Dorsvloer vol confetti door Franca Treur

Beoordeling 6.9
Foto van Cees
Boekcover Dorsvloer vol confetti
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 5574 woorden
  • 1 december 2009
  • 361 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
361 keer beoordeeld

Boekcover Dorsvloer vol confetti
Shadow

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf? De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij. Terwijl haa…

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf? De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig b…

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf? De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij. Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie. Dorsvloer vol confetti is een sensitieve roman over de strijd van ieder mens om een eigen leven, en tegelijkertijd een liefdevol portret van een Zeeuwse orthodoxe boerengemeenschap met een geheel eigen vertelcultuur.

Dorsvloer vol confetti door Franca Treur
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Feitelijke gegevens over het boek
Gebruikte druk: 3e
Verschijningsdatum 1e druk: september 2009
Aantal bladzijden: 220
Uitgegeven door: Prometheus te Amsterdam

Beschrijving van de cover
Een blond meisje kijkt de lezer onbevangen aan. Ze zal Katelijne Minderhoud moeten voorstellen. Ze kijkt als het ware achterom. Op de achterkant staat een foto van de schrijfster die erg veel weg heeft van de foto van de voorkant.

Genreaanduiding van het boek
Een verzameling schetsen over een Zeeuws meisje in een gereformeerde jeugd. Aangezien het een meisje betreft dat opgroeit in een gezin en ongeveer 12-14 jaar oud is in die periode, zou je ook kunnen spreken van een “coming of age”roman.

In een interview met het Reformatorisch dagblad vertelt de schrijfster over de verhouding tussen werkelijkheid en fictie in de roman het volgende. Is ”Dorsvloer vol confetti” dus een autobiografische roman? Zo’n boek kun je niet schrijven als je niet bent opgegroeid op een boerderij en geen reformatorische achtergrond hebt. Het decor en sommige gebeurtenissen heb ik geleend uit mijn jeugd. Maar de personages zijn verzonnen en aan de waargebeurde voorvallen heb ik ook een eigen draai gegeven. Ik beschouw dit boek als een literair werk, niet als een autobiografie.”

De flaptekst

Hoeveel kracht hebben woorden? Hoe onschuldig zijn de fantasieën van een meisje van twaalf? De jonge Katelijne groeit in de jaren tachtig en negentig op in een strenggelovig boerengezin in Zeeland. Als enig meisje tussen zes broers wordt ze nauwelijks bij het boerenwerk betrokken. Hierdoor gaan ook de gesprekken aan tafel grotendeels aan haar voorbij. Terwijl haar verlangen om mee te doen onverminderd groot blijft, gaan haar gedachten hun eigen gang. Daarbij laat ze zich meeslepen door verhalen. Familieverhalen, dorpsroddels, Bijbelverhalen, bekeringsgeschiedenissen. Ook sprookjes, al mag ze die eigenlijk niet lezen, omdat het leugens zijn die haar maar afhouden van de Waarheid. Ze merkt dat haar eigen woorden grote gevolgen hebben voor haar familie. Dorsvloer vol confetti is een sensitieve roman over de strijd van ieder mens om een eigen leven, en tegelijkertijd een liefdevol portret van een Zeeuwse orthodoxe boerengemeenschap met een geheel eigen vertelcultuur.

Samenvatting van de inhoud
Er zijn eigenlijk twaalf verhalen die de inhoud van de roman vormen. Daardoor is er misschien wat minder samenhang in de samenvatting van het boek.

Katelijne Minderhoud is 12 jaar en woont in een klein dorp op een boerderij. Ze is het enige meisje in een gezin met 7 kinderen en ze heeft drie broers boven zich en drie onder zich. Ze spreekt steeds vrij afstandelijk over haar ouders met termen als “de vader”en “de moeder.” Toch zijn het geen vervelende mensen en in zekere zin best warm. De moeder lijkt wat harder dan de vader.
Moeder heeft wel erg veel aandacht voor haar tuin. De jongens in het gezin lijken niet al te slim en Katelijne is een van de weinige kinderen die graag een boek leest.
Ze moeten als gezin vaak twee of zelfs drie keer per zondag naar de kerk en in het eerste hoofdstuk slapen ze tussen twee diensten door thuis. Er komt een Duits echtpaar met een ziek zoontje vragen of ze op het erf mogen staan, omdat er nergens plaatsop een camping is. Katelijne denkt dat ze er goed aan doet (De Barmhartige Samaritaan en het Kerstevangelie) maar als haar ouders uit bed komen vinden ze het niet leuk. Immers tussen geloven en belijden gaapt een gaatje. “s Avonds zijn de Duitsers weg.

Katelijne heeft van haar vaders kant nog een oma die niet ver weg woont en altijd heel hard werkt. De opa is jaren geleden overleden,toen hij bedwelmd werd door de giftige dampen van de gierput. Aangezien Katelijne haar broertjes op dat spoor gezet had, voelt ze zich ook nog eens schuldig aan de dood van opa. Haar oma is strak in de leer en citeert lustig uitde onvolprezen Bijbel. Ze heeft een Statenbijbel waar ze erg trots op is. Helaas wordt die in een van de hoofdstukken gestolen. Katelijne spreekt haar oma moed in: als de dief gaat lezen in de Bijbel, zal het wel goed komen. In inderdaad wordt de Bijbel teruggebracht bij de politie.


