De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3285 woorden
  • 15 juni 2011
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
7 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting van het boek

Samenvatting van het boek:

(Het boek bestaat uit verschillende episodes. Alle episodes beschrijf ik even in het kort:)

Proloog: Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton in Haarlem. De buren heette: Familie van Korteweg.

Eerste episode: De familie Steenwijk zat in de huiskamer. Plotseling vielen er zes schoten. Ploeg, een NSB-er was doodgeschoten. Toen kwamen Korteweg en Karin naar buiten en legden Ploeg bij Steenwijk voor de deur. Peter, Antons broer ging naar buiten om Ploeg te verleggen, maar de Duitsers kwamen plotseling eraan. Peter pakte Ploeg zijn geweer en vluchtte bij Korteweg in huis.
De Duitsers gingen bij de Steenwijks binnen en namen ze mee, waarna ze het huis in brand staken.

Anton werd bij een gewond meisje in de cel gegooid.

Tweede episode: Na de oorlog bleek dat zijn ouders en Peter diezelfde avond nog vermoord waren.
Anton ging medicijnen studeren.
Hij werd uitgenodigd voor een feest in Haarlem waar hij naar zijn oude huis ging. Mevrouw Beumer riep hem binnen. Ze vertelde dat de Kortewegs waren verhuisd.
Er was ook een monument opgericht waar o.a. de naam van zijn ouders opstond.
Hij wilde nooit meer naar Haarlem terug.

Derde episode: Anton slaagde voor zijn kandidaatsexamen en specialiseerde zich in de anesthesie.
Er kwamen nu ook demonstraties tegen het communisme en alles wat daarmee te maken had werd vernield. Anton raakte bij zijn eigen huis bekneld. Fake Ploeg jr. was er ook. Hij nodigde Fake uit. Deze zei dat de dood van zijn vader de schuld was van het communisme.

Vierde episode: Anton deed met goed gevolg examen voor arts. In 1961 trouwde hij met Saskia de Graaff. Zij deed hem aan het meisje in de cel denken.
Een jaar later werd Sandra geboren.


Opeens hoorde Anton iemand praten over schoten. Het was Takes, de man die Ploeg had doodgeschoten. Takes had liever gehad dat de aanslag niet was gepleegd, omdat zijn vriendin gevangen genomen was en later was geëxecuteerd. Anton moest huilen omdat het het meisje uit de cel was.
De volgende dag ging hij naar Takes, waar hij de foto van Truus Coster zag.
Takes wilde weten wat Truus tegen Anton had gezegd, maar hij wist het niet meer.

Laatste episode: Anton was gescheiden en hertrouwd met Liesbeth. Een jaar later werd Peter geboren.
Toen Sandra zestien jaar was, nam Anton haar mee naar de plaats waar Truus geexecuteerd was.
In november 1981 kreeg Anton kiespijn. Hij belde de tandarts, die hem alleen wilde helpen als hij mee zou lopen in een vredesdemonstratie.
Tegen zijn wil ging hij mee. De demonstratie viel mee. Hij voelde zich verbonden met de mensen.
Opeens ontmoette hij Karin Korteweg. Zij vertelde dat zij en haar vader naar Nieuw-Zeeland waren geemigreerd. Daar had haar vader zelfmoord gepleegd, omdat hij bang was dat Anton wraak zou nemen. Hij had het lijk verlegd om zijn hagedissen te beschermen en hij kon Ploeg niet bij de andere buren neerleggen omdat zij Joden in huis hadden.


Analyse van het boek:

Karakterisering:

Anton Steenwijk: In het begin van het verhaal is hij volgzaam, maar langzaam aan wordt hij zelfstandiger en zelfbewuster. Ook wordt hij verder in het verhaal gevoeliger. Hij toont meer emoties als het om zijn verleden gaat.

Saskia Steenwijk: Over Saskia kom je niet zo veel te weten. Wel weet je dat zij veel van Anton houdt en nog meer van hun dochtertje Sandra. Later als ze gescheiden is blijft ze wel goede vrienden met Anton.


Sandra Steenwijk: Ook over haar kom je weinig te weten. Wel merk je aan het verhaal dat ze erg goed met haar vader kan opschieten.

Liesbeth: Van haar weet je dus totaal niets, behalve dat ze met Anton is getrouwd.

Cor Takes: Een oude verzetsheld die de oorlog niet uit zijn hoofd kan zetten, omdat zijn vriendin daarin is omgekomen.


Thema:
Het thema van het boek is wie en waarom. Anton is eigenlijk in het hele boek bezig met het vinden naar de dader die de moord op Ploeg heeft gepleegd. Wie heeft het gedaan en waarom heeft hij dat gedaan?

