Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het bittere kruid door Marga Minco

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Het bittere kruid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 2603 woorden
  • 7 april 2011
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
8 keer beoordeeld

Boekcover Het bittere kruid
Shadow

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop …

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerhe…

In 'Het bittere kruid' schrijft Marga Minco (1920) over de Jodenvervolging tijdens de bezettingstijd. In korte hoofdstukken realiseert zij de sfeer van toenemende onzekerheid en angst. Zelfs als de bezetter toeslaat, blijft er nog een spoor van hoop om aan het lot te ontkomen. Met kleine middelen roept de schrijfster een sfeer op van dreiging, ongegronde hoop en verwachting, die precies weergeeft wat in die jaren in de harten van de vervolgden leefde. Sober omslag, duidelijke druk.

Het bittere kruid door Marga Minco
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Het bittere kruid

Samenvatting:
Als de Duitsers aan het begin van de Tweede Wereldoorlog de stad Breda binnentrekken, wordt iedereen geëvacueerd. Grote groepen mensen trekken zuidwaarts in de richting van de Belgische grens. Zo ook vader en moeder Minco en hun dochter Marga (De ik-persoon). De broer van Marga (Dave) en haar 1 jaar oudere zus (Bettie) zitten ondertussen veilig in Amsterdam. Na een paar dagen keert de rust weer terug in Breda en gaat de familie Minco weer naar huis, waar na de copulatie het leven zijn normale loop weer hervat, alsof er niks gebeurd is. Vader Minco, een vrome jood, is een aartsoptimist en meent dat de Duitsers de joden in Nederland netjes zullen behandelen.

Marga, Dave en Bettie hebben het in hun jeugd vaak moeilijk, omdat ze van joodse afkomst zijn, worden ze vaak uitgescholden en geconfronteerd met vooroordelen.


In het eerste oorlogsjaar krijgt Marga een longziekte. (tbc) ze wordt daarvoor opgenomen in een ziekenhuis in Utrecht. Haar ouders verhuizen intussen naar Amersfoort, waar ze gaan inwonen bij Dave en zijn vrouw Lotte. Na een poos is Marga zover hersteld, dat ze buiten het ziekenhuis mag nakuren. Ze gaat ook naar Amersfoort.

In die tijd kwam het moment waarop de bezetters het dragen van een gele Jodenster voor Joden verplichte. Als vader thuiskomt met een pakket vol met van die sterren, gaan Marga, Lotte, Bettie en moeder snel aan de gang met deze op de kleren te naaien. Ze hebben helemaal geen probleem met het dragen van de ster en vinden het juist wel leuk.

Kort daarop worden vader en Dave opgeroepen om zich te laten keuren voor de werkkampen. Beiden worden afgekeurd. Vader heeft huiduitslag, waar hij erge last van heeft en Dave heeft een drankje ingenomen waarvan hij ziek werd.

Als Dave weer is hersteld, laten de Minco’s, net als veel andere Joden, een gezinsfoto maken. Zodat, als er wat zou gebeuren, ze nog altijd een foto van elkaar hebben.

Op een dag komt er een telegram uit Amsterdam: Bettie is opgepakt tijdens een razzia. Na een paar dagen ontvangen ze een kaart van haar, waarin ze schrijft dat ze het goed maakt. Weer later vertelt een kennis uit Amsterdam hun dat Bettie is doorgestuurd naar een concentratiekamp. Ze zien haar nooit meer terug.

In tegenstelling tot veel andere joden besluiten de Minco’s niet onder te duiken, voornamelijk als gevolg van het optimisme van vader.

Als Marga, Dave en Lotte op een dag 3 brieven binnenkrijgen om zich te melden, reageren ze gelaten, Dave vind het zelfs wel avontuurlijk. Ze pakken hun tas in met warme kleren en schaffen kampbekers aan zoals vermeld staat in de oproep. Ze hoeven zich echter niet te melden, omdat Dave en Marga een attest krijgen van de dokter. Lotte mag blijven om hen te verzorgen, want vader en moeder Minco moeten verhuizen naar het “Judenviertel” in Amsterdam, waar de Duitsers een getto aan het inrichten zijn.

