Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Stad in de storm door Thea Beckman

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover Stad in de storm
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 1190 woorden
  • 29 mei 2010
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
10 keer beoordeeld

Boekcover Stad in de storm
Shadow
Stad in de storm door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inhoud:
Hans Stevenszoon Ortelius, boekhandelaar te Utrecht, leeft nu in het jaar 1702, gisteren was de stadhouder Willem III overleden. Dat deed hem ineens denken aan het rampjaar 1672, dertig jaar geleden. Hij wil voor zichzelf dat verleden terughalen en het beleven alsof er geen dertig jaar tussen heeft gezeten. Dan begint hij zijn verhaal.

Ik ging voor het eerst van zijn leven alleen naar Oudewater om daar rijmpamfletten te halen bij Volkert Volkertsz, voor mijn vader. Zijn vader was drukker in Utrecht. Tijdens zijn tocht naar Oudewater kwam hij Joris Niemandszoon tegen. Ze noemden hem ‘sinjoorke’. Hans werd er bevriend mee. Ik had van Joris gehoord dat er vanmiddag een heksenweging plaatsvond. Dat wou ik niet missen! Ik ging ernaartoe, er stond een mooie vrouw op de weegschaal, ze had goudbruin haar. Achter haar stond haar dochter, ook mooi met zwartkleurend haar. Nadat ze was gewogen kreeg ze een certificaat, daarop stond dat ze geen heks was. Daarna ging ik naar Volkert Volkertsz om de pamfletten op te halen. De volgende morgen ging ik weer naar Utrecht. Op mijn tocht langs de dijken zag ik de 2 vrouwen van de heksenweging aan de kant van de dijk zitten. Ik ging ernaartoe, de vrouw met goudbruin haar had haar voet bezeerd en ik gaf haar mijn linnen zak zodat de vrouw die rond haar voet kon binden. De vrouwen waren Duits, ze kwamen van Augsburg. De vrouw met goudbruin haar heette Elisabeth, haar dochter heette Lina. Ik bood de 2 vrouwen aan om bij mij te logeren. De vrouwen namen het aan. Ze mochten 2 weken blijven, want dan zou de voet van Elisabeth genezen zijn. Maar na 2 weken verklaarde Lodewijk XIV Holland de oorlog. Elisabeth en Lina konden niet meer terug naar Augsburg. Ze mochten blijven tot de oorlog klaar was.

Op een avond vertelde Lina waarom haar vader er niet bij was, hij was opgehangen wegens hekserij. Terwijl dat helemaal niet zo was zei Lina. Haar vader was Zilversmid.

Een aantal weken na de oorlogsverklaring bezette Lodewijk XiV Utrecht en de rest van Holland. Ik en mijn vader mochten niks meer drukken, dus we begonnen toch stiekem een krantje, die drukte we ’s nachts en ik en Lina brachten ze ’s morgens stiekem rond.

Na een aantal weken werd Johan de Wit vermoord, door een Zilversmid. Ik en Lina gingen naar Finke, een buurman, hij had posters met Johan de Wit erop. Lina zag de poster en ze wilde zó graag dat ik die poster voor haar kocht, ik wist niet waarom maar ik deed het. Thuis zei ze dat Johan de Wit sprekend op haar vader leek. Ik kon het niet uit mijn mond krijgen om te zeggen dat Johan de Wit door een Zilversmid was vermoord, dan zou ze in huilen uitbarsten.

