Wees gegroet door Hans van der Beek

Beoordeling 5.1
Foto van Cees
Boekcover Wees gegroet
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3367 woorden
  • 5 september 2010
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
8 keer beoordeeld

Boekcover Wees gegroet
Shadow
Wees gegroet door Hans van der Beek
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 5 september 2010
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 220
Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar

Beschrijving van de cover
Op de voorkant staat de afbeelding van een kruis waarop vliegen staan afgebeeld. Het blijkt het schilderij “Flycatcher” te zijn van Louis Weinberger. Het is heel toepassselijk voor deze roman.

Genre
“Wees gegroet”is een psychologische roman over twee broers waarvan de één er in “de godsdienst” is gevlucht en de ander de godsdienst juist vaarwel heeft gezegd. Dat leidt tot een interessante ontmoeting tien jaar na de dood van hun moeder.

De flaptekst
De moeder van Jannes en Henri Notenboom overlijdt aan kanker. Jannes heeft haar tot het einde toe verzorgd, terwijl Henri intensief voor haar zielenheil bad – hij beschouwt de ziekte van zijn moeder als een straf van God.

Nadat de broers elkaar tien jaar niet gesproken hebben, besluit Jannes naar Zwitserland te reizen, naar het oord waar Henri woont in de kleine geloofsgemeenschap van de ‘Nieuwe Christenen’, voorheen ‘Kampf gegen Satan’. Wat volgt is een fascinerende confrontatie tussen twee broers met als inzet: wie heeft Het Grote Gelijk?


Samenvatting van de inhoud
Jannes Notenboom is er bij wanneer zijn moeder overlijdt aan leverkanker. Jaren daarvoor had ze borstkanker overleefd, maar de bedreigende kankercellen waren over het hoofd gezien waardoor ze vijf jaar later toch weer aan kanker lijdt. Eigenlijk sterft ze twee keer: een paar nachten voor haar echte dood krijgt ze morfine, waardoor hij geen afscheid meer kan nemen van haar. De echte dood is niet meer dan een onaardige reutel. Hij had zijn moeder moeten helpen met plassen en zijn oudere broer Henri beweerde later dat hij voor haar zielenheil had gezorgd.


In het tweede zeer cynische hoofdstuk is Jannes tien jaar later in het Franse Lourdes. Met veel sarcasme vertelt hij over de toeristische attractie die Lourdes geworden is, omdat er ooit een meisje Bernadette aan de Heilige Maria is verschenen. Hij komt daar langs op de vlucht naar Spanje. Hij heeft een korte relatie met een heel leuke vrouw Marianne achter de rug. Die zag echter geen toekomst met hem , omdat hij haar had aangegeven dat hij geen kinderen met haar wilde. Jannes is een barman en ze was na een verdrietige periode in zijn armen en in zijn bed beland. Hij heeft spijt van zijn opmerkingen, maar gedane zaken nemen geen keer. Ze reageert niet op zijn telefoontjes.

Vanuit Lourdes neemt hij contact op met zijn broer Henri en hij vraagt of hij langs kan komen in het klooster. Henri zit bij de Nieuwe Christenen, een sekte die zich streng aan de tekst van de Bijbel houdt. Op weg ernaar toe vertelt Jannes dat hij zich aan zijn broer en de opvattingen van zijn sekte heeft geërgerd omdat die vrolijk beweerden dat de Joden zelf schuld hadden aan de Holocaust, omdat ze de kruisiging van Christus op hun geweten hadden en dat aan Pilatus hadden meegedeeld. Jannes was daarover heel boos geworden. Ook zijn ouders deelden die mening helemaal niet. Ze woonden weliswaar in Limburg, maar ze namen het met het geloof niet zo heel erg nauw. Henri daarentegen was heel gelovig en had zich na zijn gymnasiumopleiding tot het geloof van de Nieuwe Christenen bekeerd.

Jannes komt aan in het 1707 inwoners tellende Zwitserse Rehotebel. Hij neemt zijn intrek in een hotelletje en wordt daar al snel een stamgast die behoorlijk weg weet met het heerlijke bier en de andere alcoholische versnaperingen. De lezer krijgt intussen van een alwetende verteller te horen hoe de sekte ontstaan is. De leider heeft een keer te horen gekregen, toen hij gardist bij het Vaticaan was ”Nikolaus, neem Mijn kerk mee. “ De leider heet Nikolaus Schneider en hij wordt de Zwaard-Bisschop genoemd, omdat hij symbolisch de strijd moet aangaan tegen de Satan. Die naam had de sekte eerst gevoerd.

Jannes ontmoet de volgende dag al zijn broer, die hem toch een beetje wantrouwend bekijkt. Wat komt Jannes doen, maar de gelovigen om hem heen vinden het wel mooi dat de broer met wie hij ruzie heeft hem komt opzoeken. De ruzie was vooral ontstaan, omdat Henri geen toestemming kreeg de katholieke mis bij te wonen die na het overlijden van zijn moeder werd opgediend. Bij een van de eerste ontmoetingen vertelt Henri over de jockey die aan God noch gebod deed, maar vlak voor een dodelijke val God had erkend en volgens de leider van de sekte zou daarmee zijn zielenheil gered zijn. Een tijdje vagevuur, maar goed….

Overigens is de Zwaard-Bisschop een aardige man en ook de andere gelovigen zijn heel vriendelijk tegen Jannes. In 1988 is Henri toegetreden tot de Nieuwe Christen. Zijn ouders waren toch naar Zwitserland gekomen om de plechtigheid bij te wonen.
In de videokast van de sekte ziet Jannes een aantal films die de gelovigen mogen zien. Het verbaast hem dat de bloedige film The passion of The Christ in de kast staat. Jannes heeft de film al eens gezien, maar hij vond de scènes erg wreed. Henri zegt dat juist in die film duidelijk wordt dat Jezus heel erg geleden heeft voor de mensheid. Later laat Jannes de film in het klooster vertonen als hij er één mag uitkiezen.
Wanneer ze bij elkaar zijn bij het Bodenmeer, geeft Henri ook een andere opvatting prijs. Bij het zien van een kindje met het syndroom van Down zegt hij dat de ouders daar op één of andere manier schuldig aan zijn. De mens is immers schuldig aan zijn eigen ziekte. De lezer snapt dan al dat later in het verhaal de kanker van hun moeder ter sprake zal komen. Eerst hoort hij al dat hun moeder nog in het vagevuur zit. Tien jaar lang, dat kan hij zich van zijn lieve moeder niet voorstellen. Die zou zo naar de hemel kunnen, maar dat is niet de visie van Henri. Ze had in haar leven toch wel grappen over de kerk en religie gemaakt en dat zou haar een paar jaartjes vagevuur opleveren. Je lijdt dan wel vagevuurse pijnen, maar uiteindelijk zal je ziel gered worden. Jannes kan het allemaal niet geloven.

Hij denkt weer terug aan Marianne, die onlangs met zijn vader kennis had willen maken. De twee konden goed opschieten met elkaar en Jannes was naar boven gelopen. Daar had zijn moeder een knuffel in de kast gelegd voor hun eerste kind. Maar toen hij thuis was gekomen, had hij juist tegen Marianne gezegd dat hij met haar geen kinderen wilde. Een domme opmerking , want ze was een heerlijke vrouw, die hem nu in de steek gelaten had en niet reageerde op zijn telefoontjes.

In een gesprek over de Holocaust trekt Henri de vergelijking met de veelvuldige abortussen. Wereldwijd gebeuren er per jaar meer abortussen dan het aantal dode Joden in de Tweede Wereldoorlog. Jannes zegt dat de kerk dan condooms moet toestaan en dat aids op die manier voorkomen kan worden, evenals ongewenste kinderen. Maar dat ziet hij toch niet goed, vindt Henri. De mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun daden. Dan komt ter sprake dat moeder Riet eigenlijk zelf schuldig is aan de kanker die ze heeft gekregen. Er is een relatie met de manier waarop ze heeft geleefd.


Jannes denkt terug aan de eerste keer dat hij zijn moeder zonder de afgezette borst zag. Ze had hem die laten zien en later haar kunstborst aangebracht. Hij vindt de opvatting van Henri verwerpelijk. Zo had ze volgens Henri beter in haar laatste dagen niet naar de serie Dynasty moeten kijken, maar haar aandacht op de religie moeten richten. Ook heeft ze geleden en dat is haar redding want wie op aarde lijdt, hoeft minder lang in het vagevuur. Jannes denkt dat hij het niet goed hoort. Het lijden op aarde, betekent een soort entreebiljet voor de hemel.
Jannes wil weer terug naar huis. Hij hoopt Marianne terug te krijgen. Zijn broer gaat mee naar het hotel. Maar hij wordt snel weer weggeroepen omdat de hond van een der zusters is gestorven. Die is onder de indruk.
In de bar ontmoet Jannes Katherina, die haar ideeën over de Nieuwe Wereld en New Age ontvouwt. Maar ook dat is iets wat hij niet wil accepteren. Hij wil gewoon leven. Hij wil Marianne terug. Hij heeft diverse keren gebeld maar ze heeft niet geantwoord. Hij spreekt smekend haar voicemail in. Daarna drinkt hij zich opnieuw een kater in.

De volgende dag ziet hij Henri toch aan de ontbijttafel in het hotel zitten. Hij krijgt een sms’je van Marianne: “Lief.” Maar hij heeft een kater(denkt hij) en laat zijn mobiel vallen. Maar het is meer dan een kater. Hij kan zijn arm niet meer bewegen, via zijn nek krijgt hij een stekende koppijn. Zijn tong hangt scheef uit zijn mond. Hij zou eigenlijk moeten braken. Het lijkt erop alsof Jannes een hersenbloeding of een herseninfarct krijgt. Henri grijpt zijn kans. Hij fluistert hem toe. Laat het toe, Jannes. Toon berouw en laat Hem toe. Het is nog niet te laat.” (blz. 221-slotzin)
Maar waarschijnlijk dus wel…

Titelverklaring
De titel van het boek is heel toepasselijk voor de inhoud. De titel komt ook letterlijk voor in het verhaal. Wanneer Jannes tien jaar na de dood van zijn moeder zijn broer Henri gaat opzoeken in een Zwitsers klooster, ontvangt die hem met de woorden “Wees gegroet.”(blz. 49)

Motto
Het boek heeft een motto van Maarten van Roozendaal.
Hef jij je handen ten hemel, maar red mij niet
Red mij niet, red mij niet, red mij niet

Dat is een toepasselijk motto dat geldt voor Jannes. Hij is niet gelovig en hij gaat tien jaar na de dood van zijn moeder naar zijn broer Henri die in een klooster zit bij een sekte die de Bijbel vrij letterlijk neemt. Je moet vrij zondeloos leven, anders kon je in de hel of ZEKER het vagevuur. Als je in de familie een broer hebt die priester is, kan dat helpen. Maar de ideeën van Henri zijn voor Jannes zo onaanvaardbaar dat hij niet zou willen dat zijn broer voor hem een gebedje zou willen doen. En dan het einde van de roman….


Structuur
Het boek wordt verdeeld in 30 hoofdstukken die allemaal een toepasselijke titel hebben. Vaak komt die titel in letterlijke vorm terug in het hoofdstuk. (bijv. Disneyland Lourdes; Kanker is een bermbom; De passie van Jezus Christus, Het Grote gelijk)
Interessanter is dat er in kleine letters een aanduiding staat. Deze aanduiding heeft betrekking op de onderdelen van de katholieke mis. (enkele aanduidingen: orgelspel, introïtus, groet en gebed van de dag, eerste lezing, preek , amen, zending, slotzang)
Daardoor krijgt het boek de structuur van een mis die opgedragen wordt ter nagedachtenis van de moeder van Jannes.

De meeste hoofdstukken gaan over de situatie waarin Jannes tien jaar na de dood van zijn moeder zijn broer Henri in een klooster in Zwitserland opzoekt. De broers hebben elkaar al die tijd niet gezien en hebben min of meer ruzie na de crematie van hun moeder. Het verhaal begint met de beschrijving van het overlijden van Jannes’ moeder. Andere hoofdstukken die de chronologische volgorde doorbreken, gaan over de tijd dat zijn moeder kanker kreeg, de crematie van haar en wat recenter het verliefd worden van Jannes op Marianne en het vertrek van Marianne uit zijn leven. Hij is daarvan zo ondersteboven dat hij naar Spanje wil rijden. Maar onderweg buigt hij af naar Lourdes en hij ziet daar de toeristische mallemolen van het bedevaartsoord draaien. Dan wil hij ineens naar Henri en hij belt hem op. In het kleine plaatsje Rehotebel is een klooster waar de sekte van de Nieuwe Christenen woont. Centraal in het verhaal staat de ontmoeting tussen Jannes en Henri waarin de pijn van het overlijden en het optreden van Henri na de dood van zijn moeder wordt opgefrist. Het wordt daardoor een boek over een gelovige en een atheïst.
Het boek heeft een open einde, maar je zou ook kunnen lezen dat Jannes sterft en Henri nog een ultieme poging doet zijn ziel te redden. Het laatste hoofdstuk heet “Het grote gelijk”(Van Henri?).
Het is dus niet een helemaal chronologisch verteld verhaal.

Perspectief
Het boek heeft een personaal perspectief, dat overwegend berust bij het personage Jannes, de jongere broer. Een enkele keer verschuift het perspectief naar Henri, maar je kunt ook een onzichtbaar aanwezige alwetende verteller in het verhaal voelen. Dat komt vooral door de ironische, soms zelfs cynische ondertoon van de vertelling.

In het heden vertelt Jannes vooral in de o.t.t. ; de passages die over het verleden (de ziekte van zijn moeder, haar sterven en de relatie met Marianne die door de laatste verbroken is) worden verteld in de o.v.t.

De tijdlagen van het verhaal
Het verhaal wordt niet echt verteld met behulp van data en jaartallen. Wel kun je uit enkele gegevens opmaken dat het heden in de 21e eeuw speelt. (mobieltjes,sms’jes , de euro en Geert Wilders worden in de tekst genoemd.)

Het verleden speelt tien jaar daarvoor wanneer de moeder van Jannes en Henri overlijdt. Dat zal waarschijnlijk in de jaren negentig van de vorige eeuw zijn. De zesde wijdingsjaardag van Henri staat er namelijk in de tekst. Dat zou betekenen dat de moeder overlijdt in 1994 (zes jaar na 1988) en dat het heden dus tien jaar later (2004) is.

Het decor van de handeling
Het decor van de ontmoeting tussen de twee broers is het dorpje Rehotebel in Zwitserland en het klooster dat daar is gevestigd. Het klooster is van de sekte van de Nieuwe Christenen, een soort gelovigen die strikt volgens de Bijbel leven en bijvoorbeeld beweren dat de Joden schuldig zijn aan hun eigen Holocaust. Hoewel Zwitserland per definitie neutraal grondgebied is, woedt er dit keer een felle strijd tussen de streng gelovige oudere broer Henri en de atheïstische Jannes.

De stijl van Hans van der Beek.
De stijl van Van der Beek in deze roman is in het begin heel sarcastisch en zelfs cynisch. Hij laat zijn verbitterde personage Jannes in een moeilijke periode (moeder gaat dood, door vriendin verlaten) de toeristische carrousel van Lourdes beschrijven. Dat geeft enkele fraaie staaltjes van zwarte humor, die het verhaal aantrekkelijk maken om te lezen, tenminste als je van zwarte humor houdt.
Enkele voorbeelden van zijn stijl:

- (blz. 8) Naar het toilet gaan is een luxe die zijn moeder niet meer heeft. Een volwassen mens plast niet in een luier. Dat heeft met beschaving te maken. Kleine kinderen laten hun plas lopen en dieren. Een vrouw, die haar plas laat lopen, in een luier of in een broek, dat maakt geen verschil, laat haar laatste restje mens waardigheid varen.

- (blz. 8) …. het was de laatste weken toch al een straf zijn moeder in de ogen te kijken, want die waren geel, van dat valse geel, het uithangbord van kanker in de lever, want daar was het beest ook gaan zitten en dat mocht ze nog een mazzeltje noemen ook. Als je dreigt te sterven aan botkanker, voelt leverkanker als genade. Dat gaat tenminste lekker snel.”

- (blz. 13)
Op de stoep voor hem loopt een bejaarde voorbij, die zich verkoelt met een Bernadette-waaier. Drie volle rolstoelen worden naar La Grotte geduwd, waar zieken beter zijn geworden en doden levend en wat niet, en waar je komt door de blauwe streep op straat te volgen , als in Ikea. Aan de overkant is een rolstoel op de terugweg- een lege. Een vermoedelijk genezen bejaarde duwt hem voort.

- (blz. 15) Of meneer pastoor, kogelrond en de morele heerser van het kerkdorp in Limburg, die nergens te bekken was toen de gele familie voor de kerkdeur stond om oma te begraven. Ze hebben hem uit zijn bed moeten bellen, hij nam zijn alcoholwalm mee.

thematiek
De thematiek van “ Wees gegroet” is niet zo lastig te ontdekken.

Eigenlijk gaat het in deze toch luchtige roman (een tragikomedie wordt hij genoemd) om de strijd tussen twee broers die verschillend over het geloof denken. Waar Jannes samen met zijn moeder het geloof met een flinke korrel zout neemt, [een Limburgse en blijmoedige vorm van naar de kerk gaan,] is de oudste broer Henri de andere kant opgegaan. Hij neemt de Bijbel vrij letterlijk en heeft zich aangesloten bij de sekte van de Nieuwe Christenen. Deze houden er toch een paar bedenkelijke opvattingen op na. De Holocaust is de schuld van de Joden zelf door de kruisiging van Christus die ze op hun geweten hebben, maar ook ziekten als aids, kanker (de moeder van Jannes en Henri) heb je min of meer aan jezelf te wijten. Ook een kind met het syndroom van Down kun je op je eigen conto schrijven. Ook al heb je goed geleefd, een tijdje vagevuur zit er altijd wel voor je in, mits je op tijd God erkent. Dat kan zelfs een seconde voor je dood (verhaal van de jockey)
Jannes verzet zich tegen die opvatting, maar ja, hij krijgt wel een mooie waarschuwing. In het laatste hoofdstuk wordt hij vermoedelijk slachtoffer van een hersenbloeding en zijn oudere broer grijpt meteen zijn kans. Bekeer je voor het te laat is, waar het wel naar uitziet trouwens. Dat is dubbel zuur, want Jannes heeft net een sms’je gekregen van zijn vriendin die hem kort daarvoor verlaten had. Ze heeft eindelijk gereageerd op zijn smeekbeden en wanneer hij naar Nederland zou zijn gegaan, had er wel een mogelijkheid in gezeten dat ze weer terug naar hem zou keren. Het sms’je is namelijk veelbelovend ( “ lief.”) Maar het laatste hoofdstuk heet het Grote Gelijk en dat lijkt deze keer in handen te zijn van Henri.

Enkele motieven zijn dus:
- De invloed van het geloof en godsdienstwaanzin
- De moeder-zoonverhouding
- De dood
- Het schuldig zijn aan je eigen ziekte
- De slechte relatie tussen broers
- De liefdesrelatie met problemen (Marianne en Jannes)

Beoordeling scholieren.com
“ Wees gegroet” is de tweede roman van Hans van der Beek. De eerste was al hilarisch, maar ook deze tweede roman is leuk om te lezen. Op zijn website maakt Van der Beek melding van een mengeling van fictie en realiteit die op enige autobiografische gegevens zou berusten. Inderdaad is Van der Beek zelf in Limburg geboren en enkele gegevens uit het verhaal komen overeen met gegevens uit zijn eigen leven.
Je kunt zien dat Van der Beek afstand neemt van de verderfelijke opvattingen die in de sekte van de Nieuwe Christenen leven. Vooral de opvatting met betrekking tot de ziekte en het lijden van zijn moeder vindt zijn favoriete personage Jannes verschrikkelijk. Met hem zal de lezer zich wel kunnen identificeren. Hij blijkt een sympathieke, reële man te zijn die spijt krijgt van zijn fatale opmerking tegen een mooie vrouw Marianne. Je gunt hem het pleziertje dat ze zal terugkomen bij hem. Hij heeft immers voor zijn zieke moeder gezorgd.

Dan is het wel humoristisch sneu dat Jannes in de laatste regels waarschijnlijk het loodje legt.

Vooral door de stijl van de schrijver is het een aangenaam boek om te lezen. Door de prettige bladspiegel kun je het boek snel uitlezen.
Scholieren van havo en vwo kunnen er wel leesplezier aan beleven. De literaire waarde van het boek is ook best oké: twee punten.

Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website uitgever
Hans van der Beek (1966) werd geboren in het rijke, roomse Sittard. Na een moeizame jeugd, wist hij zijn studie geschiedenis aan de UvA ruim acht jaar te rekken - een prestatie die hij nog altijd koestert. Vlak na de Wende woonde hij een half jaar in Oost-Berlijn. Via de Postdoctorale Opleiding Journalistiek aan de Erasmus Universiteit kreeg hij zijn eerste serieuze baan, drie maanden voor zijn dertigste verjaardag. Toen was het Grote Uitvreten wel zo'n beetje voorbij.

Die baan, verslaggever bij Het Parool, heeft hij nog steeds. Hij schrijft onder meer portretten waarbij hij enkele dagen als een 'fly on the wall' meeloopt met mensen uit uiteenlopende vakgebieden, van Sophie Hilbrand tot Junkie XL, van Paul de Leeuw tot de Champions Lounge, van Maarten van Roozendaal tot, jawel, Chantal Janzen.

Tijdens verkiezingen werkt hij mee aan de rubriek De Campagne, die de draak steekt met politici op stemmenjacht en tijdens het WK 2006 volgde hij de Mannschaft, waarbij hij trouwens behoorlijk de weg kwijtraakte. Tijdens het EK 2008 volgde hij het Oranjelegioen werkelijk overal.
Op vrijdag heeft hij ochtenddienst.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees