Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Twee koffers vol door Carl Friedman

Beoordeling 4.4
Foto van een scholier
Boekcover Twee koffers vol
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 4488 woorden
  • 20 juni 2011
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 4.4
10 keer beoordeeld

Boekcover Twee koffers vol
Shadow

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfe…

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter …

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfelschnitt, voert zij geestige gesprekken over de komst van de Messias, terwijl haar vader zelf op zoek is naar koffers die hij lang geleden heeft begraven.

Het boek werd in 1998 verfilmd door Jeroen Krabbé onder de titel left luggage. 

Carl Friedman debuteerde in 1991 met de novelle tralievader, waarin beschreven wordt hoe een kind tevergeefs probeert door te dringen in het kampverleden van haar vader. In 1996 verscheen de verhalenbundel de grauwe minnaar. 

Twee koffers vol door Carl Friedman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Primaire gegevens:
Auteur: Carl Friedman
Titel: Twee koffers vol
Verschenen in: 1993
Aantal bladzijden: 173
Leestijd: 4 uur
Uitgelezen op: 15 november 2010


Verwachting vooraf:
Ik heb dit boek gekozen, omdat de titel me aansprak. Ik heb het boek gevonden op de boekenlijst. En ik vond de omschrijving wel leuk. Ik denk dat het een boek wordt dat ik heel leuk ga vinden. Ik denk ook dat het boek het dagelijks leven van “Chaja” zal beschrijven. Ik ben wel benieuwd wat die dramatische gebeurtenis is die ze bij de beschrijving van het boek aangeven.


Samenvatting:
Het boek gaat over de twintig jarige Joodse Filosofie studente: Chaja. Het verhaal speelt zich af in de jaren ’60 in Antwerpen, Chaja woont op kamers. Omdat ze weinig geld heeft werkt ze in een restaurant en in een bloemisterij. Het werk in het restaurant is niet plesierig dus Chaja neemt ontslag. Met het baantje in de bloemisterij heeft ze niet genoeg geld om haar kamer te betalen dus gaat ze op zoek naar een ander baantje. Ze vindt werk als kinderoppas bij de Chassidische familie Kalman. Het is de bedoeling dat Chaja voor de meisjes Tzivja en Esja (een tweeling) en voor het jongetje Simcha gaat zorgen. Simcha is een vierjarig jongetje dat nog niet zindelijk is en geen woord zegt. Chaja gaat met de tweeling en Simcha elke dag naar het park. Chaja begint steeds meer van Simcha te houden en op een dag koopt ze van haar loon een houten eendje aan een stok. Dit cadeau geeft ze aan Simcha en vanaf dat moment is hij zindelijk en begint hij zelfs te praten.

Meneer Kalman negeert Chaja en vindt haar slechter dan een Gomer (een tempelprostituee) vanwege haar vrije levensstijl.

Omdat Chaja het zo druk heeft, heeft ze bijna geen tijd meer om bij haar ouders langs te gaan, en daar klaagt haar moeder erg over als ze wel langs komt. Ook klaagt haar moeder over haar vader, hij zoekt naar 2 koffers die hij in de 2e wereldoorlog heeft begraven toen hij op de vlucht was. De koffers bevatten spullen uit zijn verleden.

Chaja gaat nog regelmatig langs bij haar vroegere bovenbuurman: Meneer Apfelschnitt. Met hem bespreekt ze alles wat haar bezighoud. Ze praat met hem over haar ouders, de kinderen van de familie Kalman en over haar studie filosofie.

Als Chaja een keer met de kinderen thuiskomt van hun uitstapje naar het park, schreeuwt de conciërge tegen Simcha dat hij de liftdeur dicht had moeten doen en de conciërge wil Simcha’s hand tussen de deur doen. Chaja rent er op af en raakt in een gevecht met de conciërge. Als Chaja aan het einde van de dag naar huis wil gaan, is de ingang gebarricadeerd. De conciërge zegt dat hij de spullen pas weg zal halen als zij hem het geld voor de jas die ze kapot heeft gemaakt betaald heeft. Chaja weigert dit. Als Chaja de volgende dag naar de Familie Kalman wil gaan komt ze mevrouw Kalman en Simcha tegen op straat, mevrouw Kalman zegt haar dat ze deze week beter niet kan komen zodat de woede van de conciërge wat afneemt.