In het gezin is een duidelijke indeling van het werk: Katelijne moet al het huishoudelijke werk opknappen. De jongens doen helemaal niets. Daar baalt ze wel van. Als ze bij haar tante in de stad mag logeren, ziet ze dat het ook anders kan. Daar is de sfeer veel vrijer. De buurvrouw van tante heet Gloria en die leest haar sprookjes voor. Dat vindt Katelijne prachtige verhalen, maar thuis denken ze daar heel anders over. Sprookjes zijn zondige verhalen.

Haar vader verkoopt melk (eerste klas melk) en koeien. Ze vindt het altijd leuk als de veekoopman komt. Die vertelt leuke anekdotes en doet in de tussentijd zaken met haar vader. Ze vindt haar vader veel te soft en hij doet de koeien te goedkoop weg. Ze zou wel eens willen ingrijpen bij zo’n verkoop.

Op school leert ze eigenlijk wel het meeste. Ze krijgt ook een vriendin (Suzanne); om indruk te maken fantaseert ze veel (het zijn bijna leugens) Suzanne blijft toch wel een beetje op afstand. Naar haar ouders kan Katelijne soms brutaal uithalen. Ze hoort ook een keer waarom ze nooit met de andere opa en oma van haar moederskant wordt geconfronteerd. Een broer van haar moeder is homo en dat vindt haar vader onacceptabel. Alleen haar oudste broer Rogier krijgt altijd een cadeautje toegestuurd. Hij krijgt een keer een boek over de oorlog en Katelijne pakt dat ’s avonds bij hem weg. Z leest over verraad in de Tweede Wereldoorlog.
De volgende dag staat zij op om haar vader te halen. Ze helpt goed , maar vergeet de stal af te sluiten waardoor de koeien losbreken en er veel ellende komt. Als ze het huis binnenloopt, leest haar moeder een verhaal aan de andere kinderen voor dat zij in haar schrift geschreven heeft. De broers vinden het maar vreemd dat hun zusje schrijft.

Katelijne is ook slimmer dan haar broers. Bij de Citotoets scoort ze een vwo-resultaat. Op school waarschuwt de meester voor alle verleidingen van de buitenwereld (popmuziek, Led Zeppelin, The Beatles, maar ook relipop) Thuis lachen haar ouders om dat feit. Die vinden “Yellow Submarine ‘ van The Beatles best leuk. Het nummer zou over seks en drugs gaan en Katelijne weet nog niet wat dat is.
Op Tweede Pinksterdag gaan ze uitrijden met de auto. In Westkapelle ziet ze een man die ze wel leuk vindt om te zien. Ze baalt ervan dat ze altijd met haar stomme broertjes moet optrekken. Ze vraagt of ze bij hem mag wonen: ze kan alles in het huishouden. “En wat kun je op seksgebied?, vraagt de man. Ze schrikt ervan en ’s avonds vraagt ze God om vergeving van haar zondige gedachten.

Rogier wordt verliefd op een dom meisje (Jannemieke) die is van een strengere kerk dan zij zijn. Jannemieke blijft soms slapen en dan moet ze bij Katelijne in bed. Rogier komt er echter ook wel eens bijliggen en dan hoort ze de twee verliefden aan elkaar friemelen. Op een dag knoeit ze met kauwgom en dat komt in het haar van Jannemieke. Uiteindelijk moet er een stuk van het haar af en dat vindt Jannemieke een zonde. Rogier maakt de verkering uit.

Niet lang daarna is er een ouderlingenbezoek: dat motief komt al in andere romans voor (o.a. Maarten ’t Hart) Het zijn echte griffo’s en Katelijne blijft met een aantal theologische vragen zitten.

Toch komen de verleidingen steeds groter op haar af. Ze moet een keer met haar broer Jeroen medicijnen in Middelburg ophalen. Op d e terugweg gaan ze over de kermis. Van schoolvriendjes van Jeroen krijgen ze cola (met alcohol) te drinken. In een kermisattractie worden ze daarna doodziek. Thuis hoort haar moeder van een kennis dat ze op de kermis zijn geweest en Katelijne krijgt straf.

Rogier die het boerenbedrijf wil leiden, is een voorstander van kunstmatige inseminatie bij het bevruchten van koeien. Zijn ouders zijn tegen, maar ki is veel efficiënter, vindt Rogier. Om indruk te maken blijft Katelijne leugenachtige verhalen verzinnen.


