Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Verloren zoon door J. Bernlef

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover Verloren zoon
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vmbo/havo | 1560 woorden
  • 22 november 2010
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
6 keer beoordeeld

Boekcover Verloren zoon
Shadow
Verloren zoon door J. Bernlef
Shadow

De Schrijver.

J. Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman) (Sint Pancras, 14 januari 1937) is een Nederlands schrijver, dichter en vertaler. Vanaf 2002 publiceert hij onder het pseudoniem Bernlef (zonder de initiaal J.). Bernlef debuteerde in 1959 als dichter met Kokkels, en in hetzelfde jaar als prozaïst met Stenen spoelen. Voor Kokkels ontving hij in november 1959 de Reina Prinsen Geerligsprijs. In 1984 werd hij bij het grote publiek bekend met zijn roman Hersenschimmen, waarin hij het dementeringsproces uitvoerig beschrijft vanuit het oogpunt van een dementerende man. De roman werd in 1987 verfilmd door Heddy Honigmann, en in 2006 in bewerking als toneelstuk uitgevoerd door het Ro Theater, onder regie van Guy Cassiers. In 2007 werd de novelle Vallende Ster door het O.T. Theater als toneelstuk uitgevoerd (acteur René van 't Hof vertolkte de figuur van variété-artiest Wim Witteman; hiervoor ontving hij de VSCD-Mimeprijs). Bernlef heeft ook gepubliceerd onder de pseudoniemen Ronnie Appelman, J. Grauw, Cas den Haan, S. den Haan en Cas de Vries. Het pseudoniem Bernlef is ontleend aan de blinde Friese dichter Bernlef uit de 8e eeuw. Als vertaler heeft Bernlef in het Nederlandse taalgebied tal van Amerikaanse en Zweedse dichters geïntroduceerd, onder wie Marianne Moore, Elizabeth Bishop en Tomas Tranströmer. Van de Zweed, die door velen als een van de grootste hedendaagse dichters wordt beschouwd, heeft hij zelfs het hele werk integraal vertaald onder de titel De herinneringen zien mij. Bernlef is de schrijver van het Boekenweekgeschenk in 2008, met het boek De pianoman. In 2009 schreef Bernlef in opdracht van O.T. Theater / Opera O.T. de tekst voor de operasolo Ophelia.

• 2007 - Op slot (roman)

• 2008 - Het begin van tranen (verhalen)

• 2008 - De pianoman (Boekenweekgeschenk)

• 2009 - De rode droom (roman)

• 2009 - Ophelia (tekst operasolo)

• 2010 - De tweede ruimte (essays)

• 2010 - Geleende levens (novellen)

De Samenvatting

Rob Noordhoek is een Nederlandse regisseur. Hij zit met zichzelf in de knoop en is, om alles op een rijtje te zetten, op een cruise gegaan.

Als het schip langs de Afrikaanse westkust vaart breekt er een zware storm uit. Noordhoek, die een paar drankjes opheeft, gaat door een verkeerde deur en belandt op het buitendek. Door de harde wind wordt Rob overboord geslagen.

Rob weet zichzelf vast te klemmen aan een boomstam en hij dobbert een nacht rond op de woeste zee.

De Golfstroom sleurt Rob uit de vaarroute van alle schepen weer terug richting Afrika.

Rob spoelt op 12 mei aan op een klein eilandje. Het eiland is 300 bij 900 meter en er staan huisjes. Het eiland is een jaar of tien geleden verlaten toen er een ziekte uitbrak, gevolg: alles staat er nog zoals het was.

Rob gaat een huisje binnen waar hij blikjes conserven vindt.

Hij loopt naar het hoogste punt van het eiland om het te overzien. Rob ziet een kerkje, wat huisjes en een meertje. Hij raakt in paniek door de gedachte dat hij nu helemaal op zichzelf is aangewezen.

Rob besluit in het huis met de conserven te gaan wonen. In de nacht hoort hij een stem ‘Merde’ roepen.

De volgende ochtend ontdekt Rob dat er Nederlandse mussen op het eiland wonen. De diertjes zijn meegereisd op een Nederlands schip in het jaar 1617. Het eiland heette toen Klein Nassau.

Rob verkent het eiland en stapt tot zijn verbazing bijna op een verse hondendrol. De drol blijkt toe te behoren aan een oude keeshond, ook een eilandbewoner.

In de hoop de aandacht van een schip te trekken hangt Rob een zelfgemaakte vlag uit .

Rob’s handelingen zijn gericht op overleven. Hij komt erachter dat de enge stem in het donker van een grijze papegaai was. Rob noemt het grijze dier Vrijdag (zoals Crusoe ‘zijn’ inboorling Vrijdag doopte).

Rob vindt papier en pen en besluit een dagboek bij te houden.

Ook tekent hij een landkaart van het eiland. Dan ontdekt hij in zijn huis een levensgrote, kartonnen vrouw. Het is een reclame voor nivea. Tot zijn verbazing herkent Rob de vrouw als Suzan, een actrice die hij kent. Ze scheen later in een inrichting beland te zijn.

Rob zet Suzan naast zijn bureau en hij schrijft vanaf nu brieven aan haar, over zijn vlucht uit het leven.

Dan komt hij de mysterieuze keeshond tegen. Hij noemt de hond Tim, maar eigenlijk heet het dier Wolfgang.

In de brieven vertelt Rob over de bruiloft van zijn ouders. De zus van Rob had hem gevraagd of hij voor een toneelstuk wilde zorgen, over zijn ouders, waarin familieleden de rollen zouden vertolken. Rob neemt de opdracht aan maar hij weet eigenlijk helemaal niets meer van zijn verleden en zijn jeugd. Hij moet langs allemaal oude ooms en tantes om inlichtingen te winnen.

Rob’s blikjesvoorraad is opgeraakt dus hij moest op zoek naar nieuw eten.

De hond Tim eet vogeleieren die op een hoge klif in nestjes liggen. Rob volgt het voorbeeld en slurpt elke dag een ei leeg. Rob bewaart de eieren in een hoge kast en als de hond dit ontdekt, springt hij tegen de kast op. De kast valt om en Rob vindt in een van de laden een fototoestel. Met de lens uit het toestel weet Rob een vuur te maken op het strand. Hij hoopt op deze manier ontdekt te worden. Helaas begint het te regenen en mislukt het plan.

Rob besluit zich niet meer aan te kleden en hij begint zich steeds vaker erg moe te voelen.

Rob schrijft nog een brief aan Suzan waarin hij dit alles en nog meer verhalen over zijn familie vertelt.

Hij gaat naar de kerk van het eilandje, waar een Mariabeeldje staat zonder Jezusje en zonder rechterarm. Hij smeekt haar om hulp.

Rob haalt zijn laatste twee eieren op, maar die breken. Kruipend bereikt hij zijn huis waar hij zijn schrijfgerei pakt en zijn laatste brief aan Suzan schrijft.

Rob vertelt over zijn eigenlijke afkomst en over zijn echte vader, oom Niek.

Na een paar dagen voelt Rob zijn rechterbeen niet meer. Hij voelt vreselijke pijn in zijn knie en er lopen bloedrode strepen naar zijn lies.

Hij kruipt naar de grote boom in het midden van het dorp, waar hij een tijdje in de regen ligt. Daarna kruipt Rob naar het strand, waar hij zich aan de boomstam vastklemt, die hem eens naar het eiland toebracht.

Zo sterft Rob Noordhoek, de verloren zoon.

De Personen

Belangrijkste persoon van het boek:

Rob Noordhoek

Rob is een regisseur bij het Nederlands toneel, hij is gevraagd een toneelstuk te schrijven voor de 50-jarige bruiloft van zijn ouders, maar eigenlijk heeft hij niet veel contact met zijn ouders.

Om even tot rust te komen gaat hij op reis met een cruiseschip, hij slaat overboord en na een tijdje op zee, spoelt hij aan op een vroeger onbewoond eiland.

Rob weet niet hoe hij moet overleven op dit eiland en ontmoet een papegaai en een hond waarmee hij begint tegen te praten.

Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De Schrijver.

J. Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman) (Sint Pancras, 14 januari 1937) is een Nederlands schrijver, dichter en vertaler. Vanaf 2002 publiceert hij onder het pseudoniem Bernlef (zonder de initiaal J.). Bernlef debuteerde in 1959 als dichter met Kokkels, en in hetzelfde jaar als prozaïst met Stenen spoelen. Voor Kokkels ontving hij in november 1959 de Reina Prinsen Geerligsprijs. In 1984 werd hij bij het grote publiek bekend met zijn roman Hersenschimmen, waarin hij het dementeringsproces uitvoerig beschrijft vanuit het oogpunt van een dementerende man. De roman werd in 1987 verfilmd door Heddy Honigmann, en in 2006 in bewerking als toneelstuk uitgevoerd door het Ro Theater, onder regie van Guy Cassiers. In 2007 werd de novelle Vallende Ster door het O.T. Theater als toneelstuk uitgevoerd (acteur René van 't Hof vertolkte de figuur van variété-artiest Wim Witteman; hiervoor ontving hij de VSCD-Mimeprijs). Bernlef heeft ook gepubliceerd onder de pseudoniemen Ronnie Appelman, J. Grauw, Cas den Haan, S. den Haan en Cas de Vries. Het pseudoniem Bernlef is ontleend aan de blinde Friese dichter Bernlef uit de 8e eeuw. Als vertaler heeft Bernlef in het Nederlandse taalgebied tal van Amerikaanse en Zweedse dichters geïntroduceerd, onder wie Marianne Moore, Elizabeth Bishop en Tomas Tranströmer. Van de Zweed, die door velen als een van de grootste hedendaagse dichters wordt beschouwd, heeft hij zelfs het hele werk integraal vertaald onder de titel De herinneringen zien mij. Bernlef is de schrijver van het Boekenweekgeschenk in 2008, met het boek De pianoman. In 2009 schreef Bernlef in opdracht van O.T. Theater / Opera O.T. de tekst voor de operasolo Ophelia.

• 2007 - Op slot (roman)

• 2008 - Het begin van tranen (verhalen)

• 2008 - De pianoman (Boekenweekgeschenk)

• 2009 - De rode droom (roman)

• 2009 - Ophelia (tekst operasolo)

• 2010 - De tweede ruimte (essays)

• 2010 - Geleende levens (novellen)

De Samenvatting

Rob Noordhoek is een Nederlandse regisseur. Hij zit met zichzelf in de knoop en is, om alles op een rijtje te zetten, op een cruise gegaan.

Als het schip langs de Afrikaanse westkust vaart breekt er een zware storm uit. Noordhoek, die een paar drankjes opheeft, gaat door een verkeerde deur en belandt op het buitendek. Door de harde wind wordt Rob overboord geslagen.

Rob weet zichzelf vast te klemmen aan een boomstam en hij dobbert een nacht rond op de woeste zee.

De Golfstroom sleurt Rob uit de vaarroute van alle schepen weer terug richting Afrika.

Rob spoelt op 12 mei aan op een klein eilandje. Het eiland is 300 bij 900 meter en er staan huisjes. Het eiland is een jaar of tien geleden verlaten toen er een ziekte uitbrak, gevolg: alles staat er nog zoals het was.

Rob gaat een huisje binnen waar hij blikjes conserven vindt.

Hij loopt naar het hoogste punt van het eiland om het te overzien. Rob ziet een kerkje, wat huisjes en een meertje. Hij raakt in paniek door de gedachte dat hij nu helemaal op zichzelf is aangewezen.

Rob besluit in het huis met de conserven te gaan wonen. In de nacht hoort hij een stem ‘Merde’ roepen.

De volgende ochtend ontdekt Rob dat er Nederlandse mussen op het eiland wonen. De diertjes zijn meegereisd op een Nederlands schip in het jaar 1617. Het eiland heette toen Klein Nassau.

Rob verkent het eiland en stapt tot zijn verbazing bijna op een verse hondendrol. De drol blijkt toe te behoren aan een oude keeshond, ook een eilandbewoner.

In de hoop de aandacht van een schip te trekken hangt Rob een zelfgemaakte vlag uit .

Rob’s handelingen zijn gericht op overleven. Hij komt erachter dat de enge stem in het donker van een grijze papegaai was. Rob noemt het grijze dier Vrijdag (zoals Crusoe ‘zijn’ inboorling Vrijdag doopte).

Rob vindt papier en pen en besluit een dagboek bij te houden.

Ook tekent hij een landkaart van het eiland. Dan ontdekt hij in zijn huis een levensgrote, kartonnen vrouw. Het is een reclame voor nivea. Tot zijn verbazing herkent Rob de vrouw als Suzan, een actrice die hij kent. Ze scheen later in een inrichting beland te zijn.

Rob zet Suzan naast zijn bureau en hij schrijft vanaf nu brieven aan haar, over zijn vlucht uit het leven.

Dan komt hij de mysterieuze keeshond tegen. Hij noemt de hond Tim, maar eigenlijk heet het dier Wolfgang.

In de brieven vertelt Rob over de bruiloft van zijn ouders. De zus van Rob had hem gevraagd of hij voor een toneelstuk wilde zorgen, over zijn ouders, waarin familieleden de rollen zouden vertolken. Rob neemt de opdracht aan maar hij weet eigenlijk helemaal niets meer van zijn verleden en zijn jeugd. Hij moet langs allemaal oude ooms en tantes om inlichtingen te winnen.

Rob’s blikjesvoorraad is opgeraakt dus hij moest op zoek naar nieuw eten.

De hond Tim eet vogeleieren die op een hoge klif in nestjes liggen. Rob volgt het voorbeeld en slurpt elke dag een ei leeg. Rob bewaart de eieren in een hoge kast en als de hond dit ontdekt, springt hij tegen de kast op. De kast valt om en Rob vindt in een van de laden een fototoestel. Met de lens uit het toestel weet Rob een vuur te maken op het strand. Hij hoopt op deze manier ontdekt te worden. Helaas begint het te regenen en mislukt het plan.