Chaja gaat naar meneer Apfelschnitt en ze gaat ook op visite bij haar ouders. Haar vader is niet thuis want hij is op zoek naar de 2 koffers. Als haar vader thuis komt gevolgd door twee agenten, vertellen de agenten hem dat hij niet zo maar kan gaan graven op zoek naar 2 koffers van vroeger.

Na een week is Chaja blij dat ze weer naar de familie Kalman kan gaan, maar net voordat ze vertrekt staat meneer Apfelschnitt voor de deur. Hij zegt dat hij goed nieuws en slecht nieuws komt brengen. Het goede nieuws is dat haar vader weer schaakt zo als vroeger, het slechte nieuws is dat Simcha is overleden. Chaja weet niet wat ze hoort.
Ze gaat naar de familie Kalman toe om hen te condoleren, maar als ze daar aankomt word haar gezegd dat ze beter weg kan gaan omdat zij schuldig is aan de dood van Simcha. Chaja is diep bedroefd. Als ze weg wil gaan roept mevrouw Kalman haar en maakt een scheur in haar kleding; dat is een oude joodse traditie als blijk van rouw.

Aan het einde van het studiejaar haalt Chaja haar tentamens maar besluit toch haar studie filosofie te beëindigen om natuurkunde te gaan studeren.


Titel, ondertitel, motto:

De titel "Twee koffers vol" is te verklaren uit het feit dat de Chaja's vader op zoek is naar twee koffers vol herinneringen uit zijn Joodse jeugd. Voor haar vader zijn die herinneringen heel belangrijk, maar de moeder denkt liever niet meer terug aan het (oorlogs)verleden.


Tijd:

Het verhaal speelt zich af in de jaren ’60 net na de 2e wereldoorlog. De tijd waarin het

Verhaal zich afspeelt is ongeveer een jaar, omdat het boek begint in het begin van het schooljaar van Chaja en het eindigt als Chaja is geslaagd voor haar examens en dan toch besluit over te stappen naar een natuurkunde studie.
Het boek begint gewoon bij het begin van een schooljaar en eindigt bij het einde van het schooljaar. In het boek zitten geen flashbacks of sprongen terug in de tijd, dus het boek is chronologisch geschreven.
Het begin van het boek is wel wat bijzonder want het begint met een beschrijving van een foto. En het einde van het boek is niet echt heel bijzonder, er wordt alleen verteld dat Chaja van studie gaat wisselen en dat ze natuurkunde gaat studeren in plaats van filosofie. Het boek heeft een gesloten einde, je kan er niks meer bij bedenken.


Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in een grote stad, namelijk Antwerpen dat ligt in België. Het speelt zich af in het Jodenkwartier, deze wijk is een overblijfsel van de 2e wereldoorlog. De gebeurtenissen spelen zich vooral af in de flat van de familie Kalman en in het park. Het boek gaat over het Joodse geloof, dit geloof ken ik niet echt, dus is het voor mij niet echt een herkenbare wereld.


Perspectief:
Je beleefd het verhaal door de ogen van Chaja, zij verteld wat er is gebeurd. Het ik-perspectief is al vanaf de eerste bladzijde duidelijk merkbaar:
“Ik was toen 20 jaar en ik studeerde filosofie. Zodra ik me op de universiteit had laten inschrijven wilde ik niet langer bij mijn ouders blijven wonen. “


Spanning:
De spanning in dit boek zat, denk ik, in de momenten wanneer een conflict ontstaat tussen de conciërge en Chaja. En er zit ook wel enige spanning in het moment dat Chaja naar de familie Kalman gaat om hen te condoleren met de dood van Simcha.


Thema/motieven:
Het thema’s van het boek, twee koffers vol, zijn:

• Religie
• Relatie oppas-kind
De motieven waar je dit aan kan herkennen zijn vooral de vele joodse termen die worden gebruikt in het boek en ook de relatie tussen Chaja en Simcha kun je opmaken uit het feit dat ze liever bij Simcha is dan bij de rest van de kinderen waar ze op moet passen.


Personages:
• Chaja: (hoofdpersoon) zij is 20 jaar, studeert filosofie en als bijbaantje past ze op 3 kinderen uit een orthodox joodse familie, de familie Kalman. Zelf is Chaja ook joods. Maar zij besteed niet zo heel veel aandacht aan haar geloof.

• Simcha: één van de 3 kinderen waar Chaja op past, hij is haar oogappel. Simcha is vier jaar en plast nog in zijn broek. Op een gegeven moment gaat dit over en krijgt hij ook meer zelfvertrouwen. Dit heeft hij te danken aan Chaja.

• De vader van Chaja: hij kan zijn oorlogsverleden niet van hem afzetten en is op zoek naar zijn identiteit die hij denkt te vinden in zijn 2 koffers die hij in de 2e wereldoorlog heeft begraven aan de andere kant van de stad.

• De moeder van Chaja: zij praat liever niet over haar oorlogsverleden, zij probeert dit voornamelijk te vergeten door te weven en heel veel en vaak nieuwe recepten uit te proberen.

• De moeder van Simcha: zij leeft heel erg streng volgens de Tora, maar zij is wel wat losser in haar geloof als de vader van Simcha.

• Meneer Apfelschnitt: de oude buurman van Chaja, hij leeft in de flat bij Chaja’s ouders. Als Chaja iets dwars zit gaat ze langs bij meneer Apfelschnitt om hem alles te vertellen wat haar dwars zit en vaak helpt hij har dan ook.

• De conciërge: een gefrustreerde man, hij vind het niet zo heel prettig dat de joodse familie Kalman in de flat woont. Maar aan het einde draait hij wel wwer een beetje bij, hij vind het toch wel erg dat Simcha verdronken is.



Eigen oordeel:
Ik vond het boek wel interessant, vooral omdat je veel boeken hebt over de 2e wereldoorlog en niet zo heel veel van na de oorlog.
Ik vind het wel jammer dat de sommige onbelangrijke dingen (zoals een feest waar Chaja heen gaat) zo uitvoerig zijn beschreven. Dit maakt het soms langdradig en dat leidt af van het verhaal. Waarschijnlijk doet de schrijver dit express om te zorgen dat je tijdens het wachten op het vervolg van het verhaal er een spanningsopbouw ontstaat en dat je ondertussen ook iets kan leren over de joodse gebruiken en andere dingen (bijvoorbeeld hoe Chaja ongeveer leeft en hoe ander mensen denken).
Er kwamen voldoende gebeurtenissen in voor, het waren er niet te veel zodat je er niks van begrijpt en ook weer niet te weinig, anders zou het boek wel heel saai en langdradig zijn.
De meeste gebeurtenissen waren gewoon normaal beschreven en de gebeurtenissen zijn ook heel realistisch en geloofwaardig beschreven, behalve de ontspanning uit het raam.
Van de meeste gebeurtenissen had ik wel verwacht dat ze zo liepen, alleen de dood van Simcha had ik niet verwacht en niet op die manier.
De gebeurtenissen riepen niet echt bepaalde emoties op bij mij, maar ik kan me voorstellen dat sommige mensen er een beetje droevig van worden.
Ik vind de afloop van het boek mooi gemaakt, het is een gesloten einde, maar ik snap nog steeds niet waarom Chaja voor de natuurkunde studie heeft gekozen op het einde.

Ik vind dat de personages uit het boek, twee koffers vol, levensecht lijken, omdat ze dingen doen die gewone mensen ook in het dagelijks leven en hebben ook zo hun eigen problemen en dingen die ze moeten regelen.
Ik kon me gedeeltelijk wel inleven in het hoofdpersonage (Chaja), maar omdat zij een ander geloof is begreep ik sommige keuzes en handelingen niet.
Sommige eigenschappen van het hoofdpersonage kerken ik ook wel in mezelf, bijvoorbeeld dat Chaja heel eigenwijs is en dat ben ik ook wel en ook is Chaja vast besloten om iets af te maken waar ze aan is begonnen, dat heb ik ook vaak.

Ik zou denk ik niet de hoofdpersoon willen zijn, niet alleen omdat ze een studie filosofie doet, maar vooral omdat ze zo veel nadenkt over dingen en zo gediscrimineerd wordt.
Als ik dit boek had geschreven had ik er niet veel aan verandert, ik had vooral de hoofdpersoon niks anders laten doen, want dan zou het verhaal hoogst waarschijnlijk anders lopen en dat is niet de bedoeling.