Haar broer Christiaan heeft verkering met Petra. Maar ze is ineens zwanger. Dat is een schande en die moeten ze belijden in een volle kerk. Daarna moeten ze trouwen (Petra is nog maar net 16 jaar) en om de kosten te drukken zullen ze de bruiloft thuis op de boerderij vieren. (“Ons Zeeuwen bent een bietje zuunig’”) Katelijne draagt haar steentje bij: ze maakt 5 schoenendozen vol confetti met een perforator. Ze wil die over de dansvloer strooien. Met haar oma spreekt ze nog een keer over haar opa en verzint een soort bekeringsverhaal van opa om oma gerust te stellen. Misschien is opa die niet zo gelovig was toch wel in de hemel.

Het huwelijksfeest speelt zich af op de dorsvloer. Katelijne heeft een plannetje gemaakt om de confetti over het bruidspaar te strooien, maar dat dreigt nog bijna te mislukken. Ze heeft haar broer Rogier daarvoor nodig en dan is het resultaat ook nog dat een melktank leeg loopt. Aan het einde dwarrelt de zelfgemaakte confetti toch op de dorsvloer.

Structuur en/of verhaalopbouw
Er zijn twaalf hoofdstukken die een beschrijving van een gebeurtenis scène uit het leven van Katelijne Minderhoud geven. Ze hebben alle een titel als bij voorbeeld (de Hondsdagen, Deo Volente, Dorsvloer vol confetti, Huisbezoek,. Tweede Pinksterdag etc. )
De verhalen worden vrijwel chronologisch weergegeven. In het begin is Katelijne inderdaad 12 jaar (ze moet op een bepaald moment ook de Citotoets maken) Aan het einde is ze waarschijnlijk bijna 14 jaar.
Doordat de twaalf verhalen niet echt op elkaar “doorgaan”, kan je spreken van een caleidoscopische structuur. Het boek heeft zelfs iets weg van een verhalenbundel.
De roman heeft een opening in handeling (begint ergens middenin het leven van Katelijne) en heeft een open einde (de bruiloft van haar broer Christiaan) Maar je leest niet hoe het met Katelijnes jeugd verder gaat.

Gebruikt perspectief
Katelijne is 12 jaar oud en de personale vertelster van de roman. Ze vertelt overwegend in d e o.t.t. en we leren haar ervaringen met de buitenwereld en haar gedachten over de godsdienst van binnen uit kennen.

De tijd van het verhaal
Het verhaal grijpt terug naar de eind tachtiger, begin negentiger jaren van de vorige eeuw. Er is echter geen enkel jaartal of datum in het verhaal te ontdekken. Ergens wordt een keer gesproken over Tweede Pinksterdag , maar die is er immers elk jaar. Een enkele keer worden er gegevens gebruikt uit de samenleving waardoor je een inschatting kan maken in welke jaren het verhaal speelt: er zijn nog geen euro’s (maar er wordt gesproken over guldens) landbouwminister wordt Braks genoemd, melkquota.

De plaats van handeling
Het verhaal speelt op een boerderij in een dorp op het Zeeuwse eiland Walcheren. De naam van het dorp wordt zelf niet genoemd. Maar er wordt enkele keren verwezen naar Vlissingen , Zoutelande en Middelburg. Dat zijn ook plaatsen op dat eiland.

De symboliek van het decor ligt meer in de gesloten gemeenschap van het gezin dat gereformeerd is en de buitenwereld toch vaak als een bedreiging ziet. Dat zie je bijvoorbeeld al aan het eerste hoofdstuk waarin de vader een Duits gezin wegstuurt van zijn erg. Ook de moeder is niet erg gecharmeerd van bezoek. Een dergelijk gezin heet “een oestergezin”en het is vaak moeilijk om daaruit te ontsnappen. Katelijne probeert zich wel steeds te verzetten en ze wil zelfs een keer met een vreemde man mee.

Titelverklaring
De titel verwijst naar het laatste hoofdstuk dat dezelfde naam heeft. Een broer van Katelijne moet trouwen en om de kosten te drukken wordt de bruiloft op de boerderij zelf gevierd. Om er toch nog een feestelijk tintje aan te geven, gaat Katelijne met twee vriendinnen vijf schoenendozen confetti maken. Ze doet dat met een perforator en is er dagen mee bezig. Het strooien met de confetti gaat nog bijna mislukken, maar helemaal ana het einde van de receptie lukt het toch nog. Het dwarrelende papier is eigenlijk in strijd met de sombere sfeer die inde gemeenschap overheerst. Godsdienst en het voorbestemd zijn (de predestinatie) speelt wel een heel belangrijke rol in de roman en Katelijne is iemand die zich daartegen verzet. Ook de confetti is daarvan een teken. Het dwarrelt aan het einde over de dorsvloer.
Over de titel zegt Franca Treur in een kranteninterview: “ Katelijne heeft met een perforator confetti gemaakt en daarvoor onder meer kerkbladen gebruikt. Op de bruiloft komen de letters in steeds wisselende combinaties op de grond terecht. Ze vormen zo „een taal waarin slechts het mogelijke besloten lag en niets voor altijd en immer was vastgelegd.” Daarmee wilde ik aangeven dat creativiteit zegeviert over traditie. Verhalen kunnen bevrijdend werken. Maar dat is geen thema dat zich beperkt tot de bevindelijk gereformeerde kring, het is universeler. Het gaat over de groei naar volwassenheid, naar zelfstandigheid, naar het nemen van verantwoordelijkheid, het maken van eigen keuzes.

