Primaire gegevens:
Auteur: Jan Siebelink
Titel: Knielen op een bed violen
Verschenen in: 2005
Aantal blz: 455
Leestijd: 12 uur
Samenvatting:
Eerste Boek
Een: Hans Sievez zit op de lagere school en op het schoolplein wil hij indruk maken op Margje, een meisje dat hij erg leuk vindt. Hij wil die indruk maken door op het schoolplein in de pauze toneel te spelen. Hans is geen slechte leerling, hij doet goed zijn best, maar op een dag merkt zijn strenge vader dat hij een vulpen van de meester in zijn zak heeft. Zijn vader slaat hem hard en bovendien moet hij de pen naar de meester brengen. Zijn vader heeft thuis alles voor het zeggen: zijn moeder wil Hans nog wel eens beschermen. De vader verlaat de kerk van Lathum om voortaan lezingen te volgen bij een groep van een bijna sektarische groep predikers. Als Hans op een dag uit school komt, treft hij zijn moeder na een hersenbloeding aan: hij denkt dat ze al dood is, maar ze wordt toch naar het ziekenhuis gebracht. Het wordt beschouwd als een straf voor haar zonden: ze wilde de oude kerk niet de rug toe keren. Toch sterft de moeder van Hans kort daarna en de begrafenis wordt geleid door een dominee uit Embden. Hans weet zeker dat ze dat niet had gewild. Zijn vader die kweker is, krijgt het erg moeilijk. Zo schopt hij op een dag de gave kolen allemaal kapot, hardop roepend dat ze van binnen rot zijn. Hij slacht het varken dat ze bezitten en Hans moet hem daarbij helpen. Hij walgt daarvan.
Hans heeft een eigen schuilplaats geschapen en hij laat die schuilplaats jaren later als ze van school af zijn aan Margje zien. Ze is erg onder de indruk en ze zijn wel een beetje verliefd op elkaar. Op een dag heeft zijn vader ook het konijn van Hans geslacht en dat doet bij hem de deur dicht: hij besluit de ouderlijke woning te verlaten en hij gaat dan ook de volgende dag op pad. Hij neemt de roeiboot, vaart de rivier over en is verdwenen.
Twee: Hans Sievez is terecht gekomen in Den Haag, waar hij zich op een tuinderij aanmeldt en hij wordt meteen aangenomen. Hij gaat ook in Den Haag op kamers wonen in de deftige Laan van Meerdervoort bij de oude mevrouw Fleer. Die is wel van hem gecharmeerd en ze geeft hem onderdak. Hij is in goede handen bij haar. Hans werkt hard op de tuinderij, waarmee hij zich onderscheidt van de andere arbeiders. Hij ontmoet er ook een bijzonder man, de dikke Jozef Mieras, die bij de rest van de arbeiders niet goed ligt. Het blijkt nogal een gelovige kwezel te zijn die direct contact zoekt met hem. Mevrouw Fleer moet in ieder geval weinig van hem hebben. Ze steekt intussen Hans wel in de dure kleren in ruil voor een kleine huurverhoging. Jozef begint Hans steeds meer lastig te vallen en dan voornamelijk over het geloof. Mevrouw Fleer vraagt of Hans haar tante wil noemen: ze zorgt nog steeds heel goed voor hem. Hans doet een cursus plantkunde in Boskoop, is een ijverige leerling totdat hij een keer Jozef als toehoorder in die les ziet zitten. Hij voelt zich dan heel ongemakkelijk. Omdat Jozef rare dingen doet, hij vernielt op een bepaald moment gave bloembollen (zie de vergelijking met Hans’ vader) en hij hem blijft achtervolgen met zijn geloofskwesties, wordt Hans het op een dag zo zat dat hij Jozef Mieras een flink plag slaag bezorgt.
Drie: Hans’ vader is overleden en hij is met Margje op de begraafplaats waar zijn vader natuurlijk door een dominee uit Embden wordt begraven. Ook zijn hospita is inmiddels overleden en omdat hij de huur had opgezegd, krijgt hij niets van de door haar beloofde erfenis. Hans wil zich weer in de buurt van Arnhem vestigen en Margje neemt het initiatief om in Velp een kwekerij te kopen. Aan de Bergweg heeft een arts een stuk grond te koop en ze mogen ook het huis dat daarop staat huren. Daar beginnen ze hun kwekerij. Hans en Margje werken er hard aan om de bloemenkwekerij klaar te stomen, wat hun uiteindelijk lukt. Voordat ze de woning betrekken, gaan ze trouwen in de Hervormde Kerk. Hun trouwtekst is afkomstig uit 1 Cor 13.: “maar had de liefde niet, ik ware niets.” Het is een brief van Paulus die een lofzang op de liefde beschrijft. Geloof, hoop en liefde, maar zonder de liefde ben je nergens. Maar hun financiële bestaan is in het begin heel moeizaam.
Kort daarna is Margje zwanger en wordt Ruben geboren.
Tweede boek
Vier: Er wordt een behoorlijke periode overgeslagen: de oorlog is al voorbij en Ruben is tien jaar. Vreemd genoeg wordt over de gehele Tweede Wereldoorlog nauwelijks iets verteld. Zijn vader kweekt prachtige bloemen, maar rijk hebben ze het niet. Er zijn namelijk al veel bloemenhandelaren in Arnhem en Velp. Bovendien behandelen die hem nogal kleinerend of ze betalen hem heel slecht of pas maanden later. Het gaat dan ook niet goed met de kwekerij en wie komt er dan plotseling om de hoek kijken: de Haagse Jozef Mieras, die natuurlijk weer over het geloof begint. Hij verkoopt Hans bij die eerste ontmoeting een oud boek voor geld dat hij eigenlijk niet kan missen. Jozef vertelt ook over een man die heel goed kan prediken. Naar hem moet Hans eens gaan luisteren. Deze Huib Steffen is een zogenaamde oefenaar, te vergelijken met een hulpdominee. Margje is intussen zwanger van de tweede en beiden zijn ze ervan overtuigd dat het een meisje zal worden. De predikers Jozef en Steffen beginnen hem nu vaker lastig te vallen en Hans houdt dat zoveel mogelijk voor Margje verborgen. Die ziet namelijk helemaal niets in die vreemde snoeshanen.
Hans gaat intussen steeds minder mee naar de Hervormde Kerk, omdat hij onder invloed van de predikers staat. Hij krijgt een opdracht om voor een bruiloft de bloemen klaar te maken; hij doet dat heel goed en ontvangt een behoorlijke fooi. Hij rijdt daarna naar Arnhem om bij het station Jozef en Steffen te ontmoeten. Die verkopen hem weer een boek voor het geld dat hij als fooi heeft gekregen. Zijn gezin lijdt onder de armoede en hij doet hun dus tekort. Als hij naar huis terugkeert, hoort hij dat Margje naar het ziekenhuis is gebracht en een miskraam heeft gekregen. Voor een korte periode is hij van de mannenbroeders genezen en hij wil hen voorlopig niet meer ontmoeten. Maar niet veel later komt er een derde prediker langs in de kwekerij: de enge Chris Ibel. Margje heeft ontdekt dat Hans stiekem boeken van de predikers koopt. En dan gebeurt het: op een warme zomerdag wordt Hans Sievez door de Here God zelf geroepen. De aanblik van God is groot en Hans wordt door zijn zoon Ruben op de grond aangetroffen. Eigenlijk is dit het begin van alle ellende. Margje die van niets weet, probeert ’s avonds nog met hem te vrijen, maar Hans wil op dat moment niets van seks weten. Hij is nu helemaal in de ban van de vreemde predikers en haalt op een dag Ruben uit school om hem mee te nemen naar Lunteren, waar een eredienst van de vreemde predikers wordt gehouden. Hans moet ook daar getuigenis afleggen van zijn roeping: het grote moment was om vijf minuten over half vier. Als hij met Ruben terugkeert naar huis, is Margje heel boos. Ze heeft nieuws voor hem: ze is opnieuw zwanger, maar ze krijgt steeds meer het gevoel dat ze Hans kwijt raakt. Die wordt weer bezocht door Jozef en Steffen en hij krijgt opnieuw boeken aangeboden. Zelf heeft hij geen geld, maar Ruben die zijn vader graag een plezier wil doen, biedt aan de boeken te kopen van zijn spaargeld. Ruben doet wel meer dingen om zijn vader een plezier te doen: zo leert hij de langste psalm – psalm 119 - uit zijn hoofd om telkens een couplet voor zijn vader op te zeggen. Hij is van plan dat een keer te doen met alle 88 coupletten achter elkaar. Hans verbiedt zijn vrouw en kind min of meer naar de Hervormde Kerk te gaan, daartoe aangespoord door de predikers. Hij leidt op zondag nu zijn eigen kerkdienst thuis, dan worden er geen leugens verteld. Hans koopt dure sieraden voor zijn vrouw, omdat hij tijdelijk over wat meer geld beschikt, maar dan slaat het noodlot ineens toe. Er komt een verschrikkelijk noodweer en de kassen raken allemaal hun glas kwijt. Als Margje zegt dat ze weet waar de verzekeringspapieren zijn, wordt Hans heel stil: hij heeft de glasverzekering op aanraden van de geloofsbroeders opgezegd en de schulden lopen natuurlijk nu helemaal op.
Vijf: Het waanzinnige van Hans’ godsdienstbeleving wordt steeds sterker: hij schreeuwt het geloof nu uit tijdens de lezingen op zondagmorgen. Intussen is ook het tweede kind geboren: helaas is het een zoon, Tom genoemd. Hans had liever een meisje gezien en lijkt het kind vanaf de eerste dag nauwelijks te koesteren. Margje spreekt hem daar na zo’n eredienst op zondag op aan. Hans ontkent alles. Ruben zit inmiddels op de ulo maar voert helemaal niets uit, terwijl hij toch intelligent is.
De buurman Maters, een omhooggevallen aannemer, wil een stuk grond van Hans Sievez kopen om zijn tuin wat uit te breiden. Maar door een Bijbelse ingeving weigert Hans dat. De drie broeders in het geloof Jozef, Huib Steffen en Ibel zoeken hem weer op om hem te steunen.
Na hun bezoek weet Hans het zeker: hij maakt werkelijk deel uit van de broeders, van het wonder. Hij knielt op het bed violen en vouwt zijn handen om God te danken.
Niet lang daarna komt Huib Steffen op zondag onaangekondigd langs om met hen de maaltijd te gebruiken. Margje vindt het nog steeds allemaal goed, ook al baalt ze wel van die predikers.
Op Koninginnedag doet Tom mee aan de wedstrijd versierde fietsen en aan de wedstrijd wie de beste schoolplant heeft gekweekt. In beide gevallen zou Tom de prijs moeten krijgen, maar in de jury zitten de collega-bloemenhandelaren en de kleine Tom valt buiten de prijzen. Woedend gooit Hans de plant naar de koppen van de juryleden, hetgeen hem weer een aantal potentiële klanten minder oplevert. Na die daad gaat hij weer naar Lunteren voor een avondmaalsdienst. Margje wil hem weerhouden, maar kan dat niet voor elkaar krijgen. In de dienst wordt het de gelovigen psychisch vrijwel onmogelijk gemaakt om aan tafel te gaan: ze worden eigenlijk de hel in gepreekt. Margje blijkt achteraf met de kinderen Hans achterna gegaan te zijn en probeert hem duidelijk te maken dat hij helemaal op het verkeerde spoor zit. Hans trekt zich echter niets van haar opmerkingen aan en op een bepaald moment komen alle drie de predikers op zondag bij hen thuis de eredienst leiden en mee-eten. Margje krijgt geen hap meer door haar keel.
Buurman Maters komt weer langs om te vragen of hij het stukje land wil verkopen. Margje weet van niets. Maar ze wil het eigenlijk ook niet verkopen. Hans krijgt ineens weer zin in seks met Margje en ze doen het in de kwekerij. Door een openstaande deur ziet Margje zijn inmiddels dure opgebouwde bibliotheek. Heel veel geld heeft hij in de boeken van de predikers gestopt en dat is allemaal ten koste van zijn gezin en de zaak gegaan.
Hans wordt op een dag ook gegrepen door de waanzin die zijn vader ooit getroffen had: hij slaat gave knollen allemaal kapot. Als zijn woede is bekoeld, ziet hij dat Chris Ibel plaats heeft genomen in het kleine huisje achterin de tuin, omdat hij uit zijn huis is gezet. Hans weet hem verborgen te houden voor Margje en biedt hem enkele dagen onderdak en eten aan. Eigenlijk wil hij het niet. De nood wordt intussen zo hoog dat Margje hem min of meer dwingt geld te halen bij bloemenhandelaar Wieland. Er staat meer dan zevenhonderd gulden open, de man schoffeert hem: gooit het geld voor hem op de grond en wanneer Hans dat heeft opgeraapt, slaat hij de winkelier vol woede in elkaar. Eigenlijk is hij boos op Ibel, maar hij koelt zijn woede op Wieland. Het gevolg is dat hij natuurlijk weer een klant kwijt is. Ook schopt hij Ibel daarna resoluut zijn woning uit.
Zes: Huib Steffen leidt weer een dienst op zondagmorgen bij Hans thuis. Ze eten natuurlijk weer allemaal mee, de klaplopers. Margje kan het niet meer aanzien. Tom wordt bovendien steeds vervelender en onhandelbaarder. Na het opdienen van de linzensoep braakt ze de soep over Steffen uit. Die zien ze een tijdje niet meer terug.
Margje wacht Hans op na weer zo’n Lunterens avontuur. Hij wil vrijen met haar, maar ze wijst hem af. Ze wil eerst eens praten over hun relatie. Het gesprek leidt tot niets. Kort daarna ontstaat er weer een conflict tussen hen beiden, als Hans naar een bijeenkomst in Hardinxveld-Giesendam wil. Margje dreigt hem te zullen verlaten. Als Hans terugkeert, heeft ze met de kinderen het huis verlaten.
Zeven: We springen weer naar een periode van vijf jaar later. Heel kort wordt verteld dat Margje precies twee weken bij Hans weggeweest is en dat ze daarna is teruggekeerd. De eigenaar van het huis dat ze huren, is overleden en Hans en Margje mogen het van de erfgenamen kopen voor 60.000 gulden: op zich is dat een goede prijs, maar ze hebben het geld niet. Dan komt het aanbod van buurman Maters goed uit. Hans gaat met hem praten en de buurman wil best 60.000 gulden bieden voor het stukje grond. Hans hapt meteen toe, tot verdriet van Margje, maar ze kunnen nu wel het huis kopen. De buurman is echter een sluwe vos en hij gaat een golfslagbad op de aangekochte grond neerleggen. De buurt komt in opstand, maar Hans durft niet mee te doen in het verzet. Maters krijgt met geld veel zaken voor elkaar en bovendien nog de gewenste vergunningen in zijn bezit. Met veel herrie en vertier wordt het zwembad geopend. De godsdienstige kweker mag voor veel geld de bloemen leveren. Hans Sievez krijgt er later wel spijt van, want hij heeft regelmatig overlast van de gasten van het bad, die ook nog op zijn land en in de kwekerij komen. Hij voelt zich genoodzaakt om een hek te zetten om zijn eigen bezittingen.
Tom groeit op voor galg en rad en wordt van school gestuurd en komt regelmatig dronken thuis. Hans kan dus zijn eigen kinderen niet meer goed de baas: een straf van God. Tom wil ook niet meer uit de Bijbel voorlezen, omdat hij dat maar grote onzin vindt. Ruben is inmiddels wel onderwijzer geworden. Chris Ibel is inmiddels gestorven, maar Hans mist de “wijze adviezen” van Jozef en Huib Steffen.
Op een koude winteravond overnacht Jozef nog een keer in zijn kas en opnieuw houdt hij dat voor Margje verborgen. Ruben heeft verkering gekregen met een meisje van goede komaf, Johanna. Bij de eerste kennismaking is Hans helemaal weg van haar: hij is zelfs een beetje verliefd op haar en koestert zelfs seksuele gevoelens. In de kas overgiet hij zijn geslachtsdeel met nicotine om de lust te blussen. Hans is enkele dagen na zijn 55e verjaardag ineens niet erg lekker: hij kan vrijwel niets in zijn handen houden en Ruben komt hem helpen. Het lijkt erop alsof hij reuma heeft. Ruben vertelt dat Tom opnieuw van school verwijderd is. Hans kan hem duidelijk niet meer de baas.
Hans wacht vol ongeduld op de nieuwe afspraak met Johanna: hij heeft voor haar een kostbaar collier met parels gekocht. Wanneer ze komt, geeft hij dat aan haar. Margje vindt het wel vreemd. Als ze op bezoek is, doet Tom weer heel dwars en verziekt hij eigenlijk het bezoek. Een tijdje later komt Tom weer dronken thuis en als hij zijn vader ziet, die hem daarop aanspreekt, begint hij zijn vader te kleineren. Hij vertelt ook dat zijn vader alleen maar aandacht voor het geloof had en zijn gezin verwaarloosde.
Hans leert er niet zo veel van, want op Tweede Kerstdag zijn Johanna en haar ouders op bezoek. Hij begint weer vol overgave uit zijn godsdienstige geschriften te blaten, wetende dat de ouders van Johanna niet gelovig zijn. Een leuke Kerst is anders.
Aangezien ze het niet meer financieel kunnen bolwerken, vragen ze bij de gemeente een uitkering aan. Die krijgt hij tenslotte wel, maar hij moet nogal wat zaken inleveren. De tuin wordt officieel gesloten en zelfs verzegeld. Het gaat lichamelijk steeds slechter met Hans. Johanna mag hem wel voorlezen, Margje niet. Als hij even alleen is met Johanna, vraagt hij of ze Jozef Mieras wil bellen. Het is duidelijk geworden dat hij geen reuma heeft, maar longkanker met uitzaaiingen en daardoor zal hij niet zo lang meer te leven hebben. Op een dag staan Jozef, Steffen en weer een nieuwe prediker Taverne voor de deur. Ze worden door Ruben binnengelaten. Ze gaan onmiddellijk aan het werk met de stervensbegeleiding. Daarin is nauwelijks plaats voor de gezinsleden: ze nemen zelf alle honneurs waar, maar maken de doodstrijd voor Hans bepaald niet eenvoudiger met hun zware woorden van het geloof. Margje mag eigenlijk niet eens aanwezig zijn in de kamer, want ze is een onbekeerde in hun ogen en dat kan ten koste gaan van Hans’ zielenheil. Eigenlijk is het te zot voor woorden, dat Margje, Ruben en Johanna niet bij het sterven van Hans mogen zijn. Tom vlucht steeds uit huis en drinkt heel veel. Hij is voorlopig bij de buurman in de zwembadbar gaan werken. In de nacht van 19 augustus sterft Hans: Margje moet op een afstandje toekijken. Ze mag als onbekeerde de stervende man niet in de ogen kijken. De predikers maken nog een opmerking dat op de grafsteen geen tekst á la “Veilig in Jezus’ armen”, mag staan, want dat kan een mens immers nooit zeker weten. Zodra Hans dood is, vertrekken de predikers, koel en onaangedaan. Alleen Jozef keert even later nog terug om persoonlijk afscheid te nemen. Hij heeft waarschijnlijk het hart wel op de goede plaats.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
F.
F.
Er is wel het een en andere letterlijk overgenomen van het verslag van een docent uit 2005 dat hier ook op de site staat.
6 jaar geleden
Antwoorden