Ik denk dat dit boek heel vlot te lezen is en dat de schrijver de gebeurtenissen in het boek heel duidelijk en goed beschrijft. Het boek is ook heel makkelijk te begrijpen, dit komt doordat alles zo duidelijk uit is gelegd en ook alles heel goed wordt beschreven, zodat je ook echt snapt hoe alles er voor haar uit ziet.
Sommige stukken in het boek vond ik wel saai, dan werd er heel langdradig beschreven hoe Chaja met de oppaskinderen naar het park ging of hoe Chaja zich had vermaakt op een feest. Er zat niet echt spannende stukken in het verhaal vond ik, maar andere mensen konden natuurlijk het wel als spannend hebben ervaren, ieder heeft daarover zijn eigen mening.
De afloop van het boek dat ik heb gelezen was een beetje verrassend, omdat ik niet had verwacht dat Simcha dood zou gaan,maar het was wel een mooi einde. Het einde van het boek was wel een goed einde, maar ik begrijp nog steeds niet waarom Chaja nu voor die studie natuurkunde heeft gekozen in plaats van de studie filosofie.

Het taalgebruik van het boek was best wel begrijpbaar, dit kwam omdat alles in het boek duidelijk werd beschreven en alle joodse begrippen in het boek werden achter in het boek uitgelegd.
De gebeurtenissen in het boek werden heel helder beschreven, je wist precies waar het over ging. In het boek kwamen niet echt veel dialogen voor zo nu en dan kwam er een dialoog in maar dit gebeurden niet echt vaak. Je beleeft het verhaal echt vanuit Chaja’s perspectief en haar gedachten. Er zijn niet echt speciale stukken die ik echt heel leuk, mooi, spannend of interessant vond.


Verwerkingsopdrachten:

- Recensie 1:

Schrijver
Friedman, Carl

Titel
Twee koffers vol

Jaar van uitgave
1993

Bron
Elsevier

Publicatiedatum
22-05-1993

Recensent
Doeschka Meijsing

Recensietitel
Weerloos tegen het lot : Friedman in discussie met de rest van de wereld

Het wonderlijkste pleidooi dat men houden kan, is het pleidooi voor het lot want dat is niet te keren. Men kan zich wapenen men kan studerenämen kan proberen de hele wereld te begrijpen met God en de hele santenkraam erbij maar tegen het lot blijft men weerloos. Dat lijkt de teneur te zijn van de tweede roman van Carl Friedman Twee koffers vol.

In 1991 debuteerde Carl Friedman met Tralievader waarin met doeltreffende terughoudendheid het leven wordt getekend van een gezin met een vader die een nazi-kamp heeft overleefd. Diezelfde bijna-onaanraakbaarheid van de dingen bereikt Friedman in haar tweede roman. Waarin het verleden veel minder nadrukkelijk aanwezig is, maar aanwezig. Bij deze tweede roman kan al worden gezegd dat Friedmans soberheid karakteristiek is. Ze gaat zo uiterst economisch met haar middelen om. zowel stilistisch. compositorisch als inhoudelijk. dat je in eerste instantie denkt met een eenvoudig verhaal te maken te hebben. Pas na overdenking en herlezing merk je hoe gedurfd het verhaal is, hoeveel facetten het heeft en hoe er een baaierd van werelden en mogelijke werelden is uitgespreid. achteloos alsof het er niet toe doet of je het opmerkt. Hoofdpersoon van het verhaal is de twintigjarige filosofiestudente Chaja. woonachtig op een verwaarloosde zolderkamer tegenover het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Het verhaal is heel vernuftig ingeklemd tussen de eerste en de laatste bladzijde waarin de vertelster meedeelt dat het allemaal al lang geleden is. Tegelijkertijd is het verhaal zelf zo helder en dichtbij als maar mogelijk is. Dat heeft het effect van een grote betrokkenheid en ook van een al lang verstild verdriet. Maar al is Chaja de vertelster van het verhaal, de hoofdrol moet ze delen met de jodenwijk van Antwerpen, achter het Centraal Station. Het is deze wijk waar geassimileerde joden en chassidim naast elkaar wonen en leven. die niet zozeer het decor vormt waar de gebeurtenissen zich afspelen. maar die zelf een van de belangrijkste onderdelen van het vertelde is. Antwerpen is de enige grote stad in West-Europa waar nog zo'n duidelijk herkenbare wijk bestaat Dat mag niet verwonderlijk heten als je zoals een van de personages meneer Apfelschnitt doet overweegt dat België na de oorlog achtduizend joden heeft opgenomen. een relatief groot aantal voor zo'n klein land, vergeleken met Frankrijk dat tweeduizend joden opnam en Canada dat tekende voor zestienduizend. In deze wijk vindt Chaja een bijbaantje als kindermeisje in een streng chassidische familie. De jongste zoon van het gezin gaat voor Chaja een cruciale rol vervullen. In de wijk wonen ook haar ouders! twee mensen die de kampen hebben overleefd. En de vriend van haar vader meneer Apfelschnitt.


