Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hersenschimmen door J. Bernlef

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Hersenschimmen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 5205 woorden
  • 9 januari 2011
  • 114 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
114 keer beoordeeld

Boekcover Hersenschimmen
Shadow

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plo…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onv…

Hersenschimmen is Bernlefs indringende en ontroerende roman over dementie, over de eenzaamheid en de angst die daarmee gepaard gaan, maar ook een verhaal over de liefde die een onvermijdelijk tragisch einde tegemoet gaat.

Maarten Klein verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Momenten van helderheid worden meer en meer verdrongen door ontreddering en verwarring. Net als ik lekker lig komt Vera me wekken. Is het ochtend? Waarom al die haast? En sinds wanneer kleed ik mij zelf niet meer aan?

De pers over Hersenschimmen:
‘Mijn hele generatie heeft zijn ouders ‘hersenschimmen’ cadeau gegeven, in de hoop hun ontgeestelijking te bezweren, maar mijn moeder was vergeten dat ze het had gelezen’ Kees van Kooten.
‘Maartens verstand lekt weg, centimeter voor centimeter, en vervliegt ten slotte. Bernlefs verslag van die martelgang is schrijnend, heel gedurfd.’ Harold Pinter
‘Herinneren, vergeten, verdwijnen – dat zijn de grote thema’s van ‘Hersenschimmen’; en ook van veel andere romans van Bernlef.’ NRC Handelsblad.

Hersenschimmen door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Boekgegevens

Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Motto: A touching dream to which we are lulled, but wake from separately
-Philip Larkin-
Eerste druk: 1984
Uitgelezen op: 30-08-2010
Leestijd: ongeveer 3 uur (Met tussenpozen om alles te laten bezinken en na te denken over de betekenis)

Samenvatting van de inhoud:

Bron: Literair Lexicon

De 71- of 72-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston. In de jaren vijftig zijn ze uit Nederland naar Amerika geëmigreerd. Hun twee kinderen bleven in Nederland wonen. Maarten werkte tot zijn pensionering bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation (IMCO), een instituut voor visserijonderzoek in Boston. Op een winterse dag kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij al zijn koffie op te drinken en voor Vera hout uit de schuur te halen, hoewel ze hem daar tweemal om had gevraagd. Hij zoekt de schuld van zijn vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange winter. Maarten piekert over zijn vergeetachtigheid. Er is iets mis, maar hij weet niet precies wat. Hij betrapt zich erop dat hij hardop in zichzelf praat. Woorden die hij alleen gebruikte op zijn werk duiken plotseling op in zijn conversatie met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en uit de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje dat hij op de kleuterschool van stroken papier maakte, scheurt hij onbewust de krant aan repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat hem zoeken. Tijdens een wandeling met de hond Robert verliest hij zich weer in het verleden. In het meisje achter de bar van het café‚ waar hij even uitrust, herkent hij zijn eerste vriendin. Daarna komt hij in het antiquariaat waar hij kort daarvoor The Heart of the Matter van Graham Greene kocht. Maarten kan zich het boek op dat moment niet herinneren, hoewel hij er thuis af en toe een stukje in leest. Als hij mijmerend verder dwaalt door de stad, vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem met de auto gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie worden duidelijker en heviger. Vera heeft de deur Op slot gedaan toen ze even weg moest, maar Maarten breekt hem open om naar een IMCO-vergadering te gaan. Het gereedschap neemt hij mee in zijn aktetas. Hij gaat echter niet als vroeger met de trein naar Boston, maar loopt naar een vakantiehuisje, waarvan hij de deur ook forceert. Terwijl hij wacht op de anderen oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangst quantums. Dan realiseert hij zich de situatie en gaat hij op weg naar huis; hij vergeet echter zijn tas.Vera is bij dokter Eardly geweest. Hij heeft haar aangeraden met Maarten foto's te bekijken om zijn herinneringen te ordenen. Maarten herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto uit zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Later weet hij dat weer, maar als de deur wordt gerepareerd kan hij zich het niet herinneren dat hij hem heeft opengebroken. Op het bezoek van dokter Eardly reageert Maarten met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst dat hij niet meer helemaal meester is over de taal: hij moet zinnen soms eerst vanuit het Nederlands in het Engels vertalen voordat hij ze kan uitspreken en heeft moeite met het benoemen van voorwerpen. Steeds meer vermengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verwart Vera met zijn moeder en zijn huis met dat van zijn grootouders. Wat zijn vrouw hem het ene moment vertelt, kan hij direct daarna weer vergeten zijn. Als zij weg is, slaat Maarten een ruit in om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Bij het volgende bezoek van de dokter ziet Maarten hem als een tegenstander in een moeilijke onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een vergaderstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven slaat hij hem de spuit uit handen. Op dat moment waant hij zich in de oorlog. Omdat de toestand gevaarlijk wordt, komt de gezinshulp Phil Taylor inwonen om op Maarten te letten. Deze vergeet steeds wie zij is en waarom ze er is, en verwart haar met zijn pianolerares van vroeger en met zijn dochter. Als hij tweemaal in een nacht door het huis dwaalt, geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen los waarmee hij was vastgebonden en wassen hem in het bad; Maarten krijgt daarbij een erectie. Pas als hij het aanraakt beseft hij vol schaamte dat het zijn geslacht is dat boven water uitkomt. Maarten ontsnapt nog een keer uit het huis en komt na een wandeling door de duinen terecht in het zomerhuisje waar hij eerder zijn aktetas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet hem lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep, waardoor Maarten hem houdt voor een Amerikaanse soldaat tijdens de bevrijding. Even later komt dokter Eardly, die Maarten voor een soldaat in burger houdt. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven denkt hij dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard en verbrandt hij uit het album de foto's waarop hij is afgebeeld. Hij herkent zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem op een stoel vast. Ook hen herkent hij niet meer. Dan wordt hij in een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Er dringen nog maar flarden van buiten tot Maarten door; zijn wereld is gekrompen tot zijn onsamenhangende, maar soms plotseling heldere gedachten, waarin de taal een belangrijke rol speelt. Het boek eindigt met een mededeling die hij nog wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen.