Rob besluit zich niet meer aan te kleden en hij begint zich steeds vaker erg moe te voelen.

Rob schrijft nog een brief aan Suzan waarin hij dit alles en nog meer verhalen over zijn familie vertelt.

Hij gaat naar de kerk van het eilandje, waar een Mariabeeldje staat zonder Jezusje en zonder rechterarm. Hij smeekt haar om hulp.

Rob haalt zijn laatste twee eieren op, maar die breken. Kruipend bereikt hij zijn huis waar hij zijn schrijfgerei pakt en zijn laatste brief aan Suzan schrijft.

Rob vertelt over zijn eigenlijke afkomst en over zijn echte vader, oom Niek.

Na een paar dagen voelt Rob zijn rechterbeen niet meer. Hij voelt vreselijke pijn in zijn knie en er lopen bloedrode strepen naar zijn lies.

Hij kruipt naar de grote boom in het midden van het dorp, waar hij een tijdje in de regen ligt. Daarna kruipt Rob naar het strand, waar hij zich aan de boomstam vastklemt, die hem eens naar het eiland toebracht.

Zo sterft Rob Noordhoek, de verloren zoon.

De Personen

Belangrijkste persoon van het boek:

Rob Noordhoek

Rob is een regisseur bij het Nederlands toneel, hij is gevraagd een toneelstuk te schrijven voor de 50-jarige bruiloft van zijn ouders, maar eigenlijk heeft hij niet veel contact met zijn ouders.

Om even tot rust te komen gaat hij op reis met een cruiseschip, hij slaat overboord en na een tijdje op zee, spoelt hij aan op een vroeger onbewoond eiland.

Rob weet niet hoe hij moet overleven op dit eiland en ontmoet een papegaai en een hond waarmee hij begint tegen te praten.

Bijpersonen in het verhaal:

Jonas (spreek uit: Joenas)

Jonas is een Zweedse barkeeper in de Moonshine Bar op het cruiseschip, langzamerhand raak Rob bevriend met het hem, maar dat is maar voor korte duur.

Suzan

Speelt niet echt een rol in het verhaal, maar Rob schrijft allemaal brieven aan haar.
Rob had haar leren kennen tijdens een auditie maar wees haar af, hij heeft er spijt van en schrijft brieven aan haar.

Hij zag ook een kartonnen bord op het eiland van haar poserend voor het merk Nivea.

De Plaatsen.


Wanneer het verhaal zich afspeelt wordt niet duidelijk in jaartallen genoemd. Maar het zal zich aangezien de moderne elektrische apparaten op het schip en bijvoorbeeld het moderne taalgebruik van Rob Noordhoek ongeveer rond 1980 afspelen.

Het verhaal is chronologisch want alle gebeurtenissen worden verteld in de tijdvolgorde waarin ze plaatsvinden. Er is dus in dit verhaal geen sprake van flashbacks of toekomstverwijzingen (flash-forwards).

Thema

Het thema van dit verhaal is: Eenzaamheid.

Het thema Eenzaamheid is natuurlijk logisch, want alle onderdelen van eenzaam zijn komen duidelijk naar voren omdat het verhaal speelt rond één (eenzame) man op een verlaten eiland die daar nadenkt over zijn respect voor zijn ouders, over zijn vroegere leven op de bewoonde wereld en over zijn ware identiteit.

De Titelverklaring

De titel van dit boek is op twee manieren te verklaren:

1. Rob Noordhoek is de zoon van zijn ouders. Als hij overboord slaat tijdens een storm zijn ze hem verloren.

2. Rob is natuurlijk nog steeds die zoon, maar verloren kan je ook anders uitleggen. Als hij namelijk op dat eiland aankomt, kun je zien aan wat hij doet, maar vooral hoe hij het doet dat je hem als verloren kunt beschouwen.

Het Perspectief

De hij/zij-verteller, want het verhaal is geschreven vanuit één enkele hij-personage (Rob Noordhoek) en het zicht van de lezer blijft beperkt tot wat die ene persoon denkt, voelt, zich herinnert, droomt, ziet enz.

Ik dacht eerst aan een auctoriaal perspectief (alwetende verteller), omdat de verteller bijv. de geschiedenis van het eiland beschrijft zonder dat de hij-personage daar iets vanaf weet, maar het is geen auctoriaal perspectief omdat in dit verhaal geen vooruitwijzingen voorkomen en de verteller de afloop van het verhaal niet weet. Het verhaal wordt dus verteld vanuit het personale perspectief, voorbeeld: Hij liep het zandpad naar het kanon aan de zuidkant van het eiland op. Hij moest zich een beter beeld van het eiland vormen. In de blocnote zou hij een kaart van het eiland maken, die hem zou helpen bij een verdere inventarisatie. (zie blz.55)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Verloren zoon door J. Bernlef"