Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 5
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2200 woorden
  • 8 november 2009
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 5
4 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Boekverslag Nederlands

Zakelijke gegevens
Hermans, W.F. De donkere kamer van Damokles, 2008 (1958) pag. 335

Samenvatting
Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier te Voorschoten. Als hij nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Henri wordt opgevoed door zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Op de middelbare school gaat hij niet om met zijn klasgenoten. Hij leeft in een isolement en gaat alleen om met zijn zeven jaar oudere nicht Ria. Hij doet aan judo, waardoor zijn voeten vergroeien. Hij is lelijk, heeft geen baardgroei en een hoge stem. Ook Ria is lelijk. Als Henri 18 is, trouwt hij met Ria; hij zet zijn vaders zaak voort en zijn moeder woont bij hen in. Henri is afgekeurd voor militaire dienst, maar is wel bij de Burgerwacht. Als de oorlog uitbreekt, moet hij op wacht staan bij een postkantoor. Luitenant Dorbeck, op wie Henri als twee druppels water lijkt, geeft hem een filmrolletje, dat ontwikkeld moet worden. Later komt hij weer terug met nog meer films, die ook ontwikkeld moeten worden en opgestuurd aan E. Jagtman.

Na het ontwikkelen krijgt Henri niets dan zwarte vlekken te zien. Hij durft de foto's niet terug te sturen, koopt een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten. Tijdens een

hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt opdracht naar Haarlem te komen. Daar ontmoet hij Dorbeck en Zewuster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mensen neerschieten. De zoon van de drogist uit Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck had gekregen. Op een van de foto's staat Dorbeck met twee vriendinnen. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jagtman, waardoor de hele familie Jagtman omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich heeft laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto's op te sturen naar een postbusnummer. Henri gaat kijken wie de foto's uit de bus haalt; dat blijkt een heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door Elly Meier, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Ze toont hem een van de foto's die hij aan Dorbeck had opgestuurd. Hij brengt haar naar oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn kamergenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen zijn genomen. Hij gaat met Moorlag naar Leiden, waar een student valse persoonsbewijzen maakt voor hem en Elly. Zijn haar wordt zwart geverfd door Marianne, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt onder en gaat foto's ontwikkelen voor Labare.
Hij beseft nu hoe hij veranderd is. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly's persoonsbewijs. Deze is echter al verdwenen. Henri gaat naar Amsterdam en vertelt aan oom Bart dat Ria en zijn moeder zitten. Oom Bart maakt hem verwijten. Henri krijgt van Dorbeck opdracht naar het station in Amersfoort te gaan. Daar zal hij een vrouw ontmoeten in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet Henri Marianna. In de bioscoop ziet Henri een oproep tot zijn eigen aanhouding. Als hij de zaal uitloopt, wordt hij gepakt. Tijdens het verhoor wordt hij zo gemarteld, dat hij naar het ziekenhuis moet. Hij wordt daaruit bevrijdt door gemaskerde mannen, die hem naar Leiden brengen.
Bij Labare ontmoet hij Marianne weer. 's Nachts worden ze door de Duitsers overvallen.

Henri weet te ontkomen, maar wordt later toch gearresteerd. In de cel zoekt de Duitser Ebernuss hem op, die beweert hij hem goedgezind is. Hij heeft ervoor gezorgd, dat Marianne, die een kind verwacht, weer vrij is. Ebernuss houdt zich bezig met het probleem of Dorbeck, de dubbelganger van Henri, bestaat. Daarom moet Henri naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor ondergrondse helden. Als Dorbeck bestaat, zal Henri hem zeker ontmoeten. Ebernuss geeft Henri zijn Leica en samen gaan ze naar Amsterdam. In de sociëteit is er een man van wie Henri gelooft dat het Dorbeck is. Van hem krijgt hij giftige kristallen, die hij in Ebernuss' borrel doet. Dorbeck en Henri gaan er samen in de auto van Ebernuss vandoor. In een leegstaand huis fotografeert Henri zichzelf met Dorbeck in een spiegel. Dorbeck vertelt hem dat Ria samen woont met de zoon van de drogist die Henri verraden had, toen hij de aanslag in Haarlem pleegde. Henri krijgt een verpleegstersuniform. Dorbeck bericht hem dat Marianne in een kraamkliniek ligt. Daar aangekomen wordt hij naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kind ziet. Een Duitse soldaat neemt hem mee in zijn auto. In Voorschoten doodt hij Ria en in Dordrecht de Duitser; daarna vraagt hij hulp aan een pastoor. Met de hulp van de illegaliteit en een arts komt hij in Breda aan. Hij meldt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse Strijdkrachten. Daar arresteert men hem, omdat men denkt dat hij een land verrader is. Hij wordt naar Engeland gebracht. Daar behandelt Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die zal kunnen aantonen dat hij verzetsheld is, is onvindbaar. Jagtman en Moorlag zijn dood en Marianne is in Israel. Oom Barts verklaring is zeer vaag. Eindelijk wordt de Leica van Henri gevonden. Hij ontwikkelt het filmpje, maar de foto met Dorbeck is mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

Analyse

Thematiek: thema en motieven
Het thema van; het boek is verzet ten tijde van de oorlog. Omdat het een psychologische oorlogsroman is gaat het niet alleen over oorlogsbeschrijving. Osewoudt, de hoofdpersoon, lijkt in het boek een spiegelbeeld van zichzelf te creëren. Dit spiegelbeeld, Dorbeck, is de perfecte personage voor Osewoudt, maar met een overeenkomstig uiterlijk. Alles wat hij mist in zijn leven, zoals een goede carrière, heeft Dorbeck wel.
De oorlog biedt onwillekeurig de beste mogelijkheid om een dergelijk spiegelbeeld van zichzelf te maken. Het is de beste mogelijkheid omdat er een nieuwe periode aangebroken is die men uit de dagelijkse sleur van het leven verwekt. Al aan het begin van de oorlog komt Dorbeck voor in het leven van Osewoudt. Dorbeck is een leider en heeft goede idealen, die Osewoudt wel aan trekken.
Tijdens het lezen heb je het idee dat alles wat gebeurt ook andere personen in het verhaal meemaken, maar sommige delen. Met name de heldendaden van Osewoudt in het verzet, lijken pas aan het eind van het boek gedroomd door Osewoudt. Dit maakt zijn karakter en oorlogsgeschiedenis een stuk minder heldhaftig.

Het boek heeft dus eigenlijk twee thema’s. Oorlog en verzet, zoals je tijdens het lezen van het boek als thema herkent. Maar naar het einde toe komt ook het tweede thema van toepassing op het hele boek, namelijk psychologie. Osewoudt wil blijkbaar graag in de voetsporen treden van zijn ideale spiegelbeeld; Dorbeck.


Titel en motto
Titel van het boek: de donkere kamer van Damokles. De donkere kamer slaat op het belangrijkste aspect in het boek, dat is namelijk de donkere kamer. In een donkere kamer worden foto’s ontwikkeld en die waren van belang bij het verzetsleven van Henri Osewoudt. Naast de letterlijke betekenis was er ook een figuurlijke betekenis bij de donkere kamer. Dat is eenzaamheid, onzekerheid en isolement. Die drie begrippen slaan ook weer terug op de inhoud van dit boek. De hoofdpersoon was altijd een eenzaam en onzeker persoon, die graag geïsoleerd van zijn omgeving leefde. Damokles was een belangrijke hoveling in de Griekse Oudheid, die volgens de mythe één dag koning mocht zijn, en toen een zwaard aan een haar boven de troon hing, om te tonen hoe gevaarlijk het leven van een belangrijk persoon kan zijn. Osewoudt werd een belangrijk verzetsonderdeel.

Personages
Henri Osewoudt: lelijke, onzekere, meisjesachtige man die graag op de achtergrond trad. Hij vergeleek zich graag met zijn ‘virtuele’ dubbelganger Dorbeck die wel durfde te zijn wie hij was. Hij deed alles in opdracht van hem.
Dorbeck: Er wordt gesuggereerd dat Dorbeck de verbeterde versie van Osewoudt was, door Osewoudt zelf bedacht. Maar dat wordt in het boek niet duidelijk. Dorbeck is op alles het tegenovergestelde van Henri, behalve het uiterlijk van beide kwam veel overeen. Osewoudt staat er in het verhaal bekend om dat hij geen baardgroei heeft en een meisjesachtig uiterlijk. Ondanks dat Dorbeck wel op hem lijkt, heeft hij wel baardgroei en komt hij over als een echte vent. Hij is avontuurlijk, Osewoudt is saai en burgerlijk. Dorbeck is mysterieus maar Osewoudt is juist heel saai en herkenbaar.

Vertelsituatie
Het is verteld vanuit een hij-perspectief. De schrijver kijkt dan niet door de ogen van de hoofdpersoon zelf, maar kan alleen de gedachten van Henri Osewoudt beschrijven. Hierdoor snap je ook niet wat er gebeurt met mensen die in zijn omgeving leven, maar hij zich niet bevindt. Dat maakt het verhaal des te interessanter, want wie zegt dat Dorbeck echt bestaat.

Tijd
Het verhaal speelt zich vooral tijdens de oorlog, met een paar fragmenten van voor de oorlog. En de uitloop van de oorlog, betreffende de gevangenschap van Henri Osewoudt.

De meeste gebeurtenissen in het verhaal spelen zich af in het laatste jaar van de oorlog, 1944.

Ruimte
De ruimtes waarin het verhaal zich afspeelt zijn Amsterdam, Haarlem, Wageningen in welke omgeving Osewoudt in het ‘verzet’ zit. Tegen het einde van het boek in een strafkamp in Engeland. Verder speelt het boek zich vaak af in kleine donkere ruimtes (de sigarenwinkel, het foto-ontwikkelkamertje, de cellen). Vooral de sigarenwinkel is in het verhaal een erg belangrijke plaats, omdat hij daar wordt benaderd door Dorbeck. Maar de meeste gebeurtenissen hadden ook in een ander land dat toen in de oorlog kunnen plaatsvinden.

Mening

Onderwerp
Het onderwerp, verzet in de Tweede Wereldoorlog, is op zichzelf niet een heel origineel onderwerp voor een Nederlandse roman. Daar zijn er namelijk wel meer van. Maar dat maakt het niet oninteressant. Ik heb namelijk ook artikelen gelezen waarin blijkt dat het verzet helemaal niet zo goed functioneerde in de oorlog. In dit boek wordt een heel eenzijdige kant van het verzet verhaald. De hoofdpersoon voert wat opdrachten uit tegen de bezetter, maar weet nooit waarom. De lezer komt er dan ook niet achter. Het verhaal draait totaal ergens anders om. En dat is om Dorbeck, een mysterieus persoon, die Osewoudt opdrachten geeft. Maar aan het eind is de vraag of die Dorbeck wel echt bestaat, plotseling wordt Osewoudt, verdacht van landverraad. Dat maakt het onderwerp onverwachter dan het van te voren lijkt.


Gebeurtenissen
Het is wel leuk om te beschrijven hoe sommige gebeurtenissen beschreven worden alsof er ook kleine kinderen meelezen. De gruweldaden worden namelijk vaak niet beschreven maar overgeslagen. Zo ook in het volgende citaat, als Osewoudt een jeugdleidster van de Nationale Jeugdstorm tegenkomt. “Hij was enigszins langs haar heengeschoten, zodat zij bovenop hem viel, maar zijn voeten, vlak naast elkaar, stonden al in haar buik. Hij strekte zijn benen, haar hoofd steeds vasthoudend. Zij zwaaide door de lucht en smakte neer achter zijn achterhoofd. Toen het andere meisje naderbij kwam, was Osewoudt al opgestaan……” Alsof er niks gebeurd is, blijkt een alinea later pas dat ze echt dood is. Er zijn meer van zulk soort gruwelen die niet uitgebreid beschreven worden, alsof ze niet erg zijn. Dat vind ik juist wel goed dat hij het zo beschreven heeft, om te suggereren dat het weinig toevoegt aan het verhaal.

Personages
Over de hoofdpersoon Henri Osewoudt weet je vrij veel, omdat je via het hij perspectief het verhaal beleeft door zijn ogen. Maar zijn medespeler Dorbeck blijkt vaak vaag, met opzet, om de suggestie te wekken dat die personage door Osewoudt zelf bedacht is. Osewoudt is wel een vreemde personage, zijn uiterlijk blijkt heel raar en vrouwelijk te zijn, ook is hij niet echt een hoofdpersoon om de held uit te hangen, wat je wel verwacht in een boek over het verzet. Andere personages hebben allemaal onbelangrijke rollen in het verhaal die niet de moeite zijn om te bespreken.

Bouw
Het verhaal heeft een chronologische opbouw, waarin veel aandacht wordt besteed aan het jaar 1944 en de afloop van de oorlog. Ook wordt de omgeving goed beschreven die de opbouw van het verhaal duidelijk maken. Er wordt altijd eerst een omgeving geschetst en een situatie, dan hervat het verhaal zich. Dat is handig voor de lezer, omdat het verhaal complex kan zijn. Dan is het handig dat er een logische bouw in het verhaal zit.

Taalgebruik
Het boek is gedrukt in 1958, ruim een decennia na de oorlog. Taalgebruik was heel toegankelijk maar wel iets anders dan men nu zou gebruiken. In het volgende citaat wordt wel duidelijk wat ik daar mee bedoel. “Dat wordt misschien wel wat bezwaarlijk. We kunnen natuurlijk moeilijk met haar gaan vechten om dat kind. Dat is de kinderliefde te ver gedreven!” Het is niet van belang waar deze tekst over gaat maar het is duidelijk dat er een andere woordkeuze is dan deze tijd. Maar wel goed te begrijpen.

Informatie over de schrijver
Willem Frederik Hermans (Amsterdam, 1 september 1921 – Utrecht, 27 april 1995) was een Nederlands fysisch geograaf die vooral bekend is geworden als schrijver. Hij wordt met Gerard Reve en Harry Mulisch gerekend tot De Grote Drie, de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse auteurs.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"