De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2567 woorden
  • 19 mei 2009
  • 42 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
42 keer beoordeeld

Boekcover De donkere kamer van Damokles
Shadow

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde b…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als O…

Lees De donkere kamer van Damokles en je wordt meegetrokken in het jonge leven van Henri Osewoudt, sigarenwinkelier te Voorschoten. Het zijn de jaren van de Duitse bezetting: als Osewoudt moet kiezen, is het zonder bedenktijd, met leven of dood als inzet en blind toeval als bepalende factor. Als een watervlugge bokser zet Willem Frederik Hermans ons op het verkeerde been. Steeds komen de gebeurtenissen in een ander licht te staan. De donkere kamer van Damokles biedt superieur schrijverschap, bloedstollende spanning en een sluipend gevoel van ongemak. Osewoudts leven wordt ons leven. Welke keuzes maken wij?

De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De donkere kamer van Damokles SE vragen.

1. Verklaar of het motto bij het boek past. Leg uit wat het betekent en geef waarom het mooi bij de inhoud van het boek past.
“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als
hij er niet is.
Men zou kunnen willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn
als ik hem zoek.’

- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij
helemaal niet bestaat.”
Ludwig Wittgenstein


Het past goed bij het boek, want Osewoudt is constant op zoek naar Dorbeck, en hij kan hem maar niet vinden. Het is niet eens duidelijk of Dorbeck uberhoubt wel bestaat, en dat zie je terug in de laatste zin van het motto. Het motto slaat compleet op het boek, en lijkt wel een kleine samenvatting over de inhoud van het boek.

2. Verklaar de titel van het boek. Geef niet alleen aan waar in het verhaal de titel naar voren komt, maar ken ook een diepere betekenis aan toe. (ga verder dan alleen ‘noemen’). Verklaar ook de ondertitel als die er is.
De titel is de donkere kamer van Damokles. Dit staat symbool voor het zwaard van Damokles. Damokles was een hoveling aan het hof van Dionysius I van Syracuse (406 – 367 v. Chr) Hij mocht voor een dag koning zijn. Maar deze hing een zwaard aan een paardenhaar boven de troon, om hem aan te tonen in welk gevaar een tiran steeds verkeert. De dreiging is in dit geval niet afkomstig van een zwaard, maar van een – mislukte – foto, die de onschuld van de hoofdpersoon had moeten bewijzen. De donkere kamer staat naast de kamer waar alle foto’s ontwikkeld worden ook symbool voor alle donkere cellen waar Osewoudt zit opgesloten. Ook slaat het op eenzaamheid, isolement en onzekerheid van het leven. Zoals typisch in de boeken van Hermans is, komt ook hier naar voren dat de mens niets weet, en dat de mens niemand kent. De onwetendheid van het leven.

3. Bespreek (in drie alinea’s) drie verschillende karaktereigenschappen van de hoofdpersoon:
• Noem per alinea een karaktereigenschap
• En onderbouw deze (in dezelfde alinea) met een voorbeeld of (liever) voorbeelden uit het verhaal
• Geef ook het verband met het thema
Henri Osewoudt is heel onzeker. Dat merk je aan het feit dat hij denkt geen andere vrouw te kunnen krijgen, behalve zijn volle nicht. Ook is hij heel onzeker over het ontbreken van baardgroei op zijn wangen. Hij heeft de wangen van een vrouw. Osewoudt zet altijd mensen boven zichzelf.

Hij heeft een minderwaardig zelfbeeld. Dat zie je vooral terug in de relatie met Dorbeck. Als hij Dorbeck ziet realiseert Osewoust zich dat hij het mislukte exemplaar is. Hij volgt ook kwakkeloos alle bevelen op die hij van Dorbeck krijgt. Dat doet een normaal persoon niet meteen, maar Osewoudt kijkt meteen al tegen Dorbeck op.

Hij is ook obsesief. Hij is geobsedeerd door Dorbeck. Compleet bezeten. Ook is hij bezeten van vrouwen en van de oorlog. Hij denkt belangrijk te zijn, is niet zo.

4. Karakteriseer de hoofdpersoon (hoofdpersonen) en bespreek het verband met het thema en een of meerdere motieven.

Henri Osewoudt
Hij is aan het begin van het boek een onzekere jongeman. Hij heeft geen baardgroei en daardoor voelt hij zich een onvolledige man. Hij denkt ook dat zijn vrouw, een volle nicht, enkel met hem getrouwd is omdat ze geen kans heeft op een andere man. Iets wat je ook terug ziet, als ze in de oorlog haar man verraad om er vandoor te kunnen gaan met een ander. Ze is meteen weg zodra ze de kans heeft op een andere man. Met die onzekerheid komt ook een minderwaardig zelfbeeld. Dit had hij al, maar komt nog sterker aan het licht als Dorbeck in zijn leven stapt. Dan realiseert hij zich dat hij het mislukte exemplaar is. Hij verheerlijkt Dorbeck. Verder is hij ook waandenkend. In het begin van het boek is het nog een realistische man, maar aan het einde is hij compleet de weg verloren. Het meeste is hij nog bezeten door Dorbeck. Alles in het leven van Osewoudt draait om het goed gelukte exemplaar. Verder is hij ook bezeten van vrouwen en van de oorlog. Hij ziet zichzelf als een heel belangrijke pion in de oorlog, terwijl hij dat niet is.

5. Bespreek welke hoofdpersoon in een belangrijk opzicht verandert.
• Geef aan hoe hij/zij verandert,
• Bespreek ook de oorzaak/oorzaken van deze verandering en
• Geef voorbeelden uit het boek om deze verandering te verduidelijken.
Osewoudt veranderd zeker in het boek. Eerst is hij wel wat terughoudender, en dat verliest hij aan het einde van het boek. Hij heeft meer lak aan de wereld. Hij zet zich af van zijn oude persoonlijkheid en tegen de burgerlijke plichten. Hij bekend ook moorden gepleegd te hebben, hij wil enkel en alleen bewijs dat Dorbeck bestaat.


6. Bespreek en vergelijk de hoofdpersoon uit het boek … en het boek …

7. Karakteriseer een minder belangrijk persoon. Geef het belang van deze persoon aan voor het thema van het boek.

Dorbeck
Dorbeck is heel mysterieus, je komt niet veel over hem te weten. Sterker nog, aan het einde van het boek weet je niet eens zeker of hij wel of niet heeft bestaan. Hij is erg precies en goed georganiseerd. Dat merk je aan dat hij niet meer te traceren is na de oorlog, en dat alle opdrachten die hij aan Henri geeft altijd tot in de puntjes verzorgd zijn. Hij is ook vastberaden, hij weet wat hij wil. Hij is precies even lang als Osewoudt, maar wel toegelaten tot de militaire dienst. Hij heeft zich naar eigen zeggen uitgerekt.

8. Beschrijf de belangrijkste relatie uit het verhaal:
• Geef aan om welke personages het gaat
• Geef aan waarom dit een belangrijke relatie is
• Hoe die personages met elkaar omgaan en wat de invloed van die relatie op de personages (of, als er één duidelijk hoofdpersonage is: welke invloed die relatie heeft op de hoofdpersonage)

Osewoudt – Dorbeck
Dit is een belangrijke relatie omdat Osewoudt door Dorbeck zo verschrikkelijk in de oorlog verstrikt raakt. Dorbeck is het gelukte exemplaar, en daarom kan hij Osewoudt opdrachten laten uitvoeren. Osewoudt voelt zich een mislukkeling. Het hele boek draait om de relatie tussen deze twee, omdat de hoofdpersoon Osewoudt zo afhankelijk is van Dorbeck.

9. Bespreek de relatie tussen twee of meer personen in het verhaal. Geef de ontwikkeling ervan aan en vergelijk deze relatie (let op overeenkomsten en verschillen) met een relatie uit een zelfgekozen ander boek uit je lijst.

10. Bespreek de relatie tussen:
a. Moeder-zoon b. Moeder-dochter c. Vader-zoon d. Vader-dochter e. Vader-moeder.

a. Osewoudt staat klaar voor zijn moeder. Hij wil graag dat ze het goed heeft, ook als hij eigenlijk niets meer voor haar kan doen, omdat hij zelf gezocht is.
b. n.v.t.
c. Over deze relatie kom je niet veel te weten, want moeder vermoord de vader voor dat Osewoudt veel herinneringen heeft.
d. n.v.t.
e. Moeder vermoord vader. Er wordt verder niet veel over de relatie bekend. Moeder gaat naar een psychologische kliniek.

11. Vergelijk 10 a/b/c/d/e/ met a/b/c/d/e in het boek….

12. Geef aan welk perspectief het boek heeft. Bespreek vanuit welke persoon de schrijver het verhaal vertelt en wat de functie van dit perspectief is.
Het hele boek is vanuit het personage Osewoudt geschreven. Je leest zijn gedachten, en wat hij voor waarheid aanziet. De functie hiervan is dat je niet weet wat de werkelijkheid is en dat je daardoor ook als lezer met vragen blijft zitten. Dit past weer heel goed bij de schrijfstijl van de schrijver, want hiermee wil hij aangeven dat de mens niets weet, en ook niets kan weten.


13. Geef aan welke wisseling in perspectief de schrijver aanbrengt en vertel daarbij wat de gevolgen zijn van het wisselen van perspectief voor het begrijpen van het verhaal.
n.v.t.

14. Wanneer speelt het verhaal zich af? Leg uit van welk belang dit moment/deze tijd is voor het verhaal. Geef ook het verband aan met het thema.
Het verhaal speelt zich af in de tweede wereld oorlog, voornamelijk in Nederland. Dit is heel belangrijk voor het verhaal, want Osewoudt had door alle chaos die er toch al heerste in de maatschappij, veel meer kans om zich te verliezen. Hij was al geen stabiel persoon, maar de chaos droeg mee aan zijn krankzinnigheid, en waanzin.

15. Beschrijf de structuur van het boek = de opbouw van het verhaal. Beschrijf hierbij ook kort de opening en het slot van het boek. En denk aan de chronologie van het verhaal.
Het boek is helemaal chronologisch geschreven.

16. Bespreek twee belangrijke plaatsten uit het verhaal.
• Noem en beschrijf de plaatsen; denk ook aan de sfeer
• Geef aan welke rol die plaatsen spelen in het verhaal

Nederland
Dit is belangrijk omdat de tweede wereld oorlog zich in Nederland afspeelde en dat bijdroeg aan de lijn van het verhaal en alle chaos die bijdroeg aan de reacties van Osewoudt op Dorbeck.

Engeland
Hier is de chaos compleet. Osewoudt verliest hier alle controle. Verder is het natuurlijk ook een oorlogsgebied.

17. Wat is het thema van het verhaal?
• Formuleer het thema als een algemeen geldende bewering
• Leg uit hoe dit thema verbonden is met de inhoud van het boek

Het thema van het verhaal:

De mens weet niets en kent niemand.

Osewoudt is heel onwetend, en wacht alleen maar af tot Dorbeck hem weer opdrachten geeft. Hij leeft voor Dorbeck, maar hij kent hem helemaal niet. Hij weet niets van Dorbeck, en kan hem ook niet vinden als hij hem nodig heeft, omdat hij in volledige onwetendheid is gelaten.

18. Bespreek (in een opsomming van twee alinea’s) twee opvallende motieven:
• Noem het motief
• Geef per motief drie voorbeelden van hoe het motief opduikt in het verhaal
Geef vervolgens ook aan welke functiedit motief heeft in het verhaal: verbindhet motief met het thema en/of het karakter van (een van) de hoofdpersonen en/of stroming.

- Donkere kamer
Dit is de kamer waar steeds foto’s gemaakt worden en waar ze ook mislukken. Dit is heel belangrijk voor het verhaal, want het begint meteen al met de mislukte foto’s waardoor Osewoudt in het hele verhaal mee getrokken wordt. Daarnaast staat de donkere kamer ook nog voor de cellen waar Osewoudt opgesloten zit die ook bijdragen aan de wanhoop van Osewoudt. Dit staat in verband met het thema omdat Osewoudt in de donkere kamers niets weet, en ook niets kan doen. Hij is volledig machteloos.

- Foto’s
Osewoudt zijn onschuld hangt af van een paar foto’s. Daarmee zou hij kunnen bewijzen dat Dorbeck wel bestaat. Ook staat het weer in verband de donkere kamer, omdat het hem maar niet lukt om uit de onwetendheid te komen.

19. Bespreek het motief ………. in het boek.
20. Bespreek de functie van …….. in het boek.
21. Bespreek de invloed van …….. in het boek.

22. Geef aam welke bijzonderheden er zijn als je let op het taalgebruik.
Het taalgebruik is lastig, maar verder wel modern geschreven en niet moeilijk te volgen

24. Beschrijf de slotscène van het boek en geef aan hoe deze in verband staat met het thema.
Aan het einde van het boek zit Osewoudt in de cel en probeert hij als nog aan te tonen dat Dorbeck wel heeft bestaan, en ook nog bestaat. Als hij er achter komt dat hij dat op dat moment niet kan doen loopt hij weg en wordt hij neergeschoten. Hij kan nog net uitbrengen dat Dorbeck gevonden moet worden. Dan gaat hij dood aan de voeten van pater Beer. Dit staat in verband met het thema omdat Osewoudt dood gaat zonder iets te weten en hij kent Dorbeck nog steeds niet. Hij weet niet waar hij hem moet vinden, hoe hij moet zoeken. Hij weet niets van Dorbeck. Hij weet sowieso niets. Hij is erg onwetend, en dat staat dus in verband met het thema, want dat zegt dat de mens niets weet en niemand kent.


25. Bespreek een belangrijk verhaalfragment waarbij je het eens/oneens bent met wat de hoofdpersoon zegt en/of doet. Licht je antwoord toe door duidelijke argumenten te gebruiken.
Op het moment dat Dorbeck Osewoudt zijn uniform geeft, en dan verwacht dat hij het zal begraven gaat Osewoudt hier ook op in. Ik ben zou dat niet doen, zeker niet in een periode van (aankomende) oorlog. Ik zou mezelf onder de radar houden, en niet betrokken raken. Je kent de man niet, en toch vraagt hij je uit het niets iets te doen. Je weet niet aan welke kant hij hoort, en welke daden hij misschien wel op zijn naam heeft staan. Je hebt geen idee wie je aan het helpen bent. Dat lijkt ij gevaarlijk, en daarom zou ik dat nooit doen.

26. Geef je mening over het boek. Ga daarbij in op minstens drie avn de volgende aspecten.
1. Personages
2. opbouw/structuur
3. Schrijfstijl
4. Thema/motieven
5. Emotie (heeft het je geraakt?)
Ik vind het een moeilijk, maar erg goed boek. De personages zijn misschien wat overdreven, maar ik kan me wel inbeelden dat alles extremer was in de oorlog, en dat sommige mensen ook anders werden. Daarom vond ik het fijn om te lezen, omdat de personages in mijn ogen vrij realistisch waren. De schrijfstijl vond ik in het begin van het boek erg moeilijk, maar uiteindelijk raakte ik er aan gewent en vond ik het wel fijn. Doordat het wat moeilijker is ga je er dieper op in, en lees je het boek ook echt, en onthoudt je ook veel meer. Verder kan ik me goed vinden in het thema. Ik ben het eens met het feit dat de mens niets weet en niemand kent. Dat komt in dit boek heel erg naar voren, en dat is fijn om het dan te lezen. Al met al een heel goed boek.

27. Tot welke literaire stroming(en) behoort dit boek?
• Noem de stroming(en)
• Geef hiervoor drie argumenten: kenmerken van de stroming die in het verhaal naar voren komen
• Ondersteun elk van de drie argumenten met tenminste één concreet voorbeeld uit het verhaal. (‘Hij is slachtoffer van de omstandigheden’ is dus te oppervlakkig; geef aan van welke omstandigheden de hoofdpersoon –noem ook zijn of haar naam- slachtoffer is). Verwerk je argumenten + voorbeelden in een overzichtelijke opsomming.

Existentialisme.
Je ziet dit erg terug in de onwetendheid van de hoofdpersoon. Osewoudt heeft geen idee wie Dorbeck eigenlijk is, en als hij in de cel zit snapt hij ook echt niet waarom. Verder heeft hij geen idee waarom hij bepaalde opdrachten uitvoert (zoals het liquideren van bepaalde mensen) maar doet hij het maar gewoon omdat Dorbeck het hem vraagt om te doen.
Verder zie je het terug in het individualisme. Osewoudt staat er in princiepe alleen voor. Niemand die hem komt helpen als hij in de penarie zit. Hij krijgt wel hulp bij opdrachten, maar verder moet hij alles zelf doen en oplossen. Hij krijgt ook steeds nieuwe mensen om zich heen, maar blijft niet hangen bij de vorige.
Verder is Osewoudt enkel een som van de dingen die hij heeft gedaan. Osewoudt heeft het gevoel dat hij iets moet doen in de oorlog om te bewijzen dat hij ook iets kan en ook iets betekend. Zijn ontbrekende baardgroei doet hem onvolledig voelen, en daar wil hij iets aan doen. Door te bewijzen dat hij wel iets betekend, vindt hij dat hij ook een echte man is. Dat staat in lijn met het existentialisme, want dat zegt dat je enkel een som van je daden bent.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De donkere kamer van Damokles door Willem Frederik Hermans"