Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Indische duinen door Adriaan van Dis

Beoordeling 5
Foto van een scholier
Boekcover Indische duinen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3519 woorden
  • 15 oktober 2009
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 5
8 keer beoordeeld

Boekcover Indische duinen
Shadow

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een zoon wordt geboren: hij is de buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader wil hem harden voor de volgende oorlog. Zesenveertig jaar later ontrafelt de zoon …

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een …

Een gezin keert terug uit het oude Indië. Een Japans kamp ligt achter hen, maar Nederland biedt geen vrede. De repatrianten vestigen zich in een koloniehuis in de duinen: een zoon wordt geboren: hij is de buitenstaander die in een sfeer van verzwegen leed wordt opgevoed. Zijn vader wil hem harden voor de volgende oorlog. Zesenveertig jaar later ontrafelt de zoon de geheimen en de leugens van zijn familie.

Indische duinen door Adriaan van Dis
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Boek gegevens
Titel: Indische duinen.
Auteur: Adriaan van Dis.
Uitgeverij: J.M. Meulenhoff, Amsterdam.
Eerste druk: september 1994.
Gelezen druk: derde druk, oktober 1994.
Het is een B boek.
Aantal bladzijdes: 312.
Vorm: roman.

Samenvatting:
Het boek Indische Duinen gaat over een Indisch gezin, dat na de oorlog met de boot terugkeert naar Nederland. Het gezin bestaat uit een zwangere moeder met drie dochters: Ada, Sakia en Jana. Hun vader Justin is in een Jappenkamp vermoord. Lea, de moeder van de drie kinderen, heeft ondertussen een nieuwe vriend, die ook Justin heet. Daarom wordt de overleden vader van de meisjes Just 1 en de vriend van hun moeder Just 2 genoemd.

In Nederland aangekomen bevalt Lea en krijgt een zoontje, de hoofdpersoon uit het boek. Hier is Just 2 de vader van. Deze man is ex-militair uit het KNIL, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Justin wil zijn zoon streng opvoeden en hoopt dat zijn zoon hierdoor sterk en hard wordt, zodat hij ook zal overleven als er weer oorlog uitbreekt. Justin gaat hierbij echter te ver en mishandelt zijn zoon. Deze jongen kijkt onbewust erg tegen zijn vader op en is ook een beetje bang voor hem. Als de jongen elf jaar is, sterft zijn vader. Hij begint zijn vader te haten en wil zijn vaders naam niet meer dragen en neemt de familienaam van zijn moeder over.


Als Ada na zesenveertig jaar in Nederland te hebben gewoond sterft, gaat de hoofdpersoon op zoek naar informatie over zijn verleden en dat van zijn familie. Hij wil meer over zijn vader achterhalen en zoekt zijn familie op. Hij heeft hen nooit gekend, maar besluit toch om bij zijn tante Edmee op bezoek te gaan. Zij vertelt dat haar familie erop tegen was, dat haar jongere broer met Lea wilde trouwen. Hij had vroeger al een vrouw gehad, die vermoedelijk al was gestorven, maar zolang dit niet was vastgelegd, kon hij niet voor een tweede maal trouwen. Edmee vertelt de hoofdpersoon dat Justin ook werkelijk een weduwnaar was, maar dat zijn vader dit voor hem verborgen hield. Zo zorgde zijn vader ervoor dat Lea en haar kinderen geen echte familie van hen werden.

Niet lang daarna sterft Jana. De hoofdpersoon heeft al jarenlang vrijwel geen contact met haar gehad, omdat zij samen met haar man Errol naar Canada is verhuisd en daarna niets meer van zich heeft laten horen. Jana heeft nooit veel over de oorlog gesproken en heeft hier ook geen behoefte aan gehad. Saskia wel, sinds de dood van haar halfzus Ada heeft ze erg veel huilbuien en de oorlog blijft maar in haar hoofd ronddwalen. Ze wil hier graag over praten met haar halfbroer (de hoofdpersoon) en hij laat haar vertellen. Hij heeft nooit zo goed met zijn zus kunnen opschieten en vindt het daarom ook vervelend om urenlang naar haar verhalen te luisteren en haar te troosten als ze weer moet huilen, omdat hij weet dat ze een deel van de verhalen die ze vertelt niet zelf heeft meegemaakt, maar heeft gehoord van hun moeder. Toch luistert hij naar haar, omdat zij het zo fijn vindt om haar verhaal kwijt te kunnen. Na veel gesprekken met Saskia en andere familie komt hij erachter hoe moeilijk zij het vroeger hebben gehad en hij krijgt meer respect voor zijn familie.

