Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Haantjes door Kluun

Beoordeling 6.4
Foto van Cees
Boekcover Haantjes
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 5922 woorden
  • 1 februari 2011
  • 140 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
140 keer beoordeeld

Boekcover Haantjes
Shadow
Haantjes door  Kluun
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 25 januari 2011
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 187
Uitgeverij: Podium

Beschrijving van de cover
De uitgeverij Podium heeft ervoor gekozen om twee verschillende kaften in omloop te brengen. Er is een witte kaft en een roze kaft waarop een getekende haan en de titel en schrijversnaam groot zijn aangebracht. Het mag duidelijk zijn waarom bij dit boek over het fiasco van de Gay Games in 1998 een “pink cover” te koop is.

Genre
Het is een roman over een financieel debacle tijdens de Gay Games in 1998. Er is ook in de werkelijkheid sprake geweest van een dergelijk mislukt product, maar de verteller geeft in zijn verantwoording achteraf aan dat hij het niet helemaal zo nauw met de werkelijkheid heeft genomen: het verhaal is gedramatiseerd en gefictionaliseerd. Het blijft dus fictie en het is zeker geen autobiografie.


Opdracht
Kluun draagt het boek op aan:
Vooral voor Don, maar ook voor Engin, Raoul, Stef, Tom, Hein, Johan en alle andere heerlijke haantjes.”

De flaptekst
Amsterdam, 1998. Iedereen verdient geld. De beurs floreert, de reclamewereld bloeit, het nachtleven bruist. RoXY en iT zitten wekelijks vol, Amsterdam is on top of the world. In dat jaar beginnen Stijn en Frenk, voor de lezers van Komt een vrouw bij de dokter en De weduwnaar geen onbekenden, hun creative & marketing agency Merk in Uitvoering. Het gaat ze voor de wind. Tot Charles 'de schuld van alles' langskomt met een briljant idee voor de GayGames, die in de zomer van 1998 in Amsterdam worden gehouden. Niet gehinderd door enige kennis van de gayscene dan wel door het kritische commentaar van vrouwen in hun omgeving, besluiten Stijn en Frenk Merk in Uitvoering nu eens écht op de kaart zetten.

Kluun's bruisende roman Haantjes is een terugblik op het leven van Stijn en Carmen, toen hun yuppenbestaan nog zonder zorgen was. Hoewel, wie zorgt er voor de amper drie maanden oude Luna, nu Stijn elke avond met GayGames-souvenirs op pad moet?


Samenvatting van de inhoud
In de proloog stelt de verteller Stijn van Diepen dat hij helemaal niets heeft met homo’s en dat hij tijdens de Gay Games in 1998 zich vooral afzijdig heeft gehouden van het grote exportartikel in die manifestatie: nl. seks. Maar hij heeft wel een financieel verlies geleden door de Gay Games en dat kwam door een idee van de homo Charles. Het is nu 12 jaar later (dus 2010) en hij kan het echec nu pas op papier zetten. Charles, is de schuld van alles (een verwijzing naar de bekende roman “Kaas”van Willem Elsschot)

Deel I (blz. 13-120)
Stijn van Diepen (de ik-verteller) en Frenk runnen een reclamebureau,(Het heet Merk in uitvoering) maar de zaken gaan niet geweldig. Ze hebben ook nog een mooie secretaresse/receptioniste Maud in dienst die de aandacht van de opdrachtgevers kan afleiden. De beide mannen mogen wel vaak hun ideeën aan potentiële klanten ontvouwen, tot grote opdrachten komt het niet. Stijn heeft thuis de net bevallen Carmen ( ja, die uit “Komt een vrouw bij de dokter” ) en Luna. Luna is een huilbaby en Stijn kan daar niet goed tegen. Carmen is een succesvolle zakenvrouw die bijna niet kan wachten totdat ze weer aan de slag kan. Hun seksleven moet weer een beetje op gang komen na de bevalling. Ze hebben een oude studievriend Thomas die als vertegenwoordiger strooizout aan de man moet brengen. Hij is daarin redelijk succesvol en daar ergeren ze zich wel een beetje aan.

