Schrijver:
Ernest Claes.
Tijd :
Het verhaal speelt zich af rond 1900.
Er worden veel flash backs gebruikt maar het boek is toch in begrijpelijke taal geschreven.
Hoofdpersoon:
Dit boek gaat over Lewie Verheyden, die de bijnaam de Witte heeft, vanwege zijn spierwitte haar. Soms noemt hij zich Ludovicus. Hij haalt veel kattenkwaad uit.
Samenvatting:
In het begin van het verhaal is hij negen jaar oud. Zijn vader is boer.De Witte heeft een hekel aan school maar ook niet op het land werken.Hij heeft veel fantasie. Zijn broers pesten en jennen hem ontzettend, zijn moeder moppert altijd als er iets mis gaat en zijn vader ziet hij alleen tijdens het eten . Ondanks dit is de Witte gelukkig.
Op het gebied van godsdienst is de Witte wat serieuzer dan dat hij op het gebied van school is . De Witte vond de tijd op de jongens-school in het nonnenklooster dan ook fantastisch. Daarna ging hij naar de dorpsschool. De meester duldde absoluut geen kattenkwaad , dat viel niet mee voor hem. Het dagelijkse half uurtje, waarop gezongen werd, vond de Witte het hoogtepunt van een schooldag.
Verder gaat het hele boek over de streken van hem en zijn vrienden: Dabbe Krol en Tjeef.
Aan het eind van het boek gaat hij op dertienjarige leeftijd, op eigen initiatief naar de monniken om bij hen in de drukkerij te gaan werken.
Mening :
In het boek wordt niet zozeer een avontuur van de Witte vertelt, maar eerder zijn streken en gedrag. Het is wel in contrast met de meeste boeken waar alleen maar het verhaal van de hoofdpersoon die veel beleeft.
Het is af en toe wel lastig dat er in dialect of Vlaams soms dingen in staan.
Ernest Claes.
Tijd :
Het verhaal speelt zich af rond 1900.
Er worden veel flash backs gebruikt maar het boek is toch in begrijpelijke taal geschreven.
Hoofdpersoon:
Dit boek gaat over Lewie Verheyden, die de bijnaam de Witte heeft, vanwege zijn spierwitte haar. Soms noemt hij zich Ludovicus. Hij haalt veel kattenkwaad uit.
Samenvatting:
In het begin van het verhaal is hij negen jaar oud. Zijn vader is boer.De Witte heeft een hekel aan school maar ook niet op het land werken.Hij heeft veel fantasie. Zijn broers pesten en jennen hem ontzettend, zijn moeder moppert altijd als er iets mis gaat en zijn vader ziet hij alleen tijdens het eten . Ondanks dit is de Witte gelukkig.
Op het gebied van godsdienst is de Witte wat serieuzer dan dat hij op het gebied van school is . De Witte vond de tijd op de jongens-school in het nonnenklooster dan ook fantastisch. Daarna ging hij naar de dorpsschool. De meester duldde absoluut geen kattenkwaad , dat viel niet mee voor hem. Het dagelijkse half uurtje, waarop gezongen werd, vond de Witte het hoogtepunt van een schooldag.
Aan het eind van het boek gaat hij op dertienjarige leeftijd, op eigen initiatief naar de monniken om bij hen in de drukkerij te gaan werken.
Mening :
In het boek wordt niet zozeer een avontuur van de Witte vertelt, maar eerder zijn streken en gedrag. Het is wel in contrast met de meeste boeken waar alleen maar het verhaal van de hoofdpersoon die veel beleeft.
Het is af en toe wel lastig dat er in dialect of Vlaams soms dingen in staan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden