Godverdomse dagen op een godverdomse bol door Dimitri Verhulst

Beoordeling 7.3
Foto van Cees
Boekcover Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 5215 woorden
  • 1 juni 2009
  • 395 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
395 keer beoordeeld

Boekcover Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Shadow

Dimitri Verhulst presenteert u de geschiedenis van de mensheid in minder dan tweehonderd pagina's, in een oerknal van taal. Vanaf het moment dat we uit het water kwamen gekropen en op twee benen gingen lopen tot en met de jaren dat we elkaar naar de andere wereld zijn gaan bombarderen. Evolutie als bildungsroman.

Dimitri Verhulst presenteert u de geschiedenis van de mensheid in minder dan tweehonderd pagina's, in een oerknal van taal. Vanaf het moment dat we uit het water kwamen gekrope…

Dimitri Verhulst presenteert u de geschiedenis van de mensheid in minder dan tweehonderd pagina's, in een oerknal van taal. Vanaf het moment dat we uit het water kwamen gekropen en op twee benen gingen lopen tot en met de jaren dat we elkaar naar de andere wereld zijn gaan bombarderen. Evolutie als bildungsroman.

Godverdomse dagen op een godverdomse bol door Dimitri Verhulst
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Feitelijke gegevens over het boek Gebruikte druk: 6e (mei 2009) Verschijningsdatum 1e druk: oktober 2008
Aantal bladzijden: 186 (gebonden uitgave) Uitgegeven door: Uitgeverij Contact Beschrijving van de cover Op de groene voorkant staat de afbeelding van een spoelende wc-pot in een mannenurinoir. Dat is wel een toepasselijke omslag voor een roman waarin poepen en pissen een onderdeel van de vertelling uitmaakt. De wereld is eigenlijk een riool. Het boek werd eerst verspreid door het Vlaamse tijdschrift Humo dat het in een speciale editie aan al zijn lezers cadeau deed in een zeer goedkope editie. De Vlaamse boekverkopers vonden dat niet zo heel erg grappig, omdat het betekende dat ze natuurlijk weinig boeken konden verkopen in Vlaanderen. Genreaanduiding van het boek “Godverdomse dagen …” is geen roman. Het verhaal komt het dichtst in de buurt van een kritisch essay over de mensheid. Het boek kreeg de Librisprijs 2009, maar is ook omstreden. De Christelijke boekhandels weigerden het boek in de winkel te leggen.
Christelijke boekhandels zijn niet blij met de Libris Literatuurprijsnominatie van Godverdomse dagen op een godverdomse bol van de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst. ‘Ik heb altijd geleerd dat vloeken een gebrek aan woorden is. Wat betekent het dan dat iemand als Verhulst is genomineerd voor een literaire prijs’, vraagt Jo van Dorp, eigenaar van twee christelijke boekhandels in Leiden en Zoetermeer, zich af. ‘Dat spoort toch niet.’ Van Dorp verkoopt het boek niet in zijn in christelijke titels gespecialiseerde winkel. ‘In deze moeilijke tijden moet je letten op wat de achterban zoekt. Je wilt niemand voor het hoofd stoten.’ In de branche is de titel en de nominatie van Verhulst een onderwerp van discussie. ‘Vloeken in de titel is weer wat anders dan vloeken in de tekst. Over de tekst kun je discussiëren, of het functioneel is of niet. Maar een titel is om te intrigeren. Het kan niet anders dan bedoeld zijn om te shockeren.’ De flaptekst Dimitri Verhulst presenteert u de geschiedenis van de mensheid in minder dan tweehonderd pagina's, in een oerknal van taal. Vanaf het moment dat we uit het water kwamen gekropen en op twee benen gingen lopen tot en met de jaren dat we elkaar naar de andere wereld zijn gaan bombarderen. Evolutie als bildungsroman. Structuur en/of verhaalopbouw Er is geen verdeling in hoofdstukken of een andere verdeling. Het is een chronologisch verteld verhaal van de periode dat de mens (consequent ’t genoemd – let op het onzijdig persoonlijk voornaamwoord) het water uitkroop om op het land verder te leven. Een vrij sarcastische en cynische beschouwing over de mens die niet veel meer weet te doen dan vreten, poepen, neuken en oorlog voeren. Gebruikt perspectief Ook het perspectief gaat niet zoals dat in een roman gebruikelijk is. Het dichtst van alles komt een auctoriale verteller in aanmerking. Die beschrijft tenslotte de mens in al zijn [vooral negatieve] competenties. De tijd en plaats van het verhaal In dit bijzondere literaire werk zijn deze element niet echt van toepassing. Het verhaal bestrijkt de periode van de oerknal tot aan de oer harde knal van de atoomboom in 1945
De plaats is Moeder Aarde met een groter accent op de gebieden waarin de blanken het voor het zeggen hebben. Samenvatting van de inhoud Het valt niet mee om een samenvatting van de inhoud te produceren. Er is namelijk geen hoofdpersoon en er is geen echt plot. De geschiedenis van de mensheid wordt beschreven. Daarom volgt hieronder in heel grote lijnen de inhoud van het verhaal. Alle begin is moeilijk. Kijk maar. ’t Kruipt uit het water zonder om te zien. ’t Zou nog een laatste blik kunnen werpen op de oceanen, heimwee voelen uit eerbied, maar dat doet ’t niet.’ Het begint met het moment dat de mens (in het verhaal steeds aangegeven met ‘t ) vanuit het water naar het land gaat. Man en vrouw (in het verhaal eerst reu en teef genoemd) bespringen elkaar. De man moet gaan jagen om eten op tafel te brengen. Hij moet daarvoor dieren doden. Ook bestaat er al een recht op bezittingen, waardoor de mensen elkaar gaan bevechten. Er ontstaat taal waardoor de mens de dingen kan benoemen. Dat is een leuk spelletje. Wanneer hij zich verveelt, gaat de mens tekeningen maken van de dieren waarop hij jaagt. Wanneer er door het teveel neuken overbevolking ontstaat, moet de mens zijn territorium vergroten. Zo komt hij in aanraking met andere gebieden en dieren. De mammoet bijvoorbeeld. Diens kwaliteiten (huid etc.) kan ook dienen voor het maken van tenten. Wanneer de mens zich in een gebied gaat vestigen, wil hij niet constant blijven jagen: hij wil zich ook vestigen en dan gaat hij granen verbouwen. Maar de tarwekorrels zijn te hard om te eten en dan moet het eten eerst weer gekookt worden. Daarvoor worden er potten en pannen uitgevonden. Toch sterven er ook mensen en die moeten in de grond gestopt worden. Er ontstaat een ware doodscultuur, waaruit dan weer de eerbied voor goden is ontstaan.
‘Is de put dichtgesmeten, dan is de dode alreeds vergeten en sjeest ’t verder op het spoor van de evolutie.’ ‘Zo gaat dat in de moderne tijd; is de voorraad op dan boort ’t elders wel een nieuwe aan.’ De goden moeten worden vertroeteld, maar ze zijn in feite onbereikbaar. Daardoor nemen de priesters hun plaatsen in: ze worden vetgemest door de bevolking en mogen zich ook te goed doen aan maagden. Maar er ontstaat ook rekenkunde en wiskunde, waardoor er nieuwe inzichten komen. De mens blijft zich echter maar voortplanten en trekt daarom naar gebieden die op een stad lijken. Er komen huizen boven elkaar en omdat men niet meer wil dat men piest en schijt in de wateren waar men uit drinkt, ontstaan er ook riolen. In de stad ontwikkelt zich een boven-en een onderklasse en dienen hoeren voor het seksueel gemak. Ook is er een ontwikkeling gaande dat zich Goden op de aarde vestigen. Verhulst noemt eerst de figuur van Jezus, maar denkt ook aan de Romeinse kiezers die zich als God lieten vereren. De laatsten onderscheiden zich ook door hun seksuele aberraties. Om het volk te vermaken maakt men grote arena’s waar mensen dieren bevechten en later ook elkaar (de gladiatoren) De stad blijft maar groeien, waardoor er grote problemen ontstaan. Er blijft een behoefte aan een God bestaan, maar die is onzichtbaar. Daarvoor moet er een plaatsvervanger op aarde komen. De Paus. Vervolgens benoemt Verhulst ook de opkomst van een tweede belangrijke religie, die in enkele opzichten de tegenpool van de eerste is en derhalve nooit vreedzaam aan dezelfde tafel zal kunnen plaatsnemen. Hij doelt op de islam. En om hun eigen God te beschermen, trekken de Christenen strijdvaardig naar het Heilige Land om daar de mohammedanen te bestrijden. De godsdienstoorlogen kosten vele doden. Herhaaldelijk vraagt de verteller zich af : “Hoe laat is het nu eigenlijk.?” Dan vertelt hij verder over de uitvinding van de klok die voortaan het leven van de mens zal beheersen, evenals de uitvinding van de spiegel. Maar het gaat helemaal de verkeerde kant op met de mensheid en twee wezens (de bacterie en de bacil) weten daar wel raad op. Zo komt o.a. de pest in de samenleving, waaraan honderden mensen dood gaat. Ze weten geen raad met de ziekte en noemen hem ook wel De Zware Dood of de Zegen Gods. In ieder geval gaan er zoveel mensen dood dat de wereld weer even vooruit kan. Inmiddels zijn er plannen om het territorium weer te vergroten. De mens gaat de zee weer op op zoek naar andere gebieden waar hij kan uitbreiden. Ze gaan de inboorlingen die in de andere werelddelen wonen, tot het Christendom bekeren. Bovendien wordt een begin gemaakt met de slavernij. Jonge slaven worden gebrandmerkt om zo te laten zien van wie ze zijn. In de kunstwereld wordt de anatomie ontdekt (vgl. de schilderijen van Rembrandt) Daarvoor wordt er lustig in mensen gesneden: men gebruikt vaak veroordeelde misdadigers voor die doeleinden. Het verschil tussen arm en rijk blijft, maar de mens is tot steeds meer in staat. Hij wil laten zien wat hij heeft bedacht en organiseert wereldtentoonstellingen. Maar ook het nationalisme ontstaat (de ontdekking van de vlag om zich als land te onderscheiden) en dat stimuleert weer de zin in oorlogen. De komst van nieuwe wapens leidt tot vernietiging van andere volken. De Eerste Wereldoorlog is een feit. Opnieuw zijn er veel doden te betreuren. En na een oorlog wordt weer bezongen hoe goed God is en hoe goed de mens is. Er zal nooit meer oorlog hoeven te komen. Er moet weer geproduceerd worden en niet alles wat uitgevonden wordt, is even zinvol. Maar de periode van vrede duurt niet echt lang, want daarna breekt de Tweede Wereldoorlog uit, waarin vooral de niemendallers het moeten ontgelden. Ze zijn het slachtoffer van de “superieuren” en worden opgesloten in kampen en er wordt gezorgd voor een manier waarop ze systematisch om het leven kunnen worden gebracht. (zie het citaat hieronder) En dan komt de apotheose van de mens: de ontdekking van de atoombom. Om Japan tot rede te brengen wordt er voor het eerst gebruik gemaakt van de alles vernietigende bom die in een keer 70.000 mensenzielen naar de overkant helpt en ook op langere termijn nog vele slachtoffers maakt. De mens heeft door de atoombom bijna het stadium van een God bereikt: hij kan beschikken over leven en dood. Hoe laat is het dan? De bom viel om 8.15 uur
Het is nu 8 uur zestien: het tijdperk van na de bom. Er zal vooruit gekeken moeten worden. Het streven van de mens is een auto en een koelkast voor iedereen. Voor iedereen met een wit vel en die op zondag zijn vader en moeder eert. (Voor de Christenen dus) Titelverklaring “Godverdomse dagen op een godverdomse bol” is geen positieve titel. Het geeft eigenlijk aan hoe de schrijver Verhulst over de mensheid denkt. Eigenlijk is het droevig met de mens gesteld sinds hij op het land verder ging leven. Hij eet, ontlast zich, neukt en voert oorlog, daar komt het wel een beetje op neer. Tenslotte heeft hij het wapen uitgevonden (de atoombom) waarmee hij de rest van de mensheid de baas is. De titel met nota bene twee vloeken geeft aan hoe slecht het met de mens gesteld is. Motto Het motto is van de auteur L.H. Wiener “ Gedenken wij in onze boeken de mens, die zich als een kwaadaardig virus voortplant in totale suprematie over alles wat leeft en eens geleefd heeft en nooit meer zal terugkomen. Dit motto past uitstekend bij het boek, omdat Wiener hier dezelfde visie heeft over de mens en zijn omgang in de natuur als Dimitri Verhulst. Thematiek en interpretatie Eigenlijk hoeft dit geen verdere toelichting. Het boek geeft de beschrijving van de historie van de mensheid vanaf de oerknal tot aan de uitvinding van de atoombom op Hirosjima. Daarin komen de motieven als macht, honger, seksualiteit, oorlogvoeren, religie steeds aan de orde. De mens heeft een voorlopig dieptepunt bereikt met het vernietigen van de Japanse steden en daarna ligt de toekomst weer open (voor de mensen met een wit vel tenminste) Beoordeling scholieren.com “Godverdomse …… bol “is een bizar boek. Het is dus geen roman, het heeft geen echt verhaal, behalve dat van de evolutie van de mens zelf. Op zich waren de recensies direct na de verschijning in de grote bladen niet zo positief. Dat heeft denk ik ook wel te maken met de instelling van de schrijver die de mens niet zo positief neerzet. Er zit eigenlijk geen positieve boodschap in het boek en dat valt natuurlijk niet mee. Ik denk dat het boek niettemin de Librisprijs heeft gekregen, door de stijl van de auteur. De zwartgallige humor is vaak sterk, een enkele keer wat melig, maar het boek is in gitzwarte inkt geschreven. Het zou daarom best wel kunnen gebeuren dat leerlingen op sommige scholen het boek van hun docent Nederlands niet op de lijst mogen plaatsen. Zo hebben diverse Christelijke scholen waarschijnlijk problemen met de twee vloeken in de titel. Ik wil een drietal voorbeelden uit het boek citeren om aan te geven aan welke stijlkenmerken je moet denken als je dit boek leest. Het zijn ook passages die scabreus zijn. Blz. 9 (Over de net op de wereld gekomen oermens).
“In zijn halvelings kokende kop schuilt, behalve hier en daar wat snot, een 650 kubieke centimeter metende drek: hersenen, beveelheren van het neuken en het vreten. 650 kubieke centimeter pure levensvreugd, dat volume zou, jawel zelfs nog wat groter mogen worden. Gaat dat? Maar er is niks om te bikken en de teven zitten vol of hebben kleintjes aan hun spenen hangen, hetgeen hen lusteloos en onvruchtbaar. Als de melkproductie van de vrouwtjes niet wordt afgebroken, laten ze zich niet bespringen, zo simpel is het. Dus zit er maar één ding op: de kleintjes de kop in slaan. Infanticide. “ Blz. 35 (over de eerste relaties tussen mensen) Het huwelijk wordt een contract, en schuinmarcheerderij wordt aangepakt met een verbanning, verminking en stokslagen. Na een eerste buitenechtelijke wip worden nog mild, neus en oren afgekapt en bij twijfelgevallen, kan preventief en met de beste bedoelingen de clitoris worden afgeknipt. Zo’n pakketje maatregelen moet kunnen wegen op de goesting (= lust) En als het scheelt aan de goesting dan scheelt het aan bastaardkinderen. En als het scheelt aan kinderen, dan scheelt het ook aan nachtlawaai. Al zal het sowieso zeer rustig zijn vannacht; ’t is te moe om de kont nog naar omhoog te duwen. “ Blz. 179 (over de Jodenvervolging ) “ Maar zijn organisatietalent en logistieke meesterschap toont ’t pas waar gigantische aantallen niemendallen bij elkaar drijft en in deportatietreinen stampt. Beestenwagons, zodanig volgepropt dat wie sterft aan zuurstofgebrek niet eens kan omvallen en rechtstaand door zijn eerste rottingsprocesje moet. Dagen zijn treinen door weer en wind onderweg, op doortocht naar vernietigingsfabrieken, tyfusbarakken, waar ’t zijn inferieur bevonden soortgenoot naderhand met blauwzuurgas versmacht, of neerschiet of ophangt, of voor de goedkoop gewoon wat laat creperen, al naar inspiratie van het moment en de voorraad kogels. “ Je moet niet denken dat naar de bovenstaande voorbeelden dringend gezocht moest worden. Het gehele boek staat vol met zulke teksten en wie daarvan niet gecharmeerd is, doet er verstandig aan om het boek iet te lezen. Wat ik voor mezelf een tekortkoming vindt bij het lezen dag elke identificatiemogelijkheid ontbreekt omdat het enige personage dat optreedt eigenlijk de “onzijdige aanduiding ‘t “is
Daardoor blijft het verhaal voor mij op afstand. Misschien dat leerlingen met filosofie in hun pakket er ook nog enige meerwaarde voor hun examenonderwerpen uit kunnen halen. Het boek is dan ook alleen aan te raden voor goede lezers, en scholieren die van de Vlaamse cynische stijl van Verhulst houden. Ik kan me ook scholen en docenten voorstellen die het boek aan hun leerlingen zullen afraden. Verbieden is meestal geen goede strategie. Wat de literaire waarde betreft, geef ik ondanks het toekennen van de Librisprijs 2009 niet meer dan twee punten. De amusementswaarde van de leerlingen zal sterk afhangen van hun persoonlijke voorkeur. Relevante recensies In de Biblon-recensie (recensie van de Nederlandse bibliotheken) werd het bizarre werk als volg gerecenseerd. Gebonden editie van de in september 2008 gratis bij het blad Humo verspreide tekst. De titel is even slikken, maar daarna krijg je de geschiedenis van de mensheid in spetterend proza in een kleine 200 pagina's gepresenteerd. Personages zijn er niet echt in deze roman. Centraal staat 't, wat staat voor de mens in zijn algemeenheid. Pijlsnel wordt de lezer meegezogen, vanaf het op vaste wal kruipen van de mens, door momenten uit de geschiedenis, die - zonder al te veel verwijzingen - gemakkelijk te herkennen zijn, tot het nu. Een uiterst misantropisch wereldbeeld dat de Vlaamse schrijver (1970) de lezer voorhoudt. De mens staat, ook in latere ontwikkelingsmomenten, maar al te dicht bij de dieren; van hem is weinig goeds te verwachten. Verhulst heeft een ongemakkelijk geschreven. Eerder viel hij op met o.a. 'De helaasheid der dingen' en 'Mevrouw Verona daalt de heuvel af'. De roman is origineel qua invalshoek en wordt bij voortduring bijeengehouden door grotesk en bewonderenswaardig stijlvuurwerk. Vrij kleine druk. Hoewel het boek dus op 11 mei 2009 bekroond is met een belangrijke literaire prijs (Libris 2009-zie hieronder) waren de recensies in de grote bladen en door de grote recensenten bij het verschijnen van het boek helemaal niet zo positief. Arjen Peters deed het in De Volkskrant in een korte weinig zeggende recensie met een dooddoener af. In
het NRC van 2 oktober 2008 beschrijft Pieter Steinz de roman. Nee, vrolijk word je er niet van, ondanks Verhulsts humor. En voor de lezers die zich verheugden op een nieuwe aflevering van de Vlaamse soap rondom het inmiddels legendarische plaatsje Reetveerdegem zal Godverdomse dagen nog een grotere schok zijn dan voor de protestantse boekwinkels die het boek wegens de titel besloten te boycotten. Meer dan een vintage Verhulst is deze ‘roman’ een stijloefening à la Martin Amis, die in Time’s Arrow (1991) het leven van een nazi-arts vertelde van het graf tot de wieg, of à la Randy Newman, die in zijn onsterfelijke liedje The Great Nations of Europe’ (1999) het Europees kolonialisme in een cynische context plaatste. Het is de stijl die telt in de nieuwe Verhulst. En hij weet het zelf. Niet voor niets laat hij de Vlaamse verteller in Godverdomse dagen onderstrepen hoe belangrijk het is dat de mens nooit het vermogen verliest om de dingen te benoemen. ‘Want eens de stromen met woorden zullen zijn opgedroogd, zal ’t zijn eigen einde ruiken. Het einde van de woorden, dat is de dood.’ Misschien is dat dan ook het enige flintertje positieve moraal dat Verhulsts achtbaanrit door de wereldgeschiedenis ons nalaat. Op 9 oktober 2009 schrijft Arie Storm in Het Parool De plot is daarbij overbekend. We weten wat zal gebeuren; de grote geschiedenislijn die Verhulst volgt, bevat geen verrassingen. En nu deze 'intrige' ook nog eens niet wordt geschraagd door zich werkelijk ergens voor inzettende personages, wordt dit boek wel bijzonder saai. Het moet deze keer bij Verhulst dus volledig van de stijl komen. En dat zul je altijd zien: op dat Vlaams na, waarvan je moet houden, valt daar evenmin veel aan te beleven. Er wordt veel te pas en te onpas aan rijmelarij gedaan. Er zit een melige running gag in het boek, er wordt namelijk regelmatig geïnformeerd naar uitgestorven diersoorten: 'À propos, iemand onlangs eigenlijk nog een mammoet gezien?' Spreekwoorden worden ironisch in de strijd geworpen. Volksliedjes worden opgelegd geestig ingezet: 'Een eigen krot, een plek onder de zon...' Er wordt nogal wat met kreten en uitroeptekens gewerkt: 'Geen probleem! Hopla!' Nou ja, samenvattend, die stijl houdt deze keer ook niet over. Godverdomse dagen op een godverdomse bol werd ergens omschreven als een woedend boek. Het wordt geweerd door protestantse boekhandelaren. Verhulst zou een negatieveling zijn, blasfemisch, een zwartkijker. Laat u niets wijsmaken. Het boek is geschikt voor de lezer vanaf zes jaar. Even voorlezen en het kind valt vrijwel direct in een rustige slaap, dromend over een vette dodo in de pan. Ja, dat is vast wel naar zijn goesting. Max Pam, de bekende recensent van HP/De Tijd zegt op 31 oktober 2008: “ Een opmerkelijke raad bij een boek dat slechts deze filosofie uitdraagt: het was niks, het is niks en het wordt niks. Helaas werden niet alle Nederlandse literaire recensenten vrolijker van het boek. In de Volkskrant sprak Arjan Peters van een “vlakke treurzang” en in Het Parool deelde Arie Storm mee dat de Godverdomse dagen, etc beslist geen inhoud had waarvan hij van zijn stoel was gevallen.[….] Zo gaat het eindeloos door in een raar taaltje, dat een geschreven Vlaams schijnt te zijn. Veel variatie is er niet. ’t Gaat over de mens, maar er komt eigenlijk geen mens in voor. Veel hoop is er ook niet, want naast het Hollandse poepen gaat het over het Vlaamse poepen, dat wil zeggen over de geslachtsdrift. Die wordt bedreven met weer een andere menselijke uitgang. U zult begrijpen dat ook aan dat gat niet al te veel vreugde aan te beleven valt. Tenzij je een viagra-pil neemt natuurlijk. De boodschap luidt dat wij beslist niet buiten onze schoenen moeten lopen, want het is zoals Verhulst vermeldt: “Had ’t soepeler buikspieren gehad, ’t had zijn eigen fluit er allang afgebeten. Was ’t meteen ook van veel miserie verlost. Nu zit ’t daar concupiscent gaande naar god te verlangen met een stijve fluit en een natte schuif”. In de visie van Verhulst is er evenmin heil te verwachten van het geloof. Religie levert alleen maar maagden en martelaren op, die zichzelve bij hun beul komen aangeven onder de uitroep: “Sla mij, nagel mij aan een balk, beschimp mij, verneder mij, laat mij astublieft latrines proper likken, doe mij toch dood”. Soms gaat het proza van Verhulst mij in al zijn diepzinnigheid te pet te boven, zoals op pagina 182, wanneer het boek zijn hoogtepunt en de mens zijn dieptepunt nadert. Er staat dan geschreven: “Te trage werkers of kloefkappers die hun vijzen niet hard genoeg aanschroeven, bindt ‘t, truc uit de oude doos, een blokje hout tussen de tanden tegen het al te luidruchtig schreeuwen (daar kan ’t namelijk niet goed tegen, tegen dat schreeuwen, hun prostituees schieten daar soms wakker) en hangt ’t op”. Ik bedoel maar: zie de mens en zie Dimitri Verhulst. Hij was te gast in de eerste aflevering van het nieuwe boekenprogramma Iets met boeken. Of het met Verhulst iets wordt als schrijver zou ik echt niet kunnen zeggen, maar dat hij een geboren televisiepersoonlijkheid is, is wel zeker. Op de website van
8weekly zegt Miriam Rasch op 1 mei 2009 enkele dagen voor de uitreiking van de Librisprijs Is Verhulst dan zo geëngageerd? En behoort Godverdomse dagen tot de zes beste boeken van het afgelopen jaar? Wat mij betreft kunnen beide vragen met 'nee' beantwoord worden. Wel schreef hij een merkwaardig boek, dat alle genreaanduidingen tart, geen zier geeft om spanning of plot, maar in de taal alles op alles zet. Het heeft nog het meest weg van een episch dichtwerk. Voor de lezer die zich instelt op 'een verhaal met een hoofdpersonage waarin u zich ongetwijfeld zo nu en dan herkennen zal', zoals de flap belooft, kan dat nog een flinke aanslag op het uithoudingsvermogen betekenen. Het 'verhaal' is gauw verteld: ''t' – de mens – kruipt uit het water en gaat lopen, spreken, samenleven, maar vooral vreten, kezen, liegen. Tot het uiteindelijk op gelijke voet komt te staan met God, namelijk door de allesvernietigende krachten van de atoombom te ontketenen boven Hiroshima. Daarvoor: jagen, verzamelen, ijstijd, volksverhuizingen, prehistorie, Egypte, de Romeinen, middeleeuwen enzovoorts. Door die opzet, waarbij je vanzelf invult 'en toen, en toen' lijkt er tegelijk helemaal niets te gebeuren. De boodschap van Verhulst is duidelijk: de geschiedenis is een herhaling van verziekte zetten.[…] Verhulsts stijl is volkomen eigen, maar weet te spreken over de ontdekking van vuur evengoed als over de Verlichting. Het duurt alleen allemaal te lang, of juist te kort: had er een vlammende novelle van gemaakt of een echt episch dichtwerk. Ook epische dichtwerken hebben echter spanning en afwisseling nodig. Als dit het beste is wat hedendaags engagement te bieden heeft – een deprimerende visie op de mens zonder hoop op verbetering – rijst de vraag: wat boeit 't? Het juryrapport van de Librisprijs 2009 Het werk van Dimitri Verhulst was één van de vijf genomineerden voor de Librisprijs 2009. Tot veler verbazing won hij de prijs op 11 mei 2009. De juryvoorzitter Ivo Opstelten las het juryrapport voor. Op de tragikomische roman De helaasheid der dingen (2006) volgde de novelle Mevrouw Verona daalt de heuvel af (2006), een ijzingwekkend verhaal over liefde en dood. Godverdomse dagen op een godverdomse bol is weer een totaal ander boek, dat alle verwachtingen weglacht. Een schrijver die zo veel verschillende boeken op rij aflevert, noem je op z'n minst een fenomeen. Godverdomse dagen is geen klassieke roman. Dit is een van die boeken die zich op allerlei raakvlakken bewegen en een nadere genreomschrijving vakkundig omzeilen. Er is amper een plot, er is amper een hoofdpersoon. Of juist heel veel hoofdpersoon. Een onzijdig "het", afgekort tot "'t" is het collectief waar het in dit boek om draait en dat is meteen de hele mensheid. Godverdomse dagen is een sardonische komedie met de mens als dader en als lijdend voorwerp. Maar behalve als geschiedenis van een haperende mensheid valt het ook te lezen als een weergaloze stijloefening. De taal is opzettelijk scabreus en agressief, waardoor al van meet af een bepaalde toon is gezet. Duidelijk is dat in de ogen van Verhulst de mensheid geen gunstige ontwikkeling doormaakt. Er wordt af en toe gerept van voortgang, gesymboliseerd door de regelmatig herhaalde vraag van de verteller hoe laat het is. De tijd tikt voort, maar van vooruitgang is geen sprake. De mens is en blijft dezelfde hulpeloze ellendeling. We volgen hem vanaf het moment dat hij uit het water opduikt, als amfibie, tot aan de atoomaanval op Hiroshima. "Een purperen licht neemt het hele uitspansel in bezit. Magnifiek. Hiervoor zou ´t ooit uit het water gekropen kunnen zijn." Druipend van ironie beschrijft hij het vredebrengende wereldwonder, waarbij in een fractie van een seconde meer dan 70.000 zielen omkomen. Hier eindigt de geschiedenis van Verhulst. "Het is acht uur zestien", schrijft hij. "Zo laat is het. En acht uur zestien zal het altijd blijven, wat horloges één minuut later ook mogen beweren." Tussen oerwater en atoombom spelen zich allerlei ontwikkelingen af. In een notendop maken we, op z'n Verhulsts kennis met grotbewoners, legionairs, de eerste mohammedanen, uitvinders, godsdiensttwisten, de pest, een groeiend aantal stadbewoners en met de zogeheten ontdekkingsreizigers. "'t Is op een lap grond gestoten waar het nog geen weet van had", lezen we. Maar dan blijken er al andere mensen te wonen. "Okee, te lomp om het wiel uit te vinden, te imbeciel om trekdieren uit te buiten en te mallotig om met een ploeg het land te bewerken. (-) Maar 't is er toch in geslaagd om op één of andere wijze bonen te verbouwen, maïs en pompoenen te kweken." Waarna de oorspronkelijke, "in veren en vodden geklede" bewoners met harde hand tot het juiste geloof worden bekeerd. De geschiedenis komt dicht bij huis in deze roman. Zo wordt het brandmerken van slaven omschreven als een 'inwijdingsritueel', alsof het gaat om een vrijwillige studentendoop. Overwonnen volkeren moeten de taal van de overwinnaar leren spreken, ‘Het Usurpators zonder moeite'. Dat klinkt als een onschuldige NTI-cursus. Reclameclichés duiken op in het hoofdstuk over de pest. Na de uitvinding van het uurwerk wordt de zandloper niet weggegooid, want ‘die kan nog altijd worden gebruikt voor gezelschapsspelletjes'. Ook de wetenschappelijke vondst van de bacterie krijgt bij Verhulst vanzelf iets huiselijks, al zit het geniep hier in de staart: "een onooglijk klein mormel dat het deeg doet rijzen, de kaas doet rijpen en tyfus laat verspreiden." Verhulst knipoogt zelfs naar de Nederlandse literatuur. Ergens in het boek is sprake van het 'sadistisch universum', een uitdrukking die werd gemunt door W.F. Hermans. De term ‘de Grote Drie', die meestal verwijst naar Hermans, Mulisch en Reve, duikt ook op in Godverdomse dagen - maar nu dient hij om ratten, kakkerlakken en pissebedden aan te duiden. Godverdomse dagen is geen boek dat je zomaar naast je neerlegt. Verhulst laat op een bijzonder geestige manier geen spaander heel van de mensheid. Zijn formuleringen zijn wonderlijk, maar altijd welluidend, met evenveel dialectische als zelfverzonnen woorden. Soms is het verband los, soms is het strak als een snaar, maar er zit rijm in bijna elke zin. Dit boek is een vuurwerk van taal en alleen al daarom een literaire prestatie van formaat. Verhulst zoekt de grenzen op van de roman, daagt de lezer uit en zet de geschiedenis en passant ook nog even soepel naar zijn hand. Voor zijn scherpzinnige inzichten in de mensheid, met veel flair en virtuositeit gebracht, bekronen wij Dimitri Verhulst graag en van harte met de Libris Literatuur Prijs 2009 Over de schrijver en eerder gepubliceerde werk Bron: Wikepedia
Zijn eigenlijk debuut verscheen in 1994 en heeft als titel Assevrijdag. Deze vrij obscure publicatie was een initiatief van hemzelf dat enkel zijn weg vond naar wat vrienden en bekenden. Zijn 'officieel' debuut was dan met de verhalenbundel De kamer hiernaast die genomineerd werd voor de NRC Literair Prijs. Hij publiceerde verhalen en gedichten in verschillende literaire tijdschriften, waaronder Nieuw Wereldtijdschrift, De Brakke Hond en het tijdschrift Underground, waarvan hij redacteur is. In 2001 verscheen de roman Niets, niemand en redelijk stil, later dat jaar gevolgd door Liefde, tenzij anders vermeld. De roman De verveling van de keeper, verscheen in 2002. In 2003 publiceerde hij Problemski Hotel, dat vertaald werd in het Duits, Deens, Engels, Frans, Hebreeuws, Sloveens, Italiaans en Hongaars. De helaasheid der dingen (2006) werd een succesnummer. Dimitri Verhulst won er de publieksprijs van de Gouden Uil mee. Deze autobiografische schets van een Vlaamse voorstadsgemeente (Nieuwerkerken bij Aalst) werd zowel in Vlaamse als Nederlandse media zeer enthousiast onthaald. De verfilming door de Vlaamse regisseur Felix Van Groeningen liet niet lang op zich wachten. In januari 2008 begonnen de filmopnames. De filmwebsite [1] ging ondertussen open. Op het Filmfestival van Cannes 2009 werd De helaasheid der dingen geselecteerd voor de Quinzaine des Réalisateurs. De film kreeg in Cannes de Prix Art et Essai, een onderscheiding van de organisatie die 3.000 onafhankelijke bioscoopzalen wereldwijd groepeert. De literaire jongerenprijs De Inktaap nomineerde De helaasheid der dingen naast Arnon Grunbergs Tirza en Hans Münstermanns De bekoring voor zijn editie 2008. De prijsuitreiking van De inktaap vond plaats in deSingel te Antwerpen op 3 maart 2008. Dimitri Verhulst veroverde de prijs als gedoodverfde winnaar. Volgde Mevrouw Verona daalt de heuvel af (2006) dat als enige Vlaamse werk genomineerd werd voor de AKO Literatuurprijs 2007. Op 23 september 2008 stuntten zijn uitgever Contact en het weekblad Humo met de verdeling van zijn nieuwe roman Godverdomse dagen op een godverdomse bol tegen de prijs van een Humo-magazine (€ 2,30), immers het boek met een oplage van 320 000 exemplaren kreeg je gratis als bijlage bij Humo: een nooit eerder geziene promocampagne voor een Vlaams literair werk. Dimitri Verhulst verscheen in oktober 2008 (met de Nederlandse auteur Naema Tahir) aan de start van het tv-programma Iets met boeken van Canvas en VPRO. Hij werd aangezocht als curator van het boekenfestival Zogezegd in Gent 2009 dat de Literaire Lente in Vlaanderen opent. In Humo's Pop Poll 2009 werd hij de winnaar in de categorie 'beste boek' met zijn Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Voor dit werk ontving de auteur de Libris Literatuurprijs 2009. De vijfkoppige jury loofde het werk als een sardonische komedie, waarbij de mens zowel dader als lijdend voorwerp is; daarbij oordeelde men dat het boek niet onder de noemer klassieke roman valt maar elke genreomschrijving vakkundig omzeilt. De jury prees het boek als een vuurwerk van taal en een literaire prestatie van formaat van iemand die het métier tot in de puntjes beheerst. Het is een boek dat de lezer in een hoek dwingt, hem voor de keuze plaatst. De veel gehoorde vergelijking met Louis Paul Boon berust niet echt op een gemeenschappelijke stijl maar op een gemeenschappelijke (en zeer sympathieke) beschrijving van de Aalsterse "basse classe". Verhulst woont en werkt in Huccorgne, in de buurt van de Waalse stad Huy. [bewerken] Onderscheidingen • 2007 - Publieksprijs Gouden Uil voor De helaasheid der dingen • 2008 - De Inktaap voor De helaasheid der dingen, literaire jongerenprijs Vlaanderen, Nederland en Suriname • 2009 - Beste Boek 2008 Humo's Pop Poll voor Godverdomse dagen op een godverdomse bol • 2009 - De Libris Literatuur Prijs voor Godverdomse dagen op een godverdomse bol

REACTIES

K.

K.

Goeeeeddd heb er veel aan gehad ;D

11 jaar geleden

M.

M.

Zeer goed verslag, ik heb er veel aan gehad.
Goed opgedeeld, alleen jammer dat de samenvatting van de inhoud zo lang is. Maar dat is begrijpelijk, met dit boek, sinds er geen duidelijke verhaallijn inzit of geen duidelijke personages.
Echt een goed boek, en een goed verslag.
Zoals ze hier zeggen: Chapeau! ;)

11 jaar geleden

A.

A.

>niveau: docent
>krijgt een 7.2
>mfw

9 jaar geleden

T.

T.

tof boek

7 jaar geleden

F.

F.

De tijd en plaats van het verhaal
In dit bijzondere literaire werk zijn deze element niet echt van toepassing. Het verhaal bestrijkt de periode van de oerknal tot aan de oer harde knal van de ATOOMBOOM in 1945
De plaats is Moeder Aarde met een groter accent op de gebieden waarin de blanken het voor het zeggen hebben.

>> typefout: atoombom

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Godverdomse dagen op een godverdomse bol door Dimitri Verhulst"

Ook geschreven door Cees