Feitelijke gegevens over het boek
Verschijningsdatum 1e druk: 21 mei 2010
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 236
Uitgeverij: Nieuw Amsterdam
Beschrijving van de cover
De kaft past prachtig bij de inhoud van de roman. Je kijkt als lezer aan tegen de achterhoofden van twee op dezelfde wijze geknipte jongens. Dat kan bijna niet anders of het moeten broertjes van elkaar zijn. De een is iets groter dan de ander. De cover is dus een mooi symbolische weergave van het boek, want het gaat om de verhouding tussen de broers Andreas en Joachim Klein.
Genre
Münstermann schrijft weer een psychologische roman over zijn grote alter ego Andreas Klein. Deze keer gaat het over de relatie tussen de twee broers Andreas en Joachim, de eerstgeborene in het gezin van de vader Joachim Klein.
Joachim is de oudste broer van Andreas Klein. Er is wederzijdse liefde, betrokkenheid en zorgzaamheid. Maar is er ook begrip? Waarom gedraagt Joachim zich steeds net anders dan Andreas verwacht? Hoe goed kennen ze elkaar eigenlijk? Andreas gaat terug in de tijd en ontrafelt stukje bij beetje het raadsel dat Joachim heet. Gaandeweg maakt zich van de lezer een grote ontroering meester en ga je van Joachim houden.
Met Ik kom je halen als het zomer is schreef Hans Münstermann een prachtige, aangrijpende maar ook luchtige roman waarmee hij zijn beste werk overtreft.
Opdracht en motto
Er is geen opdracht en motto
Samenvatting van de inhoud
Het is vrij eenvoudig om een samenvatting van de roman te maken. De hoofdstukken worden aangeduid met jaartallen en de inhoud ervan staat meestal op zichzelf. Daarmee wil ik absoluut niet zeggen dat de hoofdstukken als los zand worden gepresenteerd, want juist door de aangeboden structuur krijg je als lezer een steeds completer beeld van Joachim .
2005
Andreas Klein, de zes jaar jongere broer van Joachim nodigt een groot deel van zijn familie uit om weer een voorstelling van het kerstcircus bij te wonen. Maar Joachim weigert mee te gaan. Hij kan maar niet door Andreas worden overgehaald. Pas als Andreas aangeeft dat ook goochelaar Hans Klok op het programma staat, wil hij wel toezeggen dat hij komt. Maar Joachim komt helemaal niet naar het circus. Andreas is erg teleurgesteld over zijn wegblijven.
2002
1999
Het is weer kerst en in de inrichting waarin Joachim (58 jaar) zit, wordt een kersttoneelstuk opgevoerd. Er speelt een geestelijk gehandicapte voor Jezus die nog geboren moet worden, maar Joachim komt weer eens niet opdagen. Het toneelstuk kan dan niet doorgaan. Dan staat hij er ineens, maar hij wil weer niet meespelen, totdat de mooie Isis zich aanbiedt om de rol van Maria te spelen. Ineens doet hij nu wel mee. De manager van het tehuis bedankt Isis uitvoerig voor haar inzet, anders was het feest niet doorgegaan.
1986
Joachim is 45 jaar. Moeder Marianne is jarig. Andreas heeft een relatie met Carola, die in de zorg zit. Die oppert Andreas dat hij met Joachim een liedje voor zijn moeder moet zingen. Maar intussen leven ze al gescheiden. Ze is er ook niet bij als Andreas naar het huis van zijn moeder gaat. Het zingen met Joachim en Andreas lukt niet. Dan komt Carola toch ineens binnen en ze doet net alsof ze geen relatieproblemen hebben. Joachim is ineens weer vol aandacht: hij doet leuk en lief tegen Carola. Nu wil hij ineens wel optreden. Daarna verdwijnt Carola weer.
1980
(Joachim is 39). Hij woont bij zijn vader in huis na de scheiding tussen Marianne en zijn vader Joachim. Vader wordt in het ziekenhuis opgenomen. Andreas en Joachim gaan bij hem op bezoek. Vader spreekt zijn kinderen toe. Joachim reageert tragikomisch naar zijn vader. Er lijkt geen goede relatie intussen te zijn. Joachim is toch niet helemaal 100. Vader sterft en wat moet er nu met Joachim gebeuren? Hij zegt tegen Andreas dat hij geen spijt of verdriet heeft van zijn gedrag tegenover zijn vader. Hij heeft het eindelijk alleen voor het zeggen in zijn leven.
1975
Joachim (34) is gezakt voor zijn rijexamen. Hij heeft “ slechts 250” lessen gehad. Vader en zoon maken wel elke dag ruzie, maar dat komt natuurlijk wel, omdat Joachim rare dingen uithaalt. Zo koopt hij aan de lopende band nieuwe brommers en zijn vader moet steeds die koopovereenkomst ongedaan maken. Zijn vader is gescheiden van Marianne, maar het dikke buurvrouwenpaard Pranger ziet wel wat in de oude Klein. Ze is erg handtastelijk wanneer Andreas een keer op bezoek is. Ze heeft taart bij zich, omdat Joachim gezakt is. Ze biedt zich aan de vader aan maar de jonge Joachim ziet meer in haar. Vader wijst haar af en aan het einde van de avond brengt Joachim de buurvrouw naar haar huis. Dan klaagt vader tegen Andreas over zijn oudste zoon Joachim. Die doet toch steeds rare dingen en hij kan er niet goed tegen.
1969
1959
Joachim is achttien jaar. Voordat ze met het gezin naar de kerk gaan, zegt hij dat de andere kinderen de ouwel van de eucharistieviering in hun mond moeten bewaren en die dan later aan hem moeten geven. Andreas voldoet aan het rare verzoek. Later die avond horen ze allemaal vreemde geluiden die Joachim maakt. Andreas is bang dat de duivel hem komt straffen voor zijn achterover gedrukte ouwel.
Joachim bewaart ook een duif op zijn kamer en die voert hij met de hosties. Op een dag is de duif dood en hij wil per se dat het dier opgezet wordt. Zijn vader vindt het geen goed idee, maar zijn moeder Marianne wil hem zijn zin geven. Het kost maar liefst 40 gulden, maar dan heb je ook wat… Inderdaad komt de opgezette duif terug, maar de vleugel van de duif is lam. Joachim verliest snel alle belangstelling voor het dier dat uiteindelijk in de vuilnisbak belandt.
1957
De 16-jarige Joachim moet naar school. Zijn vader laat hem eerst de ambachtsschool van meneer Haverkort proberen, maar daar wil hij alleen maar houten kruizen maken. Hij wordt daarom weggestuurd. Dan probeert zijn vader Joachim op de kunstacademie te krijgen, want hij kan zo lekker tekenen. Maar in het intakegesprek met de directeur van de school valt hij door de mand. De directeur is erg boos op zijn vader, omdat hij zich beledigd voelt.
Daarna krijgt Joachim een eenvoudig baantje als bandenplakker bij een fietsenmaker, maar ook dat kan hij niet aan. Tenslotte zou hij als eenvoudige gelovige het klooster in moeten gaan, maar de abt van het klooster ziet niets in hem. Hij is eenvoudig te dom. Met deze episode beëindigt Andreas zijn verhaal als verteller-getuige. De laatste drie hoofdstukken heeft hij opgetekend uit de overlevering van zijn ouders.
1952
Met Joachim (11 jaar) moet toch iets worden gedaan. Op een normale school kan hij niet functioneren vanwege zijn geestelijke gesteldheid. Hij moet naar een inrichting/kostschool in de buurt van Nijmegen. Marianne en Joachim kunnen dat niet betalen, maar haar ouders dokken voor hun kleinzoon. Moeder brengt hem weg. Joachim wil eigenlijk niet dat ze bij hem weggaat en vraagt wanneer ze hem weer komt halen” Ik kom je halen als het zomer is.” (blz. 193)
In de inrichting wordt Joachim erg lastig gevallen door broeder Simon die hem helemaal weet te kleineren. In de tussentijd verhuizen zijn ouders naar Amsterdam en hij moet in de zomer de reis per bus naar de hoofdstad maken. Hij vindt er niets aan en hij zit voor het grootste deel op zijn kamer. (een kleine kast.)
1947
De 6 jaar oude Joachim doet vreemd. Het is een echt huilkind en zijn moeder Marianne kan er niet meer tegen. Bovendien maakt hij alles kapot in zijn omgeving. Via de huisarts krijgt ze het adres van een vrouw die wel een paar keer op Joachim wil passen. Ze laat Joachim met een jongetje Tobias spelen en die gaat met een meisje Joachim weer bang maken. Hij is de dief in het spel en hij wordt nota bene opgehangen. Hij zou dood zijn geweest, ware het niet dat vader Joachim onraad had geroken en net op tijd op de plek was om de strop van zijn hals te halen. Hij weet niet of het opzet van Tobias was of een ongelukje. De volgende dag hoeft Joachim niet meer te komen van de vrouw.