Conflict:
De moord. Doordat de moord op ploeg wordt gepleegd komt Anton en zijn familie in de problemen. Hij vergeet dit nooit meer en blijft er last van houden.


Motief:

Onverwachts en onschuldig, omdat er iets onverwachts gebeurt verandert het hele leven van Anton waar hij eigenlijk helemaal niks aan kan doen.


Tijd:
Het boek speelt zich af van 1945 tot 1981. Het verhaal beslaat dus bijna 37 jaar. Er komen terugblikken in voor, steeds naar de gebeurtenis van 1945: de aanslag. Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld, maar alleen de belangrijke gebeurtenissen worden verteld. Elke gebeurtenis is een episode. In elke episode worden een aantal dagen detaillistisch beschreven. Het begin van elke episode is een samenvatting van de tijd tussen de twee episodes, dus er wordt gebruik gemaakt van tijdsverdichting.


Ruimte:
Het grootste deel van het boek speelt zich af in Haarlem. De ruimte wordt wel uitgebreid beschreven, maar volgens mij heeft dat niet de functie om het verhaal spannender te maken.



Vertelwijze:
Er is een alwetende verteller. Vooral in de proloog zien we hem aan het woord. Hij maakt opmerkingen, geeft uitleg en weet wat er later gebeurt. De verteller weet meer en dat is handig, omdat Anton in het begin 12 jaar oud is en dan kan hij veel nog niet begrijpen.


Oordeel over het boek:
Ik vond dat het boek te lang en te uitgebreid was. Veel dingen werden veel te langdradig uitgelegd, waardoor het een stuk saaier werd. Ik vond het ook jammer dat er maar weinig actie in zat. De ontmoeting met belangrijke personen uit het verhaal en Anton vond ik ook maar apart gaan.

Verder vond ik het onderwerp wel interessant. Zeker in het begin van het boek, waar de moord plaatsvind.


Recensies over het boek:

Recensie 1:
door Weerwoord, 10-12-1982

Eigenlijk ben ik er een beetje bang voor, om het onderwerp te noemen, dat Harry Mulisch in z'n nieuwe boek De Aanslag behandelt. Veel jongeren, en daaronder zijn ook Weerwoord-lezers, hebben van dat onderwerp de hersens en ook de buik meer dan vol. Onze ouders, grootouders, scholen en kranten hebben er ons eindeloos over doorgezaagd. Hun verhalen zijn als as over onze hoofden uitgestrooid, om in Mulisch beeldspraak te blijven. Waar ik het over heb? Over de oorlog natuurlijk. Om preciezer te zijn: over de Tweede Wereldoorlog. Zo ben je daar nog? Goed, verder dan - 't is namelijk een aardig boek. Niet een geweldig boek. Ik zal je nog vertellen waarom niet. Maar eerst iets over de inhoud. In De Aanslag wordt beschreven hoe de oorlog doorwerkt - nooit echt overgaat - in het denken van de mensen die deze vijf jaren bewust hebben meegemaakt. het grootste deel van het boek speelt dan ook ná de oorlog. Zelfs tot in 1981. Hoofdpersoon is Anton Steenwijk. In januari '45 heeft hij de leeftijd van wat nu een brugklassertje heet. In de straat waar hij woont, wordt door mensen uit het Verzet een N.S.B.-politieman doodgeschoten. De buren zijn bang voor wraakacties van de Duitsers en leggen het lijk voor Antons huis. Die wraak komt: Antons huis wordt platgebrand, z'n ouders en z'n oudere broer Peter worden ter vergelding eveneens doodgeschoten en Anton wordt opgevangen door een oom en tante in Amsterdam. Dan zitten we op pagina 73. de rest - zo'n 180 pagina's - is naspel, zegt Harry Mulisch en hij bedoelt dat niet alleen in het boek, maar ook in werkelijkheid. Het naspel zal voor de direkt-betrokkenen pas eindigen, wanneer de laatste die de oorlog heeft meegemaakt, overlijdt. Wat houdt dit naspel in? In de oorlog deden zich momenten voor, waarvan Mulisch schrijft: "Het maakte zich los van alles wat er aan voorafging en er op zou volgen, snoerde zich in en begon de reis door zijn (Antons) verdere leven, aan het eind waarvan het uit elkaar zal spatten als een zeepbel, waarna het zal zijn of het nooit gebeurd is." (pag. 32) De Ortskommandant (die op pag. 62 in gebrekkig Nederlands zegt: "De oorlog kann ja überhaupt niet lang meer duurn. Dann zal dat alles een boze droom zain" heeft ongelijk. Het is meer dan een droom. Veel dingen in het leven zullen voor Anton aanleiding zijn om die droom opnieuw te beleven. Het verleden heeft het heden overwoekerd: "Zijn familie was ontweken naar een domein, waar hij zelden aan dacht, maar waar op onverwachte momenten soms een flard van opdook: als hij op school uit het raam keer, of op het achterbalkon van de tram: een donker oord van kou en honger en schoten, bloed, vlammen, geschreeuw, kerkers, ergens diep in hemzelf en daar vrijwel hermetisch afgesloten." (pag. 80). Maar nooit hermetisch genoeg - zelfs in 1981, als Anton meeloopt in de grote vredesdemonstratie op 21 november en bij het Museumplein belandt, keert er iets terug: "Even, maar niet lang, dacht Anton aan de bunkers die hier ooit hadden gestaan, het Wehrmachtsheim en rondom de Duitse instanties in de villa's, waar nu de Amerikaanse ambassade was..." (pag. 231). Er zijn meer momenten in De Aanslag waarop dit Anton overkomt. De oorlogservaringen vertekenen en verkleuren alles: "Hij stond met zijn rug naar de toekomst en met zijn gezicht naar het verleden", lezen we op pagina 208. het is dan ook geen wonder dat voor Anton de tijd een vreemd effekt krijgt: "Die afstand van vijf maanden tussen januari 1945 en juni 1945 was voor Anton onvergelijkelijk veel langer dan de afstand tussen januari 1945 en de huidige dag: in die vervorming van de tijd school later zijn onmacht om zijn kinderen duidelijk te maken, wat de oorlog was geweest." (pag. 79). En dit is wat Mulisch - plaatsvervangend voor Anton - in dit boek mijns inziens heeft willen doen: wie de oorlog niet heeft meegemaakt, begint enigszins te begrijpen hoezeer die vijf, inmiddels verre jaren ook nu nog alles kunnen overkoepelen. Enigszins begrijpen, schrijf ik voorzichtig, want ik heb niet het gevoel dat Mulisch daar helemaal in is geslaagd. Daarover het volgende. Uit de periode 1945-1981 zijn de belangrijkste momenten van Antons leven gelicht. Momenten die hem steeds weer terugvoeren naar die ene avond en nacht in januari '45. want in de loop van zijn leven komt Anton steeds weer mensen tegen die op een bepaalde manier bij De Aanslag betrokken zijn geweest. Elk van die mensen lost een stukje van Antons puzzel op: de man de politieman doodschoot, de verschillende buren-van-toen, de zoon van de gedode politieman, etc. Deze kompositie van het boek levert voor mij een paar problemen op. Om te beginnen krijgt De Aanslag door deze jaren gedurende rekonstruktie iets kunstmatigs, iets geforceerds. Anton loopt werkelijk iedereen die voor verheldering kan zorgen tegen 't lijf. Dat is te toevallig om nog toeval te zijn. Je kunt er als lezer haast op zitten wachten. Omdat het boek ophoudt, wanneer Anton alle stukjes van de puzzel heeft, gaat van het boek te veel de suggestie uit dat alle problemen zouden zijn opgelost, als hij de feiten maar eenmaal kent. Dat zou een makkelijke therapie zijn! Natuurlijk is dat niet zo, dat weet Mulisch ook wel en hij probeert er aan te ontsnappen door Anton zo nu en dan emotioneel te laten reageren. Hoewel dit een psychisch proces veronderstelt, blijft het eigenlijke proces - wat beweegt Anton? - wat mistig in dit boek. De standpunten van ieder die hij ontmoet worden duidelijker dan die van hemzelf. Hier wreekt zich de tweede kunstmatigheid: Mulisch gebruikt Anton om de lezer te vertellen hoe erg het was en op welke manieren mensen ook nu nog met de gevolgen van de oorlog in hun hoofd rondlopen. Net als aan Anton, word de lezer alles uitgelegd: eigenlijk is de lezer Anton. En omdat Mulisch niet weet wie de lezer is, komt Anton niet echt tot leven. Nog sterker geldt dit voor Antons direkte verwanten. Z'n eerste en tweede vrouw; z'n kinderen uit beide huwelijken - je krijgt er als lezer geen idee van wat hen beweegt en wat zij van Anton vinden. De konfrontatie tussen heden en verleden blijft uit. Niet alleen de vage familiekring maakt dit duidelijk. De momenten waarop Anton iemand ontmoet die met De Aanslag te maken heeft gehad, zijn door Mulisch niet willekeurig gekozen. De Koreaanse Oorlog in 1952, de inval in Hongarije in 1956, de Vietnamese Oorlog in 1966 en de IKV-demonstratie op 21 november 1981 in Amsterdam zijn momenten die belangrijk zijn in de na-oorlogse geschiedenis van ons land. Hevige politieke en maatschappelijke diskussies waren er toen gaande - maar Anton is nauwelijks betrokken. Steeds komt er iemand uit het verleden naar voren die hem het zicht ontneemt op wat er nu gebeurt. Bovendien heeft Anton weinig politieke interesse: hij wordt door Mulisch afgeschilderd als een vage D'66-er. Ook hierdoor wordt de boodschap van Mulisch helder: wie met oorlogservaringen rondloopt,, zoals Anton, vindt maar moeilijk aansluiting in deze wereld. De geestelijke isolatie is duidelijk. Wat niet duidelijk is, zijn de gevolgen die dit voor het heden heeft. Behalve het verleden is er niets dat een beroep op Anton doet. Op zich is deze isolatie een boeiend thema, maar dat zelfs Antons familieleden geen poging doen hier doorheen te breken, doet afbreuk aan het boek. Mijns inziens heeft Mulisch hier een kans gemist om een werkelijk kompleet boek te schrijven: het zou zowel Anton als zijn familieleden tot leven hebben gewekt. Toch een aardig boek? Jazeker. De poging om nu eens niet een boek over de oorlog te schrijven, maar over de gevolgen die de oorlog ook nu nog voor mensen kan hebben, maakt het bijzonder.

