in de winkel stal hij daar een whiskyfles. Weer thuis verteld hij zijn ouders dat hij naar Buddi gaat; zij vinden het maar niks, want Buddi is geen nette jongen. Roland werd ook steeds slechter in school.

- 33 tot 45

Op de klassenavond aan het einde van het 7e jaar hoorde de vader dit allemaal en ook dat Roland zijn huiswerk slecht verzorgde. Karl-Heinz werd meteen boos, maar de moeder dacht dat Roland gewoon te weinig vitaminen binnenkreeg en stuurde hem naar de dokter. Hij kreeg pillen mee, maar ook het advies om elke avond een kleine cognac te drinken.

Het 8e jaar ging het niet beter. Buddi had voor zijn 15e verjaardag een soort van scooter gekregen. Na de les komt Buddi naar hem toe met een fles drank. Buddi zei; de school is zo groot, het valt toch niet op als wij weggaan. Dus ze gingen op zijn scooter weg. Ze kwamen onderweg op het idee om naar de film te gaan.

De jongens hebben zoveel gedronken, dat zij op het bouwterrein waar zijn naar toe zijn gelopen, veel schade aanrichten. Ze hadden niet in de gaten dat er al twee politieagenten waren gekomen. Thuisgekomen sloeg zijn vader hem overal, terwijl zijn moeder riep: Karl-Heinz, sla hem niet dood!

Na dit voorval moest Buddi het internaat in, Roland kreeg 4 weken huisarrest en geen zakgeld. Ondanks kreeg hij van zijn moeder 10 euro, waar hij meteen drank van kocht. Daarna ging hij stelen van zijn moeder. Zijn moeder vond twee lege flessen, en werd boos, maar vertelde dit niet tegen zijn vader. Maar toen zijn vader later ging kijken waarom de wc het niet deed en een fles vond in de wc-kast, kwam hij er toch achter.

Voor zijn 15e verjaardag kreeg hij geen scooter, alleen een camera. Op een dag moest Renate mee naar een oudergesprek. De mevrouw verteld Renate dat haar zon waarschijnlijk een alcoholverslaving heeft.

45 tot 56

Roland neemt zich voor minder te gaan drinken, en wil voortaan Appelwijn gaan drinken omdat dat niet zo slecht is. Roland moet vaak ’s nachts overgeven. Hij kreeg van zijn moeder ook kleine roze pilletjes, tegen de slapeloosheid. Hij stal ook nog regelmatig van zijn moeder, en had in de klas ook schulden.

Midden het 9e schooljaar kwam Elisabeth Kühn in de klas, waar hij verliefd op werd. Hij hoorde dat Elisabeth en een paar anderen zaterdag naar het dorp zouden gaan, en Roland ging ook. Hij bleef niet lang, en praatte ook niet echt met haar. De volgende dag probeert hij wiskunde te maken, maar hij snapt er niks van. Later tijdens zijn proefwerk krijgt hij het warm en Elisabeth biedt aan om met hem even frisse lucht te halen. Dan haalt Roland een fles alcohol tevoorschijn en drinkt, wat Elisabeth een beetje raar vindt. De leraar geeft hem nog een tweede kans, en tipt hem om met Elisabeth samen te leren. Dat gaat goed en hij maakt het proefwerk prima.

Zijn vader reisde nog meer dan ooit en zijn moeder had last van depressies, daarom ging hij vaak naar Elisabeth na school. Ze werden verliefd.

56 tot 66

Karl-Heinz is gepromoveerd, dat vieren ze met veel alcohol. Hij heeft nog iets vergeten op het bureau, Roland gaat mee en daarna drinken zij nog een biertje bij Erwin. Roland kon de verleiding om alcohol te drinken niet weerstaan.

Roland had vroeger met klei een olifantje gemaakt. Elisabeth vond hem mooi en Roland beloofde dat hij er ook zo’n een zou geven voor haar verjaardag, over drie weken.

Roland is aan het biljarten tegen Harald, op een feest. Harald vraagt of Roland niet iemand kent die geïnteresseerd is in whisky, want een kennis van hem verkoopt dit. Roland wil wel, maar heeft niet veel geld. Harald verteld dat hij ook zijn fototoestel kan inruilen. Je moet vanaf 12 flessen kopen. Roland had het idee 6 flessen door te verkopen.

Zijn fototoestel bracht echter niet veel op en hij zou over een week nog 50 Mark geven.

Roland brengt de flessen naar de bouwplaats en kletst daar nog wat met Harald.

Roland verkocht maar 2 flessen en bleef de schuld bij Harald houden, wat hij alleen maar opbouwde omdat hij nog meer flessen kreeg en later geld zou betalen.

66 tot 76

Roland werd stil op school. Elisabeth snapte het niet. ’s Avonds kwam hij laat thuis, en zijn vader werd elke keer boos. Ondertussen had hij 250 Mark schuld.

Elisabeth vroeg of Roland zaterdag eerder kwam, om haar te helpen met het voorbereiden van haar verjaardagsfeest. Die zaterdag kreeg hij 10 Mark van zijn moeder omdat hij nog geen cadeau had. Hij kocht daar uiteindelijk een biertje van, want alle winkels waren dicht. Toen hij veel te laat en dronken bij Elisabeth aankwam, werd ze boos en stuurde hem weg.

Daarna ging Roland naar een jeugdfeest, waar zijn oude leraar (Der Thiele) ook was. De leraar bracht hem naar huis. De volgende morgen wist hij niet meer waar hij na Elisabeth naartoe was gegaan. Toen hij de volgende morgen op school kwam, kwamen Harold en een paar anderen geld eisen. Harold had niks meer te zeggen, de andere jongens waren de baas. Roland had snel geld nodig, maar hoe? Hij besloot de ring met een briljant erin, van zijn moeder, te verkopen.

Wanneer zijn vader en moeder erachter komen, zijn ze woedend, vooral Karl-Heinz. Roland zegt; dan kan ik beter gaan, waarop de vader zegt: inderdaad.

Roland wordt wakker op de bouwplaats. Hij drinkt uit de flessen die daar nog lagen.

76 tot 91

Hij hoort vaag de stemmen van de politie, die hem naar het ziekenhuis brengen. Zijn ouders komen naar het ziekenhuis en zorgen goed voor hem en beloven dat hij weer gezond wordt. Roland is nu 19. Thuis spreken zijn ouders niet meer over de ring.

De dokters geven Roland adreslijsten mee van alcoholbegeleiders. Roland was wel geschrokken van hetgeen wat de artsen zeiden; de gevolgen van zoveel drinken. Zijn vader en moeder gaven hem veel steun. Ook kwam Elisabeth langs en Roland vertelde dat hij al zes weken niks meer gedronken had. Roland wilde niet meer terug naar school, hij wilde bijvoorbeeld leren voor fotograaf. Der Droste bood Roland dit aan.

Onderweg hiernaartoe kwam hij zijn oude leraar weer tegen. Hij had net zijn vrouw weggebracht en had haast want zijn dochter Miriam had koorts en hij moest voor vanavond een manuscript afhebben. Hij ging met de leraar mee en las Miriam voor. Roland vertelde hem dat hij al twee maanden alcoholvrij was. Het ging slechter met Miriam en de leraar werd nerveus, want hij moest het manuscript nog wegbrengen. Roland bood aan dit te doen.

Onderweg kwam hij Buddi tegen, hij had een paar dagen vrij van het internaat. Buddi en hij besluiten een biertje te gaan drinken, op Buddi’s aandringen. Ze zijn blij elkaar weer te zien. Ze komen langs het huis van oude Marecke. Buddi wil graag naar binnen, maar Roland niet. Uiteindelijk bellen ze toch aan. Marecke heeft ongelofelijk veel boeken. Ze is slecht ter voet. Marecke pakte eerst maar 2 glazen, maar daarna toch nog eentje erbij voor zichzelf: ‘na al die jaren kan een glas geen kwaad’, zei ze. Na haar vierde glas voelden de jongens zich ongemakkelijk. De oude Marecke staarde hen aan. Ze gingen snel, en lieten de nog halfvolle fles achter.

Roland ging naar de bouwplaats, om na te denken. Hij was het manuscript helemaal vergeten. Hij denkt over heel veel dingen na.

Daarna gaat hij. Op de straat komt hij een vrouw en man tegen; die tegen elkaar zeggen: ‘Kijk dan daar, het is ongelofelijk! Ze moeten werken, werken moeten ze! Dan gaan ze ook niet drinken.’