Personages:


Maarten Klein

De hoofdpersoon in het boek is Maarten Klein. Maarten is 71 of 72 jaar, geboren in Alkmaar, maar woont al een hele tijd in Amerika. Hij is een grote fiere man, die altijd een kostuum draagt. Hij werkte als notulist bij de IMCO, een visserijorganisatie, maar hij is inmiddels gepensioneerd. Vroeger heeft hij voor zijn werk de halve wereld rondgereisd.

Maarten is een lieve man die heel veel van zijn vrouw houdt. Als hij kon dan zou hij zijn vrouw nog altijd zo verwennen als hij vroeger deed. Hij kan niet leven zonder zijn vrouw, maar toch heeft hij haar vroeger een keer bedrogen terwijl hij op zakenreis was.

Maarten heeft nog erg jeugdige ideeën. Je leert hem het best kennen, omdat hij het hele verhaal verteld, je zit in zijn denkwereld. Hij is een round-character, omdat we steeds meer over hem te weten komen, vooral over zijn verleden.

Aan het eind van het boek is Maarten enorm verward en weet hij soms niet waar hij is of wat hij doet.

Citaat:


“In het begin van het boek staat Maarten voor het raam te wachten tot de schoolkinderen voorbij komen. Vera wijst hem erop dat het zondag is: “Je wordt een beetje verstrooid Maarten”. Misschien komt het door de sneeuw, denkt hij, “die monotonie, als alles wit is om je heen vallen de verschillen weg.”

Secundaire literatuur:

“Hij vergeet z'n koffie te drinken, hout te halen, gebruikt woorden die hij alleen maar op kantoor gebruikte, bijvoorbeeld toilet in plaats van w.c. Als hij daar naar toegaat, waant hij zich plotseling op de kleuterschool en gedraagt hij zich ook zo.” (Uittreksel 2)

Aan dit voorbeeld uit de secundaire literatuur kun je goed zien dat Maarten ernstig in de war was. Hij heeft maar erg weinig nodig om zijn gedachten te verplaatsen naar een andere tijd, hierbij denkt hij ook echt dat hij zich in deze andere tijd bevindt.

