Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3432 woorden
  • 15 maart 2011
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
9 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Het voorwerk
a. Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Roman
47e druk 2008
Uitgegeven bij: Em. Quierido’s Uitgeverij


b. Leg de titel uit.
De titel hersenschimmen slaat op een man welke dement wordt. Aan het einde van het boek bestaan al zijn gedachten uit schimmen. Het duidt erop dat er aan het einde van het leven niets anders overblijft dan vage herinneringen en illusies.

c. Motto
Het is een motto van Philip Larkin. Het luidt: A touching dream to which we all are lulled. But wake from separately. Het is van het gedicht ‘The building’.


d. Leg het motto uit.

Dit motto betekent ‘Een ontroerende droom waar we allemaal in komen maar waaruit iedereen anders ontwaakt’. Er is dus geen zekerheid in het leven, iedereen gaat een keer dood. Het leven is eigenlijk langzaam dood gaan.



e. Noteer vervolgens relevante gegevens over de auteur.

Bron: website Bernlef en Wikipedia
Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman), geboren in 1937, schreef een groot aantal gedichten, romans, verhalen, toneelstukken en essays. In 1959 stuurde hij enkele niet eerder gepubliceerde verhalen en gedichten in voor de Reina Prinsen Geerligsprijs, die aan hem werden toegekend. De winnende gedichten verschenen in 1960 in Knokkels en de verhalen in datzelfde jaar in Stenen spoelen. De twee boeken vormen samen zijn debuut.

Gedurende de jaren zestig vertaalde Bernlef het werk van diverse Zweedse dichters en schrijvers en recenseerde hij voor onder andere De groene Amsterdammer, Het Parool, De gids en Haagse Post. Met G. Brands en K. Schippers begon hij in 1958 het roemruchte tijdschrift Barbarber. De poëzie die hij in deze periode schreef, werd samengebracht in de bundel Gedichten 1960-1970. Dit verscheen in 1977.

Met de roman Hersenschimmen, in 1984, brak Bernlef door naar het grote publiek: van het boek zijn inmiddels meer dan een half miljoen exemplaren verkocht en het werd in meer dan tien talen vertaald. In 1988 werd de roman verfilmd door Heddy Honigmann, met Joop Amiraal in de hoofdrol.

De Jazz heeft altijd Bernlefs warme belangstelling gehad. Niet alleen dichtte hij over jazz, hij schreef er ook een aantal essays over die in 1993 gebundeld werden in Schiet niet op de pianist en in 1999 in Haalt de jazz de eenentwintigste eeuw? In 2006 publiceerde hij bovendien zijn jazzverhalen in Hoe van de trap vallen.

Het werk van Bernlef is vaak bekroond. In 1962 kreeg hij de Poëzieprijs voor zijn dichtbundel Morene en in 1964 de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Dit verheugd verval. In 1984 werd zijn hele oeuvre bekroond met de Constantijn Huygensprijs. Voor de roman Publiek geheim, in 1987, kreeg hij de AKO Literatuurprijs en in 1994 werd hem de P.C. Hooftprijs toegekend voor zijn poëzie.


2. Tijd

a. In welke tijd spelen de gebeurtenissen zich af?

Het verhaal speelt zich af in de jaren negentig, er zijn auto’s en tv’s. De flashbacks komen voornamelijk in de jaren 40 voor. Hij heeft vooral veel flashbacks naar de oorlog, die hij zelf heeft meegemaakt.


b. Hoeveel tijd ligt er tussen het begin en het einde van de gebeurtenissen?

De vertelde tijd zijn 9 dagen. Tussen de dagen vinden wel tijdsprongen plaats en elke nieuwe dag begint met een cursief gedrukte regel. Dit geldt niet voor de herinneringen die verteld worden. Als je uit gaat van Maarten zijn flashbacks dan wordt er verteld vanaf Maarten zijn jeugd tot 1982. Dus ongeveer 60 jaar.

c. Worden de gebeurtenissen chronologisch verteld? Komen er flashbacks in het verhaal voor?
De gebeurtenissen worden chronologisch verteld, van dag tot dag. Het verhaal wordt wel vaak onderbroken door flashbacks. Dat zijn de herinneringen van Maarten. Soms zijn de flashbacks hele pagina’s en soms zijn de flashbacks een paar regels.


d. Welke gebeurtenissen worden uitvoerig verteld? M.a.w. waar treden in het verhaal vertragingen op?
De gedachtes en de gebeurtenissen van Maarten worden uitvoerig verteld. De verhaalvertragingen komen vooral doordat je constant in het hoofd van Maarten zit.


3. Ruimte

a. Op welke locaties spelen de gebeurtenissen zich af?

Het verhaal speelt zich af in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten. Het speelt zich vooral af rond het huis van Maarten. Het is winter en alles is bedekt met sneeuw. Maarten blijft vooral thuis waar hij samen met Vera woont. Het verhaal speelt zich dus het meeste af in huis, samen met zijn vrouw Vera. In het huis staat een piano en het oude bureau van zijn vader. Hier wordt veel over verteld, want het roept veel herinneringen bij Maarten op.


b. Heeft de beschrijving van de ruimte een functie in het verhaal? Wordt bijvoorbeeld de stemming van de hoofdpersoon geïllustreerd door het decor? (m.a.w. is het een belangenruimte?)

Ja, het is winter en er ligt veel sneeuw buiten. Volgens Maarten is het winterse landschap een voorbeeld van psychische ruimte. In de winter kan er geen onderscheid gemaakt worden tussen bepaalde dingen, en daardoor vervaagt er een hoop. Maarten geeft de wintertijd dan ook de schuld van zijn vergeetachtigheid. Alle herinneringen lijken op elkaar.

Naar mijn idee heeft de schrijver deze locatie uitgekozen met een speciale reden. Maarten valt steeds meer terug in zijn jeugd, waardoor de Amerikaanse omgeving extra vervreemdend aanvoelt.


4. Vertaaltechniek

a. Heeft het verhaal een ik-, een personale of een auctoriale verteller of is er sprake van meervoudige vertelwijze? Licht je antwoord (geef ook voorbeelden) toe.

Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief. Het is dus een verhaal die door de hoofdpersoon wordt verteld in de ik-persoon. Het point of view ligt bij Maarten. Als lezer zit je als ware in Maarten zijn gedachten.

Voorbeeld: Denial. Natuurlijk! Een ander woord voor refusal, vijf letters, beginnen met een d. Daar heb ik nu een uur op zitten prakkiseren. Het is alsof de winterlucht mijn aderen wijder maakt. Misschien is dat het wel, aderverkalking. Je wordt vergeetachtig. Het hoort bij je leeftijd.


Ieder jaar gebeurt er wel wat in je lichaam. De veerkracht verdwijnt uit je voeten. De trap op en af en je moet even hijgend gaan zitten. Je ogen tranen als je lang naar één punt kijkt. De boodschappentas verhuist steeds sneller van je ene naar je andere hand en je ontmoet steeds minder blikken in winkels. Maar dit is anders. Meer een algeheel gevoel van onrust dan een bepaald symptoom. Maar nee, het zou onzin zijn te denken dat er echt iets mis is.’Ik spoor nog prima!’

Naast het ik-perspectief is er ook nog een onbetrouwbaar perspectief. Maarten weet na verloop van tijd bijna niet meer. Je kunt dit zien aan de wijze waarop hij aan het einde zijn vrouw beschrijft, maar zelf geen idee heeft wie het is. Omdat hij dingen niet meer uit elkaar kan houden, kun je er niet op vertrouwen wat nu echt is en wat hij denkt dat echt is.


b. Wie is de verteller?

De verteller is de ik-figuur Maarten Klein. Je leest wat hij denkt en hoe hij voelt hoe zijn lichaam langzaam veranderd.


5. Personages

a. Hoe zien de personages eruit?

- Maarten Klein: Maarten is de 71-jarige hoofdpersoon, over zijn uiterlijk wordt vrij weinig verteld. Hij heeft rechten gestudeerd en werkt bij de Intergovernmental Maritime Consultatieve Organisation, in het boek vaak afgekort als IMCO. In het boek is hij al gepensioneerd maar je leest vaak flashbacks over de tijd van toen hij nog werkte. Maarten takelt steeds meer af in het verhaal door dementie.

- Vera Klein: Vera is de vrouw van Maarten. Haar uiterlijk wordt vaak beschreven door Maarten. Ze is tenger, maar wel mooi.

- Phil Toylor: Phil is de gezinshulp van Maarten en Vera. Het is een mooie, blonde jonge vrouw.


b. Noem karaktereigenschappen van de hoofdpersonen. Geef bij elke karaktereigenschap een voorbeeld van het verhaal. (Let op hun daden, hun uitspraken, hun meningen en hun gedachten). Let ook op wat de verteller over de personages zegt. Soms geven personages meningen over elkaar, maar die zijn vaak niet erg betrouwbaar voor het vaststellen van karaktertrekken).

- Maarten Klein: Je leert Maarten pas echt kennen door de gesprekken met zijn vrouw Vera. Hij is een nuchtere, rustige, beleefde, gevoelige en zorgzame man. Vroeger was hij een hardwerkende man, in het boek is hij met pensioen.


Voorbeeld: Wanneer hij Vera met Ellen Robbins (de vriendin van Vera) hoort praten over zichzelf wordt hij verdrietig. Hij wil niet dat Vera zich zorgen over hem maakt, want er is niks aan de hand. Ook moet hij soms huilen in het verhaal als hij weer merkt dat hij veel vergeet. Vooral als hij samen met Vera naar fotoboeken kijkt kan hij verdrietig worden. Veel herinneringen is hij dan kwijt. Over het algemeen is hij wel vaak een rustig persoon.

- Vera Klein: Vera is een hele lieve, geduldige en zorgzame vrouw. Ze heeft heel veel geduld met Maarten en wordt nooit boos op hem. Ze moet toekijken hoe haar man steeds verder aftakelt. Ze is ook een erg sterk persoon en slaat zich door alles heen. Ze doet er alles aan om Maarten te helpen en neemt uiteindelijk de zware beslissing om hem op te laten nemen in een tehuis.

Voorbeeld: Vera maakt zich heel veel zorgen om Maarten. Zij ziet toe hoe hij steeds weer een stukje verder aftakelt. Ze is heel erg geduldig en probeert door middel van fotoboeken herinneringen van Maarten terug te halen. Wanneer het niet lukt dan legt ze alles uit het verleden heel rustig uit.


6. Relaties
Beschrijf de relaties tussen de hoofdpersonen. Gebruik bij de beantwoording de volgende vragen:

a. Hoe zijn de relaties tussen de hoofdpersonen?

Maarten en zijn vrouw Vera zijn al 50 jaar getrouwd. Ze wonen samen al 15 jaar in Gloucester, in de Verenigde Staten. Maarten en Vera zijn gewoon in Nederland geboren. Ze hebben samen twee kinderen: Kitty en Fred. Zij wonen in Nederland waar zij beide een eigen leven hebben. Ze hebben dan ook weinig contact met hun ouders. Samen hebben Maarten en Vera een hond die Robbert heet. De relatie tussen hun is erg goed. Ze kennen elkaar al lang en vertrouwen elkaar goed. Ze geven elkaar de hulp die nodig is.


b. Is er sprake van een machtsverhouding tussen hen? Waaruit blijkt dat? Hoe zijn ze ontstaan?

Vera heeft wel een beetje de macht over Maarten. Wanneer hij slechter wordt moet zij voor hem zorgen en hem de zorg geven wat nodig is. Met die zorg is Maarten het niet altijd eens.

c. Treden er veranderingen op in de relaties? Maak een vergelijking tussen het begin en het slot van het verhaal.
Aan het begin van het verhaal kunnen Maarten en Vera nog goed met elkaar praten. Samen zijn ze hele dagen thuis en communiceren goed met elkaar. De herinneringen die Maarten heeft zijn dan nog vrij helder. Later in het verhaal worden zijn herinneringen minder en kan er ook minder gecommuniceerd worden tussen Maarten en Vera. Zij moet hem helpen om de herinneringen weer terug te krijgen, maar dit lukt niet altijd. Als Maarten steeds meer gaat dementeren moet hij naar een tehuis. Ze wonen dus niet meer bij elkaar en zullen elkaar niet meer hele dagen zien.


d. Welke conflicten bestaan er of ontstaan er tussen de hoofdpersonen? Wat is daarvan de oorzaak? Hoe worden ze opgelost, of worden ze niet opgelost?

Er ontstaan vrij vaak conflicten tussen Maarten en Vera. Vera vindt bijvoorbeeld dat hij zijn das om moet doen als hij naar buiten gaat. Doordat Maarten aan het dementeren is vergeet hij dat. Hierdoor ontstaan er conflicten. Vera laat het allemaal maar gaan, hierdoor worden het geen echte ruzies.



7. Indeling

a. Op welke manier heeft de schrijver het verhaal ingedeeld: zijn er delen of hoofdstukken of is het een geheel?
Het verhaal heeft 221 bladzijden zonder genummerde hoofdstukken. Het verhaal bestaat uit een geheel.


b. Valt je iets op aan de titels van de delen of hoofdstukken?

Niet van toepassing.


8. Leed en geluk

a. Worden de hoofdpersonages geplaagd door leed en ellende? Zoja, welk leed of welke ellende?

De hoofdpersonages krijgen te maken met de ziekte van Alzheimer. Dit zorgt voor veel verdriet bij Vera. Maarten gaat steeds meer dementeren en zij ziet hoe hij aftakelt. Voor Maarten is het ook lastig om te merken hoe hij steeds meer achteruit gaat. Op het laatst herkent hij zijn eigen vrouw niet eens meer.

b. Wat is er de oorzaak van?
De oorzaak ervan is dat Maarten steeds meer gaat dementeren.

c. Berusten de personages in hun leed of proberen ze juist zich te weer te stellen tegen de noodlottige omstandigheden?
Ze proberen zich weer te stellen tegen de omstandigheden. Helaas is er weinig aan te veranderen en dat weten Maarten en Vera zelf ook. Vera probeert hem te helpen waar kan, bijvoorbeeld door met fotoboeken herinneringen terug te krijgen. Maarten vindt het zelf ook heel erg.

d. Zijn of worden de personages gelukkig? Waardoor?
Aan het begin van het verhaal zijn Maarten en Vera erg gelukkig met elkaar. Wanneer het slechter gaat met Maarten wordt het geluk wel minder maar blijven ze wel van elkaar houden. In het hele boek is er veel liefde te merken.



9. Vergelijking met de werkelijkheid
Is het verhaal realistisch?
Gebruik bij je beantwoording de volgende vragen:


a. Zijn de verhaalgebeurtenissen mooier dan de werkelijkheid meestal?
Nee, dit is een erg realistisch verhaal. Ik herkende er erg veel in van mijn grootoma. Het is geschreven zoals het gaat bij dementerende mensen, en de gebeurtenissen zijn niet mooier gemaakt dan dat het in de werkelijkheid is. Het zou als het ware een dagboek van een dementerende man kunnen zijn.

b. Speelt het toeval een grote rol?
Nee, aan een dementerend iemand kan je weinig doen.


c. Is het verhaal een kritiek op slechte toestanden in de maatschappij?

Nee, het is juist denk ik heel goed om dit verhaal aan veel mensen te laten lezen. Veel mensen krijgen te maken met dementerende mensen en dat roept veel onbegrip op. Je merkt niet wat er in het hoofd van de dementerende omgaat. Door middel van dit verhaal zou er meer begrip komen.

d. Vind je in het verhaal een pleidooi van emancipatie, van bijvoorbeeld de vrouw, het kind, de homoseksueel, de kleurling o.i.d.?
Nee.

e. Wordt er in het boek een lans gebroken van acceptatie van buitenbeetjes?
Ja, Vera accepteert dat Maarten aan het dementeren is.


10. Thema en hoofdgedachte

a. Wat is volgens jou het thema van het verhaal?
Het hoofdthema is dementie. In het boek wordt het proces van dementie beschreven. Het gaat eigenlijk over het aftakelen van het geheugen naar ‘niets’.


b. Wat is volgens jou de hoofdgedachte van het verhaal?

Een oude man die gaat dementeren.


c. Welke verhaalmotieven ondersteunen je antwoord?
- Onbegrip
- Thuishulp
- Medicijnen
-Tehuis
- Acceptatie
- Herinneringen die vervagen


Samenvatting
Hoofdpersoon en de verteller in deze roman is de Nederlander Maarten klein, hij is 71 jaar oud. Hij woont met zijn vrouw Vera, en zijn hond Robert, al zo’n vijftien jaar in de Verenigde Staten, in het plaatsje Gloucester. Samen hebben zij twee kinderen, Fred en Kitty. De kinderen leidden een eigen leven in Nederland, en hebben nog maar weinig contact met hun ouders. Maarten is al een tijd gepensioneerd, voor zijn pensionering werkte hij bij de IMCO (Intergovernmental Maritime Consultative Organisation). Het bedrijf is een internationale visserijorganisatie. Eerst notuleerde hij de vergaderingen, later hield hij zich bezig met het vaststellen van de vangstquantums.

Het verhaal begint op een winterse zondag. Hij kijkt uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Op zondag rijdt de bus echter niet. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven helemaal niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij ook al hout uit de schuur te halen. Hij zoekt de schuld van de vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange winter. Maarten weet dat er iets mis is, maar hij weet niet wat. Hij betrapt zich er steeds vaker op dat hij hardop in zichzelf praat. Hij gebruikt steeds meer woorden als hij met Vera praat die hij alleen gebruikte op zijn werk. Zijn gedachten dwalen ook vaak af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en de tijd dat hij op het kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje van de kleuterschool, scheurt hij onbewust de krant in repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat de potlodendoos thuis gelijk zoeken. Tijdens een wandeling met zijn hond Robert verliest hij zich weer aan het verleden. Het meisje achter de bar van het café herkent hij als zijn eerste vrienden. Als hij verder loopt dwaalt hij door de stad, inmiddels is hij zijn hond al lang uit het oog verloren. Dan vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem gaan zoeken. De symptomen van Maarten zijn dementie worden steeds duidelijker en heviger. Vera vertelt haar vriendin Ellen Robbins dat ze zich morgen maakt om Maarten zijn toestand.


Als Maarten de volgende dag opstaat blijkt Vera niet thuis te zijn. Hij denkt dat ze naar de bibliotheek is om vrijwilligerswerk te doen. Hij wil naar zijn werk maar alle deuren blijken echter op slot te zitten. Vera heeft de deuren op slot gedaan toen ze even weg moest. Toch breekt Maarten de deur open om naar de IMCO-vergadering te gaan. Het zomerhuisje, waar de vergadering is, is afgesloten en ook hier breekt Maarten de deur open. Hij weet opeens niet meer wat hij in het zomerhuisje te zoeken heeft en keert terug naar huis. Daar vertelt Vera hem geschrokken dat de laatste IMCO-vergadering al vier jaar geleden heeft plaatsgevonden en dat zij al lang niet meer bij de bibliotheek werkt. Vera vertelt ook dat ze contact heeft gehad met dokter Eardly, omdat ze vindt dat Maarten zo vreemd doet. Vera hoopt met behulp van een fotoalbum Maarten zijn herinneringen weer terug te krijgen. Maarten herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto ui zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Na de fotosessie gaat Maarten rusten en als hij wakker wordt denk hij dat hij bij zijn opa logeert. Dan komt dokter Eardly op bezoek, hij adviseert Vera om Maarten binnen te houden. Ook moet hij veel rusten en pillen gaan slikken.

De volgende dag wil Maarten de hond uit gaan laten, maar Vera houdt hem tegen. Nu denkt Maarten dat Vera zijn moeder is. Terwijl Vera even langsgaat bij Ellen Robbins slaat Maarten een stuk ruit in om zijn hond binnen te laten. Dan denkt Maarten weer dat hij als kind bij zijn opa en oma logeert. Als Vera door de deur naar binnenkomt schrikt ze zich van het gedrag van Maarten. De buurjongen, William Cheever, repareert de kapotte ruit. Maarten informeert hem naar zijn hondje Kiss. Dit ligt gevoelig want Kiss is al een lange tijd dood.

De verwarring in Maarten wordt steeds groter en de momenten waarop hij dan weer kind, dan weer volwassene is, volgen elkaar steeds sneller op. Hij denkt steeds vaker dat hij bij zijn grootouders logeert, dat hij als kind nog bijzijn ouders woont en dan is hij weer ineens de vader van twee kinderen. Er zijn nog wel korte momenten van besef. Als Dokter Eardly weer langs komt en Maarten een spuit wil geven, slaat hij de spuit uit zijn handen. Hij is bang dat de spuit een waarheidsserum bevat, waarmee de nazi’s hem iemand willen laten verraden. Even later denkt hij dat er vloeibaar voedsel in zit en dat Eardly een van de Amerikaanse bevrijders is. Hij laat zich toch inspuiten.

De volgende dag komt er een meisje in huis als gezinshulp, de blond Phil Taylor. Maarten verwart haar met zijn jeugdliefde Karin en met zijn dochter Kitty. Als Phil piano speelt, weet hij zeker dat ze Greet Laarmaans is en durft hij eindelijk zijn hoofd in haar schoot te leggen. De hele dag door vraagt Maarten zich af wie toch dat blonde meisje is.

Als Maarten de volgende dag wakker wordt blijkt dat hij met riemen aan het bed is vastgebonden. Vera en Phil tillen hem in bad. Later werkt Maarten met Phil weer een fotoalbum door. Maarten herkent Vera en zichzelf niet meer. Dan wordt hij vastgebonden op een stoel en wordt hij met een ziekenwagen naar een tehuis gebracht. Het boek eindigt met een mededeling die hij nog wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"