Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3389 woorden
  • 2 maart 2011
  • 359 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
359 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Bibliografische gegevens
Schrijver: Willem Frederik Hermans
Titel: De donkere kamer van Damokles
Uitgever: G.A. van Oorschot
Plaats van uitgave: Amsterdam
Gelezen druk: negenentwintigste druk
Jaar gelezen druk: 1988
Jaar eerste uitgave: 1958
Aantal bladzijden: 335


Samenvatting
Wanneer de moeder de vader van Henri Osewoudt vermoord heeft, wordt hij als 12-jarig jongetje bij zijn oom Bart Nauta gedumpt in Amsterdam. Daar gaat Osewoudt naar school. Hij heeft eigenlijk helemaal geen vrienden en de enige met wie hij contact heeft is zijn oerlelijke nicht Ria, die hem ‘s nachts mee naar bed neemt en 7 jaar ouder is. Osewoudt zelf is ook niet knap en heeft een te hoge stem en geen baardgroei. Op 18-jarige leeftijd trouwt hij met Ria. Osewoudt zet de sigarenzaak van zijn vader voort en zijn moeder komt bij hem inwonen. Moorlag woont er ook en is een student.

Osewoudt wordt afgekeurd bij de militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te kort is. Wel gaat hij bij de stadswacht en toen de oorlog uitbrak, mocht hij te wacht houden bij een postkantoor. Hij komt in contact met Dorbeck, die luitenant van de landmacht is. Deze geeft hem een fotorolletje dat Osewoudt moet ontwikkelen. Dorbeck lijkt als twee druppels water (vandaar de titel van de verfilming) op Osewoudt en toch is hij ook heel verschillend. Hij heeft ruw, zwart haar en een baard, eigenlijk heeft hij alles wat Osewoudt graag zou willen hebben. Na de capitulatie geeft Osewoudt aan Dorbeck een kostuum te leen, en begraaft hij Dorbecks uniform in zijn tuin. Als Dorbeck later het kostuum komt terugbrengen, geeft hij Osewoudt nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E.Jagtman, Legmeerplein 25-111 in A’dam-West worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica (fototoestel) en maakt zelf foto’s van militaire objecten. Daarna krijgt hij steeds meer opdrachten van Dorbeck en raakt hij betrokken bij het verzet. Hij moet bijvoorbeeld samen met ene Zewuster in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten en die verraadt hem. Als Osewoudt het filmpje ontwikkelt, dat Dorbeck hem gegeven had, staat op één van de foto’s Dorbeck met twee vriendinnen voor het huis in de straat waar Osewoudt de twee mannen heeft neergeschoten. De hele familie Jagtman komt om het leven als een brandend vliegtuig op hun huis neerstort.


Nadat Osewoudt 3 jaar niets van Dorbeck gehoord heeft krijgt een brief met het verzoek de foto’s te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door Elly Sprenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto’s, die Osewoudt aan Dorbeck heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat.

Hij wordt verliefd op Marianne Sondaar, die zijn haren zwart verft. Nu lijkt Osewoudt helemaal op Dorbeck. Ria merkt dat als volgt op:

“Hij leek precies op jou zoals een negatief van een foto lijkt op een positief.”

Marianne heet eigenlijk Mirjam Zettenbaum, maar heeft haar naam veranderd omdat ze Joods is. Osewoudt vindt een onderduikadres en gaat foto’s ontwikkelen voor Labare. Later ziet hij Marianne weer en vraagt haar of zij valse identiteitspapieren naar Elly wil brengen, maar Elly blijkt verdwenen te zijn.

Dan geeft Dorbeck hem weer een opdracht: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. Osewoudt vermoordt tevens zijn vrouw en de echte leidster van de Nationale jeugdstorm. De vrouw(die zich hé jij noemt), wordt later in de trein aangehouden; Osewoudt wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd door Cor een ome Kees. Deze twee willen hem echter geen onderduikadres bezorgen en dat is wel wat vreemd. (Later kende Dorbeck hen ook niet en was het waarschijnlijk een list van de Duitsers om achter Osewoudts schuilplaats te komen)Osewoudt gaat terug naar Labare en ziet Marianne ook weer. Hij vertelt haar over Dorbeck en zichzelf: “Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik Dorbeck ontmoette.” Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij Dorbecks opdrachten uitvoert.