Vera Klein
:

Vera is de vrouw van Maarten. Zij is ook een erg belangrijk persoon in het boek. Je leert Vera vooral kennen door de opmerkingen van Maarten. Ze heeft een tenger figuur en een mooi uiterlijk. Hoewel ze soms hard kan zijn, is ze ook een gevoelige vrouw. Ze heeft een normaal sociaal leven, ze heeft vriendinnen, doet zelf de boodschappen nog en heeft vroeger in een bibliotheek gewerkt. Ook Vera is een round-character Vera is al vijftig jaar getrouwd met Maarten en nu moet zij hulpeloos toekijken hoe Maarten aan het dementeren is. Vera en Maarten kennen elkaar door en door. Zij is een sterke vrouw, samen met Maarten heeft ze al een hoop meegemaakt. Dan doen de eerste verschijnselen van Maarten zijn dementie zich voor. Vera neemt dit serieuzer dan Maarten doet en schakelt een dokter in. Op een gegeven moment gaat het steeds slechter met Maarten en moet Vera hem constant in de gaten houden om ongelukken te voorkomen. In dit gedeelte van het boek blijkt dat het echte liefde is en dat Vera zeer geduldig en sterk is. Als de situatie ondraaglijk is geworden neemt Vera de beslissing dat er niets anders op zit dan dat Maarten naar een tehuis gaat. Hier zal hij de verzorging krijgen die hij nodig heeft. Toen Maarten nog thuis woonde stond Vera’s hele leven naar Maarten en zelfs met extra hulp in huis kon ze niet genoeg voor Maarten zorgen, zó erg was hij er aan toe.

Fred en Kitty Klein (de kinderen)


De twee kinderen, Fred en Kitty, komen alleen in de herinneringen van Maarten naar voren. Zij zijn geboren in Nederland en op jonge leeftijd mee geëmigreerd naar Amerika. Toen ze volwassen waren, hebben ze Amerika verlaten en zijn ze weer in Nederland gaan wonen.

In Nederland leidden ze beide een normaal leven.

Dokter Eardly

Dokter Eardly is de arts die door Vera is ingeschakeld. Hij is een forse man. De dokter denkt dat het probleem van Maarten op te lossen valt met medicijnen en rust. Ondanks zijn naïviteit kun je merken dat hij het goed voor heeft met Maarten. Hij komt geregeld langs en blijft in elke situatie uiterst vriendelijk.

Phil Taylor

Phil Taylor is de gezinshulp die komt als Vera het niet meer in haar eentje aankan. Maarten verward Phil met zijn dochter en zijn vroegere pianolerares. Phil komt bij hen inwonen.

Ze is zeer behulpzaam, maar nog zeer jong van mentaliteit. Ze wil erg vaak televisie kijken. Het is een typisch Amerikaans meisje qua gewoontes en kleding. Ze heeft blond haar, een bol voorhoofd en is ietwat aan de flinke kant.

Zij is een flat-character, dit omdat ze een simpel, vereenvoudigd karakter heeft, in tegenstelling tot Maarten en Vera.

Ellen Robbins

Ellen Robbins, eveneens een flat-character, is een vriendin van Vera die regelmatig op bezoek komt. Ze is een echte roddeltante, maar een heel goede vriendin voor Vera. Waar ze kan helpt ze Vera met haar problemen. Ook zorgt ze ervoor dat Vera wat afleiding heeft.

Open plekken in het boek

Het boek bevat veel open plekken. In het begin vraagt de hoofdpersoon zich bijvoorbeeld af of het door de sneeuw komt dat hij ’s ochtends zo moe is (op dit moment weet je nog niet wie de hoofdpersoon is). Dan bedenkt hij zich dat Vera zich niet moe voelt. Later kom je te weten dat Vera zijn vrouw is. Op dat moment kom je er ook achter dan het helemaal geen ochtend is, maar avond. Er zitten ook veel witregels in het verhaal, waarna het verhaal verder gaat in een andere tijd. Hier laat de auteur je zelf bedenken hoe het verhaal verder gegaan is. Ik denk deze ‘lege’ regels symbool staan voor de lege plekken in Maarten zijn geheugen.

Een belangrijke open plek is bijna op het eind. Er wordt beschreven hoe Maarten een injectie krijgt. Dan volgt er een witregel, waarna het verhaal verdergaat, maar in korte, abstracte zinnen. Hieruit blijkt voor de lezer dat er met Maarten nu helemaal niets meer te beginnen valt.

Citaat


"Soms is hij net een vreemde voor me", vertelt ze

Dr.Eardly, "Dan kan ik hem niet bereiken, een machteloos

gevoel".