1941
Marianne is achttien jaar, net getrouwd en al zwanger van haar Duitse man Joachim . De geboorte is aanstaande en Joachim besluit bij haar te blijven. Dan kondigt de geboorte zich aan en die gaat allerminst van een leien dakje. De dokter moet er met een tang aan te pas komen. De jonge Marianne schrikt zich wezenloos en alles doet erg pijn. Maar dan eindelijk komt de kleine Joachim te voorschijn. Het is een gezonde baby, zegt de dokter, maar de lezer weet dat hij een tijdje zuurstofgebrek heeft gehad. Trots gaat vader hem aangeven. Joachim gaat een mooie toekomst tegemoet. Maar de lezer weet dat het allemaal anders is gelopen.
Titelverklaring
De fraaie titel is ontleed aan het hoofdstuk 1952. Joachim wordt in een inrichting/kostschool geplaatst. Zijn moeder brengt hem weg en hij vraagt of ze echt weg gaat. Op blz. 193 antwoordt ze: “ Joachim, dat hadden we al besproken. In de zomer kom ik je weer halen. Dan ben je bij ons.” In die zin ligt heel wat tragiek opgesloten. Joachim is niet helemaal goed bij zijn hoofd en hij moet uit huis geplaatst worden, maar dat doet natuurlijk wel pijn. Joachim wil eigenlijk niet weg uit huis en dat wordt in die zin heel duidelijk voor hem. Op blz. 195 wordt de titel letterlijk geciteerd. Joachim ligt in zijn bed in een tehuis waar hij het niet naar zijn zin heeft “Waarom heeft moeder mij weggebracht? Ik kom je halen als het zomer is. Hoe moet hij ooit de zomer halen.”
Structuur
De structuur is heel bijzonder. Er zijn twaalf hoofdstukken en die hebben allemaal een titel dat een jaartal aanduidt van de gebeurtenissen die zich in dat hoofdstuk afspelen. Het begint in 2005 en via allerlei jaartallen keren we aan de hand van de verteller terug naar het geboortejaar van Joachim 1941
Alleen is de verteller dan nog niet geboren en hij zegt dat hij de stof van de laatste drie hoofdstukken 1952, 1947 en 1941 uit de overlevering van zijn ouders heeft. Die hebben de verhalen uit die drie episodes altijd in het gezin verteld.
Het boek heeft dus een omgekeerde chronologische volgorde. Je zou als lezer misschien geneigd zijn om dan met het laatste hoofdstuk te beginnen en dan van achter naar voren te lezen, maar toch doe je dat niet en gaandeweg het boek snap je heel goed waarin het een perfecte structuur voor dit boek is.
Perspectief
De verteller van het verhaal is de jongere broer van Joachim, Andreas Klein. Hij vertelt in de ik-vorm en hij doet dat in de o.v.t. Van de eerste hoofdstukken is hij getuige van de handelingen van zijn broer, van de laatste drie hoofdstukken niet. Die schrijft hij op uit de verhalen die zijn ouders later verteld hebben. Zelf is Andreas Klein in 1947 geboren . Hij is namelijk in de romancyclus over Andreas Klein het alter ego van Hans Münstermann.
Zie hiervoor de andere romans van de auteur, die vrijwel alle de moeite waard zijn.
De tijdlagen van het verhaal
Het is door de hoofdstukindeling heel gemakkelijk aan te geven in welke tijd de anekdotes zich afspelen. 2005-2002-1999-1986-1980-1975-1969-1959-1957-1952-1947-1941. In elk hoofdstuk hanteert de schrijver wel een motief waaruit je de tijd kunt opmaken. Bijvoorbeeld in 2002 komt Pim Fortuijn ter sprake.
Het decor van de handeling
Het decor speelt niet zo’n grote rol. In het begin (dus aan het einde van het boek) woont het gezin in Arnhem. Daar in de buurt gaat Joachim naar een inrichting/internaat, maar tijdens dat verblijf verhuizen zijn ouders naar Amsterdam. Later scheiden zijn ouders weer en vader neemt Joachim mee naar zijn woning. De andere decors zijn eigenlijk niet zo van belang en er worden niet veel mededelingen over gedaan. In hoofdstuk 2002 komt Joachim naar Andreas, omdat hij dan alvast in de buurt van Schiphol zit wanneer hij naar Griekenland op vaknatie wil gaan. Andreas woont dus niet te ver van Schiphol.
