1. Gebeurtenissen
Het verhaal begint wanneer een piloot een ongeluk krijgt in de woestijn, duizend mijl van de bewoonde wereld af. Dan is er een klein kind, een jongen met gouden haren, die hem vraagt een schaap te tekenen. Dit is het begin van het verhaal van Kleine Prins die op een planeet woont met drie vulkanen en een bloem, van wie hij heel veel houdt. Hij verlaat de planeet en maakte een reis door de Melkweg en maakt kennis met volwassenen, die hij heel vreemd vind. De Kleine Prins heeft tijdens die reis kennis gemaakt met een koning, een ijdeltuit, een drinker, een zakenman, een lantaarnopsteker en een aardrijkskundige. Als laatste planeet bezoekt hij de aarde. Hij ontdekt daar 5000 rozen, dezelfde als hij op zijn planeet heeft. Zijn bloem blijkt niet uniek te zijn. Hij ontmoet daar ook een vos, die vraagt of de Prins hem wil temmen. De Kleine Prins antwoord met dat hij zijn roos al heeft getemd. Zijn roos is dus wel uniek, omdat de roos hem ook getemd heeft. Later maakt hij kennis met de verongelukte piloot. Na een jaar gaat hij terug naar zijn planeet, maar hij wil niet dat de piloot het ziet. Wanneer de piloot nu nog naar de hemel kijkt ziet hij een kleine jongen met gouden haren en een lach, hij weet dat het de Kleine Prins is.



2. Personen
Hoofdpersoon en belangrijkste bijpersonen
Hoofdpersoon: De Kleine Prins
Belangrijkste bijpersonen: De piloot

Karakter en uiterlijk van de Kleine Prins
De Kleine Prins is net zoals een kind, hij is erg lief. Hij houdt niet van volwassenen, dat maakt hem speciaal. Hij is ook heel naïef. Hij heeft lange blonde haren en een lieve lach.

Verandering van de karakters
De Kleine Prins verandert niet van karakter, hij blijft gewoon zichzelf.



3.Plaats
Het verhaal speelt zich in het begin van het boek af op zijn eigen planeet, asteroïde B612. In het midden van het verhaal vindt laats op de verschillende asteroïden die hij bezoekt, in de streek van de asteroïden 325, 326, 327, 328, 329 en 330. Het laatste deel van het verhaal speelt zich af in de Sahara, in Afrika.



4. Tijd
Het verhaal speelt zich niet in een duidelijk tijd af. Wel moet het een tijdje geleden zijn omdat er toen nog 2 miljoen mensen op aarde wonen. Wel duidelijk is dat het verhaal zich binnen een jaar afspeelt. Het verhaal heeft een chronologische volgorde, met enkele flashbacks.



5. Opbouw
Het verhaal heeft een informatieve opening, niet een opening-in-handeling. Een kleine inleiding dus. Het verhaal heeft 27 hoofdstukken, het is apart dat dit in Romeinse cijfers is aangegeven. De hoofdstukken zijn vrij kort, soms maar een halve bladzijde.



6.Thema, probleem en afloop
Het thema, en daarbij dus het belangrijkste onderwerp, is liefde voor elkaar. Het probleem is dat de schrijver de Kleine Prins steeds niet begrijpt, dit wordt later anders, wanneer de schrijver de Kleine Prins begrijpt en lief heeft. Ik vind het een goede afloop omdat het een ‘happy end’ is.



7. Taalgebruik en perspectief
De schrijver gebruikt het ik-perspectief. Hij is de ik-persoon, de neergestorte piloot. Ik vond het taalgebruik soms best moeilijk, doordat het een sprookje is.



8. Titel
De titel is: Le Petit Prince, dit is natuurlijk de hoofdpersoon van het boek. Het hele boek draait eigenlijk om de Kleine Prins.



9. Schrijver
Antoine Marie Roger de Saint-Exupéry was een Franse piloot, dichter en auteur. Geboren in Lyon, Frankrijk op 29 juni 1900, droomde Saint-Exupéry steeds van een baan als marineofficier, maar de Franse Naval Academy weigerde hem. In plaats daarvan werd hij opgeroepen door de Franse luchtmacht in 1921. Daar ontdekte hij zijn passie voor vliegtuigen. Hij kreeg een licentie civiele piloot in 1927. Kort daarna, kreeg hij de taak brieven te posten op een moeilijke en gevaarlijke route van Toulouse, Frankrijk naar Dakar, Marokko. Terwijl hij gestationeerd was in Dakar, begon Saint-Exupéry te schrijven tussen de opdrachten door om verveling tegen te houden. Courier Sud, 1929, werd zijn eerste gepubliceerde werk en werd grotendeels autobiografisch.

Toen het bedrijf failliet werd verklaard in 1930, wisselde Saint-Exupéry verscheidende keren van baan. Toch ging hij door met schrijven over vliegen en avontuur totdat de 2e wereldoorlog begon. Hij werd meteen opgeroepen en moest in het leger blijven. In 1940 verliet hij Frankrijk voor Amerika en bleef schrijven. Zijn beroemdste werk, Le Petit Prince werd geschreven tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten. In 1941 kwam werd hij opgeroepen voor het leger van de Verenigde Staten en werd gestationeerd in Afrika. Hij werd gedood tijdens een vlucht in 1944.



10. Beoordeling

Recensie
Ken je de kleine prins al? Heb je al eens samen met hem in de woestijn gezeten, gekeken naar een zonsondergang en je verbaasd over de wereld? Nee? Dan wil ik hem nu graag aan je voorstellen. Dit boek is niet voor niets een klassieker. Misschien is het iets voor jou. Misschien ook niet. Maar laten we het erop wagen.

Antoine de Saint-Exupéry schreef Le Petit Prince een jaar voor zijn dood. In 1944 werd zijn vliegtuig tijdens een missie voor de geallieerden door de Duitsers neergeschoten. Om in de geest van de schrijver te blijven zal ik in dit stukje geen andere jaartallen noemen – hij zou ze zelf waarschijnlijk volkomen oninteressant hebben gevonden. Zijn vrienden noemden hem Saint-Exupéry. Laten wij dat voor het gemak ook doen. Saint-Exupéry was van kleins af aan geobsedeerd door vliegtuigen en werd uiteindelijk ook piloot. Tijdens zijn lange, eenzame missies had hij veel tijd om na te denken en te filosoferen. Ondanks zijn vliegervaring maakte hij nogal eens brokken. Zo stortte hij eens neer in de Sahara. Gelukkig had Saint-Exupéry door zijn ervaring met het bouwen van vliegtuigen ook de kennis in huis om zijn vliegtuig te repareren.

In ‘De kleine prins’ gebeurt de ik-persoon precies hetzelfde. Hij is neergestort in de woestijn, heeft nog maar een beperkte voorraad water en moet daarom zo snel mogelijk zijn vliegtuig repareren. Terwijl hij daar druk mee bezig is komt er vanuit het niets een klein jongetje aanwandelen. Het jongetje, dat door de ik-persoon ‘de kleine prins’ wordt genoemd, komt van een verre asteroïde. Kenmerkend voor het prinsje is dat hij veel vraagt, zelf geen vragen direct beantwoordt maar uiteindelijk toch veel vertelt.

Op weg naar de aarde is de kleine prins langs vele planeten gekomen. Hij heeft daar vreemde mensen ontmoet die allemaal een eigen kijk op de wereld hebben. Zo is er een koning die over alle sterren regeert. En een zakenman die alle sterren bezit. Een verwaande man voor wie alle anderen bewonderaars zijn. En een wetenschapper die alleen niet-vergankelijke dingen vastlegt. Helaas voor het prinsje is zijn kostbaarste bezit – de enige, unieke roos die op zijn miniplaneetje leeft – vergankelijk en daarom niet de moeite waard om vast te leggen.

De kleine prins verbaast zich onderweg meer en meer over die vreemde volwassenen en de dingen die zij belangrijk vinden. Omgekeerd hebben de dingen die voor de kleine prins belangrijk zijn geen enkele waarde in de ogen van de volwassenen. De kleine prins filosofeert al vragend met de ikfiguur over de betekenis van vriendschap, over hoe je naar dingen kijkt. Ogen zijn blind, weet de kleine prins. Je moet kijken met je hart. Vriendschap gaat niet alleen om gezelligheid en plezier, maar veel meer nog om de energie die je in die vriendschap steekt. Juist die moeite die je voor iets of iemand doet maakt dat een ding of een persoon waardevol en uniek voor je wordt.

Aan de oppervlakte is het een mooi kinderverhaal. Simpel geschreven, met grappige scènes en leuke plaatjes. Saint-Exupéry schreef het boek dan ook voor kinderen. Voor volwassenen die het kind nog in zich hebben is het een boek dat je doet stilstaan bij de manier waarop je hebt leren denken, de verborgen kaders van je geest en de dingen waar je je in het dagelijkse leven zo druk mee bezighoudt. Als je tijd en energie steekt in het lezen van dit boek, is de kans groot dat de kleine prins je vriend wordt.