Secundaire literatuur:


“De stijl ervan houdt gelijke tred met de aftakeling van zijn geestelijke vermogens: van normaal tot verbrokkeld, zoekend naar woorden voor wat hij zich nog herinnert of meent waar te nemen.” (Uittreksel 1)

Spanning

Doordat het steeds slechter gaat met Maarten, ben je benieuwd hoe het verder gaat. Er zitten dus spanningsbogen in het boek. De belangrijkste is denk ik wanneer ze Maarten op komen halen.

Ik vond het boek niet erg spannend, maar ook zeker niet saai. Ik geloof ook niet dat het de bedoeling van de auteur was om een spannend boek te schrijven. Ik was wel erg benieuwd hoe het met Maarten af zou lopen, maar ik zat niet op het puntje van mijn stoel.

“Iets denkt in mij en houdt dan halverwege weer op. Begint er totaal iets anders dat ook weer stokt. Als een auto die telkens afslaat”

Dit zinnetje vond ik erg mooi, ik denk dat dit een heel goede omschrijving is van dementie. Dit soort zinnen heeft ervoor gezorgd dat ik verder wilde lezen, wat zal er nog meer met Maarten gebeuren? Wat zal hij zich nog meer herinneren?

Secundaire literatuur:


“In Hersenschimmen slaagt Bernlef erin een bijna ongrijpbaar gegeven te verwoorden.” (Uittreksel 2)

Juist omdat het hele proces van dementeren zo ontzettend goed verwoord wordt, kun je niet stoppen met lezen.

Flashbacks


Er zijn telkens gedachtesprongen en flashbacks die vaak eindigen in een rare actie van de hoofdpersoon, of de hoofdpersoon raakt nog verder in de war, en jijzelf dus ook. Vaak als de hoofdpersoon in gedachten verzonken was, was ik erg benieuwd wat er nu zou gaan gebeuren.

Maarten denkt nog vaak aan de oorlog, dit denkt hij tijdens het scheren:

“Baardharen. Ander woord voor baard. Snor, sik, knevel. Oom Karel had knevels. Tot de vijftiende mei 1940. Toen Nederland capituleerde schoor oom Karel zijn trots omhoog wijzende knevels af. Uit protest. Een eerste en laatste verzetsdaad.”

Secundaire literatuur:


“Herinneringen aan zijn vader, zijn grootouderlijk huis, zijn zakelijke carrière nemen hand over hand toe. Als hij opstaat en even loopt, ebt het gevoel van verdwaald te zijn in de tijd even weg.” (Uittreksel2)

Genre & stroming

Het is een psychologische roman. Dit omdat de schrijver meekijkt door de ogen van een dementerende man. Ook vindt er een duidelijke karakterontwikkeling plaats bij Maarten.

Het boek is fictie, proza en literatuur. Het is namelijk verzonnen, de schrijver gebruikt de volle breedte van het papier en het boek heeft artistieke erkenning gekregen.

Ik denk dat dit boek heel goed bij het naturalisme past. Volgens het naturalisme kan de mens niet ontsnappen aan het noodlot, in het boek kan Maarten ook niet ontsnappen aan zijn Alzheimer.

Verteller en perspectief

Het verhaal wordt verteld door Maarten zelf van het begin tot het (onsamenhangende) eind. Vanuit de patiënt wordt het ziektebeeld beschreven. In het begin heeft Maarten wel besef van zijn kwaal, maar hij realiseert zich ook, dat hij er weinig tegen kan doen. Langzamerhand verdwijnt zijn persoonlijkheid. Hij voelt zich als “een zeilschip, dat in een windstilte is terechtgekomen. En dan plotseling is er even weer wat wind, vaar ik weer. Dan heeft de wereld weer vat op me en kan ik weer meebewegen”(blz.70).

Secundaire literatuur:


“Hersenschimmen is het merkwaardig genoeg in de ik-vorm geschreven verslag van wat er omgaat in iemand die dementeert, van de eerste verschijnselen tot het ontredderde einde.” (Uittreksel 1)

Titelverklaring

Hersenschimmen duidt op het idee, dat er van het leven uiteindelijk niets anders overblijft dan wat vage bewustzijntoestanden, illusies, hersenschimmen. Aan het eind van de roman, denkt Maarten: “In het leven terug? ...maar waar is zo iets gebleven? …is er wel zo iets? …of was gewoon alles inbeelding van het hoofd? …hersenschimmen?” (blz. 155).

Aan het eind van het boek bestaat zijn hele gedachtewereld uit niets anders dan schimmen.

