Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Rood door Vera Van Renterghem

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Rood
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas aso | 1840 woorden
  • 10 november 2010
  • 41 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
41 keer beoordeeld

Boekcover Rood
Shadow
Rood door Vera Van Renterghem
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Rood
Vera Van Renterghem
Manteau, 2010

Boekbespreking

1. Het verhaal
Het verhaal speelt zich af in Parijs en in Versailles in het einde van de achttiende eeuw. Het hoofdpersonage, Toine, is leerling-schilder bij zijn vader. Ze krijgen veel schilder- en decoratieopdrachten bij de adel en de rijke burgerij en werken zelfs bij het hof van koning Lodewijk XVI. In Versailles leert Toine graaf Delacroix kennen die hem vlak voor het uitbreken van de Franse revolutie een geheimzinnig schilderij in de handen geeft dat hij angstvallig verborgen moet houden. De graaf belooft dat hij het schilderij later komt halen.

In Versailles ontmoet Toine ook mademoiselle Pauline, de dochter van markies de Thionville. Hij is tot over zijn oren verliefd op haar, maar hij kan haar nooit alleen ontmoeten. Haar nicht, de hooghartige mademoiselle Colette, houdt Pauline voortdurend in het oog.

Met het uitbreken van de Franse revolutie verandert het leven van Toine helemaal. In enkele maanden tijd kookt Parijs over van haat, verraad en moord. Vele edellieden worden een kopje kleiner gemaakt, zo ook mademoiselle Pauline. Alhoewel Toine een voorstander is van de revolutie, treurt hij erg om het verlies van Pauline.

Wanneer de nationale garde het mysterieuze schilderij dat Toine in huis verborgen houdt ontdekt, wordt zijn vader beschuldigd van verraad en opgepakt. Toine begint meteen een zoektocht, hopende dat hij zijn vader nog kan redden van het schavot.

Maar niets is nog zeker: wie kon hij nog vertrouwen? Welke rol speelt graaf Delacroix en père Hubert… en zelfs zijn vrienden Quentin en Alexandre?

Dankzij de seances bij de waarzegster madame Sophie, kan Toine in contact komen met de geest van zijn vader. Hij moet de waarheid onder ogen durven houden: zijn vader is dood. Om de seances bij madame Sophie te kunnen betalen, gaat hij werken bij de afgrijselijke handelaar in toverlantaarns. Hij komt daardoor in contact met de kunstschilder David, die Toine de kans geeft bij hem in de leer te gaan. Al heel zijn leven droomt Toine van zo’n kans, alhoewel zijn vader liever had gehad dat zijn zoon hem zou opvolgen als kladschilder.

Toine neemt het aanbod van kunstschilder David aan en komt daardoor meer te weten over het geheimzinnige schilderij. Angstvallig verzwijgt hij dat hij het schilderij had verborgen en dat zijn vader daarom werd opgepakt. Maar David heeft ook zijn geheimen…

David draagt Toine op de executies op de place de Grève te tekenen. Daar doet hij een akelige ontdekking en als gevolg daarvan belandt hij in de gevangenis, waar hij zijn vader terugvindt. Bij die ontdekking speelt de kleur rood een cruciale rol!

Kunstschilder David haalt Toine uit de gevangenis. Toine is vastberaden ook zijn vader te redden, alhoewel ondertussen het vertrouwen in zijn familie en vrienden een grote deuk heeft gekregen. De grens tussen waarheid en leugen is al lang niet meer zichtbaar.

Uiteindelijk slaagt hij erin om met een list zijn vader uit de gevangenis te bevrijden. Tegelijkertijd bevrijdt hij zichzelf van zijn twijfels en angsten.

2. Thematiek
Het centrale thema is de zoektocht naar de waarheid. Het hoofdpersonage leert met vallen en opstaan dat er evenveel waarheden zijn als mensen. Hij komt ook tot de conclusie dat niet het zoeken naar de waarheid hem verder brengt, maar wel het zoeken naar de mens achter elk verhaal.