Dave en Marga lopen nu dag en nacht in pyjama rond, zodat ze in bed kunnen springen, zodra er gebeld wordt. Ze kunnen nu ook niet meer naar buiten. Marga krijgt hier op een dag genoeg van en besluit met de trein naar Amsterdam te gaan, waar haar ouders in de Sarphatistraat op kamers wonen. Ze haalt de ster van haar jas en begeeft zich dan op weg. Gedurende de hele reis zit ze in spanning, maar de tocht verloopt zonder ongelukken. Haar ouders zijn dolblij haar weer te zien.

Met z’n drieën wonen ze er enige tijd. Ze merken dat er af en toe joodse gezinnen verdwijnen: die duiken onder of worden opgepakt. Als er weer eens een razzia in de straat plaatsvindt, verbergen de Minco’s zich in het souterrain. Een keer wordt Marga op straat voor een ander aangezien en bijna meegenomen. Ze is op dat moment op weg naar de winkel om boterkoek te halen voor tante Kaatje uit het oudeliedengesticht. Die zou komen eten die avond, maar als Marga terug komt hoort ze dat het hele gesticht is leeggehaald.


Bij een andere gelegenheid loopt Marga door de Lepelstraat, waar op dat moment net een overvalwagen stopt. Alle huizen worden leeggehaald. Een soldaat wil Marga ook meenemen, maar omdat ze niet in de Lepelstraat woont mag ze gaan.

Intussen gaat het godsdienstige leven in de joodse gemeenschap gewoon door.

Op een avond zitten Marga en haar ouders aan de thee, als er vrachtwagens voorbij komen rijden. Een paar minuten later wordt er aangebeld, maar voordat ze ook maar iets konden doen zijn ze al binnen. Marga moet de jassen gaan halen, maar in plaats daarvan vluchtte ze snel weg. Zij ziet haar ouders nooit meer terug en voelt zich schuldig dat zij op vrije voeten is.

Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte zijn ondergedoken. Daar is ze enige tijd veilig. Alle drie bleken ze hun haar en Marga krijgt een nieuw persoonsbewijs. Maar de hospita krijgt argwaan en ze moeten een ander onderkomen zoeken.

Ze besluiten naar een adres in Utrecht te gaan en om zo min mogelijk risico te lopen, kopen ze afzonderlijk een kaartje voor de trein. Als Marga in de trein zit, komt Dave binnen, zet zonder een woord te zeggen een tas bij haar neer en verdwijnt dan weer. Als Marga op het afgesproken adres in Utrecht is aangekomen, heeft Dave al opgebeld. Lotte is bij de controle aangehouden en Dave wil haar niet alleen laten.

In Utrecht is er geen plaats voor Marga. Ze gaat daarom diezelfde avond weer terug naar Amsterdam, waar Wout haar op het station opwacht. Wout heeft voor Marga een onderduikadres geregeld bij oom Hannes, een boer uit de Haarlemmermeer, die haar de volgende dag al komt ophalen. Alleen zijn er op de boerderij van oom Hannes al zoveel onderduikers dat er geen plaats meer is voor haar. Hij brengt Marga daarom maar bij een arm landarbeidersgezin onder. Ze hebben daar geen bed voor haar. Ze moet bij de vrouw van de landarbeider in bed slapen, terwijl de man bij zijn zonen slaapt.

Het geld dat Dave bij haar achterliet, raakt op. Ze kan niet langer bij het arme gezin blijven. Wout weet een adres voor haar in Heemstede. Hij heeft ook een nieuw persoonsbewijs voor haar, met een nieuwe naam. Ze leest de naam:het was net of ik aan mezelf werd voorgesteld”

Daar begint ze een nieuw leven.

Epiloog: Na de bevrijding bezoekt Marga de broer van haar vader, die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-joodse vrouw is getrouwd, hebben de bezetters hem ongemoeid laten. Het lot van zijn broer heeft hem erg aangegrepen en iedere dag staat hij bij de tramhalte hem op te wachten, hoewel hij ook bericht van het Rode Kruis gehad heeft over zijn dood.

Hij heeft al jaren een pak met een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag krijgt Marga bericht, dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en krijgt van haar tante het kostuum aangeboden, maar ze wil het niet hebben, omdat ze er toch niets mee kan doen.

Ze mist het geloof van haar oom:”ze zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.”



Titel verklaring:

De titel van het boek, “Het Bittere Kruid”, heeft betrekking op het eten van bittere kruiden tijdens het Pesach, de Israëlische paasdagen. Door het kruid te eten herdenken de joden van nu de bevrijding van hun volk uit Egypte, vele eeuwen geleden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden toen meemaakten. Marga beleeft zelf in de oorlog hele bittere tijden.