Motto

‘A touching dream to which we are lulled, but wake from separately’ van Philip Larkin, dit komt uit het gedicht ‘The Building’.

Het betekent: Een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd, maar waar elk afzonderlijk uit wakker wordt.

Mijn interpretatie hiervan is als volgt. Maarten en Vera zijn al heel lang gelukkig samen, als in een mooie droom. Toch denk ik dat Maarten niet met zijn grote liefde getrouwd is. Als hij wat gaat drinken in een café, denkt hij dat het barmeisje Karen is. Karen is zijn eerste verloofde. Uiteindelijk beseft hij dat het Karen niet kan zijn. Als hij eenmaal thuis is vraagt hij Vera of ze nog weet hoe ze in Holland samen hand in hand liepen op de Slaperdijk. Vera weet niet waar hij het over heeft. De lezer weet dat dit herinneringen aan Karen zijn.

Een televisieprogramma over de opkomst van Hitler brengt Maartens gedachten terug naar die tijd. Hij was toen verloofd met Karen. Plotseling wil Maarten voor Vera knielen, maar dat is eigenlijk wat hij vijftig jaar geleden voor Karen had willen doen.

Secundaire literatuur:

“Maarten gaat met Robert wandelen, drinkt een glas bier in de kroeg en ziet het meisje achter de bar aan voor Karen, zijn eerste verloofde.”

Tijd en ruimte


Het aftakelingsproces van Maarten speelt zich in een, medisch niet echt waarschijnlijk, kort tijdsbestek af. Vanaf de eerste tekenen van vergeetachtigheid tot en met de totale dementie die het noodzakelijk maakt Maarten in een inrichting op te nemen. Gewoonlijk duurt het dementeren veel langer dan in het boek beschreven wordt.

Het verhaal speelt in en rond het huis van Maarten en Vera aan de kust in Gloucester boven Boston in de USA. Naar mijn mening heeft de schrijver deze locatie met opzet gekozen. Maarten valt namelijk steeds meer terug op zijn jeugd en de taal van zijn jeugd, zodat de Amerikaanse omgeving extra vervreemdend werkt.

Ook staat in de woonkamer Maartens piano en het oude bureau van zijn vader, wat ook veel herinneringen bij hem oproept.

De tijd is erg belangrijk in dit boek, omdat dat een enorme rol speelt in Maartens ziekte.
Hij raakt telkens in de war en denkt dan dat hij in een andere tijd is.

Citaat:

“Vera was eerst beneden, zoals gewoonlijk. Ze heeft de gordijnen opengetrokken. Ik doe ze maar weer dicht. Het is nog veel te vroeg om ze open te hebben op zo’n koude winterochtend.” en dan staat er op de volgende bladzijde: “Natuurlijk, het is avond. “Wat eten we?””

Secundaire literatuur:

“Bernlef analyseert in dit verhaal wat er met het geheugen en daardoor met het verleden van de mens kan gebeuren. De mens ís in feite zijn verleden en door zijn taal ordent hij het: daardoor kan hij personen, dingen en gebeurtenissenplaatsen. De taal is een systeem van sociale afspraken. Als de mens zijn verleden verliest (vergeet), raakt hij stuurloos. Verbanden raken zoek en personen en situaties worden onherkenbaar. De taal verwordt tot een tasten naar de werkelijkheid. En dat betekent het einde.” (Uittreksel 1)

Contrasten

Het oude paar dat niet veel meer kan bewegen en de jonge kinderen die altijd bewegend beschreven worden in het boek vormen een groot contrast.

De zee, in de vorm van de vrijheid en de gedachtegang van Maarten waar hij zich in opgesloten heeft vormt ook een contrast. Dit contrast was de rode draad in het verhaal: Maarten die opgesloten was en steeds naar vrijheid zocht.

Indirect werd de hond Robert ook veel met Maarten vergeleken. Robert is een oude hond, die niet veel meer kan en die een bepaald ritme en schema nodig heeft, net als Maarten.

Door zijn ziekte raakt Maarten erg in de war en vertrouwt hij zichzelf niet meer, hierdoor moet hij steunen op de mensen om hem heen en op hen vertrouwen. Op een gegeven moment zie je toch dat hij naast zichzelf, ook de mensen om hem heen niet meer vertrouwt:

"Ze beginnen altijd vriendelijk iets te amicaal. Dat verraad hen meteen. Dat duidt altijd
op achterliggende bedoelingen. Dan is de methode Simic geboden."