Het zoeken naar de waarheid wordt nog versterkt door het historische kader. Tijdens de Franse revolutie worden alle zekerheden van vroeger opeens geen zekerheden meer, zo wordt het bestaan van God afgezworen en wordt er een bom gelegd onder het oude politieke regime. Maar Toine merkt al snel dat ook de nieuwe waarheden die tijdens de revolutie worden gescandeerd niet allemaal waar zijn. Niet alles is zwart of wit, het is zeer moeilijk uit te maken wie nu vriend of vijand is, wie liegt en wie niet liegt.

Toine probeert ook zijn eigen waarheid te vinden: Is hij verliefd op Pauline of niet? Kan hij zijn vader vertrouwen of niet? Wil hij gaan voor zijn eigen toekomstdromen of laat hij zich leiden door de wensen van zijn vader? Wat moet hij denken van zijn moeder die wel gek lijkt te zijn geworden? Hoe moet hij omgaan met zijn vriend Alexandre die hem in de steek laat? Hij moet voor zichzelf leren keuzes maken.

Het tweede thema, het vaderschap, leunt daar perfect bij aan want in het verhaal komt de lezer steeds verder in het verhaal te weten dat de vermeende vader niet de echte vader van Toine is.

Wanneer Toine beslist om zijn vader te gaan zoeken, begint ook de zoektocht in zichzelf. Door de wrede omstandigheden waarin hij leeft, leert hij zichzelf op een indringende wijze kennen. De ondertitel: “Wat is het ergste; de revolutie in de straten van Parijs of die in je binnenste?” is de nagel op de kop.

Maar ook de hoofdtitel, Rood, is perfect gekozen. Het is de kleur die de vader typeert. Hij was zeer begaan met zijn ambacht van kladschilder en kende het verhaal van de ontdekking van cochenillerood. Aanvankelijk stond Toine wat sceptisch tegenover de verhalen over kleuren, zoals hij ook sceptisch was voor het beroep van kladschilder. Maar uiteindelijk was het dankzij het verhaal over cochenillerood dat hij zijn vader terugvond in de gevangenis. Tijdens die scènes in het verhaal hervond hij ook de waarde van het kladschilderen. Rood is ook de kleur van de guillotine, een van de kleuren van de revolutie en de kleur van het kleed van koningin Marie Antoinette op het geheimzinnige schilderij. En niet op zijn minst is rood de kleur van het bloed dat vloeit. Vooral tijdens het bewind van Robespierre gaat het er in Parijs zeer wreed aan toe.

3. Vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van het hoofdpersonage Toine. Het vertelperspectief is de vertellende ik. Daardoor is het als lezer zeer goed mogelijk het hele avontuur bijna in levende lijve te beleven. Je wordt meegenomen in het wervelende verhaal, door de straten van Parijs ten tijde van de revolutie. Je proeft de smaak van angst, je ruikt de geuren van armoede, je ziet de kleuren die vervagen in een massa grijs. Je voelt de woede van het volk, de haat, de honger, de angst, de vergelding en het totale ontsporen van elke morele waarde, de vertwijfeling, de onzekerheid en het wantrouwen van de gewone mens, het knokken om te overleven. Maar ook de liefde en de vriendschap, eergevoel en waarachtigheid worden op een gevoelige en zintuiglijke manier beschreven.

4. Structuur
Het boek bestaat uit dertig hoofdstukken, hoofdzakelijk chronologisch opgebouwd. Het eerste hoofdstuk in het boek is een proloog waarin een scène wordt beschreven dat zich afspeelt in oktober 1792, daar eindigt chronologisch ook het verhaal.

Het eigenlijke begin van het verhaal start in hoofdstuk twee. Het verhaal situeert zich in februari 1789. Daarna gaan de gebeurtenissen in chronologische volgorde verder. Soms worden sprongen gemaakt van enkele jaren, maar dat wordt telkens duidelijk omschreven. Op geen enkel moment was ik de draad kwijt. Ongeveer een vierde van het verhaal speelt zich af voor 1792 en drie vierde tijdens en na de beruchte septembermoorden in 1792 (periode van Terreur).

Parijs is de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Alleen op het moment dat de revolutie nog niet is uitgebroken (hoofdstuk 2, 3 en 4) situeert het verhaal zich in Versailles.