Op een dag waren ik en Lina aan het wandelen door Utrecht, daar kwamen we GerritJan, Krelis en Berendje tegen, mijn oude vrienden. Ze waren heel erg gemeen tegen Lina, ze scholden haar uit als heks, ik durfde niet zo heel veel te zeggen, want GerritJan was veel groter en sterker dan mij. We gingen naar huis. Een tijdje later werd mijn vader, Steven, opgepakt. Hij drukte, zeiden de bezetters, verboden krantjes. Hoe konden die bezetters dat nou weten? Ik en vader waren altijd heel erg voorzichtig geweest bij het drukken van de krantjes, en we ruimden alles na het drukken op. Lina wist wie mijn vader had verraden, het was GerritJan. Ik kon het niet geloven. Hij zei dat hij het had verzonnen. Elisabeth was naar de bezetters te gaan om te zeggen dat mijn vader echt onschuldig was en dat hij niks met de verboden krantjes te maken had, ze geloofden haar en mijn vader was na een paar dagen vrij. We moesten een andere plaats hebben om onze krantjes te drukken, want de bezetters zouden elk moment kunnen binnenvallen. Onze buurman Finke kwam langs en hij had een andere plaats voor de drukpers gevonden, in de crypte onder de kerk van koster Slingelandt. Dat deden we. Een paar dagen nadat mijn vader vrijgelaten was kwamen er 2 soldaten bij ons in huis. Het waren Zwitsers, ze heetten Anders en Seppl.

Op een avond kwamen ik en Lina GerritJan, Krelis en Berendje weer tegen. Opeens kwamen er 2 dronken soldaten uit een steegje en ze liepen naar Lina toe. Lina gaf de ene een schop en hij lag op de grond. De andere pakte een mes en wou Lina ermee steken. Maar toen opeens, sprong GerritJan voor Lina en hij werd met het mes geraakt in zijn arm. Hij bloedde, er kwamen mensen om hem te helpen en hij herstelde snel. Ik vroeg me af waarom hij dat had gedaan, eerst had hij mijn vader verraden en nu doet hij dit.

Na een tijdje werden de kinderen van Koster Slingelandt gesnapt, want zij brachten nu de krantjes rond. Koster Slingelandt moest naar het stadhuis van de bezetters. Hij deed net of hij nergens van wist. De kinderen zeiden dat ze het van een man hadden gekregen en ze moesten het rondbrengen voor 1 stuiver. De koster en zijn kinderen werden vrijgelaten en we gingen door met het drukken van de krantjes. Na een jaar was het dan eindelijk zover, de bevrijding! Het Hollandse leger had beetje bij beetje ons land weer terugveroverd.

Op een dag was het markt, we kwamen het ‘sinjoorke’ tegen. Ik was dolgelukkig. Joris kwam bij ons in dienst, want we hadden weer werknemers nodig. Ik vond het enig dat hij bij ons kwam werken. Joris ging soms 2 dagen weg. Hij kon niet altijd werken zij hij. Mijn vader vond dat niet leuk. Maar toch liet hij het toe.

Er kwam er een dag dat iedereen vrij had, dus ik en Lina gingen naar het bos, we hadden daar veel plezier, daarna gingen we nog wat eten bij een herberg. Toen kwam GerritJan ineens. Hij begon weer te zeuren over Lina de heks en over mij, maar Lina trok zich daar niets van aan. Toen gingen we terug naar huis. GerritJan ging mee. De lucht werd steeds donkerder. Toen opeens, we waren net de stad binnen, begon het te stormen, echt heel erg. We renden zo snel als we konden naar huis. Toen was een dakgoot van plan om in te storten, boven op Lina, GerritJan duwde haar weg maar toen viel de dakgoot op zijn rug. Hij bewoog zich niet meer en ik en Lina waren doodsbang. Het waaide zo hard dat de Dom-toren instortte. Ik was verstijfd. Ik kon het niet geloven. Toen het was opgehouden kwam er een man, hij nam GerritJan mee naar zijn huis, hij zei dat wij ook maar naar huis moesten gaan. Toen we naar huis liepen lag er overal puin, geen enkel huis was nog heel. Bij ons thuis was er ook schade maar iedereen leefde gelukkig nog. GerritJan overleed later. Hij had weer Lina’s leven gered, ik vond GerritJan raadselachtig, eerst verraad hij mijn vader en nu red hij 2 keer Lina’s leven. Deze storm had mij diep geraakt, dit was voor mij, en voor heet Utrecht, een klap die misschien nog erger was dan alle vorige…

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Stad in de storm door Thea Beckman"