Uitgewerkte thematiek
“ Ik kom je halen als het zomer is” is een prachtige roman over de relatie tussen twee broers.
Uit alles blijkt echter het mededogen van Andreas voor zijn oudere broer. Die is op zijn beurt ook nog een soort van charmant te noemen wanneer je hem ziet in zijn relaties met de vriendinnen van Andreas. Die doet veel voor zijn broer blijkt uit de laatste (eerste ) hoofdstukken: 2002 en 2005.
Met dit boek voegt Münstermann weer een nieuw werk toe aan zijn romancyclus over Andreas Klein. Eigenlijk is het thema van het boek alleen de relatie tussen de broers en de manier waarop de lezer wordt meegedeeld waarom Joachim zo raar doet.
Beoordeling scholieren.com
Het is een prachtige, hecht gecomponeerde roman over de relatie tussen broers. Juist de gekozen structuur werkt de spanning in de hand. Hoewel we teruggaan in de tijd, ga je steeds meer meevoelen met de simpele Joachim . Dat is een knappe prestatie van de schrijver. Hij schrijft zijn verhaal met de milde ironie die je ook bij Willem Elsschot op latere leeftijd ziet. De dialogen zijn vaak komisch en door zijn vertelwijze neemt Andreas net voldoende afstand van zijn hoofdfiguur. Het verhaal wordt daardoor niet melodramatisch. Een heel goede prestatie van Münstermann en tot dusver een van de mooiste romans van 2010 die ik gelezen heb.
Bovendien is de roman heel goed te lezen voor scholieren van havo en vwo. Ze zullen zich daarmee best kunnen vermaken. De literaire waarde bepaal ik op drie punten, hoewel het boek met zijn 240 bladzijden en door een ruime bladspiegel vrij snel te lezen valt.
Tips voor een combinatie van boeken met hetzelfde thema op je literatuurlijst:
- Jaap Scholten – De wet van Spengler
- Jan Wolkers - Kort Amerikaans
- Tessa de Loo – de zoon uit Spanje
- Hugo Claus – Omtrent Deedee
- Gerbrand Bakker – Juni
Recensies
De allereerste recensie stond in “Boek magazine”van mei/juni 2010. De recensent is heel erg enthousiast. Hij noemt “Ik kom …. Is” zelfs de perfecte roman. Aangrijpend [...] Münstermann beschrijft het zo dat je er ook om kunt lachen. [...] Münstermanns verteller schetst een heel intiem portret van zijn broer. Als je het boek uit hebt, houd je van Joachim. Je hebt zin om het boek aan iedereen te laten lezen. Een perfecte roman.’
Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk
Bron: website uitgever
Sinds enkele jaren schrijft Münstermann romans onder zijn eigen naam: Het gelukkige jaar 1940, Je moet niet denken dat ik altijd bij je blijf, Certificaat van echtheid, De confrontatie (eerder verschenen als De Hitlerkus) en Land zonder Sarah. In zijn roman De bekoring neemt Münstermann opnieuw een duik in het fascinerende leven van Andreas Klein, zijn alter ego én charismatische hoofdpersoon uit zijn veelgeprezen romancyclus. Met deze roman won hij de AKO Literatuurprijs 2006. Ik kom je halen als het zomer is is een vervolg op deze familiegeschiedenis.
Hans Münstermann werd in 1947 geboren in Arnhem. Hij groeide op in Amsterdam, waar hij later ook Nederlandse Taal- en Letterkunde studeerde. Als aansluitende studie deed hij het doctoraal Theaterwetenschap. Na zijn afstuderen begon een zwervend, enigszins rommelig leven dat hem tussen 1970 en 1980 in Griekenland, het Midden-Oosten en Indonesië bracht. Zijn leven kwam in rustiger vaarwater toen Münstermann in 1981 medewerker werd aan de toneelacademie in Maastricht - het instituut waar hij nu nog werkt. Zo was hij tussen 1990 en 1995 coördinator van de acteursopleiding in Maastricht. Münstermann is getrouwd met Marina Duvekot en heeft een zoon.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
Dank u wel! Ik zat erg met het feit dat ik moest samenvatten per hoofdstuk, (hoewel het veel minder zijn als in het boek 'Montyn') maar hier ben ik erg blij mee. Ik heb waarschijnlijk bij elke opdracht een verhaal neergezet, dat minder is dan dat van u en nergens op slaat, maar dat maakt mij niet zoveel uit. Ik ben blij dat ik niet de hele nacht meer hoef door te halen :P
13 jaar geleden
Antwoorden