‘s Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Ebernuss zoekt Dorbeck en neemt Osewoudt mee als een soort lokaas naar de plaats waar Dorbeck vermoedelijk zal opduiken. Osewoudt ontmoet Dorbeck daar inderdaad en krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss’ auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Osewoudt met de Leica voor de spiegel een foto van Dorbeck en zichzelf. Dorbeck vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten en Osewoudt flipt. Hij krijgt van Dorbeck een verpleegsters- uniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, kan hij Marianne niet bezoeken, maar krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien. Hevig geschokt en vol tranen rent hij weg, op weg naar de sigarenwinkel. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp.

Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Vervolgens wordt hij weer naar Nederland gebracht, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is.

Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam zit in een kibboets in Israël en is onbereikbaar. Ze geloven Osewoudt allemaal niet meer en zijn van mening dat hij alles verzonnen heeft. Osewoudt komt met het idee om zijn Leica op te sporen, omdat die kan bewijzen dat Dorbeck echt bestaat. Als Osewoudt dan het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met Dorbeck op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri Osewoudt rent naar buiten en wordt neergeschoten.

“Het bloeden moet worden gestelpt! riep pater Beer. Hij sloeg Osewoudt’s kamerjas open en knoopte ook het pyjamajasje los. Maar aan de handen van pater Beer zaten minder vingers dan Osewoudt kogelgaten in zijn lichaam had.”



Gestructureerd ervaringsverslag

1.1 Biografie van de schrijver
http://radioplasky.files.wordpress.com/2009/11/w-f-hermans-kijkt-toe.jpgWillem Frederik Hermans werd op 1 september 1921 geboren in het Diaconessenhuis te Amsterdam. Zijn ouders waren beiden onderwijzers en erg streng. Zijn vader vertelde hem altijd dat hij niets kon en dat hij meer op zijn zus zou moeten lijken, hierdoor had hij al van kleins af aan een gruwelijke hekel aan haar, later zou zij een voorbeeld zijn voor vele personages, waaronder Ria uit de donkere kamer van Damokles.

Zijn zus pleegde op 21 jarige leeftijd zelfmoord samen met haar neef, Piet Blind, met wie zij een relatie had. Dit voelde voor Hermans aan als verraad, net nu Nederland capituleerde, gaf zij op. De jaren van oorlog en de zelfmoord versterkten zijn wereldbeeld, een en al chaos.

In eerste instantie ging Hermans in 1940 sociale geografie studeren aan de Gemeente Universiteit, in 1941 stapte hij over naar fysische geografie. In 1943 haalde hij zijn kandidaatsexamen, maar toen hij weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen werd hij gedwongen zijn studie te beëindigen. Toen hij niet meer mocht studeren ging hij in de oorlogsperiode werken bij verschillende tijdschriften, waaronder Podium en Criterium, hierin werden delen van zijn eerste romans gepubliceerd.

In 1950 trouwde hij met Emmy Meurs, een Surinaamse, met wie hij een zoon kreeg.

In 1953 werd hij tot assistent benoemd aan de Rijksuniversiteit Groningen, later werd hij hier als lector in de fysische geografie benoemd. Van zijn collega’s aan de Rijksuniversiteit Groningen kreeg hij geen medewerking, hij kreeg niet het laboratorium waar hij om vroeg en mocht jarenlang alleen college geven aan eerstejaars studenten. Later beschuldigden zij hem van allerlei dingen en in 1973 nam hij ontslag.

In 1971 werd aan Hermans de P.C. Hooft-prijs toegekend, deze weigerde hij. De minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk schreef hem persoonlijk en brief, waarin hij vermeldde dat in een eerdere brief een spelfout had gemaakt, voor het ontvangen van de P.C. Hooft-prijs zou hij Fl. 18.000,- krijgen in plaats van Fl. 8.000,-, Hermans wilde de prijs echter nog steeds niet in ontvangst nemen.


In 1977 kreeg hij de Prijs der Nederlandse Letteren uit handen van de Belgische Koning Boudewijn aangereikt. Deze prijs wilde hij wel in ontvangst nemen, hij was een groot bewonderaar van België.

Hermans was geen makkelijk persoon om mee om te gaan, hij had een pessimistische instelling. De titel van zijn boek ‘Ik heb altijd gelijk’ is op hem persoonlijk van toepassing. Toch kon Hermans in zijn persoonlijk leven ook heel hartelijk overkomen.

Hermans overleed op 27 april 1995.