Chaja is niet voor niets studente filosofie. In de weinige tijd die haar na haar werk bij het gezin Kalman overblijft bestudeert ze op haar zolderkamer de grote denkers. Ze leest de biografie van Einstein en schrijft hem een brief. Ze leest de verhalen van Baal Sjem Tov. Ze bestudeert het oude testament ze leest de negentiende-eeuwse Franse socialisten en ontdekt tot haar schrik hun antisemitisme. Ze raakt in heftige strijd gewikkeld met een medestudente over Nietzsche.

Een enkele keer gaat ze naar een Studentenbijeenkomst waar over Vietnam en Cuba wordt gedebatteerd. maar de meeste tijd zit ze boven haar boeken. tot diep in de nacht. Zo lang dat ze in de paar uur, dat ze slaapt van vuur droomt. Maar haar werkelijke kennis doet ze op in het gezin is Kalman. In de gesprekken met meneer Apftelschnitt en met haar vader en moeder. Meneer Apfelschnitt en haar Vader staan voor de orthodoxe gelovige jood en de geassimileerde jood. Het is werkelijk in een notedop hoe Friedman deze eeuwenoude discussie en de consequenties ervan neerzet. Helder, scherp in twee onvergetelijke figuren die elk hun eigen lot door de roman heen meedragen. Chaja in discussie met de rest van de wereld, zo zou de ondertitel van Twee Koffers vol kunnen luiden. Maar het is nergens een loze discussieer nergens epateren met kennis. Integendeel de samenvattingen van de grote denkers maar vooral de discussies met de andere personages zijn -geestige opgewekt bijna, diepgaand, zonder de dagelijkse werkelijkheid ook maar een seconde uit het oog te verliezen. Het knapst is Friedman in het neerzetten van een handvol personages met een paar kleine observaties een paar dialogen een of twee zinnen over het verleden. Dat gaat zo ongemerkt zo bijna terloops dat je je afvraagt hoe iemand met zo weinig middelen zo'n volledig verhaal kan vertellen over de joodse wijk in Antwerpen. Kleurrijks droevig opgewekt geestige open en gesloten het is allemaal tegelijkertijd.


- Recensie 2:
Schrijver
Friedman, Carl

Titel
Twee koffers vol

Jaar van uitgave
1993

Bron
Het Financieele Dagblad

Publicatiedatum
21-03-1998

Recensent
Mirjam van Hengel

Recensietitel
Kraakvers en ondoorgrondelijk

Het boek begint met een foto. Een portret van hoofdpersoon Chaja, dat hoort bij de periode van haar leven waarover zijzelf in het boek Twee koffers vol (1993) vertelt. Het had, zegt ze, een willekeurige foto kunnen zijn wanneer niet 'een klein detail, zoals details wel vaker doen, de waarheid aan het licht zou brengen'. Het kleine detail dat ze bedoelt is de schim van een duif. En de waarheid die de duif aan het licht brengt is bijna teleurstellend klein: de foto is in Antwerpen genomen. Het gaat hier niet om een grote, abstracte waarheid, maar om waarheid als iets concreets, als iets dat aan tijd, plaats en persoon gebonden is. Het grote en het kleine, het abstracte en het concrete, het persoonlijke en het universele. Daartussen beweegt zich alles in deze roman. Er is wel gezegd dat Friedman in Twee koffers vol achteloos de meest veelomvattende onderwerpen aansnijdt, maar er is hier geen sprake van achteloosheid. Er zijn integendeel weinig boeken die van een grotere zorgvuldigheid getuigen. Alles staat op z'n plaats: de ontroerende gesprekken tussen Chaja en Simcha Kalman, het jongetje wiens kindermeisje ze is; de beeldspraken ('De straat vulde zich met felgekleurde dekens, die in de handen van de vrouwen afwisselend opbolden en neerdaalden, als de golven van de Rode Zee zelf'); de pijnlijke waarheden over antisemitisme en de menselijke behoefte aan religieus houvast als hulp bij het leven van een leven. Zoals in Carl Friedmans debuut Tralievader (1991) de veertig korte hoofdstukjes elk het effect hebben van scherpe, goed gemikte kogeltjes, lijkt het ook in Twee koffers vol alsof alles wat er niet toe doet is weggekrabt. Wat aan taal en verhaal overblijft is, op alle niveaus binnen het boek, even bestendig als buigzaam. Die niveaus lopen voortdurend door elkaar. Chaja, joods en studente in Antwerpen, werkt om haar studie te bekostigen als kindermeisje bij de chassidische familie Kalman. Ze vat een grote liefde op voor het onooglijkste jongetje uit het gezin, de vierjarige Simcha die nog in zijn broek plast en het liefst een eend wil zijn. De familie Kalman beschouwt haar als een slechte, want ongelovige vrouw en de ontknoping in haar verhouding tot hen is dramatisch. Chaja studeert filosofie en omdat het moet buigt ze zich over Plato of het metafysisch rationalisme maar liever leest ze over natuurkunde en natuurfilosofie. En, omdat ze Simcha's wereld wil leren kennen, over jodendom en joodse geschiedenis. Ze bestudeert de Mozaïsche wet, leest over Baal Sjem Tov die de chassidische beweging stichtte en voer daarnaast gesprekken met haar vader en met meneer Apfelschnitt, een oude huisvriend, over hun kijk op het jodendom. Chaja's vader is na jaren ineens op zoek naar twee koffers die hij, op de vlucht in de oorlog, ergens in de stad heeft begraven. Hij gelooft dat joden de gruwelen van de geschiedenis steeds hebben overleefd door zich aan te passen, dat dat hun kracht is. Dit in tegenstelling tot meneer Apfelschnitt, die zich juist door die gruwelen weer tot het jodendom bekeerde en die op zijn manier pleit voor vasthouden aan de eigen identiteit. Meneer Apfelschnitt weet dat Chaja gaandeweg leert: dat de jodenhaat van alle tijden is. Hij leerde het toen hij merkte dat er na de oorlog weinig veranderd, Chaja leert het door confrontaties met de antisemitische huisbaas van de Kalmans; door de bekladding van de banken in het park met het woord 'stinkjoden'; door het contact met een studiegenootje dat dweept met Nietzsche en zich voorstaat op haar 'judenfreie' opvoeding. 'De oude jodenhaat is met zijn tijd meegegaan', zegt Apfelschnitt. 'De haat is hetzelfde gebleven, maar de verklaring ervoor is aan de moderne tijd aangepast.' Verklaringen heeft Chaja zelf niet. Haar behoefte om uit te zoeken hoe dingen in elkaar zitten komt voort uit een soort van opstandig optimisme, ook al ziet ze hoe de geschiedenis zich herhaalt. Ze probeert voor alles zelfstandig na te denken, ondanks het feit dat generaties religieuze denkers, filosofen en wetenschappers zich al hebben gebogen over dat waar zij zich over buigt. Meneer Apfelschnitt mag citeren dat het jodendom de enige godsdienst is die 'verlossing belooft in ruil voor kritisch denken' - Chaja zegt eerst nog even dat alle zogenaamde geleerden ook overal maar een slag naar slaan. 'De meeste filosofen weten niet meer dan u of ik, meneer Apfelschnitt.' Ze laat zich door geen enkele oplossing zomaar verleiden. Haar zoektocht begint met haar twijfel aan het bestaan van God en botst op zeker moment op twijfel aan haar twijfel. Wanneer ze leest dat ook Einstein, uitgerekend de man 'die God te slim af was geweest' meent dat zich in het universum een superieure intelligentie openbaart, schrijft ze hem een 'brief' waarin ze vertelt dat ze zijn boek Mein Weltbild leest. 'Geen succes, want bladzijde 26 en 27 kleven stijf aan elkaar: er zit een plak kaas tussen (...) Ik vraag me af of God in de theoretische fysica niet net zo misplaatst is als een plak kaas in een boek.' God blijft haar een raadsel. Ze begrijpt niet waarom er zoveel bewondering bestaat voor iemand die iets zo essentieels vergeten heeft in zijn schepping: de mensen medelijden te geven. Dat waar Chaja van onder de indruk is, heeft nooit met zekerheden te maken maar altijd met kwetsbaarheid. Ze raakt ontroerd door haar vader, die denkt dat de koffers hem terug kunnen geven wat hij verloor in de oorlog - zichzelf, zijn verleden. En natuurlijk door Simcha - kwakende Simcha die ze 'voorleest' hoe God op de vijfde dag de eendjes schiep 'want van alles onder de zon zijn de eendjes Me het liefst'. Waarom houdt Chaja zoveel van Simcha? Omdat Simcha in staat is om, in tegenstelling tot wat Chaja bij anderen ziet, over de muur te stappen die hem de weg naar zijn doel verspert? Of omdat ook zij in iets - iemand - moet geloven? Wat Twee koffers vol bijzonder maakt, is dat niet alleen de verklaringen voor het grote en abstracte afwezig zijn maar ook die voor de dichtbije, menselijke dingen. Het enige inzicht dat Chaja aan het eind heeft, is dat de natuur der dingen onvermijdelijk is en dat alles naar zijn eigen aard bestaat. Schaamteloos zijn dan ineens de stoepen 'nat geschrobd' en lijken hemel en aarde 'zo kraakvers als op de dag van hun ontstaan.' Zomaar, zonder dat daarvoor eerst het ondoorgrondelijke leven doorgrond is. Dat is nog eens waarheid.