Maarten, de vroegere man van Ada, gaat heel snel achteruit. Het gaat zo slecht met hem, dat hij niet meer voor zichzelf kan zorgen. Zijn zoontje Aram verzorgt hem dagenlang. De hoofdpersoon van het boek stelt voor aan Aram om hem in huis te nemen en Maarten te laten verzorgen in een verpleegtehuis, maar dit voorstel slaat Aram af. Hij wil zijn vader blijven verzorgen en zal voor altijd bij hem blijven.
Door de lange zoektocht naar familiegeheimen en gebeurtenissen van vroeger in het kamp, gaat de man uit het boek zijn familie beter begrijpen en merkt dat zijn haat voor zijn vader geen echte haat is, het is een soort verborgen liefde, liefde die hij eigenlijk nooit toe heeft willen geven. Zijn familie is toch heel belangrijk in zijn leven.

Verhaalanalyse:
Personages:
De hoofdpersoon : ongeveer van 47 jarige leeftijd, is de zoon van Lea, een Waldense boerendochter die op jonge leeftijd naar Indië is geëmigreerd, en Justin van Bennekom, een KNIL-soldaat. Hij is geboren in Nederland maar hij heeft 3 Indische halfzusjes die een andere vader hebben. Hij is de oom van Aram en de zwager van Maarten. De ik-figuur is vrij hard opgevoed door zijn vader, die dat nog gewend was uit de oorlog. Zijn vader gaf hem met de harde hand en hij dwong hem om te presteren en een echte ´vent´ te worden. Zijn vader liet hem merken dat hij niet de ideale zoon voor hem was door hem te vernederen en te kleineren. Daardoor begon hij zichzelf te haten. Wanneer zijn vader overleed, richtte hij zijn ´zelfhaat´ op zijn vader. Met de jaren mee wordt zijn haat groter. Hij begrijpt zijn familie niet, die steeds meer in het bovennatuurlijke gaan geloven, en wordt sarcastisch, ´nuchter´, scherp en soms wat onverschillig. Maar ook gevoelig en bang voor het besef veel op zijn vader te lijken.

Justin: hij is de vader van de hoofdpersoon. Hij kwam met Lea en de drie Indische meisjes mee naar Nederland. Hij kon niet met de Lea trouwen want zijn vader hield voor hem verborgen dat zijn eerdere vrouw overleden was. Hij is een KNIL-er die in Indonesië gevochten heeft en in een Jappenkamp gevangen heeft gezeten. De oorlog heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke letsels achtergelaten. Zijn agressiviteit, zijn ongelooflijke discipline en zijn zwakke gezondheid vinden allemaal hun oorsprong in zijn oorlogs- en kampverleden. Hij wil van zijn zoon een echte vent maken om hem te harden voor oorlog. Eigenlijk was Justin best gevoelig en sentimenteel. Hij had dan ook heel veel meegemaakt in de oorlog. Maar doordat hij zich hard en gevoelloos voordeed en net deed alsof hij geen pijn voelde, overleefde hij de oorlog. Daarom moest zijn zoon ook hard worden.

Lea: Zij is de moeder van Jana, Ada, Saskia en de hoofdpersoon, en de oma van Aram. Lea is van Nederlandse afkomst en op jonge leeftijd naar Indië geëmigreerd. Daar ontmoette ze haar eerste man. Maar Just 1 werd onthoofd in een Jappenkamp. Ze kon niet met Just 2 trouwen omdat ze niet wisten dat zijn eerste vrouw overleden was. Lea was altijd erg sterk geweest, thuis hard werken op het platteland en in de oorlog en de interneringskampen. Ze was altijd erg nuchter en had zichzelf in de hand. Maar door alles wat ze had meegemaakt verandert ze. Ze probeert alle ruzies te voorkomen. Slechte dingen wil ze niet zien. Overal het positieve inzien, zodat ze niet over het negatieve hoeft te praten. Er wordt haar verweten dat ze iedereen naar de mond praat en geen partij durft te kiezen. Ze staat minder sterk in haar schoenen en omdat ze zichzelf steeds minder vertrouwt, begint ze juist steeds meer in het bovennatuurlijke te geloven.


Jana: Jana is de dochter van Lea en Just 1. Jana is de tweede halfzus van de ik-figuur en de oudste zus van Ada en Saskia. Ze emigreerde op jonge leeftijd naar Canada met haar man Errol, die niet erg geliefd was bij de vader. Waarom precies wist eerst niemand, maar toen later bleek dat haar stiefvader incestueuze neigingen had, begrepen ze haar vluchtgedrag en haar angst voor het verleden. Ze lijkt op haar moeder: vluchten voor problemen en niet willen praten over negatieve dingen. Jana heeft twee kinderen en een kleinkind is op weg.

Ada; Ada is het middelste halfzusje van de hoofdpersoon en een zusje van Jana en Saskia. Ze is de dochter van Lea en van Just 1. Ze is getrouwd met Maarten en heeft één zoon: Aram. Ada was de intelligentste van de drie, maar ze groeide uit tot een naar verlossing zoekende persoon. Het boek begint wanneer zij op sterven ligt. Haar dood is dan eigenlijk de aanleiding van de zoektocht naar het verleden van de hoofdpersoon. Bij haar vond hij geen steun omdat ze, zoals zijn moeder, weigerde te praten over het verleden.

Saskia; Saskia is de dochter van moeder Lea en Just1. Ze is de jongste van de drie zussen. Ze is getrouwd en heeft in de verpleging gewerkt. Vroeger wilde Saskia altijd schilderen maar toen ze besefte dat haar schilderijen te dicht bij haar gevoelens kwam, stopte ze. Wanneer Ada stervende is, is het Saskia die haar tot in haar dood verzorgt. Ze heeft een kamptrauma en heeft nog niet alles verwerkt. Maar haar familie werkt niet mee en daarom gaat ze naar een zelfhulpgroep. Doordat alles weer omhoog komt is ze is erg gevoelig en huilerig. Op aanraden van de zelfhulpgroep lucht ze ook haar hart bij de hoofdpersoon. In het begin reageert hij vrij stroef en afstandelijk, maar geleidelijk wordt de relatie beter. Saskia is de enige van de zussen waarmee de hoofdpersoon goed overweg kan. Ze is zijn "enige en liefste zuster". Net als de moeder gelooft ze sterk in astrologie en ze staat in contact met een overleden astronaute.

Aram: Aram is de zoon van Ada en Maarten. Hij is een opstandige puber die sinds Ada’s ziekte en vooral na haar dood zijn eigen weg opgaat. Hij draait keiharde heavy-metal en gaat gekleed in de bijpassende outfit. Zijn eens zo geliefde hoorn laat hij aan de kant liggen. Hij kan goed overweg met de hoofdpersoon, ze gaan zelfs samen naar een rockconcert. Aram zou zijn vader nooit in de steek laten.

Structuur:
Het boek bestaat uit een voorstuk, 6 hoofdstukken en nog een slot. De hoofdstukken zijn erg lang, sommige wel 49 bladzijdes lang. Elk hoofdstuk heeft een titel. Er is maar 1 verhaallijn in het boek, dat gaat over de hoofdpersoon. Er is geen sprake van samenhang in dit boek.

Perspectief:
Het boek is een ik-perspectief. Alleen wisselt het in het begin en in het einde van perspectief. Het is een soort inleiding en afsluiting van het verhaal en het is dan geen ik-perspectief maar een hij/zij-perspectief. De moeder is in die stukjes de hoofdpersoon. Je weet alleen haar gedachten en gevoelens.
Citaat blz.5:
In de hoek van de hut, naast de deur, waste de moeder zich boven het fonteintje, het water spatte op de plankenvloer, ze nam haar handdoek van de haak en keek in de spiegel. Ze zuchtte, elke morgen stond ze bekaf op en het was een troost dat het dampende water ook de spiegel besloeg, zodat ze onder het afdrogen niet de diepe lijnen in haar gezicht hoefde te zien.

Tijd en ruimte:
De vertelde tijd is ongeveer 4 maanden. Deze periode loopt vanaf de dood van Ada, waardoor hij zijn zoektocht naar zijn vader, zijn verleden en zichzelf begint, tot de dood van Jana. In het verhaal zijn ook vaak terugverwijzingen, de hoofdpersoon kijkt dan terug op het verleden van zijn familie.

Citaat blz. 242:
Mijn vader ontfermde zich over mijn oefenprogramma. Elke dag een paar uur. De dokter uit het ziekenhuis had hem een gymnastiekboek meegeven.
De stok was er voor alles. Om het tafelzeil mee op te rollen, om de rug te rekken als hij kromtrok, om te rennen als een paard, om me aan vast te binden als ik eten moest, om mee te balanceren en om te slaan als ik de moed liet zakken. Het was een mooie rechte stok, glad geschuurd, met langgerekte bruine ogen in het hout en ronde knoppen aan de uiteinden.
Het rekken: Mijn vader op een stoel, ik geknield op de grond, de stok door de holtes van de ellebogen en dwars onder de schouders. Optrekken maar. Je voelde de botten zakken. Adem in, borst naar voren en handen plat op de tepels. Wij weefden een taaie ja van spieren, later zou ik biels kunnen tillen.

De belangrijkste gebeurtenissen spelen zich af in Indië (in de oorlog en de interneringskampen) en in Nederland (koloniehuis, huis van Ada). Het huis van Ada in 1992 is een belangrijke ruimte want wanneer Ada daar overlijdt, begint de hoofdpersoon na te denken over zijn vader en de haat die hij voor hem koestert.

Thematiek:
Titelverklaring:
Wanneer de moeder met haar drie Indische kinderen in Nederland aankomen, is het eerste wat ze zien de Nederlandse duinen. Dat is hun nieuwe toekomstland. Dat is hun nieuwe thuis. Maar toch nemen ze een stukje Indië mee naar Nederland. Het is een Indische familie met een Indische cultuur, geschiedenis en godsdienst. En ook voor de hoofdpersoon, al is hij in Nederland geboren en gek op zijn duinen, is de Indische geschiedenis van zijn familie belangrijk. Want dat is ook zíjn geschiedenis. Het bepaalt voor een belangrijk deel zijn leven en zijn persoonlijkheid.Daarom draagt het boek deze titel. Want ook al wonen ze nu in Nederland, ze zullen altijd Indisch blijven. Ze zullen altijd een stukje Indië met zich meedragen en doorgeven aan hun (Nederlandse) kinderen, en hun kleinkinderen.

Het boek heeft geen motto.


Motieven:
Familie: De hoofdpersoon probeert zijn familie, en dan vooral zijn vader, te begrijpen. Hij komt uit een Indische familie en alleen zijn moeder is blank. Hij is de enige die niet in Indië is geweest en de oorlog heeft meegemaakt. Daardoor voelt hij zich buitengesloten. Hij ondergaat een speurtocht naar zijn familiegeschiedenis en beetje bij beetje begint hij te beseffen wat zijn familie heeft meegemaakt. Daardoor wordt zijn band met zijn familie beter.

Oorlog: De oorlog met de Japanners in Nederlands-Indië en de Jappenkampen hebben een grote impact gehad op de familie. Want de oorlogstrauma´s blijven hen hun hele leven achtervolgen en hebben invloed op hun gedrag en op wie ze nu zijn.

Geweld: In het boek komt veel geweld voor. Ten eerste al in de oorlog in Nederlands-Indië. Mensen werden daar meedogenloos behandeld. Mensen werden gemarteld, vermoord, opgesloten in kleine vieze hokken, vernederd en gekweld.
Maar ook in de opvoeding van de hoofdpersoon komt geweld voor. Zijn vader trad met harde hand op, zo overleef je de oorlog. Als je niet horen wilt, moet je maar voelen.

Dood: In het boek speelt de dood ook een belangrijke rol. In de oorlog stierven honderden mensen. Elke dag was weer een strijd om te overleven. Toen Ada stierf, begon de hoofdpersoon na te denken over zijn vader en zijn familieleden.

Spanning:
De hoofdpersoon wil graag weten waarom hij door zijn vader geslagen werd. Eigenlijk krijgt hij daar geen antwoord op, Iedereen die zijn vader kenden, draaien een beetje om de vragen van de hoofdpersoon heen. Dit is een belangrijke open plek in het verhaal.

Uitgebreide persoonlijke reactie:
Onderwerp:
Ik wist eigenlijk niet dat er zoveel mensen vanuit Nederlands-Indië naar Nederland zijn verhuisd. Ze waren in Nederlands-Indië niet meer gewenst en hier in Nederland wist men ook niet wat men met die mensen aan moest. Ze stopten ze dus zoals in het verhaal in huizen die waarschijnlijk al leeg stonden. Ik ben daardoor wel meer over het onderwerp gaan nadenken. We herdenken bijvoorbeeld heel uitgebreid de dodenherdenking en bevrijdingsdag, maar we herdenken, voor zover ik weet, heel weinig de oorlog in Nederlands-Indië. Dat is toch jammer voor die mensen die daar gevochten hebben. Ook wordt er weinig over verteld, ik vraag soms wel is wat aan mijn opa die in Nederlands-Indië als marinier is geweest en dan vertelt hij ook niet veel..

Gebeurtenissen:
Er zijn in het boek veel gebeurtenissen die te maken met de relatie tussen vader en zoon. De hoofdpersoon kijkt telkens terug op gebeurtenissen in zijn jeugd die met zijn vader te maken hebben. Het lijkt of de gebeurtenissen door de ogen van de hoofdpersoon veel erger zijn dan in de ogen van de andere personages. Ik vind dat zijn jeugd heel naar is door het gedrag van zijn vader. Ik vind dat een vader niet zo veel mag slaan en drillen als deze vader deed.

Het verhaal heeft voldoende gebeurtenissen om door te blijven lezen.

Personages:
De hoofdpersoon is in Nederland geboren. Hij krijgt heel veel over de tijd in het kamp en in het huis in Nederlands-Indië te horen van zijn zussen, moeder en andere familieleden. Iedereen vertelt wel, maar het is nooit helemaal de waarheid. Ik vind dat de schrijver dat gevoel ” van alles willen weten” van de hoofdpersoon goed beschrijft. Ik vind de vader niet aardig, ik kan hem soms wel begrijpen omdat hij zijn zoon voorbereid wil hebben als er nog een oorlog uitbreekt. Ik snap de moeder niet, een moeder laat toch niet toe dat haar kind zoveel geslagen wordt. De zussen sporen niet helemaal, 1 zus is ontzettend zuinig en kan niet meer voor haar gezin zorgen. Ze wilde niets bezitten, want je moet kunnen vluchten. Ik vind dit zielig voor haar zoon. De andere twee zussen hebben teveel herinneringen met elkaar over het Jappenkamp, ik vind het jammer dat ze daar niet over kunnen praten. En er gaat een zus dood zonder het uitgepraat te hebben. Ik weet dus niet wat er gebeurt is en dat vind ik wel jammer.

Bouw:
Ik vind de bouw van het boek ingewikkeld. Er zijn verschillende personen met wie de hoofdpersoon praatte en soms moest ik goed opletten over welke familie het verhaal ging, over die van de moeder of over die van de vader. Ook moest ik goed opletten bij de terugverwijzingen. Ik vind het verhaal niet heel spannend, ik vind het voornamelijk zielig voor de hoofdpersoon. Het nadeel van dit boek vind ik dat de hoofdstukken te lang zijn, ik lees liever kortere hoofdstukken die ik in 1 keer kan uitlezen. Ik vind het ook jammer dat ik niet weet hoe de hoofdpersoon heet, als ik een naam weet kan ik mij beter verplaatsen in het verhaal.

Taalgebruik:
Het taalgebruik in het boek is niet moeilijk, ik vond de zinnen niet te lang. Soms vond ik de woorden ouderwets, maar dat is ook logisch omdat het verhaal zich voor een groot deel net na de oorlog afspeelt. Ik had wel verwacht dat er meer Indische woorden in zouden staan, maar dat is niet zo.

Eindoordeel:
Ik vind het geen boek dat je zo even leest, je moet je goed concentreren om het verhaal te kunnen begrijpen. Ik zou willen dat je precies kon lezen wat er allemaal gebeurt is in het kamp en daarna, dat krijg je niet te horen. Dat is voor het verhaal ook niet nodig, omdat het gaat om de vader en zijn zoon, maar ik werd er nieuwsgierig door,
Ik kan het boek aanraden, omdat ik meer geleerd over een periode uit onze geschiedenis. Eigenlijk zou ik mij er meer in moeten verdiepen om er meer over te weten te komen.

Bronvermelding:
Samenvatting van
www.scholieren.com




Biografie van de schrijver:

Autobiografische elementen:
Adriaans vader was een Indische Nederlander en zijn moeder een boerenmeisje uit Breda die elkaar in Indië hadden leren kennen. Zij had toen al drie dochters uit haar huwelijk met een KNIL-militair. Ook zijn vader was in Indië al eerder getrouwd geweest. De familie was door oorlog getekend. Als overlevende van het door de Britten getorpedeerde schip Junyo Maru werd zijn vader tewerkgesteld aan de Pakan Baroe spoorlijn op Sumatra. De echtgenoot van zijn moeder werd tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) onthoofd en zij belandde met haar dochters in een interneringskamp. Adriaan, na de oorlog in Nederland geboren, was als het enige blanke kind en zonder eigen Indische geschiedenis in dit gezin een buitenstaander. Zijn woonomgeving droeg daar ook aan bij. In Bergen aan Zee woonden veel oud-Indiëgangers en Adriaan groeide op in een huis dat door vier repatriantenfamilies werd gedeeld.
Adriaans ouders konden niet met elkaar trouwen. Zijn vaders huwelijk was weliswaar voor de islamitische wet ontbonden, maar die scheiding had in Nederland geen geldigheid. Niemand mocht dit weten en voor de buitenwereld droeg Adriaan daarom de naam van zijn vader: Mulder. Officieel kreeg hij echter de achternaam van zijn moeder: Van Dis. Toen Adriaan ging studeren is hij zich ook daadwerkelijk zo gaan noemen.
Zijn vader was door zijn oorlogservaringen getraumatiseerd en arbeidsongeschikt geraakt. Bovendien vond hij het als migrant moeilijk om zijn plaats in het hem onbekende Nederland te vinden. Hij was altijd thuis en voedde Adriaan streng op en sloeg hem vaak. Adriaan herinnert zich hem als een wrede man, maar kan hem tegelijkertijd als een slachtoffer zien.

Extra informatie:
Na een langdurig verblijf op de middelbare school gaat Van Dis in 1967 eerst Nederlands en daarna Afrikaans studeren. Nog tijdens zijn studie - in 1974 - begint hij met schrijven voor NRC Handelsblad, wat hij tot 1985 zal blijven doen. Landelijke bekendheid krijgt hij in 1983 met het VPRO tv-praatprogramma Hier is ... Adriaan van Dis.

Van Dis debuteert als schrijver in 1983 met de autobiografische novelle Nathan Sid. Daarin beschrijft hij het leven van een ongelukkig 11-jarig jongetje. Het gezin waarvan hij deel uitmaakt, komt uit Indie en probeert na de Tweede Wereldoorlog een nieuw bestaan op te bouwen in Nederland. Van Dis ontvangt voor het boek het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte literaire debuut.

In 1987 verschijnt de verhalenbundel Casablanca. De publicaties daarna zijn vooral reisboeken, zoals Barbaar in China en In Afrika. Na de roman Indische duinen in 1994 schrijft Van Dis in 1996 het boekenweekgeschenk Palmwijn. Van Dis’ meest recente werk is de roman Dubbelliefde (2000).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Indische duinen door Adriaan van Dis"