Secundaire literatuur:


“De taal waarmee hij in zichzelf denkt, wordt nu ook gevormd door lichte zinnen; de betere zinnen blijven onder zijn tong, die zijn te zwaar. Als Vera hem voorleest, herkent hij wel meer dan klanken alleen.” ( Uittreksel 2)

Thema en motieven


Het leven als fictie en onzekerheid zijn thema’s die de basis van dit boek vormen. Daarboven bevindt zich een laag van thema’s en motieven die, direct of indirect, naar deze grondproblematiek verwijzen. Namelijk de taal als middel om de werkelijkheid te ordenen en te beheersen. Sneeuw, herfst/winter en het noorden als ‘bewijzen’ van het feit dat alles wat de mens in de werkelijkheid ziet, er grotendeels door hem zelf is ingelegd.

Een derde thema is de dood, dat mede gestalte krijgt via de hiervoor genoemde leidmotieven. Veel meer wordt de doodsproblematiek echter uitgedrukt in de thema’s vergeten en verdwijnen.

De thematiek van vergeten en verdwijnen staat centraal in Hersenschimmen, dat voor alles dan ook een roman is over de (naderende) dood. Motieven die naar het verdwijnen verwijzen zijn: de foto’s, de badkamerspiegel en de grote ruit in de woonkamer.

Andere belangrijke thema’s zijn desoriëntatie en depersonalisatie. In het kader waarvan de taal als thema een rol speelt.

Maarten wijt veel van zijn geheugenverlies aan de winter, hij denkt dat als de lente begint, hij weer helderder na zal kunnen denken. Hieronder staat een citaat van een zin op de laatste bladzijde van het boek.

Citaten:


Als het al dag is en good morning en iemand zegt ”fluisterend.. de stem van een vrouw die luistert” je luistert met gesloten ogen” luistert alleen maar naar haar stem die fluistert” dat het raam is gemaakt” dat waar eerst die oude deur voor zat gespijkerd” dat daar nu weer glas zit” glas waar je doorheen kunt kijken” naar buiten” het bos in en de lente bijna begint” zegt ze” fluistert ze ”de lente die op het punt staat te beginnen.

Uit dit citaat blijkt dat het begin van de lente Maarten een sprenkeltje (valse) hoop geeft. Vals, omdat de ziekte die hij heeft onomkeerbaar is. Toch wordt het als iets moois gezien dat de lente begint.

“Voordat ik bij de woorden kan is het me alweer ontglipt”.

Bij dit zinnetje dacht ik aan wat mijzelf wel eens is overkomen. Als ik mijn hand opsteek in de klas, ben ik vaak tegen de tijd dat ik aan de beurt ben om te spreken, mijn vraag kwijt.

Dat vind ik zo vervelend! Bij deze zin besefte ik dus pas echt hoe je een dement iemand zich wel niet zal voelen. Dit was voor mij een soort van eye-opener. Naast het afbrokkelen van Maartens herinneringen, begint hij nu ook een taalgebrek te ontwikkelen.

“Overal wordt geademd....ze zijn allemaal

gekomen om hier voor het laatst te slapen....en met wie dat

geeft niet meer....geen namen....geen gezichten meer....ik

draag je....kleine jongen van me....de hele lange bange nacht

door zal ik je dragen tot het weer licht wordt."

Het boek eindigt in het tehuis als Maarten naar bed wordt gebracht. Tijdens zijn laatste gedachten van die dag valt hij in slaap. Dit citaat laat goed zien dat Maarten weet dat hij gaat sterven: “ze zijn allemaal gekomen om hier voor het laatst te slapen”. Hij kan nu eindelijk rusten, hij hoeft geen namen, gezichten of iets dergelijks te onthouden. Hij kan zijn gedachten laten rusten en zo wachten op het einde.

Secundaire literatuur:

“Het leven heeft slechts één vorm: het vergeten” (Uittreksel 4)

Bovenstaand citaat is van Francis Picabia. Het is het motto dat Bernlef koos voor zijn verhalenbundel “De verdwijning van Kim Miller” (1969).

Gebeurtenissen


Een belangrijke gebeurtenis vond ik het stuk waarin Maarten naar een oud verlaten huis op het strand loopt, in de waan dat daar een vergadering van de IMCO is. Hieruit blijkt heel duidelijk zijn geestelijke verwarring, deze kwam eerder wel voor maar nog niet zo duidelijk als op dit moment in het boek.

Een andere belangrijke gebeurtenis is de komst van Phil Taylor, de gezinshulp. Dit is in feite het begint van het einde voor Maarten en Vera.

De derde belangrijke gebeurtenis is natuurlijk dat Maarten naar een tehuis wordt gebracht.

Echter de belangrijkste rol in het verhaal is weggelegd voor de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon en niet voor de gebeurtenissen. Dit lijkt mij ook logisch, aangezien het hele proces van het begin tot het eind vanuit het ik-vertelperspectief wordt beschreven.

Sommige gebeurtenissen in het verhaal waren erg ontroerend. Door middel van gedachtesprongen, flashbacks en gevoelens kon ik me goed inleven in de hoofdpersoon, daardoor voelde zijn aftakeling als mijn aftakeling. Het voelde echt alsof het mezelf overkwam, zo zat ik in het boek. De gebeurtenis die het meest indruk op me heeft gemaakt vindt plaats tegen het einde, maar nog wel voordat Maarten opgehaald wordt. Op dat moment is hij zonder jas naar buiten geweest en wordt hij teruggebracht door een Amerikaan. Thuis wil dokter Eardly hem een injectie geven, wat ervoor zorgt dat Maarten met zijn gedachten terug in de tijd gaat. Hij denkt dat hij weer in de oorlog is en raakt overstuur. Dan valt hij in slaap en als hij wakker wordt, leest het verhaal ineens heel anders. Geen gewone zinnen meer, maar korte, bondige zinnen, waarin maar één gedachte of gebeurtenis beschreven wordt. Maarten is nu helemaal kinds geworden. Dit is een grote ommekeer in het verhaal en dit maakte diepe indruk op mij.

“Iedere dag verdwijnt er wel iets, iedere dag wel iets. Overal lekt het.”

Secundaire literatuur:

“Er komt een ziekenwagen en Maarten wordt naar een verpleeginrichting gebracht. Als niemand zijn woorden meer begrijpt, denkt Maarten: 'Ik ben van mijn eigen taal nog de enige overlevende.” (Uittreksel 2)

Ik denk dat Maarten met “Ik ben van mijn eigen taal nog de enige overlevende”, bedoeld dat hij de enige is die zichzelf nog snapt. Hoewel hij zo in de war is dat ik denk dat hij zichzelf ook niet meer snapt.

Opbouw & Einde


Het verhaal is redelijk ingewikkeld van opbouw, dit komt door dezelfde gedachtesprongen en flashbacks die ervoor zorgen dat het zo echt aanvoelt voor de lezer. Het verhaal is niet echt spannend, want eigenlijk is de afloop erg voorspelbaar. Toch weet J. Berlef je aandacht vast te houden.

De flashbacks zijn erg toepasselijk bij dit verhaal. Ze houden verband met de herinneringen van Maarten en herinneringen zijn toch altijd flashbacks? Dementie is het vergeten en verwarren van herinneringen en dat wordt in dit boek heel mooi uitgebeeld.

Secundaire literatuur:

“Vergeten en vergetelheid en onlosmakelijk daarmee verbonden verdwijnen en dood, zijn daarin kernbegrippen. Leven is een proces van voortdurend vergeten, waarbij elke nieuwe herinnering als het ware een aantal oude herinneringen verdringt. Alleen bij de gratie van het vergeten kan de herinnering functioneren.” (Uittreksel 4)

Het hele verhaal zie je als lezer vanuit de hoofdpersoon, jij bent de hoofdpersoon. Dit zorgt ervoor dat je goed mee kunt leven met Maarten. Bovendien worden alle acties van de hoofdpersoon als logisch beschreven, maar de lezer weet dat ze dit niet zijn.

Bijvoorbeeld: Maarten ziet vanuit het raam zijn hond buiten in de sneeuw lopen. Hij wil dan de hond binnenlaten, maar de deur zit op slot. “Dan maar het raam inslaan”. Voor hem logisch, maar de lezer snapt dat dit niet logisch is, maar iets wat alleen iemand in een verwarde toestand zal doen.

Het boek heeft een gesloten einde. Maarten eindigt in een tehuis. Hiermee was ik als lezer tevreden. Het is immers een logisch gevolg, als Maarten beter geworden zou zijn, zou het boek zijn geloofwaardigheid voor mij hebben verloren.