1.2 bibliografie van de schrijver

In deze bibliografie zijn een hoop werken van W.F. Hermans weggelaten waaronder zijn vertalingen en vakliteratuur, de lijst zou te lang zijn geworden.

· De tranen der acacia’s, roman 1949
· Ik heb altijd gelijk, roman 1951
· Het behouden huis, novelle 1951
· De donkere kamer van Damokles, roman 1958
· Nooit meer slapen, roman 1966


2. Titel
De titel van het boek is ‘De donkere kamer van Damokles’. Het woord ‘Damokles’ in de titel komt van ‘het zwaard van Damocles’ dit duidt de voortdurende dreiging in het boek aan.

De dreiging tijdens de operaties die Osewoudt uitvoert voor Dorbeck en de dreiging aan het einde van het boek tijdens het proces van Osewoudt.

De donkere kamer staat voor de donkere kamers waar de foto’s ontwikkeld worden die een belangrijk motief in het verhaal vormen. Dit kan ook slaan op de donkere kamer waarin de foto van Osewoudt en Dorbeck wordt gemaakt, deze foto mislukt en hierdoor kan Osewoudt niet bewijzen dat Dorbeck echt is.



3. Motto

Het boek heeft geen motto, maar wel een naschrift. Dit naschrift luidt:
“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niets is.
Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.
Ludwig Wittgenstein

Dit naschrift slaat op de zoektocht naar Dorbeck van Osewoudt. Osewoudt kan Dorbeck nergens meer vinden, niets wijst erop dat hij nog leeft of ooit geleefd heeft. Hij gelooft er zelf echter heilig in dat Dorbeck geleefd heeft. De laatste zin van het naschrift duidt op de vraag of Osewoudt het zich misschien allemaal verbeeld heeft en misschien net als zijn moeder, psychische problemen heeft.

De laatste zin van het naschrift zegt dat iemand niet bestaat, maar er toch is, in je gedachten of fantasie dus.


4.1 Historische tijd

Het verhaal speelt zich af van 1932 tot aan 27 december 1945. Deze data worden letterlijk genoemd in het boek. Het verhaal speelt zich dus voor, tijdens en na de tweede wereldoorlog af. De tweede wereld oorlog is dan ook alles waar het verhaal om draait.


4.2 Tijdsduur

De vertelde tijd loopt dus van 1932 tot aan 27 december 1945 en is ongeveer 13 jaar. Het verhaal wordt chronologisch verteld, wel wordt er in het begin van het boek gebruik gemaakt van tijdsverdichting en later in het boek worden er enkele tijdsprongen gebruikt.

De verteltijd van het boek is 330 bladzijden. Het boek is verdeeld in 46 episodes, dit zijn hoofdstukken zonder titel. De eerste 30 episodes gaan over de jeugd, het verzet en de periode dat Osewoudt in handen is van de Duitsers, in de vertelde tijd is het boek dan in april 1945. De laatste 16 episodes gaan over de periode dat hij in handen is van de Nederlanders, dit duurt in de vertelde tijd vanaf april 1945 tot zijn dood op 27 december 1945.



5. Plaats

Het verhaal speelt zich af in enkele Nederlandse steden, deze steden zijn Leiden, Voorschoten, Amsterdam, ’s-Gravenhage en Scheveningen.

De enige echte belangrijke ruimtes in deze steden zijn de donkere kamers in de verhalen. Deze vormen namelijk een motief in het verhaal. Ook de tramrails in Voorschoten spelen een belangrijke rol, het bordje ‘INHALEN VERBODEN’ dat hier op hangt, komt namelijk steeds terug in het verhaal.


6. Hoofdpersonen

Henri Osewoudt:
Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier uit Voorschoten, als hij nog heel jong is, vermoordt zijn moeder zijn vader. Zijn moeder wordt in een inrichting geplaatst en Henri moet bij zijn oom Bart Nauta in Amsterdam gaan wonen. Dit heeft een ongelooflijke impact gehad op de jonge Henri. Misschien is dit, buiten de psychische erfenis van zijn moeder, de reden waarom hij zich Dorbeck misschien wel verbeeld heeft. Op de middelbare school heeft hij geen vrienden, het lijkt zelfs alsof hij in een isolement leeft. In deze periode van zijn leven ontdekt hij wat seks is en hij bedrijft dan ook regelmatig de liefde met zijn 7 jaar oudere nicht Ria, met wie hij later trouwt.