Frenk heeft een homofiele buurman Charles die een topfotomodel is en die knakker praat met Frenk voor de eerste keer over de Gay Games die in augustus van dat jaar (1998) zullen worden gehouden. Er zullen voor die gelegenheid enkele honderdduizenden homo’s naar Amsterdam komen en dat zijn allemaal “big spenders”. Daar valt goud aan te verdienen. Hij zelf heeft een idee om de vlaggen van de deelnemende landen op een andere manier aan de man te brengen: het rood in vlaggen van 9 deelnemende landen zal worden vervangen door roze en dat idee zal versterkt worden door het verkopen van petten, T-shirts met dezelfde afbeeldingen van de vlaggen en het wordt allemaal compleet gemaakt met het verkopen van fluitjes. Frenk en Stijn denken dat er inderdaad goud te verdienen valt, maar een bedrijf als de Bijenkorf vreest voor imagoschade wanneer ze zich in het homocircuit gaat begeven en ook andere bedrijven haken om diverse redenen af. Er lijken daarom maar weinig geschikte kandidaten voor het reclame-idee over te blijven. Het idee van Charles wordt ook gepromoot door Arno de Hen van een homo-organisatie (Gay Business Amsterdam) die zich garant stelt voor vergunningen voor de verkoop van de attributen en dergelijke. De vlaggen zullen in de straten van Amsterdam worden opgehangen en via kraampjes tijdens de sportevenementen kan de andere handel aan de man worden gebracht. Wanneer ook nog vier knap ogende homoboys worden ingehuurd voor het verkopen van de fluitjes, zal er een vermogen op de initiatiefnemer liggen te wachten. De ogen van Frenk en Stijn zijn groter dan hun hersens, want ze besluiten na de weigeringen van de andere bedrijven het product zelf in de markt te zetten. Ze willen echter niet meer dan 20.000 gulden investeren. Thuis doet het zakenvrouwtje Carmen vrij kritisch over die ideeën en dan weet ze bovendien nog lang niet alles, want nadat de onderhandelingen met vlaggenfabrikanten achter de rug zijn en er één geschikte kandidaat over is gebleven, blijkt al uit de eerste factuur dat er een bedrag van meer dan 100.000 gulden mee gemoeid is. Dat is dan alleen nog maar de levering van de te verkopen petten, shirts, vlaggen en fluiten. Wanneer de zending in Amsterdam wordt gebracht, ligt het hele kantoor van het reclamebureau volgestapeld tot aan het plafond. Ze hebben er bovendien veel werk aan om de dozen te markeren, want wat zit er in welke doos? Ook moeten ze nog de koordjes aan de fluitjes bevestigen, wat dagen werk is.


[Bij deze scènes moeten sommige lezers ongetwijfeld denken aan het grote literaire voorbeeld “Kaas”van Willem Elsschot. De kantoorklerk in dat boek wil naam maken in de wereld en bestelt duizenden kilo’s kaas om die aan de man te brengen. Dat wordt een fiasco]

Intussen blijkt dat er een andere homo-organisatie is die het officiële logo van de Games in zijn bezit heeft en die wil niet dat er een andere (hetero-organisatie) ook commerciële belangen heeft. Arno de Hen heeft hun vals voorgelicht en heeft er ook financieel voordeel uit gesleept. Hij heeft alle vlaggen voor zij straten gratis verkregen en bovendien wil hij een percentage van de opbrengst van de fluitjes voor het Aidsfonds. Grootmoedig sluiten ze een deal op 8000 gulden als minimumprovisie voor het Fonds. De hele onderneming gaat “Gay Flags” heten.

Als Stijn en Frenk de zaak willen promoten krijgt, ook de Amsterdamse zender AT5 lucht van de zaak. Het reclamebureau wordt aangekondigd met een weids opgesierde naam, wat de lezer weer doet denken aan de roman die veel verwantschap heeft met “Haantjes”, nl. “Kaas” van de Vlaamse schrijver Willem Elsschot.
De zender biedt aan een dagelijkse docusoap te maken onder de naam Haantjes. Ook hier tuinen de zakenlieden in de val. Het lijkt alsof ze elke dag een half uur te zien zullen zijn, maar uiteindelijke worden ze onderdeel van de dagelijkse uitzending van het Gay Games-journaal. “Haantjes” is elke dag maar een minuut of vijf te volgen en de belangen van de zender (leuke televisie maken) en de zakenlieden (zo veel mogelijk goed nieuws verspreiden en dus goede resultaten boeken) lopen niet echt parallel. Wanneer de vlaggen worden opgehangen in het centrum van Amsterdam blijkt dat de goedkoopste soort vlag is aangeleverd met fletse kleuren en slecht materiaal. Frenk wilde voor een dubbeltje op de eerste rang zitten, maar het resultaat is er dan ook naar. Het zijn allemaal tegenslagen die weinig goeds voorspellen. Maud wordt ook steeds sarcastischer in haar opmerkingen tegen Frenk en Stijn. Intussen gaat het met Carmen wel goed, want ze is één van de genomineerden voor de prijs van Zakenvrouw van het jaar 1998. Dat maakt de situatie voor Stijn natuurlijk nog schrijnender. (Zijn vrouw is hem te slim af) Carmen moet wel een dure jurk voor het gala aanschaffen. Intussen blijken beide homo-organisaties het met elkaar aan de stok te hebben gekregen. Arno de Hen van GBA en de officiële organisatie kunnen niet door één deur en dat houdt ook in dat de faciliteiten voor Merk in Uitvoering ook minder ruim zijn dan was toegezegd.

Deel II (blz. 123-190)
In augustus 1998 gaan de Spelen beginnen, maar bij de openingsplechtigheid (door burgemeester Patijn) mag Merk in Uitvoering geen commerciële activiteiten ontplooien van de organisatie met het officiële logo. Ook de botenparade wordt een mislukking. De homoboot van Arno de Hen die vlaggen heeft gekregen van Merk in Uitvoering valt wel op, maar vooral omdat de vlaggen de geslachtsdelen van de deelnemers sieren.
Verkocht wordt er door Stijn en de homoboys nauwelijks iets: geen vlaggen, geen T-shirts en ook geen fluitjes. Het dreigt al na enkele dagen een financieel fiasco te worden. Carmen smeekt Stijn bijna om in contact te treden met een collega van Thomas (die van het strooizout) die wel enkele verkooptrucs weet te vertellen. Ten einde raad zoeken ze contact met die man en dan blijkt al snel dat ze elementaire fouten hebben gemaakt: ze hebben gewoon teveel verschillende producten laten maken. Hij raadt hun aan om snel met kortingen te gaan werken. Over een week zijn de Spelen weer voorbij en dan blijven ze met alles zitten.
Op één van de avonden verkopen Thomas en Carmen nog heel wat fluitjes voor Merk in Uitvoering, omdat ze de deelnemers aan de Rocky Horror Show op een wat triviale manier weten aan te spreken. Maar ook dan komt er weer onenigheid met Arno de Hen die bezwaar maakt tegen hun naar buiten gebrachte tactiek dat de opbrengst van de fluitjes geheel naar het Aidsfonds zou gaan, terwijl dat niet zo is. Hij kan afgekocht worden:hij wil alle fluitjes hebben en hij krijgt alvast de 8000 gulden voor het Fonds.

Na een avondje fluitjes verkopen gaat Stijn met Charles mee stappen in diverse homobars. Ze praten met elkaar over de latentie homofilie van veel mannen. Charles beweert dat Stijn ook zover te krijgen is dat hij het met een man zal doen.


Hoofdstuk 20: Op een bepaald moment gaan ze tongzoenen, elkaar betasten en Stijn staat op het punt klaar te komen omdat hij wordt gepijpt door Charles, wanneer Carmen belt. Maar dan blijkt deze scène in dit hoofdstuk gewoon op een droom te berusten. Hij is die nacht door het lint gegaan: veel te veel gezopen en bij thuiskomst heeft hij over de dure galajurk van Carmen gekotst, die juist diezelfde avond naar het gala zou moeten gaan . Hij moet alles thuis schoonmaken en een nieuwe jurk voor haar regelen. Dat doet ze uiteindelijk zelf door er één te huren van een couturier. Maar die avond wint ze de Award van de meest succesvolle zakenvrouw overigens niet.

AT5 maakt steeds meer opnamen van mislukte acties van Merk in Uitvoering en dat komt het eindresultaat allemaal niet ten goede. Uiteindelijk laten ze de kennis van Thomas opdraven die de hele zooi van hen wil kopen voor 2000 gulden. Ze hadden volgens hem namelijk niet zo dom moeten zijn om overal een plaatsnaam en jaartal (Amsterdam 1998) op te drukken,. Nu is het spul allemaal niets meer waard. Frenk en Stijn hebben ongelooflijk de ziekte in.
De Spelen stellen sportief gezien niets voor: de zwemploeg van Nederland valt bijvoorbeeld meer op door de badjassen die ze dragen dan door lichamelijke prestaties. De meeste sporten die bloot worden beoefend (bodybuilding bijvoorbeeld) trekken de meeste bezoekers. Op de slotbijeenkomst is Patijn heel lovend, maar de gemeente Amsterdam moet de financiële risico’s dragen want de Stichting was al tijdens de Spelen failliet gegaan. Ook Merk in Uitvoering lijdt een gevoelig financieel verlies. In hoofdstuk 31 gaat Stijn met Carmen picknicken in het park. Wat neemt hij mee? (Een fles wijn, twee glazen en een stukje volvette Edammer) Dat is natuurlijk een “vette”knipoog naar het boek “Kaas” van Elsschot.

In de epiloog wordt het verlies geschat op ongeveer 75.000 gulden. Carmen zorgt er met een opdracht van een van haar eigen bedrijven voor dat ze snel weer wat geld hebben. Zelf praat zijn lieve vrouw niet meer over het mislukte project (opnieuw een parallel met “Kaas”van Elsschot.” ) Wanneer Stijn en Frenk in september 1998 vanuit hun kantoor naar buiten kijken, zien ze een zwerver met een petje op een T-shirt aan van de Gay Games. Het symbool van de definitieve mislukking van hun project “Gay Flags”.

Titelverklaring
Stijn van Diepen en zijn compagnon Frenk hebben een reclamebureau “Merk in Uitvoering”. Ze stappen in 1996 in een project dat de reclamecampagne van homovlaggen als belangrijkste product heeft. De Amsterdamse zender AT5 ziet er wel wat in om tijdens de spelen een docusoap te maken en de zender maakt daarvoor dagelijks opnamen. Uiteindelijk komen ze per dag slechts 5 minuten in het Gay Gamesjournaal en dat wordt dan gepresenteerd onder de naam “Haantjes.”

Daarachter speelt nog een andere mogelijke betekenis. De twee mannen voelen zich echt “haantjes”, als ze van het idee van de homoseksuele Charles horen. Ze denken een grote slag te kunnen slaan. Ze gedragen zich in die fase ook als machomannetjes. Haantjes zijn natuurlijk vooral heteromannen vgl. de opdracht voorin het boek.


Een derde verwijzing van de titel zou kunnen zijn dat in de realiteit van 1998 de man achter de flop van het project in 1998 Sieb de Haan heette. In het boek komt hij voor als Arno de Hen. In zijn slotwoord ontkent de schrijver overigens de overeenkomsten met De Haan, maar dat gebeurt nu eenmaal wel vaker in dit soort sleutelromans.

Motto
Het motto van deze roman is afkomstig van de bekende Sylvia Toth, zelf zakenvrouw van het jaar 1986 geweest. Naar aanleiding van de bankencrisis schreef ze in een interview met De Volkskrant in januari 2010 het volgende:
Als vrouwen het voor het zeggen hadden gehad, zaten we nu niet zo in de penarie. Kijk naar de dertig zakenvrouwen van het jaar in Nederland. Tot nu toe is er nog nooit eentje failliet gegaan. “

Dat motto wordt in deze roman ook nog uitgewerkt. Stijn is getrouwd met Carmen, die zelf een succesvol zakenvrouw is. Ze wordt genomineerd voor de eretitel Zakenvrouw van het jaar 1998. Ze levert steeds kritiek op de plannen van Stijn en Frank en ze voorvoelt dat het misgaat. Maar de beide mannen gedragen zich als haantjes en laten zich beetnemen door de relnichten Charles en Arno.

Structuur
De structuur van het boek is niet zo lastig te beschrijven.
Er is een proloog waarin de verteller uitlegt dat er in 1998 een groot fiasco is geweest voor zijn reclamebureau. Dat was omdat hij in een project was gestapt dat tot mislukken gedoemd was: een financiële transactie die wel moest mislukken. Hij is nu 12 jaar verder en kan er nu pas over schrijven. Het verhaal dat volgt wordt dus vanuit het perspectief van 2010 bekeken.

Daarna volgen er twee delen:
Deel I betreft de voorbereiding van de zakelijke ideeën die bij de opening van de Gay Games in Amsterdam 1998 worden uitgewerkt door het reclamebureau “Merk in Uitvoering” . Stijn van Diepen vertelt over die voorbereidingen in 45 korte (soms zelfs heel korte) hoofdstukken.

In deel II beginnen de Gay Games en wordt er door Stijn verteld hoe de mislukking verder gestalte kreeg. Hij vertelt dat deel in 31 korte hoofdstukken.
Na deel II volgt nog een epiloog van enkele bladzijden en een verantwoording van citaten en bronnen.
Het boek heeft daardoor min of meer de structuur van een kadervertelling, waarin het verleden wordt opgeroepen door Stijn na twaalf jaar verwerking van het fiasco.

Perspectief
Stijn van Diepen is de ik-verteller van deze vlot vertelde roman. Hij vertelt in de o.v.t. omdat hij twaalf jaar na dato de geschiedenis te boek stelt. Hij is een ruime dertiger op het moment dat hij het verhaal beleeft en zesenveertig als hij het verhaal opschrijft.

De tijdlagen van het verhaal
De proloog speelt in 2010 en Stijn vertelt vanuit het perspectief dat hij twaalf jaar de tijd heeft gekregen om het leed te verwerken.
Maar het eigenlijke verhaal speelt in de maanden voorafgaande aan de Gay Games in augustus 1998 en deel II beschrijft de gebeurtenissen tijdens de Spelen in augustus 1998
In de epiloog vertelt hij vanuit het retro-perspectief hoe de afwikkeling van de financiële stropis geweest.

Het decor van de handeling
Het hele decor is Amsterdam voor en tijdens de Gay Games in 1998. De homoscene wordt vanuit een enigszins ironisch standpunt beschreven.

Uitgewerkte thematiek
Wie “Haantjes” leest en literair-historische kennis heeft, moet meteen denken aan de bekende roman van Willem Elsschot ‘Kaas”. Daarin wil een eenvoudige kantoorklerk beroemd worden door zich in de kaashandel te storten. Maar ook die handel mislukt en Laarmans, de hoofdfiguur van die roman, moet tenslotte zijn mislukking inzien.

Hetzelfde motief komt in deze roman van Kluun voor. Stijn en Frenk voelen zich “haantjes” en denken veel geld te kunnen verdienen aan de handel van attributen tijdens de Gay Games in 1998. Ze ergeren zich aan hun jeugdvriend Thomas die het gemaakt heeft met de verkoop van strooizout en als de gelegenheid zich voordoet willen ze zelf wel in de handel met de vlaggen ed. Net als Laarmans hebben ze zich onvoldoende voorbereid op de handel en ze komen dan ook al snel bedrogen uit. De Boorman (de bedrieger) van “Kaas” is hier Arno de Hen. Die spiegelt hun ook mooie verhalen voor, maar hij blijkt vooral uit te zijn op eigen gewin. Net als de vrouw van Laarmans blijft ook Carmen op de achtergrond het fiasco van haar man aanzien en als alles achter de rug is, handelt ze net als de vrouw in “Kaas”: ze praat er niet meer over. Wanneer de lezer nog niet zelf op het idee gekomen was dat er een verwijzing naar het boek van Elsschot werd gemaakt, dan kun je op blz. 182 nog een keer lezen dat Stijn met Carmen gaan picknicken en dat hij een stukje volvette “Edammer” in een tas stopt.
Door al die overeenkomsten zou je kunnen stellen dat Kluun een moderne remake heeft gemaakt van het beroemde verhaal van Elsschot.

In een interview met De Pers van 20 januari 2011 over de roman zegt Kluun: Haantjes doet aan Kaas van Willem Elsschot denken, maar heeft niet dezelfde tragiek van een falende hoofdpersoon. Er dreigt geen faillissement.?
‘De tragiek van Laarmans in Kaas is dat hij hoger op de sociale ladder wil en daardoor verblind raakt. Eigenlijk wil Stijn dat ook: erkenning van zijn kwaliteit, op de voorpagina van Adformatie. Jaha, wat zullen ze opkijken bij de grote bureaus. De tragiek in dit boek zit hem dan ook in het gezichtsverlies dat die twee lijden. Ze worden geconfronteerd met het feit dat ze zakelijk slecht zijn, conceptueel de plank hebben misgeslagen en dat ze niet zonder hun secretaresse kunnen overleven. Dankzij televisiezender AT5 staan ze in al hun zwakheid te kakken. Wat is het ergste dat je een haantje aan kunt doen? Gezichtsverlies lijden. Een faillissement was niet nodig in het boek. In die tijd was ik precies zo’n haantje, ik wilde succes en dat moest iedereen weten.’


Een ander belangrijk motief is natuurlijk de acceptatie van de homoseksualiteit door het organiseren van de Gay games in Amsterdam. Amsterdam is in die jaren toch wel The Gay Capital of Europe. De beschrijving van het homocircuit uit die jaren is toch ook een belangrijk verhaalmotief.

Beoordeling scholieren.com
In het hierboven genoemde interview met De Pers stelt Kluun: Ik erger me niet aan recensenten, weet dat ik literair-technisch beperkt ben, ik erger me aan het dedain tegenover schrijvers van light prose. In Engeland krijgt iemand als Nick Hornby veel meer positieve reacties. Niet dat het veel uitmaakt wat ze over mij schrijven. Voor iemand als Tommy Wieringa wel, maar bij mijn boeken zijn interviews belangrijker of vier sterren in de Linda. Ik lees de recensies wel, maar het raakt me niet meer. Mijn grootste ambitie met Haantjes is een extreem vermakelijk en makkelijk leesbaar boek te produceren. De meeste mensen hebben stiekem een hekel aan lezen. Dat is het trauma van de literatuurlijst. Ik wil ze het plezier teruggeven.’

Hij slaat met deze opmerking m.i. de spijker op de kop. “Haantjes” is echt een vermakelijk boek en het leest als een trein, zeker voor scholieren. Het heeft een mooie literaire voorganger en iedereen beseft dat Kluun niet kan concurreren met Elsschot als het om het literaire niveau gaat. Maar anders dan bijvoorbeeld “De Weduwnaar” erger ik me deze roman daar veel minder aan. “Haantjes" is leuk om te lezen, vooral door de sarcastisch getinte dialogen en de “sukkels” die met open ogen in de val trappen.

Als lezer krijg je dan een soort Jan-Klaasseneffect: aan de ene kant wil je de personages waarschuwen dat ze dom bezig zijn, aan de andere kant vind je het ook wel dat ze zo lichtvaardig in de val trappen.
Daarom is “Haantjes”een leuke roman om op je lijst te zetten en wanneer je dat combineert met “kaas”van Willem Elsschot, kan je met je leraar mooi de parallellen trekken. Maar literair gezien is het geen topnummer, al zal Kluun de eerste zijn die dit zal erkennen.
Amusementswaarde 8 voor scholieren van mavo, havo en ook vwo. Literaire inschatting voor onze lijst: 2 punten. En de kassa zal deze keer wel in het voordeel van Stijn (lees; Kluun) rinkelen.

Recensies
Bij het verschijnen van de eerste twee romans van Kluun was De Volkskrant” vrij negatief. Bij het uitgeven van “Haantjes” is de bekende recensent Arjan Peters in diezelfde krant in zekere zin wel positief. (editie: zaterdag 22 januari 2011)
Hoogstaand amusement in Haantjes van Kluun. Of: hoe Stijn van Diepen goud geld dacht te verdienen aan de Gay Games in Amsterdam. Bevangen door vooroordelen en argwaan begon ik aan de roman Haantjes. Vanwaar dat voorbehoud? Omdat Raymond van de Klundert (1964) een marketingbureau heeft gehad, omdat hij zich daarna het infantiele pseudoniem Kluun aanmat en zich in zijn hoedanigheid van schrijver ook als gehaaide entrepreneur bleef manifesteren. Maar vooral omdat hij in Komt een vrouw bij de dokter (2003, inmiddels een miljoen exemplaren verkocht) en De weduwnaar (2006) de platheid niet schuwde. [….]De verwijzing naar I.M. (1998) van Connie Palmen, profetes van de hogere literatuur die ze zelf niet schrijft, is van een onderkoelde doeltreffendheid: 'Ik las hoe Connie Palmen het in haar broek deed toen ze Ischa Meijer voor het eerst tegenkwam, Carmen in Oei, ik groei! dat venkelthee goed is tegen darmkrampjes.' De verwijzing naar Kaas (1933) van Willem Elsschot is te subtiel om hier te citeren, maar overigens gepast; de scène met de jongens die 's nachts in hun kantoortje tussen de stapels dozen met onverkoopbare souvenirs tienduizend los geleverde koordjes aan fluitjes moeten bevestigen, is goed voor een giechel. De atmosfeer is helemaal Elschottiaans, vooral door het aandoenlijke geloof in een goede afloop van een evident hopeloze zaak ."