Het kruid heeft ook een lange nasmaak. Hiermee wordt bedoeld dat de oorlog nog lang Marga’s leven beïnvloed heeft.

Hoofdstuk 16 van het boek heet ook ‘het bittere kruid’. In dit hoofdstuk denkt Marga terug aan het paasfeest dat ze thuis altijd vierden.


Personages:
Marga Minco: De hoofdpersoon is de ik-figuur en blijft voor de lezer naamloos. De hoofdpersoon uit dit boek, is de schrijfster zelf, Marga Minco. Doordat het een autobiografie is, gaat het hele boek over haar en krijgt zij de meeste aandacht. Het is redelijk makkelijk je in haar te verplaatsen. Marga is een karakter, omdat je het meeste te weten komt over haar jeugd, haar gevoelens en haar relaties met de andere figuren. Haar persoonlijkheid verandert ook in de loop van het verhaal. Ze leert bijvoorbeeld dat de Duitsers wel degelijk gevaarlijk zijn, terwijl ze aan het begin van het boek, net als haar vader, vrij optimistisch was en zeker niet bang. Je kunt je ook heel goed inleven in haar situatie. Marga heeft donker haar en blauwe ogen. In de oorlog laat ze haar haren blonderen, om maar niet opgepakt te worden door de Duitsers. Ze is namelijk van joodse afkomst.

Vader en Moeder: blijven allebei een beetje op de achtergrond gedrukt. Ze worden tijdens het verhaal wel meerdere malen genoemd, maar de lezer krijgt geen goed beeld van haar ouders. Vader wordt nog het duidelijkst beschreven, omdat je van hem te horen krijgt dat hij geen angst heeft voor de toekomst en voor de Duitsers. Hij is optimistisch ingesteld. Van de moeder krijgt de lezer alleen te weten dat ze bezorgd is als een normale moeder. Zij wordt verder niet beschreven.

Dave: is de broer van Marga. Hij is erg dapper en avontuurlijk. Zo nam hij bijvoorbeeld een drankje in waardoor hij afgekeurd werd voor het werkkamp. Hij is eigenlijk ook de enige van de familie die zich vanaf het begin af aan al een beetje verzet tegen de Duitsers.

Lotte: is de vrouw van Dave. Marga kan het goed met haar vinden. Zij is een type omdat ze maar een typerende karaktereigenschap heeft en dat is zorgzaamheid.

Bettie: de zus van Marga. Zij is net als Dave heel dapper.


Wout: een vriend van Marga, die haar in de oorlog helpt aan een onderduikadres.


Perspectief:

Je beleeft het verhaal door de ogen van Marga, de hoofdpersoon uit dit verhaal. In dit boek is de ik-vertelsituatie gebruikt, want in het verhaal kom je alleen maar te weten wat Marga denkt, voelt en meemaakt.

Je kunt de naam van de ik-figuur niet opmaken uit het boek, maar omdat het een waargebeurd verhaal is en het een autobiografie is van de schrijfster, ga ik ervan uit dat de hoofdpersoon Marga Minco heet.


Opbouw:
Het verhaal komt snel op gang. Het begint met een familie die terugkeert naar hun woonplaats, nadat ze geëvacueerd waren in verband met de oorlog. Vanaf dat moment rijgen de gebeurtenissen zich in hoge vaart aan elkaar aan. Het voordeel is dat er maar één verhaallijn is wat er voor zorgt dat het verhaal de hele tijd makkelijk te volgen blijft. Kritische spanning is nauwelijks te vinden in dit boek. Wel zijn er de terugkerende motieven, maar haast geen flashbacks en prospectieve momenten. Van wisselend perspectief is al helemaal geen sprake. Het perspectief blijft gedurende het hele verhaal bij de ik-persoon. In het boek zijn wel vele verspringingen en korte scènes.


Tijd:
Het verhaal speelt zich af vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot net na de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945). De tijd die tussen het einde en het begin verloopt is dus ongeveer 5 jaar. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat alle gebeurtenissen elkaar opvolgen. Er komen in het verhaal wel flashbacks voor, maar dat zijn meestal gedachtes van Marga aan dingen die in haar jeugd gebeurt zijn, zoals het bijna zien verdrinken van haar zus Bettie of het gepest van kinderen uit de buurt, omdat Marga joods was.