Af en toe is er een flashback, wanneer Toine denkt aan vroegere gebeurtenissen. Die flashbacks zijn vaak zeer verhelderend om Toine te leren kennen, om zijn twijfels en gevoelens te leren begrijpen of om de historische context te leren kennen.

Het tempo van het verhaal gaat steeds sneller naarmate het verhaal vordert. Eerst is het tempo lager omdat de lezer de kans moet krijgen om de historische context te leren kennen. Die historische context is helemaal niet saai of belerend. Het is zelfs boeiend en op een wervelende wijze in het verhaal verweven.

De auteur geeft met mondjesmaat elementen die tot de ontknoping moeten leiden. Vaak waren de wendingen in het verhaal heel verrassend. Het was bijzonder spannend en mijn nieuwsgierigheid was groot. Ik heb het verhaal als een trein gelezen.

5. De personages
Het hoofdpersonage is Toine. In 1789 is hij dertien, in 1792 zestien. Hij is leerling-schilder bij zijn vader. Hij heeft een goede relatie met zijn vader, maar dat belemmert hem ook zijn eigen keuzes niet maken. Zijn vader droomt ervan dat zijn zoon hem als kladschilder zal opvolgen, maar Toine wil liever kunstschilder worden. Hij kiest voor zijn eigen droom op het moment dat hij er van overtuigd is dat zijn vader dood is. Maar door die keuze wordt hij geconfronteerd met nieuwe feiten en twijfels die hem opnieuw dwingen met zichzelf in het reine te komen.

Toine is zeer realistisch in beeld gebracht. Het is een jongen van vlees en bloed met veel emoties. Hij is als tiener herkenbaar voor alle tieners, zelfs al situeert het verhaal zich meer dan tweehonderd jaar geleden. Dat maakt het boek interessant, het is geen wereldvreemd verhaal.

Ook de andere personages zijn goed uitgewerkt. Dankzij die personages leer je ook Toine beter kennen. Zo is hij erg zorgzaam voor zijn zieke moeder, maar ook voor kleine figuranten die hier en daar opduiken. Zo leer je hem samen met zijn vrienden Quentin en Alexandre kennen als een kerel die graag plezier maakt. Zo komt zijn romantische ziel naar boven bij mademoiselle Pauline, maar ook zijn gevoelens van haat en wraak bij père Hubert. In die turbulente periode in zijn leven heeft hij vaak te kampen met tegengestelde gevoelens. Bijvoorbeeld als hij woest is op zijn vriend Alexandre, maar hem tegelijkertijd mist. Of wanneer hij zijn vader uitspuwt wanneer hij zijn grote leugen ontdekt, maar tegelijkertijd beseft dat hij zijn vader ontzettend graag ziet.

6. Tijd en ruimte
Het verhaal speelt zich af op het einde van de 18de eeuw (1789-1792), bij het uitbreken van de Franse Revolutie tot de periode van de Terreur ten tijde van Robespierre. Op het moment dat het verhaal eindigt is de Franse revolutie nog niet afgelopen, maar is wel het ergste voorbij.

De gebeurtenissen spelen zich af in Versailles en vooral in Parijs. We leren de stad en haar mensen zeer goed kennen. Bijna als in een film kon ik de beschreven straten, pleinen en woonkazernes voor mijn ogen zien en ook de mensen van verschillende standen werden intens beschreven. De auteur heeft aandacht voor zowel de binnenkant als de buitenkant van de mens.

De geschiedkundige situering was zeer accuraat, maar ook subtiel beschreven. Dit gegeven was vooral een ondersteuning van het verhaal en niet een soort geschiedenisles. Integendeel, ik vond het zeer boeiend en ik kon me zelfs thuis voelen in de achttiende eeuw.

7. De stijl.
De auteur gebruikt een zeer gevarieerd taalgebruik, aangepast aan de toon van de scènes in het boek. Ook de lengte van de zinnen is aangepast aan het tempo dat varieert. Er is een evenwichtige mengeling van romantiek, spanning, horror en toch ook humor. Door de rake woordkeuze weet de auteur de lezer vast te houden van de eerste tot de laatste letter. Er wordt mooie beeldspraak gebruikt en de dialogen zijn levendig en realistisch. Het was echt genieten het hele boek door.

REACTIES

A.

A.

Dit is super handig!

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.