Titelverklaring: Marte Jacobs is de jeugdliefde van Emile.
Motto/opdracht: er is geen motto of opdracht.
Autobiografische elementen: Krabbé is zelf geboren in 1943. Dat zou betekenen dat hij eind jaren vijftig zestien jaar is. Hij heeft al eens in een afgegeven interview dat er sprake is van een autobiografisch gegeven met betrekking tot een jeugdliefde.
Chronologie: Het begint bij het punt dat hij 53 is en een etentje heeft met zijn oude vrienden. Het punt dat hij een beetje over zijn leven verteld en over zijn gedichten.
Maar dan begint de flashback naar Marte. Hoe hij haar heeft leren kennen, hoe zij elkaar weer hebben ontmoet, hoe ze elkaar uit het oog verloren en elkaar zo nog twee keer hebben ontmoet. En wanneer ze elkaar voor de laatste keer hebben gezien. Hierna verteld hij tot het punt dat hij 53 jaar is. Het is dus een soort cirkel, je begint op een punt, dan verteld hij wat er nou echt is gebeurd, en je eindigt weer op het punt waar de schrijver het verhaal begon te vertellen. Hij weet dus ook van te voren al wat er gaat gebeuren.
Verteltijd: Het boek heeft 166 bladzijden en het lezen ervan duurde ongeveer drie/vier uur.
Vertelde tijd: Het verhaal doet er dus 37 jaar over, vanaf dat hij 16 is, tot hij 53 jaar is.
Fabel en Sujet: fabel en sujet komen niet overeen, want het verhaal is niet chronologisch vertelt.
Sujet: 1 2 3 4 5 6 7.
Fabel: 2 3 4 5 6 1 7.
Spanningstechnieken.
- Vooruitwijzing. In het eerste hoofdstuk. Maar het werkelijk vreemde van die avond ontdekte Emile pas maanden later, toen hij een aankondiging zag van Reiffs nieuwe roman. Een Meisje uit mijn Jeugd. En bij het honderdjarig jubileum zegt hij dat dit het laatste is wat hij van Marte zag.
Korte spanningsboog: wie is Marte Jacobs?
Lange spanningsboog: wat is dat voor een boek van Willem Reiff? Waarom zijn Marte en Emile niet samen?
Belangrijke open plek: waarom heeft Marte zelfmoord gepleegd?
Literair-historische motieven: zoektocht, verloren liefde, rivaliteit.
Leidmotief: Emile Binenbaum, de schrijver van "pasgeboren girafje".
Dit leidmotief wordt heel vaak herhaald in het boek, want alle schrijvers en dichters zeggen dit als ze horen dat hij Emile Binenbaum is.
Betekenislaag: pak je kans, want voor je het weet is het te laat.
Verhaallijnen: er is maar 1 verhaallijn.
Belangrijkste gebeurtenis: wanneer Emile Marte ontmoet. Sindsdien blijft hij altijd aan haar denken. Het boek gaat hier ook over.
Tijd en decor
Er worden geen concrete jaartallen genoemd in de roman. De eerste keer dat Emile Binnenbaum Marte ziet, is hij zestien jaar oud en zij negen jaar. De hoofdfiguur is vijf en twintig wanneer hij Marte voor de laatste keer ziet. Dat gedeelte speelt zich af in de zestiger jaren gezien de gegevens van de tijd. Daarna pleegt Marte op achttienjarige leeftijd zelfmoord en 35 jaar later komt zijn vriend met onthullingen in zijn roman “Het Meisje van mijn jeugd” Dan is de verteller zestig jaar. Dat gedeelte speelt zich dus af in het begin van de 21e eeuw. Kortom, de roman omvat een periode van het einde van de jaren vijftig (wanneer Emile zestien is) en het begin van de 21e eeuw. Nadat de eerste ontmoeting in Schoorl is geweest waar Marte en Emile samen de tovervoorhoede vormden, spelen de andere ontmoetingen tussen hen zich af in Amsterdam.
Perspectief
Het personaal perspectief (hij-verteller) in deze korte romen berust bij de dichter Emile Binnenbaum. In het kader van het heden (1e en laatste hoofdstuk) vertelt hij in de tussenliggende hoofdstukken over zijn ontmoetingen met zijn jeugdliefde Marte. We zien alle gebeurtenissen worden beschreven door Emilie: we leren zijn gevoelens voor Marte kennen , zijn fantasieën. Dat perspectief is tot het einde toe door de schrijver volgehouden.
Structuur en verhaalopbouw
De roman is onderverdeeld in zeven getitelde hoofdstukken. Krabbé is een meester in het construeren van verhalen. In het eerste en het laatste hoofdstuk worden we in het verhaal-Nu geplaatst, waarbij het zevende hoofdstuk enkele maanden na het eerste hoofdstuk speelt. In het eerste hoofdstuk wordt de naam van Marte Jacobs aan de hand van een foto opgeroepen bij de reünie van oude vrienden. Dat geeft de verteller de gelegenheid om in vijf volgende hoofdstukken over zijn ontmoetingen met zijn grote jeugdliefde Marte Jacobs te vertellen. In het zesde hoofdstuk geeft hij aan dat dit de laatste keer was dat hij haar zag. In het zevende vertelt hij de afwikkeling van het verhaal door in het Verhaal-Nu over de publicatie van de roman van zijn vriend Reiff te vertellen. In dat boek wordt het einde van Marte Jacobs beschreven. Eigenlijk heeft Marte Jacobs dus de structuur van een kadervertelling (raamvertelling) : het verleden wordt ingeklemd tussen twee delen van het heden.
Zo wordt het een opening in handeling. Het einde is gesloten: Emile Binnenbaum weet wat er met Marte is gebeurd en wat ze voor hem heeft betekend.
Begin: het begin gaat over Emile en hoe hij over Reiff denkt en waarom hij zijn gedichten las. Dan zijn ze op een bijeenkomst van vrienden.
Einde: Emile leest het boek van Reiff en komt erachter dat Marte wat met Reiff had. Het is een open einde, want je weet niet waarom Marte zelfmoord heeft gepleegd.
Stijl
Hij gebruikt "gewoon" modern Nederlandse woorden. De tekst bestaat vaak eerst uit een korte zin en dan een lange zin met veel komma´s.
Twee voorbeelden, voorbeeld 1 op bladzijde 119: Hij ging te voet. De kracht om zijn fiets van het slot te halen, of te bedenken welke tram hij moest hebben, had hij niet.
Tweede voorbeeld op bladzijde 124: Ik stond klaar om met jou mee te gaan. Dat meegaan zat zo diep in me, al zo lang, dat ik het wel moest geven aan de eerste die erom vroeg, en dat was hij.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden