Beschrijvingsopdracht

Motivatie
Dit boek werd mij aangeraden door een kennis, die dit boek voor haar verjaardag had gekregen. Zij raadde mij dit boek aan, om te lezen voor mijn boekverslag.

Zelf was ze best onder de indruk van het boek en was er heel enthousiast over.

Zelf had ik het boek al eens in de boekwinkel zien liggen maar had geen idee waar het over zou gaan. Ik heb haar advies opgevolgd en heb dit boek gekozen als boek voor mijn derde boekverslag.

Geef een korte samenvatting
Er zijn eigenlijk twaalf verhalen die de inhoud van de roman vormen. Daardoor is er misschien wat minder samenhang in de samenvatting van het boek.

Katelijne Minderhoud is 12 jaar en woont in een klein dorp op een boerderij. Ze is het enige meisje in een gezin met 7 kinderen en ze heeft drie broers boven zich en drie onder zich. Ze spreekt steeds vrij afstandelijk over haar ouders met termen als “de vader”en “de moeder.” Toch zijn het geen vervelende mensen en in zekere zin best warm. De moeder lijkt wat harder dan de vader.

Moeder heeft wel erg veel aandacht voor haar tuin. De jongens in het gezin lijken niet al te slim en Katelijne is een van de weinige kinderen die graag een boek leest.

Ze moeten als gezin vaak twee of zelfs drie keer per zondag naar de kerk en in het eerste hoofdstuk slapen ze tussen twee diensten door thuis. Er komt een Duits echtpaar met een ziek zoontje vragen of ze op het erf mogen staan, omdat er nergens plaatsop een camping is. Katelijne denkt dat ze er goed aan doet (De Barmhartige Samaritaan en het Kerstevangelie) maar als haar ouders uit bed komen vinden ze het niet leuk. Immers tussen geloven en belijden gaapt een gaatje. “s Avonds zijn de Duitsers weg.

Katelijne heeft van haar vaders kant nog een oma die niet ver weg woont en altijd heel hard werkt. De opa is jaren geleden overleden,toen hij bedwelmd werd door de giftige dampen van de gierput. Aangezien Katelijne haar broertjes op dat spoor gezet had, voelt ze zich ook nog eens schuldig aan de dood van opa. Haar oma is strak in de leer en citeert lustig uitde onvolprezen Bijbel. Ze heeft een Statenbijbel waar ze erg trots op is. Helaas wordt die in een van de hoofdstukken gestolen. Katelijne spreekt haar oma moed in: als de dief gaat lezen in de Bijbel, zal het wel goed komen. In inderdaad wordt de Bijbel teruggebracht bij de politie.

In het gezin is een duidelijke indeling van het werk: Katelijne moet al het huishoudelijke werk opknappen. De jongens doen helemaal niets. Daar baalt ze wel van. Als ze bij haar tante in de stad mag logeren, ziet ze dat het ook anders kan. Daar is de sfeer veel vrijer. De buurvrouw van tante heet Gloria en die leest haar sprookjes voor. Dat vindt Katelijne prachtige verhalen, maar thuis denken ze daar heel anders over. Sprookjes zijn zondige verhalen.

Haar vader verkoopt melk (eerste klas melk) en koeien. Ze vindt het altijd leuk als de veekoopman komt. Die vertelt leuke anekdotes en doet in de tussentijd zaken met haar vader. Ze vindt haar vader veel te soft en hij doet de koeien te goedkoop weg. Ze zou wel eens willen ingrijpen bij zo’n verkoop.

Op school leert ze eigenlijk wel het meeste. Ze krijgt ook een vriendin (Suzanne); om indruk te maken fantaseert ze veel (het zijn bijna leugens) Suzanne blijft toch wel een beetje op afstand. Naar haar ouders kan Katelijne soms brutaal uithalen. Ze hoort ook een keer waarom ze nooit met de andere opa en oma van haar moederskant wordt geconfronteerd. Een broer van haar moeder is homo en dat vindt haar vader onacceptabel. Alleen haar oudste broer Rogier krijgt altijd een cadeautje toegestuurd. Hij krijgt een keer een boek over de oorlog en Katelijne pakt dat ’s avonds bij hem weg. Z leest over verraad in de Tweede Wereldoorlog.

De volgende dag staat zij op om haar vader te halen. Ze helpt goed , maar vergeet de stal af te sluiten waardoor de koeien losbreken en er veel ellende komt. Als ze het huis binnenloopt, leest haar moeder een verhaal aan de andere kinderen voor dat zij in haar schrift geschreven heeft. De broers vinden het maar vreemd dat hun zusje schrijft.

Katelijne is ook slimmer dan haar broers. Bij de Citotoets scoort ze een vwo-resultaat. Op school waarschuwt de meester voor alle verleidingen van de buitenwereld (popmuziek, Led Zeppelin, The Beatles, maar ook relipop) Thuis lachen haar ouders om dat feit. Die vinden “Yellow Submarine ‘ van The Beatles best leuk. Het nummer zou over seks en drugs gaan en Katelijne weet nog niet wat dat is.

Op Tweede Pinksterdag gaan ze uitrijden met de auto. In Westkapelle ziet ze een man die ze wel leuk vindt om te zien. Ze baalt ervan dat ze altijd met haar stomme broertjes moet optrekken. Ze vraagt of ze bij hem mag wonen: ze kan alles in het huishouden. “En wat kun je op seksgebied?, vraagt de man. Ze schrikt ervan en ’s avonds vraagt ze God om vergeving van haar zondige gedachten.

Rogier wordt verliefd op een dom meisje (Jannemieke) die is van een strengere kerk dan zij zijn. Jannemieke blijft soms slapen en dan moet ze bij Katelijne in bed. Rogier komt er echter ook wel eens bijliggen en dan hoort ze de twee verliefden aan elkaar friemelen. Op een dag knoeit ze met kauwgom en dat komt in het haar van Jannemieke. Uiteindelijk moet er een stuk van het haar af en dat vindt Jannemieke een zonde. Rogier maakt de verkering uit.

Niet lang daarna is er een ouderlingenbezoek: dat motief komt al in andere romans voor (o.a. Maarten ’t Hart) Het zijn echte griffo’s en Katelijne blijft met een aantal theologische vragen zitten.

Toch komen de verleidingen steeds groter op haar af. Ze moet een keer met haar broer Jeroen medicijnen in Middelburg ophalen. Op d e terugweg gaan ze over de kermis. Van schoolvriendjes van Jeroen krijgen ze cola (met alcohol) te drinken. In een kermisattractie worden ze daarna doodziek. Thuis hoort haar moeder van een kennis dat ze op de kermis zijn geweest en Katelijne krijgt straf.

Rogier die het boerenbedrijf wil leiden, is een voorstander van kunstmatige inseminatie bij het bevruchten van koeien. Zijn ouders zijn tegen, maar ki is veel efficiënter, vindt Rogier. Om indruk te maken blijft Katelijne leugenachtige verhalen verzinnen.

Haar broer Christiaan heeft verkering met Petra. Maar ze is ineens zwanger. Dat is een schande en die moeten ze belijden in een volle kerk. Daarna moeten ze trouwen (Petra is nog maar net 16 jaar) en om de kosten te drukken zullen ze de bruiloft thuis op de boerderij vieren. (“Ons Zeeuwen bent een bietje zuunig’”) Katelijne draagt haar steentje bij: ze maakt 5 schoenendozen vol confetti met een perforator. Ze wil die over de dansvloer strooien. Met haar oma spreekt ze nog een keer over haar opa en verzint een soort bekeringsverhaal van opa om oma gerust te stellen. Misschien is opa die niet zo gelovig was toch wel in de hemel.

Het huwelijksfeest speelt zich af op de dorsvloer. Katelijne heeft een plannetje gemaakt om de confetti over het bruidspaar te strooien, maar dat dreigt nog bijna te mislukken. Ze heeft haar broer Rogier daarvoor nodig en dan is het resultaat ook nog dat een melktank leeg loopt. Aan het einde dwarrelt de zelfgemaakte confetti toch op de dorsvloer.



Uitgewerkte persoonlijke reactie
Het boek is makkelijk te lezen, omdat de schrijfstijl makkelijk is maar ook omdat het een leuk, interessant boek is. Als lezer krijg je een mooie kijk in het leven van een puber uit een streng gelovig gezin. Omdat het verhaal geschreven is vanuit Katelijne leer je de hoofdpersoon goed kennen en kun je je goed inleven in het verhaal.

Ik heb het boek met plezier gelezen en ben zeer positief over het verhaal!



Verdiepingsopdracht

Beschrijf de verwachtingen die je had voor het lezen van het boek
Ik verwachtte voor dat ik begon met lezen van het boek dat het verhaal zou gaan over een meisje dat opgroeide in een sterk gelovig dorp. Mijn verwachting was dat dat de rode draad van het verhaal zou zijn.

Verder verwachtte ik dat het boek niet moeilijk zou zijn om te lezen, ik verwachtte dat ik geen moeilijkheden zou ondervinden tijdens het lezen van het boek.

Tot slot verwachtte ik dat het boek indruk op me zou maken en me een goed beeld zou laten geven van de omgeving waarin de hoofdpersoon zich bevindt.

De structuur (opbouw) van het boek;
a/b. de geleding en de samenhang
Het boek heeft 220 bladzijden. De 12 hoofdstukken die het boek bevatten samen 220 bladzijden. De hoofdstukken kunnen los worden gelezen, maar er is wel een samenhang. Ze vormen samen het verhaal, maar er is minder samenhang dan in ‘normale’ boeken.

Ik vond het op zich niet heel vervelend dat het als het ware 12 losse hoofdstukken waren. Dit bracht wat variatie.

De hoofdstukken spelen zich af in chronologische volgorde; in het begin van het boek is Katelijne 12 jaar, aan het eind van het verhaal is ze 14.

c. welke verhaallijnen, wat is de relatie ertussen?
Verhalen kunnen bestaan uit meerdere verhaallijnen, waarbij elke gebeurtenissenreeks een eigen ontwikkeling kent. Deze verhaallijnen kunnen op verschillende manieren met elkaar samenhangen.

Een verhaallijn is als het ware de rode draad van het verhaal.

Dit verhaal kent eigenlijk maar een verhaallijn; die van Katelijne. Haar gebeurtenissen en ervaringen vormen de rode draad in het verhaal. Zij is de enige hoofdpersoon in het boek.

d. het begin van het verhaal
Het boek begint midden in het leven van Katelijne. Katelijne is dan 12 haar. Er is niet echt sprake van een inleiding; in het eerste hoofdstuk wordt (net als in de andere hoofdstukken) een gebeurtenis uit het leven van Katelijne beschreven.

e. is er een cynische opbouw? Zo ja, beschrijf deze
Cynisch betekent spottend, sarcastisch. Daar is in dit boek enigszins sprake van; hoewel de gereformeerde godsdienst centraal staat en dat vrij ‘zwaar’ is, is het boek leuk en met een lichte spot geschreven.

Het boek is dus afwisselend serieus en humoristisch.

f. wat is volgens jou de functie van de structuur in dit boek?
Ik denk dat de schrijfster het boek enigszins cynisch heeft geschreven om ervoor te zorgen dat het boek leuk blijft voor de lezer. De situaties die worden beschreven zijn in de kern vrij somber, maar



De vertelsituatie en het perfectief;
a. welke vertelsituatie heeft het boek?
Dit boek heeft een personale vertelsituatie.

b/c. wat is de functie ervan (bijv. een relatie met het onderwerp) en wat is het effect van de vertelsituatie op jou als lezer?
Je leert Katelijne’s ervaringen en gedachten over de godsdienst kennen. Je komt erachter hoe zij de wereld ervaart en hoe zij over dingen denkt.

De functie hiervan is dat je een goed beeld krijgt van Katelijne; je leert haar in dit boek goed kennen. Dit heeft het effect dat je met haar meegaat leven en je een goed beeld krijgt van de situatie waarin ze zich bevond. Wel is het subjectief, omdat alles vanuit Katelijne’s ogen is geschreven.



Zoek secundaire literatuur over het boek van jouw keuze. Bestudeer daarin óf de structuur óf het perspectief.
a. duidelijk verantwoording van je keuze
Met secundaire literatuur worden die teksten aangeduid die betrekking hebben op literair werk (de primaire tekst). Dit kan een verhandeling over een bepaald literair werk (een boek over een boek) zijn, of een biografie van een schrijver of dichter. Ook kan het een algemeen opstel zijn over de literatuur, of een recensie.

Ik heb gekozen voor een recensie, omdat dit mij het meest interessant en leuk leek om te bestuderen.

Toen ik bij Google ‘recensie Dorsvloer vol confetti’ heb ik vele recensies gelezen. Maar bijna geen enkele recensie ging in op de structuur of het perspectief van het boek. Dit was wel nodig, aangezien de rest van de vragen hierover gaan. Uiteindelijk heb ik een recensie gevonden waar dat wel het geval was, een recensie van Bet Altena.


b. geef een duidelijke titelbeschrijving van de gebruikte secundaire literatuur
Franca Treur: Dorsvloer vol confetti
Bert Altena | http://www.bertaltena.com/recensies/franca-treur-dorsvloer-vol-confetti
April 2010

c. maak van de secundaire literatuur over de structuur een samenvatting
De recensent schrijft over de verschillende scènes in het boek, ‘losjes aaneengeregen zonder een dwingende verhaallijn’.

Dit laat zien hoe Katelijne enerzijds deel is van een gezin, en anderzijds haar eigen gedachtewereld koestert waarin ze zich steeds meer onderscheidt van anderen en haar verhouding tot geloof en kerk een eigen inhoud krijgt. Ondertussen wordt het portret van dit gezin en van de typische eigenaardigheden van het orthodoxe geloof vooral met liefde getekend.

d. vergelijk jouw bevindingen met betrekking tot de structuur met de bevindingen uit de secundaire literatuur. Welke overeenkomsten? Welke verschillen?
Mijn bevindingen komen helemaal overeen met die van de schrijver. Ook ik had opgemerkt dat er verschillende gebeurtenissen/scènes zijn in het boek.

Eigenlijk is er geen sprake van een verschil; we hebben over de structuur van het boek dezelfde mening.

e. vind je de secundaire literatuur over de structuur overtuigend? Beargumenteer je antwoord
f. was de secundaire literatuur bruikbaar? Wat heb je eraan gehad?
De secundaire literatuur was bruikbaar om de vragen over secundaire literatuur te beantwoorden. Het was niet erg vernieuwend, het gaf geen vernieuwende kijk op het boek. Ik had de structuur namelijk zelf ook al ondervonden.



Evaluatie

Geef je beargumenteerde eindoordeel
Ik heb er totaal geen spijt van dat ik dit boek voor mijn boekverslag heb gelezen.

Het boek was interessant, en makkelijk geschreven. Ondanks het ‘zware’ onderwerp werd het luchtig gehouden door de humor die het boek bevatte.

Als lezer kon ik me goed inleven in Katelijne’s situatie, je kreeg een goed beeld van haar ervaringen.

Ik vond het ook leuk om dit boek te lezen omdat ik zelf vrij vaak in Zeeland kom en ik daar zelf ook wat meekrijg van de gelovige dorpjes en die cultuur. Sommige dingen en belevenissen waren dus voor mij herkenbaar.

Wat is er veranderd in je eindoordeel, vergeleken met je uitgewerkte persoonlijke reactie van de beschrijvingsopdracht?
Eigenlijk is er niets veranderd, ik denk nog steeds hetzelfde over het boek. Ik ben nog steeds even positief!

Ben je tevreden/ontevreden over het uitvoeren van de beschrijvingsopdracht en de verdiepingsopdracht? Waarom?
Hoe verliep het uitwerken van de verdiepingsopdracht? Vond je het een lastige, moeilijke klus of viel het wel mee? Beschrijf wat je moeilijk, verwarrend of onduidelijk vond aan de verdiepingsopdracht
Uiteindelijk ben ik tevreden met het uitwerken van de beschrijvingsopdracht.

Ik vond dit wel verslag de lastigste van de drie die ik tot nu toe heb gemaakt.

Over een aantal vragen stond geen informatie in het boek, dus hier ontstond bij mij enige twijfel over. Na wat zoeken op Internet en met behulp van klasgenoten heb ik genoeg informatie weten te verkrijgen om de vragen te kunnen maken.

Sommige vragen vond ik dus verwarrend en onduidelijk; ik had graag gezien dat de docent daar enige informatie over had gegeven.

Hoe verliep het lezen van het boek? Vond je het een lastige klus of viel het wel mee?
Ik heb geen moeilijkheden ondervonden tijdens het lezen van het boek; dit verliep heel gemakkelijk. Een lastige klus vond ik het niet, het was makkelijk te lezen en de schrijfstijl is niet moeilijk te noemen.

Ik heb meerdere avonden gelezen, telkens twee of drie hoofdstukken. Omdat het niet een lopend verhaal is had ik niet de drang of wil om telkens door te lezen.

Beschrijf wat je moeilijk, verwarrend of onduidelijk vond aan het boek
Eigenlijk ben ik niet tegen moeilijkheden, verwarringen of onduidelijkheden aangelopen.

Er waren wat Zeeuwse uitdrukkingen en woorden die mij niet bekend waren, maar dit was geen probleem. Uit de context viel op te maken wat ongeveer de betekenis was van deze woorden.

Had je het idee tijdens het werken aan deze slotopdracht dat je vaardigheden en kennis voldoende waren? Wat beheerste je nog niet goed?
Eigenlijk had ik niet voldoende kennis om de vragen in één keer te kunne beantwoorden. De vragen over secundaire literatuur staan bijvoorbeeld niet in het Nederlands boek, dit vond ik erg lastig.

Ik heb op Internet gezocht naar de betekenis en na informatie te hebben gevonden kon ik de vragen maken.

Wat ga je de volgende keer anders doen? Waarom?
Het maken van mijn boekverslag verliep prima, de volgende keer zou ik het op dezelfde manier doen. Wel zou ik dan iets eerder beginnen; nu moest ik mijn boekverslag maken terwijl ik eigenlijk had willen leren voor de toetsweek.

Dit is een kwestie van planning, hier ga ik de volgende keer meer op letten!