Er zitten ook verschillende tijdsprongen in het verhaal, want niet elke gebeurtenis in die 5 jaar wordt verteld. Het beste voorbeeld is denk ik de sprong van het einde van het boek naar de epiloog, want dan is plotseling de oorlog afgelopen, terwijl Marga er eerst nog midden inzat.


Ook is er wel sprake van tijdsversnelling, omdat niet alles uitvoerig beschreven wordt. Als voorbeeld zijn dat de verhuizingen van Breda naar Amersfoort of de keuringen die vader en Dave krijgen voor het werkkamp.

Ook zijn er in het boek vertragingen door de gedachten die door Marga’s hoofd gaan. Als ze bijvoorbeeld door de man in de Lepelstraat wordt aangehouden, beschrijft ze hoe deze man eruit ziet en daardoor krijg je niet echt een doorlopend verhaal.


Ruimte/plaats:
Het verhaal speelt zich op een aantal plaatsen af. In het begin woont de familie Minco in Breda en daarna in het huis van Dave en Lotte in Amersfoort. Als de ouders van Marga moeten verhuizen naar Amsterdam, omdat ze boven de 50 zijn, blijft Marga alleen met Dave en Lotte in Amersfoort. Maar naar een paar maanden mist ze haar ouders en vertrekt ook naar Amsterdam. Als die gearresteerd worden gaat Marga naar haar broer, die inmiddels ook in Amsterdam woont. Samen willen ze vluchten naar Utrecht waar Dave een onderduikadres weet, maar op het station worden Dave en Lotte aangehouden. Omdat er in Utrecht geen plaats voor haar is, wordt Marga naar een onderduikadres in de Haarlemmermeer gebracht. Na een tijd daar gewoond te hebben, gaat ze naar een ander onderduikadres, ditmaal in Heemstede, waar ze tot de bevrijding blijft. Na de bevrijding bezoekt ze nog dikwijls haar oom en tante in Zeist.

Sommige van de huizen, bijvoorbeeld in Amsterdam, worden beschreven: het huis aan de Sarphatistraat had iets sombers. Dit kwam hoogstwaarschijnlijk doordat de kamers hoog waren, het behang een donkere kleur had en omdat het er zwaar en degelijk gemeubileerd was. Het was een typisch Amsterdams huisje

De ruimte is vooral ondersteunend gebruikt. Alles wordt sober en triest beschreven en dat was ook het geval in de oorlog. Het huis, dat symbool staat voor veiligheid, verliest haar functie, omdat er in de oorlog voor de joden niets veilig was. Ze konden elk moment opgepakt worden door de Duitsers.


Thema:

Het centrale thema van het boek is: de problemen en angsten die de joden in de Tweede wereldoorlog hebben gehad en hoe lang deze tijd nog zal nawerken in de periode die ernaar komt. Marga mag zich dan wel goed hebben gered uit de oorlog, ondanks de spanning en de angst die ze heeft gehad en de gevaarlijke momenten dat ze bijna werd opgepakt, is de titel niet voor niks”Het Bittere Kruid”. De dingen die ze heeft meegemaakt in de oorlog zullen nog lang een rol blijven spelen in haar leven. Ze zou nog lang pijn en verdriet kennen in haar leven, omdat ze eigenlijk zonder reden haar hele familie is kwijtgeraakt in de oorlog.

Angst: doordat er altijd een kans is dat je er alleen voor komt te staan of dat je zelf wordt opgepakt. Angst om berooft te worden van je vrijheid.


Steun: ondanks dat de joden veel familieleden, vrienden en kennissen hebben verloren, zijn er toch mensen geweest die ze in het geheim hebben gesteund. Omgekeerd zijn er ook mensen geweest die de joden hebben verraden.

Vluchten: de joden werden gedwongen om te vluchten en onder te duiken op die manier kun je veel mensen verliezen waar je van houdt.

Jodenvervolging: joden worden tijdens razzia’s opgepakt en in concentratie kampen gevangen gehouden.


Motieven:
Motto
Het motto van dit boek staat beschreven op de vijfde pagina en is:
Er rijdt door mijn hoofd een trein
vol joden, ik leg het verleden
als een wissel om

Geschreven door Bert Voeten.

Het motto valt makkelijk te verklaren. De hoofdpersoon probeert haar verleden vol rassenhaat tegen haar omdat zij joods is te vergeten. Zij legt dus als het ware een wissel om, om de trein vol joden over een ander spoor, dat in ieder geval niet naar haar leidt, weg te laten gaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het bittere kruid door Marga Minco"