Thematiek en interpretatie
Het thema van het boek is het opgroeien van een jong meisje in de beklemming van een gezin dat zich laat leiden door de bewoordingen in de Heilige schrift. Het gezin woont op het Zeeuwse eiland Walcheren in een klein dorp (Treur werd zelf geboren in Meliskerke) en gaat vooral op zondag naar de kerk. Katelijne is het enige meisje tussen zes broers en dat heeft zo zijn gevolgen. Ze moet al het huishoudelijke werk opknappen en de broers hoeven in het huishouden niets te oen. Ze is bovendien wat slimmer dan de broers (ze haalt een vwo Citotest) Katelijne houdt erg van lezen en ze schrijft ook zelf verhalen. (een van die verhalen leest haar moeder voor) Op deze manier probeert ze te ontsnappen aan het benauwde keurslijf dat de religie in het dorp om haar heeft ontworpen. Eigenlijk wil ze daar uit breken. Ze denkt ook zelf na over de boodschap die in de Bijbel te lezen valt. Ze ziet dan ook de tegenstrijdigheden in de praktijk: het verhaal met de Duitsers die ze wel onderdak wil verlenen en haar belijdende vader niet.
Een ander tegenwicht met het geloof bouwt ze op door steeds verhalen te verzinnen. Het worden bijna leugens. Het is haar manier om aan het benauwde milieu te ontsnappen. Dat gaat natuurlijk ook gebeuren, wanneer ze naar de middelbare school moet. De basisschoolmeester waarschuwt voor de verleidingen van het leven in de grote stad (de kleiding, de heidense muziek, drugs en seks) Naarmate ze groter wordt gaat ze zich ook afvragen wat seks is. Op school weet ze het eerst nog niet, maar haar broer krijgt verkering en dat ziet ze het gefriemel met zijn vriendin bij haar in bed aan. Ze wordt bovendien in Westkapelle met een volwassen man geconfronteerd die haar een seksuele vraag stelt en ze krijgt met cola en alcohol te maken op de kermis in Middelburg. Katelijne is “coming-of-age.”

Tenslotte wordt ook de vriendin van haar broer zwanger en moet het jonge stel trouwen. Met het confettimotief wil Katelijne ook nog wat vrolijkheid (en wereldse zaken) in het besloten gezin brengen. Hoewel de gereformeerde godsdienst in het boek centraal staat, is e toch geen directe afwijzing van de leer in dit boek. Katelijne verzet zich wel tegen de gevolgen, maar zet zich niet af tegen het geloof. Het blijft allemaal heel goedmoedig en de verhalen zijn met een lichte spot geschreven.


De motieven in de roman op een rijtje:
- Het opgroeien in een zeer beschermd milieu
- Godsdienst
- De groei naar volwassenheid (puberteit)
- Ontluikende seksualiteit
- Familiebetrekkingen
- Het rollenpatroon in een stereotiep gezin
- Lezen en schrijven als vorm van escapisme

Beoordeling scholieren.com
“Dorsvloer vol confetti” is een vlot geschreven roman (eventueel verhalenbundel) De structuur van de roman is helder: twaalf getitelde hoofdstukken die vanuit dezelfde hoofdfiguur worden verteld. Franca Treurt schrijft met een milde humor over het milieu waarin ze is opgegroeid. De toon van haar roman is heel anders dan bij Jan Wolkers, Maarten ’t Hart of Robert Haasnoot. Te vergelijken valt ook het milieu van de roman van Gertjan van Dijk ( De openbaring aan Hendrik Vis”) Niet te vergelijken is echter de roman van Jan Siebelink (Knielen op een bed violen)

Daarmee is het boek ook voor scholieren interessant en ze kunnen de roman van Treur combineren met werk van de bovengenoemde schrijvers.

Ook is het interessant het boek van Treur te vergelijken met dat van Ellen Heimerikx “Blinde Wereld” dat ook over een gesloten geloofsgemeenschap gaat en dat kort na de roman van treur werd gepubliceerd. Ook de hoofdpersoon uit dat boek wil uit het godsdienstige milieu losbreken, maar de manier waarop is een heel andere dan die van Katelijne. Beide boeken zijn het lezen waard. (Zie voor “Blinde Wereld”) mijn samenvatting op scholieren.com

De waardering op de literatuurlijst is twee punten. De amusementswaarde voor scholieren is ruim voldoende tot goed. Bovendien heeft het verhaal een mooie bladspiegel, wat altijd prettig leest. Waarschijnlijk zal het boek ook wel worden toegestaan op boekenlijsten van scholen met een reformatorische grondslag. Een recensie van het boek en een interview met de schrijfster zijn immers ook in het Reformatorisch Dagblad verschenen (zie hieronder)

Relevante recensies
Het is aardig om de recensies te beginnen met die uit het Reformatorisch Dagblad van 4 november 2009. Het komt niet zo vaak voor dat die krant een roman met een dergelijke inhoud beoordeelt. Bovendien is de strekking positief.
Als verhaal heeft ”Dorsvloer vol confetti” niet zo veel om het lijf: er is geen sprake van spannende avonturen, grote drama’s of schokkende ontwikkelingen. Franca Treur heeft in de eerste plaats een portret getekend: het portret van een twaalfjarig meisje tegen de achtergrond van haar milieu, haar familie, haar kerk. Een meisje dat nogal eenzaam is, anders dan haar ouders en haar broers, anders dan de dorpsmeisjes in de klas, en dat daarom haar toevlucht neemt tot verhalen, overal waar de werkelijkheid tekortschiet.
De auteur is goed in het oproepen van sfeer, in het juiste woord op de juiste plaats, in levendige beelden en levensechte karakters. Je ziet ze voor je, de stevige, nuchtere moeder die al haar liefde in de tuin steekt, de bedrukt zuchtende maar toch wel aardige oma, de hardwerkende oudste broer die de trots van de familie is – alleen moest hij ’s ochtends wat beter uit z’n bed kunnen komen. In dat opzicht is ”Dorsvloer vol confetti” een heel goed geschreven boek, vol trefzekere details.
Franca Treur is geen nieuwe Maarten ’t Hart, zeker niet. Ze hoort bij een volgende generatie auteurs die met mildheid naar de eigen bevindelijke achtergrond kijken wil. Maar daar hoort wél de nodige vervreemding bij, een vervreemding die heel subtiel in de formuleringen sluipt.
Neem de passage waarin de ouderling op huisbezoek zegt dat onbekeerden door de ware prediking tot jaloersheid gedreven moeten worden. „Tot jaloersheid, denkt Katelijne. Dan moeten ze niet altijd maar zeggen dat bekeerde mensen bedrukt over de aarde moeten gaan en dat het later in de hemel altijd zondag is.”
Dat is de gedachte van een twaalfjarig meisje, een eerlijke gedachte die ongetwijfeld herkenbaar zal zijn voor veel lezers. Daarbij is overigens niet direct sprake van bewuste spot van de kant van de auteur: ze neemt eerder de bijzondere trekjes en stijlkenmerken van de bevindelijk gereformeerde cultuur op de korrel dan God Zelf, de Bijbel of het geloof. Toch kunnen zulke formuleringen vervreemdend aandoen voor wie gewend is om met schroom over deze dingen te praten.


Janet Luis bespreekt de roman in het NRC op zaterdag 24 oktober 2009. Dorsvloer vol confetti is een montere streekroman, of eigenlijk meer een verzameling scènes van het Zeeuwse platteland. Met ontroerende accenten. Alledaagsheden over het reinigen van plavuizen of over washandjes voor boven en onder, worden afgewisseld met passages over zwarte zonden en genadetijd. Net als Maarten 't Hart neemt Treur graag haar toevlucht tot vaste uitdrukkingen. Over een praatgrage dorpsgenoot wordt gezegd dat het geen man is 'van goeiendag en de groeten'. Vooral oma Minderhoud grossiert in algemene wijsheden: „Je kunt nóg zoveel weten, maar als je het ene nodige er niet uit kunt halen, dan ben je nog een klinkende schel gelijk.” […..]Treur laat haar personages steeds schipperen tussen de Heere en hun liefhebberijen. Moeder verlustigt zich in haar bloementuin, vader verheugt zich op zijn flesjes bier en de broers houden hun handjes niet altijd boven de dekens. En zo verlustigt Katalijne zich, al even zondig, in haar fantasie. Zij mag niet liegen van God, maar haar behoefte om andere mensen met haar verhalen in vervoering te brengen, is vaak net iets sterker dan haar religieuze geweten. En zo laat Treur zien dat de geest zich nooit helemaal laat temmen, ook niet in de meest orthodoxe omstandigheden. Wat valt er verder nog op te merken over zo'n wijs en tegelijk ook vermakelijk boek? Als het niet zo blasfemisch klonk, zou je zeggen dat Gods zegen erop rust.

Arie Storm bespreekt 5 debuten in Het Parool van 18 november. Over het boek van Franca Treur schrijft hij : De slagroom op de taart wordt bij deze debuten echter gevormd door Dorsvloer vol confetti van Franca Treur (1979). Veel Hollandser, of misschien moeten we zeggen Zeeuwser, kun je het niet krijgen. Treur roept in prachtig neergezette scènes - dat is met de beeldende implicaties van dit woord hier het juiste woord - de wereld op van een meisje dat in een strenggelovig boerengezin in Zeeland opgroeit. Het woord strenggelovig schrikt misschien af, maar Treur weet het in werkelijkheid allemaal heel licht en warm en zelfs vrolijk te houden. Een boek boordevol informatie over een wijze van leven, met prettige beschrijvingen en uitdrukkingen.

Op 21 november wordt de roman in Trouw besproken. In een wereld waarin God het hoogste woord lijkt te hebben, het boerenbedrijf als een gouden kalf wordt vereerd en vrouwen niet in tel zijn, bouwt hoofdpersoon Katelijne haar eigen feest. Het meisje beurt haar treurende oma op met een gefantaseerd bekeringsverhaal over opa, en op de dag dat haar broer ’moet’ trouwen strooit ze confetti uit. Zelfgeknipt, met papier uit donkergelovige tijdschriften als de Saambinder, Gezinsgids en Terdege. Het dwarrelt als feestelijk kaf naar beneden: „Een moment leek het zelfs alsof de bruid toch in het wit was getrouwd.”’
’Dorsvloer vol confetti’ heeft niet de zuigkracht van een Siebelinkmoeras en mist de woede van ’t Hart. Treur wil iets anders, is op een omwenteling uit: stuivende vreugde op het erf van de verdoemenis. Door het perspectief van een meisje te kiezen, lukt het haar om een lichte toon aan te slaan terwijl Katelijne’s eenzaamheid goed voelbaar blijft.

Over de schrijfster en eerder gepubliceerd werk

Bron: website uitgever
Franca Treur (1979) studeerde Nederlands en literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. Ze won een NRC essaywedstrijd met haar bijdrage ‘Maak iets van je leven, maar wat’ en schrijft voor NRC Handelsblad en nrc.next.

BIJLAGE
Interview met Franca Treur in de Provinciale Zeeuwsche Courant.
De net verschenen debuutroman Dorsvloer vol confetti van Franca Treur speelt zich af in een strenggelovig boerengezin op Walcheren.
Verhalen hebben haar altijd vergezeld. ,,Ze zijn heel belangrijk in mijn leven geweest", zegt Franca Treur (1979), die is opgegroeid in Meliskerke en nu in Amsterdam woont. "En niet alleen in mijn leven, maar ook in de cultuur waar ik vandaan kom. Alles draait om verhalen. De Bijbelverhalen, maar ook heel veel verhalen over familieleden, over mensen van het dorp. Een familie kan eigenlijk niet zonder verhalen. Ik ben bijna geneigd om te zeggen dat het een soort kern vormt van wat een familie is, wat een familie met elkaar deelt, ook omdat je ze vertelt als je met elkaar bent, aan tafel, bij de koffie. Ik vind dat zoiets moois."

De kracht van verhalen is een belangrijk thema in haar eerste roman, Dorsvloer vol confetti, over het twaalfjarige meisje Katelijne dat met uitsluitend broers opgroeit in een Zeeuws boerengezin. Het boek laat zich lezen als een verzameling scènes, een reeks verhalen die samen een portret schetsen van een orthodox milieu begin jaren negentig. "Uiteindelijk is een verhaal een huis om in te wonen, een huis om in lief te hebben en om in te schuilen als het dondert", zegt de schrijfster.

Het heeft een indrukwekkend boek opgeleverd, waarvan je vermoedt dat het ooit geschreven móest worden, dat het jarenlang heeft gerijpt. Het tegendeel is waar, zegt Treur. In 2006 won zij een essaywedstrijd van NRC Next, het dagblad waarvoor zij ook als freelancer werkt. De publicatie van haar winnende essay trok de aandacht van uitgeverij Prometheus. ,,Ik kreeg al vrij snel een boekcontract aangeboden. Nu, drie jaar later, is er een roman, al lijkt die totaal niet meer op het oorspronkelijke idee. Alle verhalen waarmee ik begon, werden het niet. Op een gegeven moment heb ik gewoon een los verhaal tussendoor geschreven. Dat was 'Tweede Pinksterdag' en toen dacht ik: dit is eigenlijk wat ik wil schrijven, dit zijn het perspectief en de toon die me bevallen."

Het was het begin van wat Dorsvloer vol confetti werd, ook al waren er aanvankelijk wat twijfels. ,,Ik heb zelf natuurlijk ook een reformatorische achtergrond. Het was niet mijn bedoeling om daarover te schrijven, maar er kwam steeds meer naar boven en het werd steeds groter. En toen heb ik het toch maar gedaan."

Treur lijkt met haar roman, met vele gedetailleerde verwijzingen naar de Walcherse werkelijkheid, dichtbij haar eigen jeugd te zijn gebleven. Toch staat voorin nadrukkelijk dat het boek 'een werk van fictie' is. ,,Ik begrijp heel goed dat mensen denken: alles klopt, dus zullen die personages ook wel bestaan. Dat is gewoon niet zo. Ik vond dat ik dat mijn familie niet aan kon doen. Dat iedereen zou denken: jeetje, zo is zij opgegroeid, dat heeft zij allemaal meegemaakt en zo is die familie."

Het dorp waar het gezin woont, blijft onbenoemd. ,,Ik vond dat niet nodig, want dan wordt het heel specifiek en het idee was juist dat deze roman dat zou overstijgen. Ik wilde geen streekroman schrijven of een tekening van een dorp, maar echt een literair kunstwerk, een op zichzelf staand iets."

Dorsvloer vol confetti is geen zware roman. Er zitten vaak hilarische scènes in, de toon is zowel betrokken als relativerend.

,,Dat was wel lastig. Voordat ik zover was, zijn er wel heel wat versies gesneuveld."

De taal in het boek is doordesemd met zowel de Zeeuwse taele als de tale Kanaäns. "Ik ben wel echt goed Zeeuws opgevoed. En gelukkig maar, want het is een heel erg mooie taal. Er is ook wel een soort heimwee naar al die mooie oude woorden die verdwijnen. Die wilde ik daarom graag in mijn boek verwerken."

Treurs familie wist dat ze bezig was met een boek dat geworteld was in haar jeugd. Ze was niet helemaal gerust op hun reactie op het uiteindelijke resultaat. "Voor hen is het wel helemaal duidelijk dat het een verzonnen familie is, maar ik begreep hun angst - en dat is ook wel terecht gebleken - dat mensen die hen niet zo goed kennen het boek één-op-één zouden gaan lezen. Dat is niet zo leuk. 'Iedereen zal denken dat het er bij ons zo aan toe gaat', werd gezegd. Tegelijkertijd, je weet zelf dat het niet zo is, dat het geen autobiografische maar een fictieve, psychologische roman is. Maar het is altijd lastig. Je bent heel erg geneigd het leven van een schrijver terug te lezen in een boek."

Er is al veel aandacht voor het boek en de eerste reacties zijn ook lovend. De ontvangst sterkt Franca Treur in haar voornemen om zich helemaal te gaan toeleggen op het schrijven van fictie. "Zeker, want ik vind het heel erg leuk. Ik heb gemerkt dat het schrijven mij heel erg gelukkig heeft gemaakt. Heel veel andere dingen die ik hiervoor heb gedaan - lesgeven, redacteur bij de krant - hebben mij niet datzelfde ultieme gevoel kunnen bezorgen. Ik heb al wat ideeën voor een nieuw boek, waarvan ik er nog een moet gaan kiezen."

Ze sluit niet uit dat ze nog eens over haar geboortegrond schrijft. ,,Waarom niet? Het was heel fijn om een tijdje in Zeeland te 'zijn' met mijn boek. Het zou dus kunnen, maar het hoeft helemaal niet."

BIJLAGE II
Ook in het Reformatorisch Dagblad verscheen een interview met de schrijfster ( 4 november 2009)

Ze groeide op in een bevindelijk gereformeerd milieu op het Zeeuwse platteland, maar brak tijdens haar studietijd in Leiden met het geloof waarmee ze was grootgebracht. Voor haar debuutroman ”Dorsvloer vol confetti” leende Franca Treur (1979) het decor van haar jeugd. „Dit is geen klassieke ontworstelroman in de geest van Maarten ’t Hart.”

Franca Treur was niet van plan een roman over haar reformatorische achtergrond te schrijven, vertelt ze in haar appartement in Amsterdam. „Per se niet, eigenlijk.” Drie jaar geleden won ze de essaywedstrijd over het thema ”Macht en onmacht” die Contrast Magazine en nrc.next hadden uitgeschreven. „Uitgeverij Prometheus benaderde mij daarop met de vraag of ik een roman wilde schrijven. Toen ik zo’n 40 pagina’s had, wist ik dat het niet goed genoeg was. Daarna ben ik minstens dertig keer opnieuw begonnen. Toen schreef ik het verhaal ”Tweede Pinksterdag”, over een reformatorisch boerengezin dat er op die dag met de auto opuit trekt. Daarin resoneerden ervaringen uit mijn jeugd mee. Dat beviel me, de personages vond ik zo leuk dat ik met hen verder ben gegaan. Het verhaal is een van de hoofdstukken in het boek geworden.”

Is ”Dorsvloer vol confetti” dus een autobiografische roman?
„Zo’n boek kun je niet schrijven als je niet bent opgegroeid op een boerderij en geen reformatorische achtergrond hebt. Het decor en sommige gebeurtenissen heb ik geleend uit mijn jeugd. Maar de personages zijn verzonnen en aan de waargebeurde voorvallen heb ik ook een eigen draai gegeven. Ik beschouw dit boek als een literair werk, niet als een autobiografie.”

Bij het decor van uw jeugd hoort ook het bevindelijk gereformeerde leven in een groot gezin. Heeft u daarmee willen afrekenen?
„”Dorsvloer vol confetti” gaat niet over religie. De hoofdpersoon is Katelijne, een 12-jarig meisje dat zich buitengesloten voelt en hunkert naar aandacht. Thuis op de boerderij is ze als enige meisje tussen zes broers niet nodig voor het werk en kan ze ook niet met de anderen meepraten over de koeien en het land. Bovendien is haar moeder een verwoed tuinliefhebber, terwijl Katelijne zich liever in boeken verdiept. Als boerendochter staat ze buiten de leefwereld van de dorpsmeisjes uit haar klas. En ten slotte is ze ook in de kerk een buitenstaander. De bevindelijk gereformeerde leer maakt het moeilijk om tot de binnenste cirkel van ware gelovigen te behoren. Er moet eerst iets met je gebeuren waar je geen invloed op hebt. Katelijne heeft daar moeite mee. Ze vindt ”een iegelijk” de mooiste woorden uit de Bijbel; dan kun je doen alsof je ’t zelf bent.”

Geeft u met dit boek geen karikatuur van de bevindelijk gereformeerden?
„In een roman is niet al te veel ruimte voor nuances. Ik heb voor bepaalde scènes gekozen, wetend dat die ten koste gaan van andere dingen. Zo kan het boek fungeren als een spiegel die bepaalde zaken uitvergroot. En ik heb inderdaad wat speldenprikken uitgedeeld als het gaat over zaken waar ik me boos over maak. Zoals de weigering om aan een ernstig zieke morfine toe te dienen omdat dat levensbekortend kan werken en er dus genadetijd verloren gaat.

Wat voor een ander misschien karikaturaal lijkt, kan voor een kind gewoon realiteit zijn. Misschien speelt mee dat ik als kind heel gevoelig was voor de beeldende kracht van taal. Een docent op de lagere school zei eens dat de wereld zou vergaan „op een dag als deze.” Het was prachtig weer toen. Altijd als er een strakblauwe lucht was, moest ik daaraan denken. Dat gegeven heb ik in de roman verwerkt. Op een vergelijkbare manier beschrijf ik hoe Katelijne, als ze op zondagmiddag met de vriendin van haar broer in bed ligt, moet denken aan de Bijbeltekst: „In die nacht zullen twee op een bed zijn; de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.”
Maar dergelijke details vormen niet de kern van het boek. Ik schrijf niet negatief over het geloof. Katelijne heeft juist een heel goede band met haar bekeerde oma. Zij zet zich ook niet af tegen de kring waarin ze opgroeit, neemt het heft niet in eigen handen. Ze gelooft wat haar wordt voorgehouden, al heeft ze wel haar vragen. Een meisje van dertien kan en wil ook helemaal niet uit het vertrouwde milieu van thuis stappen. Tijdens een storm voelt Katelijne zich juist in de kerk heel veilig. En in het laatste hoofdstuk durft ze het niet aan om de doos met confetti tijdens het eerbiedige welkomstlied over het bruidspaar uit te storten. In die zin is ”Dorsvloer vol confetti” geen klassieke ontworstelroman, zoals bijvoorbeeld Maarten ’t Hart die wel heeft geschreven.”

Toch staat juist de neerdwarrelende confetti voor een nieuwe manier van leven, los van de beknellende regels die gelden in bevindelijk gereformeerde kring.
„Dat klopt. Katelijne heeft met een perforator confetti gemaakt en daarvoor onder meer kerkbladen gebruikt. Op de bruiloft komen de letters in steeds wisselende combinaties op de grond terecht. Ze vormen zo „een taal waarin slechts het mogelijke besloten lag en niets voor altijd en immer was vastgelegd.” Daarmee wilde ik aangeven dat creativiteit zegeviert over traditie. Verhalen kunnen bevrijdend werken. Maar dat is geen thema dat zich beperkt tot de bevindelijk gereformeerde kring, het is universeler. Het gaat over de groei naar volwassenheid, naar zelfstandigheid, naar het nemen van verantwoordelijkheid, het maken van eigen keuzes.

REACTIES

F.

F.

beste kees,
Al weer een prachtig boekverslag, waar we in onze leesclub dankbaar gebruik van maken!
Ik ben altijd blij als jouw naam boven een verslag staat, dan hoeven we ook helemaal niet verder te zoeken! met vriendelijke groeten, Fieke

Reactie medewerker Scholieren.com huiswerkgedeelte:
Wij zijn ook allemaal heel erg blij met Kees!

13 jaar geleden

P.

P.

het is een goede samenvatting. ik heb alleen een paar opmerkingen.
Zeeland is geen eiland en mijn boek heeft 18 hoofdstukken.

13 jaar geleden

Z.

Z.

zoals er al geschreven
is, Zeeland is geen
eiland!
en het is:
Zeeuwen binne zuunig!(:

12 jaar geleden

H.

H.

Heel goed verslag, alleen jammer dat de personages niet worden beschreven. Dan zou dit verslag wat mij betreft een 10 hebben gehad.

10 jaar geleden

B.

B.

Super cool boek!!!!

9 jaar geleden

J.

J.

Waar is de beschrijving van de hoofdpersonen? Ik geef een dikke 1!
En Zeeland is geen eiland!
En het boek heeft 18 hoofdstukken!
Heel goed verslag, alleen jammer dat de personages niet worden beschreven. Dan zou dit verslag wat mij betreft een 2 hebben gehad.
Kaaaaaaaaaalm an kees

7 jaar geleden

G.

G.

Keurig

7 jaar geleden

M.

M.

het is allemaal een beetje overdreven. Na de kermis worden ze helemaal niet doodziek, ze zijn gewoon misselijk. Voor de rest wel oke zegmaar

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Dorsvloer vol confetti door Franca Treur"

Ook geschreven door Cees