Uiteindelijk positief.



Recensie 2:

door August Hans den Boef, 01-10-1982

Harry Mulisch' zevende en nieuwste roman De aanslag maakt in vele opzichten een vertrouwde indruk. Om te beginnen het centrale gegeven van het boek, dat door de oorlog is bepaald. De Haarlemse jongen Anton Steenwijk speelt op het eind van de hongerwinter met zijn ouders en zijn oudere broer Peter een spelletje "Mensch erger je niet" wanneer ze worden opgeschrikt door schoten. Buiten ligt het lijk van een NSB'er. Iedereen wordt gearresteerd en pas later verneemt Anton dat zowel zijn broer als zijn ouders gedood zijn. In vier volgende episoden die respectievelijk met het jaartal 1952, 1956, 1966 en 1981 worden aangeduid, komt hij langzamerhand meer over de achtergronden van de gebeurtenis te weten. Ook dit patroon is vertrouwd: Het stenen bruidsbed (1959) was in evenzoveel episodes opgedeeld.
Mulisch' interesse in historische politieke gebeurtenissen en dan vooral bezien vanuit Amsterdam, de navel van zijn wereld, is niet vreemd aan de keuze van de jaartallen, wat ook in het boek zelf naar voren komt. In 1952 stelt een studentenvriend dat als Anton een flinke vent was, hij in Korea het rode gevaar te lijf zou gaan. Wanneer de Russen Hongarije zijn binnengevallen en de CPN-burcht Felix Meritis door een rabiate menigte wordt bestormd, woont Anton om de hoek. En 1966, dat voor Mulisch een soort jubeljaar moet zijn geweest, verrijkt het verhaal uiteraard met provo's, rookbommen en discussies over Vietnam, al is de opstelling anders dan in Bericht aan de rattenkoning. Afstandelijker, maar ook met aandacht voor andere gebeurtenissen, zoals de vrijlating van Willy Lages. Daardoor sluit deze episode meer aan bij het centrale gegeven.

Wanneer we Anton in 1981 terugzien, bevindt hij zich onder de vredesdemonstranten op 21 november. Hij is daar overigens voornamelijk belandt, omdat zijn tandarts hem anders niet op zaterdag wilde behandelen. Deze witgejaste vredesstrijder is dezelfde persoon als de Korea-fanaat uit 1952. Deze episode laat ook de wat gecompliceerde relatie zien die Anton ten opzichte van de politiek heeft. Hij is niet in politiek geïnteresseerd, stemt zelfs tot leedvermaak van de verteller op D'66, maar weet de tandarts door de verwijzing naar diens vroegere standpunten in verlegenheid te brengen. Net als hij had hij in 1956 genuanceerde ideeën over de gang van zaken rondom zijn communistische buren.

Maar eerst die vertrouwde elementen. De klassieke motieven zijn weer volop aanwezig (vreemd dat Mulisch ontbreekt in Rudi van der Paardts interessante studie Antieke motieven in de moderne Nederlandse letterkunde; Mulisch is de eerste aan wie je bij zo'n onderwerp denkt). Het motto voor De aanslag is van Plinius, voorwerpen hebben de vorm van Griekse letters; Homerische vergelijkingen, maar ook belegen gymnasiumspreuken doorspekken het boek. Belangrijker is dat wanneer Anton van zijn ouderlijk huis droomt. dit versierd is met Griekse ornamenten; dat hij in 1966 de aanslag als "een antieke geschiedenis" ziet, en Antons opstelling tegenover het verleden die van de Grieken is die zeiden "Wat hebben wij niet allemaal nog achter ons," aldus de verteller. De toekomst van gisteren is in dit verband een flauwe woordspeling, maar wat te denken van de hoofdpersoon uit Het stenen bruidsbed, de tandarts Norman Corinth, die Dresden heeft gebombardeerd en middenin de roman stelt: "Ik ben een onder Agamemnon gesneuvelde Griek, die nog leeft."

Klassieke elementen kunnen vaak verbonden worden met freudiaanse thema's: bij Mulisch is het Oidipousmoetief nogal geliefd. Anton heeft een oidipale relatie met een verzetstrijdster bij wie hij na de aanslag in de duistere cel wordt gezet. Deze vrouw is de eerste waardoor hij erotische gevoelens ervaart en meer dan twintig jaar later, als hij haar identiteit verneemt en haar foto ziet, beseft hij dat zijn echtgenote Saskia exact beantwoordt aan het beeld dat hij al die tijd van het gezicht van deze vrouw heeft meegedragen.

Alchemie en mystiek zijn eveneens aanwezig: op kritieke momenten duikt een dobbelsteen op, Antons hobby is het verzamelen van oude navigatieinstrumenten en tegenover zijn beroep, anaesthesie, heeft hij een wel heel ongebruikeleijke houding: hij meent dat patiënten toch registreren wat er met hen gebeurt. Bizarre waarnemingen van zijn omgeving zijn hem evenmin onbekend.

De Haarlemse verzetstrijder, Truus Coster, heeft bijzonder veel weg van Hannie Schaft. Juist wanneer je de verschillen met de biografie van Hannie Schaft signaleert, blijkt dit een kwestie van een andere volgorde van de gebeurtenissen of een andere rolverdeling te betreffen. Maar de executie - april 1945 - in de duinen is identiek. Mulisch wekt de indruk dat het vooral de Hannie Schaft van Ben Verbong is die hem heeft geïnspireerd, minder die van Theun de Vries of Ton Kors. Er treden nog andere "bestaande", figuren in De aanslag op, Gerben Wagenaar, Geert Lubberhuizen, en misschien nog wel meer, maar zij zijn geen van allen belangrijk voor de handeling. Veel blijft in een aanzet steken.

Ook de literaire verwijzingen dragen niet bij aan de kern van het boek. Het is grappig dat Anton in 1952 een boek van een jonge Haarlemse schrijver aanschaft (Mulisch publiceerde in dat jaar zowel Tussen hamer en aambeeld als Archibald Strohalm). En het is ook grappig dat een gezeten Haarlems burger Van Lennep heet, maar bijvoorbeeld de citaten uit het werk van Van Randwijk zijn relevanter voor het verhaal.


Er is in De aanslag veel aandacht besteed aan de couleur locale, onder meer door fragmenten uit populaire liedjes te citeren (maar de Beatles zongen niet "It was a hard days night", het was: "It's been a hard days night").

Aan het einde wordt het wat overdreven: de dochter van Anton woont samen met een kraker en dat soort grapjes.

Wat de overige elementen betreft is dit de meest conventionele roman die Mulisch ooit heeft geschreven. Ondanks de episodevorm wordt het verhaal aan één stuk door verteld: bij een nieuwe episode wordt telkens beschreven wat Anton intussen heeft beleefd. Hinderlijker is dat er van het begin af aan vooruitgewezen wordt naar latere levensfasen van de hoofdpersoon, wat de spanning eerder breekt dan verhoogt. De stijl is eenvoudig gehouden, misschien wat ironischer dan Het stenen bruidsbed. Maar dat iemand als Mulisch zijn toevlucht neemt tot een cryptogram als structurerend element valt echt tegen. Hij heeft het zich wel gemakkelijk gemaakt. De aanslag is onderhoudend, maar volstrekt niet verrassend. Daardoor baart het boek geen opzien en niet, zoals Mulisch deze week op tv zei, omdat oorlogsthema's niet "salonfähig" zijn.

Uiteindelijk negatief.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"