Hij is lelijk, smal en klein, heeft de stem van een vrouw en geen baardgroei. Als kind deed hij aan judo om te bewijzen dat hij toch wel stoer was, hierdoor zijn zijn voeten vergroeid.

Henri Osewoudt wordt afgekeurd voor de militaire dienst, zijn dubbelganger Dorbeck, die precies even lang is, is wel goedgekeurd voor de militaire dienst.

Osewoudt kijkt heel erg op tegen deze Dorbeck, hij ziet hem als het gelukte exemplaar van de twee. Hij heeft echter nooit geweten dat hij het mislukte exemplaar was totdat hij Dorbeck ontmoette, toen realiseerde hij zich dit pas.

Tijdens zijn rol als verzetsheld gebruikt hij 2 andere namen, Filip van Druten en Melgers.

In diezelfde periode krijgt hij een relatie met Marianne Sondaar, een ondergedoken Joodse studente die eigenlijk Mirjam Zettenbaum heet. Zij krijgt een kind van hem, dat overlijdt.


Op het einde van het boek gebruikt Osewoudt de schuilnaam Clara Boeken, dit omdat hij dan verkleed is als een verpleegster, een vrouw dus.

Op het einde van het boek overlijdt Henri Osewoudt doordat hij wordt doodgeschoten omdat hij uit zijn gevangenschap probeert te vluchten.


Dorbeck:

Dorbeck is een man die als twee druppels water op Osewoudt lijkt, alleen heeft Dorbeck zwart haar, een baard en is hij goedgekeurd voor de militaire dienst. Hij is de man die alles wist en Osewoudt zijn opdrachten gaf. Hij is onvindbaar aan het einde van de oorlog, het vinden van Dorbeck is echter heel belangrijk voor Osewoudt, omdat dit zijn leven zal redden. Osewoudt en Dorbeck worden constant voor elkaar aangezien, dit zorgt voor verassingen in het nadeel van Osewoudt.

Ria Osewoudt – Nauta:
Ria is de vrouw en tevens een volle nicht van Henri Osewoudt, ze is de dochter van Bart Nauta. Ze is 7 jaar ouder dan Osewoudt. Ze is lelijk en Osewoudt denkt dat ze met hem getrouwd is omdat ze niemand anders kon krijgen.


Bart Nauta:

Bart Nauta is de oom van Henri Osewoudt, hij neemt hem in huis als zijn vader dood is en zijn moeder in een inrichting zit. Hij is socialist en komt hier ook voor uit. Hij laat onder andere Elly Sprenkelbach Meijer een nacht bij hem logeren. Als Osewoudt vast zit, probeert hij van Bart Nauta een verklaring te krijgen dat hij Elly Sprenkelbach Meijer in huis heeft gehad, deze verklaring is echter zo vaag, dat de Nederlanders hem niet geloven.


Elly Sprenkelbach Meijer:

Op een zekere dag krijg Osewoudt een telefoontje van ene Elly Sprenkelback Meijer, hij moet haar ontmoeten bij het eindpunt van de gele tram in Voorburg. Ze identificeert zich met een van de foto’s die Osewoudt ontwikkeld heeft voor Dorbeck. Elly is overgekomen uit Engeland en heeft dringend onderdak nodig, Osewoudt brengt haar naar oom Bart, deze zet haar na een nacht uit huis omdat hij denkt dat dit het nieuwe liefje van Osewoudt is en dat kan hij niet maken tegenover zijn dochter. Als hij dan ook nog erachter komt dat ze geen geldig persoonsbewijs heeft, zet hij haar de deur uit. Vanaf dat moment verneemt Osewoudt niets meer van haar, later hoort hij dat ze is opgepakt door de Duitsers.



Marianne Sondaar/Mirjam Zettenbaum:

Marianne is een Joodse studente die ondergedoken is. Ze gebruikt de schuilnaam Marianne Sondaar om te verbergen dat ze Joods is. Zij is degene door wie Osewoudts haren zwart worden geverfd. Later worden ze verliefd op elkaar, Marianne krijgt zelfs een kind van hem, dat dood geboren wordt. Ook zij kan Osewoudt niet helpen met het bewijzen van zijn onschuld, aangezien zij in een Kibboets in Israël zit.


Hauptsturmführer Ebernuss:

Wanneer Osewoudt in handen van de Duitsers valt heeft, komt hij in aanraking met Ebernuss. Ebernuss heeft door dat de Duitsers de oorlog aan het verliezen zijn, daarom probeert hij vrienden te worden met Osewoudt, hij besluit zich aan te sluiten bij het verzet. Als ze bij de verzetsmensen aankomen is Dorbeck daar en hij vertrouwt Ebernuss niet.

Ze besluiten Ebernuss te vergiftigen, Osewoudt vergiftigt hem en daarna vertrekken ze uit het huis.


7. Perspectief

Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een alwetende verteller. Over Osewoudt en alle andere personages wordt gesproken in een 3e persoon. Dit heeft niet heel invloed op het verhaal, het is alleen vervelend dat je het idee hebt dat iemand al alles weet en je dat vertelt, terwijl jij zelf nog helemaal niets weet, maar dit wil je wel ontzettend graag weten!


8. Thema

Het thema van het boek is zelf te werkelijkheid weten en deze werkelijkheid vervolgens niet kunnen aantonen. Het eerste gedeelte is het gedeelte waarin Osewoudt deze werkelijkheid meemaakt en in het tweede gedeelte probeert hij deze werkelijkheid te bewijzen.

In het boek zitten een heleboel motieven verwerkt, dubbelganger zijn is daar een van. Osewoudt en Dorbeck lijken als twee druppels water op elkaar en iedereen ziet ze voor elkaar aan.

Ook de foto’s vormen een belangrijk motief in het boek, iedereen identificeert zich hiermee.


De tweede wereld oorlog is de gebeurtenis waar alles om draait in het boek. Als dit nooit was gebeurd, was het hele verhaal nooit geschreven .

Liefde komt ook naar voren in het boek, liefde voor vrouwen waar Osewoudt verliefd op is, maar ook de liefde voor zijn moeder. Hij heeft nooit iets gedaan of gezegd waardoor hij uitte dat hij kwaad is op zijn moeder om de moord op zijn vader.

Wanhoop is een belangrijk motief op het einde van het boek. In deze fase van het verhaal is Osewoudt wanhopig op zoek naar bewijzen voor zijn onschuld, hij is zelfs zo wanhopig dat hij zijn eigen dood op zoekt, uit wanhoop rent hij het gebouw uit waarin hij opgesloten zit, daarom vermoorden de Nederlanders hem.

Dit motief ontdekte is pas toen ik mij meer in de achtergrond van het boek ging verdiepen om dit leesverslag te maken. Een verassend motief in het boek is zusterhaat. Ria, de vrouw van Osewoudt, staat symbool voor Hermans’ zus. Hermans haatte zijn zus zoals Osewoudt Ria haat.

‘INHALEN VERBODEN’ is het laatste motief uit het boek, dit is een bordje dat bij de tramrails in Voorschoten hangt. Het slaat op de achterstand die Osewoudt heeft op zijn leeftijdsgenoten, hij zal hen ook nooit inhalen, het lijkt zelfs verboden.



9. Opbouw en structuur:

Het boek bestaat uit 330 bladzijden, deze 330 bladzijden zijn opgedeeld in 46 episodes, dit zijn hoofdstukken zonder titels. De eerste 30 episodes gaan over Osewoudts jeugd en zijn verzetswerk. De laatste 16 episodes gaan over zijn pogingen de werkelijkheid aan te tonen.

Het verhaal wordt chronologisch verteld, op enkele terugwijzingen na. Verder wordt er in het begin van het boek gebruik gemaakt van tijdsverdichting. Later in het boek worden er kleine tijdssprongen van enkele weken gebruikt.

Het verhaal heeft een gesloten einde, Osewoudt is dood en hij kan dus niet meer proberen de werkelijkheid aan te tonen.

In het boek is geen sprake van een raamvertelling, als je het verhaal leest speelt het zich in het heden af. Er is ook geen sprake van een cyclische opbouw.

In het boek is wel een duidelijke spanningsboog te zien die begint bij de ontmoeting tussen Osewoudt en Dorbeck en eindigt met de dood van Osewoudt, deze duurt dus voort tot het einde van het verhaal.

REACTIES

N.

N.

Niet de alwetende verteller maar personale verteller. Als het de alwetende verteller was dan zou het verhaal doorlopen na de dood van Osewoudt maar het verhaal stopt bij Osewoudts dood dus is het personale verteller.

9 jaar geleden

J.

J.

je liegt

8 jaar geleden

B.

B.

Inderdaad een personale verteller in plaats van een alwetende verteller.

7 jaar geleden

N.

N.

goed gemaakt heb ik veel aan gehad

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"