Als je het boek uit hebt gelezen blijf je niet met veel vragen zitten. Maarten zit voor de rest van zijn leven in een tehuis, dat is duidelijk.

Bernlef

Hendrik Jan Marsman heeft ervoor gekozen om niet onder zijn eigen naam te schrijven om verwarring te voorkomen met de in 1940 overleden H. Marsman. Bernlef was een Friese blinde dichter uit de achtste eeuw.

Je zou kunnen zeggen dat Marsman voor het schrijven onder de naam Bernlef heeft gekozen, omdat deze ook zeer goed bij zijn eigen schrijfthema’s past. Je zou ook kunnen zeggen dat het toeval was, maar ik ben ervan overtuigd dat dat niet het geval is. H. Berlef was blind, wat hem dus beperkte in zijn kunnen. Veel van Marsmans personages zijn ook beperkt in het kunnen. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Maarten uit Hersenschimmen, deze man is totaal gedesoriënteerd, wat eigenlijk ook geldt voor H. Berlef. Deze man had dan wel geen Alzheimer, toch was hij in bepaalde zin door zijn blindheid gedesoriënteerd.

Ook in het boek De pianoman, wat gebaseerd is op een ware gebeurtenis, heeft de hoofdpersoon een beperking. Deze hoofdpersoon heeft min of meer voor de beperking gekozen, maar het blijft een beperking. Deze man kan of wil niet spreken, maar kan ontzettend goed pianospelen.

Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen van - door Marsman gecreëerde - personages die ‘iets missen’.

Ik geloof dat ‘de tweede Bernlef’ geïnspireerd was door mensen die iets missen en er daarom voor heeft gekozen om hierover te schrijven en zijn pseudoniem hierop aan te passen.

Leeservaring


Na een hele tijd zoeken naar mooie boeken die als literatuur beschouwd worden, kwam ik Hersenschimmen tegen. Daarna ben ik gaan zoeken naar samenvattingen en het verhaal had gelijk mijn aandacht. Tijdens het lezen van het boek heb ik telkens aantekeningen gemaakt en mijn gedachten uitgewerkt op de computer. Ook heb ik dingen die mij niet gelijk duidelijk waren opgezocht op Internet. Op deze manier kreeg ik een totaal plaatje en dit alles kwam goed van pas bij het maken van mijn boekverslag.

Tijdens het maken van mijn boekverslag heb ik regelmatig uittreksel geraadpleegd. Ook heb ik het een en ander besproken met mijnheer Plat. Dit heeft mijn mening niet beïnvloed, het heeft er alleen voor gezorgd dat alles mij nog duidelijker werd.

Ik vond het boek erg interessant, maar doordat je alles door de ogen van de hoofdpersoon ziet, raak je soms ook in de war. Dit maakte het een lastig boek om te lezen.

Het boek telde niet veel bladzijdes, maar er ging onverwacht toch een hoop tijd in zitten. Dit kwam vooral doordat ik tijd nodig had om alle informatie op een rijtje te zetten.

Al met al was het een ongelofelijk boek dat erg veel indruk op mij heeft gemaakt.

(204 woorden)

Bronvermelding

Alle gebruikte secundaire literatuur heb ik gevonden op de digitale uittrekselbank via het schoolnetwerk. In de bijlage vindt u de gebruikte uittreksels.

De passages die belangrijk voor mij waren en/of die in dit verslag terugkomen, zijn vetgedrukt.

REACTIES

A.

A.

erg goed verslag!
Heel duidelijk voor een mondeling of iets dergelijks

13 jaar geleden

L.

L.

Wauw, wat een goede samenvatting!!

12 jaar geleden

M.

M.

UItstekend verslag!

12 jaar geleden

D.

D.

die secondaire literatuur zou je er voor mijn part mogen uitknippen, het onderbreekt en het is nergens goed voor

12 jaar geleden

G.

G.

In het verslag staat: 'Vera is al vijftig jaar getrouwd met Maarten' Maar op blz. 51 staat: 'Bijna vijftig jaar zijn we samen'
En op blz. 101 staat: 'Ruim veertig jaar ben ik met hem getrouwd.' Ze zijn 50 jaar samen en 40 jaar getrouwd.

11 jaar geleden

P.

P.

Echt een slechte samenvatting!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Hersenschimmen door J. Bernlef"