- Vergelijking/ eigen mening:
Beide recensenten vinden het boek (twee koffers vol) een goed geschreven boek. Ze vinden Carl Friedman een goede schrijfster, die niet alleen boeken schrijft waarvan de betekenis gemakkelijk te vinden is, maar Carl Friedman schrijft de boeken zo dat je een voor de hand liggende betekenis kan hebben, maar ook meerdere betekenissen die je verder moet zoeken, die dus minder voor de han liggend zijn. Volgens de recensenten moet je het boek dus nog een keer lezen om die achterliggende betekenissen te vinden en natuurlijk ook te begrijpen. Ze vinden dat Carl Friedman haar boeken goed schrijft en dat ze niet te veel onzinnige dingen in haar verhaal zet. De recensenten vinden ook dat Carl Friedman niet alleen de dramatiek van het verleden van de mensen die de 2e wereldoorlog hebben overleefd, maar ze benadrukt vooral de geloven van de Jodenhaat voor alle generaties. Ik ben het wel met beide recensenten eens, dit komt omdat ze dezelfde mening hebben. Ik vond dit boek ook een mooi en intressant boek en nu ik na dat ik die recensies heb gelezen meer over het boek na ben gaan denken begrijp ik ook echt wat de recesenten met al die dingen bedoelen. Ik vind wel dat de recensenten soms heel moeilijke woorden gebruiken en dingen heel moeilijk beschrijven in plaats van gewoon rechtstreeks te zeggen wat ze vinden, maar waarschijnlijk is dit een subtielere manier om te zeggen wat ze ervan vinden en daar wordt de recensie ook langer van en ook wel intressanter, want dan ga je nadenken wat ze ermee bedoelen en ga je ook meteen aan het boek denken. De recensenten hebben wel wat dingen genoemd uit het boek waar ik niet eens veel aandacht op had gericht en achteraf denk ik dat die stukken ook eigenlijk best wel belangrijk zijn. Zoals het stuk in de 2e recensie dat zegt: ‘Haar zoektocht begint met haar twijfel aan het bestaan van God en botst op zeker moment op twijfel aan haar twijfel. Wanneer ze leest dat ook Einstein, uitgerekend de man 'die God te slim af was geweest' meent dat zich in het universum een superieure intelligentie openbaart, schrijft ze hem een 'brief' waarin ze vertelt dat ze zijn boek Mein Weltbild leest. 'Geen succes, want bladzijde 26 en 27 kleven stijf aan elkaar: er zit een plak kaas tussen (...) Ik vraag me af of God in de theoretische fysica niet net zo misplaatst is als een plak kaas in een boek.' God blijft haar een raadsel. Ze begrijpt niet waarom er zoveel bewondering bestaat voor iemand die iets zo essentieels vergeten heeft in zijn schepping: de mensen medelijden te geven.’ Ik had dit niet echt gemerkt, ik wist wel dat Chaja aan haar god twijfelde, maar dat Chaja door het lezen van dat boek van Einstein nog meer ging twijfelen aan haar god en dat ze zo veel belang zou hechten aan de brief die ze aan Einstein schreef.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Twee koffers vol door Carl Friedman"