Maarten Moll in
BN/De Stem van dinsdag 25 januari 2011. (ook te lezen in Het Parool van donderdag 27 januari 2011) is heel wat negatiever in zijn oordeel. Met andere woorden hij laat geen spaan van het boek heel.

Kiezen voor een voorgaande geschiedenis met bekende personages is even logisch als gemakzuchtig. Lezers het vertrouwde geven. Alleen is in dit boek niemand ziek, wordt er niet in vreemdgegaan en gaat er ook niemand in dood. Dat doet het boek de das om. Haantjes lijdt aan een gebrek aan fantasie. En het is de compositie die dit boek nekt.

Uit de trailer en uit de proloog van Haantjes weet je dat het fout zal gaan met de onderneming. Het levert een langdradig, clichématig en saai verhaal op. Na elk hoofdstuk hoop je dat Kluun iets uit zijn hoge hoed zal toveren om het verhaal een broodnodige wending te geven. Maar nee. Verder gaat het op weg naar de ondergang. Volgens de schrijver is de roman een satire, maar Haantjes is nergens een satire, omdat je denkt dat het toen precies zo is gegaan.

Er zit ook niets in deze recht toe recht aan vertelde roman dat het verhaal iets extra's geeft. Zoals de scène waarin hetero Stijn zich laat verleiden door een man. Dat zou verrassend zijn geweest. Maar het blijkt een droom. Een eeuwenoud trucje waarvoor zelfs een debutant zich zou moeten schamen.

Er is ook niets in Haantjes waar je boos om kunt worden (het vreemdgaan van Stijn in Komt een vrouw bij de dokter). Of waar je aanstoot aan kunt nemen (het vreselijk platte taalgebruik in De weduwnaar). Af en toe een grinnikje, dat is het. Goed, het zal op eigen ervaringen zijn gestoeld, maar Haantjes ontroert nergens. Zonder een groot drama heeft Kluun te weinig in handen om te overtuigen.

Nadat hij De weduwnaar had geschreven, zei Kluun uitgeschreven te zijn over, zoals hij het herhaaldelijk noemde, de kankerjaren. Dat blijkt. Haantjes is niet eens een mislukte roman, het is een overbodige roman. Nu ja, de boektrailer was beter, zullen we maar zeggen.


In het NRC van vrijdag 26 januari 2011 worden de nieuwe romans van Kluun en Herman Koch besproken. Recensent Arjen Fortuin ziet natuurlijk ook de overeenkomsten met de roman van Willem Elsschot. (‘Kaas”)
Zoals Frans Laarmans binnen de kortste keren zit opgescheept met een pakhuis vol volvette edammer, zo wordt het kantoor van Merk in Uitvoering onbegaanbaar door de kartonnen dozen. En waar Frans Laarmans zich verloor in theorieën en omtrekkende bewegingen, zijn Stijn en Frenk ook behendiger met de spreadsheet dan in de daadwerkelijke verkoop. Die krijgt alleen een impulsje als hun familieleden zich ermee bemoeien, ook al een kopie van Kaas.
Voor de goede orde: dat maakt Kluuns roman nog niet Elsschottiaans. Want Stijn van Diepen is een intelligente verteller vol ironie, een man die weet hoe de wereld in elkaar zit, voor wie Gay Flags geen zaak van leven of dood is, maar een avontuurtje, een man die zich amuseert met zijn eigen naïviteit en niet nalaat aan te geven hoe zijn vrouw – op een haar na Zakenvrouw van het Jaar – alles beter kan en weet dan hij. Frans Laarmans mist juist elke vorm van zelfinzicht, hij wordt gedreven door een verlangen om in hogere kringen te worden opgenomen en stort zich zo in het mes, hij is alleen op de wereld. Daarom grijpt zijn verhaal je bij de keel.
Geen Kaas dus, maar Haantjes is geen straf om te lezen. Het is voor Kluuns doen opmerkelijk geserreerd geschreven, onmiskenbaar grappig en het staat vol herkenbare scènes over strakke homo’s en jonge ouders. Het boek bevestigt op een aangename manier vrijwel alle vooroordelen die een mens kan hebben over de reclamewereld en zijn zelfbedachte regeltjes, theorietjes en luchtfietserijen: je begrijpt waarom Raymond van de Klundert meer plezier beleeft aan die andere branche waarin illusies zo profijtelijk verhandeld worden: de letteren.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Raymond van de Klundert (1964), Kluun voor intimi, was in een vorig leven marketingman. Hij werkte vijftien jaar bij bedrijven als de Gouden Gids, Neckermann, Time Warner en reclamebureau DDB. Vervolgens startte hij zijn eigen marketingbureau, Project X.

In 2001 verloor hij zijn vrouw op 36-jarige leeftijd aan kanker. Kluun gaf zich een halfjaar over aan het nachtleven van Amsterdam en Ibiza, tot hij twijfels kreeg over het helende vermogen van deze lifestyle. Hij verkocht vervolgens zijn aandelen in Project X en vertrok met dochter Eva (toen 3) naar Australië. Daar ging hij schrijven, 's avonds, zittend voor de camper waarin zijn dochtertje lieflijk lag te slapen.
Na anderhalf jaar schrijven bood uitgeverij Podium hem een contract aan voor zijn debuutroman Komt Een Vrouw Bij de Dokter, die oktober 2003 uitkwam. Het boek is het best verkochte Nederlandse romandebuut van de afgelopen jaren, met nu al ruim 100.000 exemplaren. De filmrechten werden binnen vier maanden verkocht en het boek is in het Duits vertaald en komt dit jaar uit in Engeland, Frankrijk, Zweden, Denemarken, Griekenland en Tsjechië.

De film werd ook een groot succes.

“Help, Ik Heb Mijn Vrouw Zwanger Gemaakt!” is Kluuns tweede boek, waarvan er ook reeds 40.000 zijn verkocht. Kluun is getrouwd en woont met zijn vrouw Nathalie en zijn dochters Eva (8) en Roos (2) in Amsterdam. Hij is fulltime schrijver, columnist voor (AD, Red Magazine) én schrijft dagelijks een Kluuncolumn op zijn website.

2003 Komt een vrouw bij de dokter
2006 De weduwnaar

Bijlage
Het (bijna) gehele interview van De Pers (donderdag 20 januari 2011).

Gelegenheidshedonist Kluun is geen type om te lijden voor zijn kunst. De entertainer wil zoveel mogelijk lezers amuseren met zijn ode aan Gay Amsterdam.
Normaliter is het zien en gezien worden in Café Georges aan de Leidsegracht. Links een model, rechts vooraan een reclamebengel en zit daarachter niet actreutel Cas Jansen aan de steak tartaar? Bestsellerauteur Kluun (alias Raymond van de Klundert) weet hoe hij dit spel in de Amsterdamse brasserie moet meespelen en zwaait amicaal naar de Cas-lookalike. Hij heeft het vak geleerd met zijn marketingbureau Project X en gebruikt sindsdien zijn marketeerskwaliteiten om zijn romans aan de man te brengen. Met succes, want van Komt een vrouw bij de dokter (KEVBDD) verkocht hij meer dan een miljoen exemplaren.
Vanaf volgende week dinsdag moet Kluuns nieuwste boek Haantjes zijn voorgangers gaan overtreffen. Vier jaar heeft het geduurd, maar dat gegeven maakt de Tilburger niet nerveus. Hij bestelt een royale hamburger met frites, iets wat hij met zijn tengere postuur wel kan hebben. Als hij al gespannen overkomt, dan is dat vooral door het bijna dwangmatig checken van mail en aanverwante zaken op zijn mobiel. Als er maar een stilte langer dan tien seconden valt in het gesprek, zit Kluun vastgenageld aan zijn beeldscherm en gooit er nog snel een tweet uit.

Gay Games
Feitelijk is Haantjes een prequel van KEVBDD, met dezelfde personages. Maar als het in KEVBDD vooral huiliehuilie is geblazen met een vrouw die aan kanker overlijdt, dan laat Kluun zich in Haantjes van zijn vrolijkste kant zien. Reclameboys Frenk en Stijn van het nieuwe bureau Merk in Uitvoering hebben samen met superhomo Charles in de aanloop naar de Amsterdamse Gay Games in 1998 de ultieme kaskraker bedacht: nationale vlaggen waarbij het rood door roze is vervangen. Het drietal steekt een ton in de productie van de gay parafernalia, maar blijkt al snel beter in strategisch plannen dan in ordinaire verkoop op straat...

Waarom hebben we zo lang op een nieuwe Kluun moeten wachten?
‘Nou, ik heb niet stilgezeten en veel columns geschreven en radio gedaan! Ik vind het gewoon moeilijk om op gang te komen met een roman. Wat Grunberg doet – schrijven in de ochtend en daarna op patrouille in Uruzgan – zou mij nooit lukken.’

Een gezin met drie kinderen helpt evenmin.
‘Mijn vrouw en ik hebben continu het gevoel dat we een bedrijf managen met te weinig personeelsleden. Ik ben calvinistisch ingesteld. Als de kinderen om half negen naar school en crèche zijn, dan ruim ik de vaatwasser in, drink een cappuccino en lees de Volkskrant. Maar daarna moet ik echt aan het werk. Een herfstvakantie met kinderen die in pyjama door huis dwalen is voor mij alleen maar lastig, dan word ik onrustig. Helaas lukte het schrijven niet thuis, dus ging ik bij mijn uitgever op de zolder in digitaal isolement aan de slag.’

Als ik jou zo tussen hamburger en koffie in zie twitteren, lijkt zo’n isolement voor jou een zware opgave. Ben jij niet iemand die voortdurend in contact wil staan met zijn lezers?
‘Dat klinkt nogal marketingachtig. Ik zie het als een nieuw soort creativiteit. Drie, vier keer per dag schrijf je drie regels onzin, of een mening. Ik voel altijd de behoefte iets te vertellen. Wat ik zo leuk aan Twitter vind, is dat op het moment dat je met z’n allen voetbal of een verkiezingsdebat bekijkt, je door alle tweets en responsen echt samen kijkt. Ik heb 26.000 volgers op Twitter. Dat vind ik kicken, alsof je met een vol stadion praat.’

Je
hebt een heel slick reclamefilmpje voor YouTube gemaakt over Haantjes. Als voormalig marketeer blijf je nieuwe manieren proberen om je product kwijt te raken?
‘Eerst moet de schrijver artistiek onafhankelijk een boek produceren, daarna moet hij wel moeite doen om te verkopen. Kijk naar De Parade, die lokt mensen die door het jaar heen nooit toneel zien. Met rosé in de strot bekijken ze twee voorstellingen. Een goede combinatie van commercie en creativiteit. Je mag best wel commercieel zijn, als de mensen maar lezen. En de schrijver zijn artistieke vrijheid behoudt. Zoals een film wordt gesponsord door Heineken, zo kan ik me voorstellen dat dat biermerk of een koffiebrander over tien jaar de nieuwe Kluun of Koch of Ernest van der Kwast wil ondersteunen.’

Waarom ben je van marketing overgestapt op schrijven?
‘Als mijn eerste vrouw niet was overleden, zat ik nog steeds bij het bureau Project X. Maar door haar overlijden vond ik binnen een paar weken geen bevrediging meer in het werken voor ketchup of Perrier. Uit nood geboren ontdekte ik een nieuwe passie: het schrijven. Ik heb nooit kunnen voorspellen dat mijn debuut zo’n succes zou worden. Drieduizend verkochte exemplaren had meer voor de hand gelegen.’

Je lijkt me niet de persoon die graag wegteert als onbekende romantische kunstenaar. Je hebt hard gewerkt voor je publieke succes.
‘Ik moet mijn kinderen voederen en ik wil plezier in het leven. Ik ga niet bloggen voor zestig man. Ik schrijf wat ik wil, maar ik schrijf wel voor mijn lezers. Als ik morgen maar tweehonderd exemplaren van Haantjesverkoop, dan stop ik direct. In die zin ben ik geen zuivere kunstenaar, er moeten wel verhalen uit, maar alleen als het zin heeft en een publiek vindt. Ik wil een leuk leven, en daar hoort ook geld bij.’

De hedonist uit KEVBDD bestaat nog steeds.
‘Ik zou me eerder als gelegenheidshedonist omschrijven. Vroeger was genot wel mijn hoogste doel, nu is het een middel om het leven leuk te houden.’

Ook in Haantjes gebruik je je eigen leven, komt je alter ego opdraven met een reclameflop. Waarom heb je de werkelijkheid nodig?
‘De beperking tot Frenk en Stijn in aanloop naar de Gay Games heeft een pragmatische reden: het is een klein luchtig verhaal, waarbij ik alles dat niet in dienst staat van het verhaal kan afserveren. Ik hoef geen nieuwe karakters neer te zetten en vooral na de filmversie van KEVBDD weet iedereen wat Stijn en Frenk voor types zijn. Bovendien ontbreekt het me blijkbaar aan creativiteit om een hele nieuwe wereld naast de realiteit te scheppen.’

Heb je in werkelijkheid ook zo’n blooper gemaakt tijdens de Gay Games?
‘Ik vrees dat dit boek behoorlijk real life is. Wij maakten alle beginnersfouten: te veel producten, jaartallen op de vlaggen. Bovendien vonden we verkopen eigenlijk vies. Wij wilden in de boardroom van KPN en ministeries aan de slag. Niet met een drukkerij uit Harlingen. En daar stonden we dan petjes uit te pakken en te verkopen voor een tientje. Wij voelden ons te goed voor dat werk en wisten bovendien niets van de gay wereld.’

In het boek stel je dat 1998 het uitgelezen moment was om als hetero in de homovijver te vissen. Heb je dat gedaan?
‘Ik heb geen seksuele interesse in mannen. Maar wat ik in 1998 in de stad voelde was uniek. De sfeer was zo mooi: vergelijk het met voetbalhaters die bij een WK-finale ook meedoen met het steunen van Oranje. Ik stond bij de Games aan de zijlijn, alsof ik carnaval zonder biertje vierde. Wij hetero’s met buikje en ongetrainde lichamen voelden ons outcasts, wij haantjes werden de sukkeltjes.’

REACTIES

J.

J.

yeet

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Haantjes door Kluun"

Ook geschreven door Cees