1 Waarom heb je dit boek gekozen?
-Ik had de flaptekst gelezen en ik vond het boek wel interessant en spannend. Het klonk realistisch en van dat soort boeken houd ik meestal.
2a Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat.
-Op de voorkant staat waarschijnlijk de hoofdpersoon, de titel ‘Weg’, de naam van de schrijfster en de uitgever.
b-Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met de inhoud van het boek te maken?
Het is de hoofdpersoon Brenda.
3 Geef een titelverklaring.
-De titel heeft te maken met het feit dat Brenda wegloopt, nadat haar moeder haar mishandelt.
4 Tot welk genre behoort het boek?
-Het boek behoort tot het genre: sociaal/emotionele problemen (van de mens/van tieners).
5 a Wat is het onderwerp (thema) van het boek?
-Mishandeling en eenoudergezinnen.
b Welke bedoeling heeft de schrijver met het boek?
-Een verhaal vertellen waar veel tieners/jongeren over willen lezen. De schrijfster wil over een onderwerp belichten dat veel voorkomt.
6 Is het een interessant onderwerp? Leg je antwoord uit.
-Ik vind van wel, omdat het onderwerp over iets gaat dat nog dagelijks gebeurt en dus heel realistisch is.
7 Wie waren de hoofdpersonen in dit boek? Beschrijf kort hun karakter en zeg iets over hun uiterlijk.
-De hoofdpersoon is Brenda, ze is 15 jaar oud. Ze heeft kort bruin haar en is redelijk klein (rond de 1 meter 60).
8 Vertel kort waar het boek over gaat.
-Brenda’s ouders zijn gescheiden. Brenda woonde eerst bij haar vader, maar omdat hij met zijn nieuwe vriendin Alice naar Schotland verhuisde, was ze gedwongen om bij haar moeder, stiefvader, stiefbroer, halfbroer en –zusje. Haar moeder begint haar woede op Brenda af te reageren en als snel wordt dat mishandeling. Het wordt steeds erger na een tijdje. Ze houdt er blauwe plekken aan over en zelfs brandwonden. Ze schaamt zich ervoor, ze vertelt het aan niemand. Zelfs niet haar beste vriendin Tamar of haar stiefbroer Larry, met wie ze het goed kan vinden. Op een dag werd het te erg. Sophie, haar moeder, pakte een schaar uit de keukenla en Brenda dacht dat ze vermoord zou worden. Ze denkt alleen maar dat ze weg moet. Ze loopt weg. En ze gaat beslist niet terug.
10 Geef je beargumenteerde mening over het boek.
-Ik vind het boek goed geschreven en een interessant onderwerp hebben, omdat het duidelijk is geschreven en het makkelijk te lezen is en ik vind het boek vooral leuk omdat het een realistisch onderwerp heeft. De schrijfster heeft het zodanig geschreven dat het ook leuk is te lezen voor mensen van mijn leeftijd.
11. Stel je voor dat één van de personen een dagboek bijhoudt. Verplaats je in die persoon en schrijf minstens 4 stukjes die hij/zij in de loop van het verhaal schrijft.
Dagboekstukjes
-De vier dagboekstukjes zijn geschreven vanuit het perspectief van: De hoofdpersoon Brenda.
Dagboekstukje: 1
Vandaag was een rotdag. Ik was met Tamar, Evelien en Maud naar de stad. We gingen naar zo’n groot warenhuis. Toen Maud al had afgerekend, liepen we naar de deur, waar opeens een paar bewakers naar ons toe kwamen. We moesten mee. Ergens achter de winkel moesten we onze tassen leegmaken en opeens zat er een paar oorbellen in mijn tas. En in de tas van Maud zaten ook dingen die ze niet had betaald. Bleek dat Maud die oorbellen in mijn tas had gedaan. Ik was weer veel te laat thuis en Sophie was boos.
Dagboekstukje: 2
Ik was vandaag zeiknat thuisgekomen. Ik ben meteen naar boven gerend en ben direct in de douche gesprongen. Op een gegeven moment kwam Sophie binnen en begon op mij te schreeuwen omdat de trap nat was. Ik heb weer klappen gekregen, op mijn rug. Op mijn bovenarmen, op mijn billen. En toen zag ze wat ze deed. En het moest tussen ons blijven. Sophie had een smoesje verzonnen: ik was uitgegleden in de douche.
Dagboekstukje: 3
Sophie, Johan, Anna en Jéjé zijn vandaag naar opa en oma gegaan. Ik en Larry zijn alleen thuis. Larry vroeg of ik met hem uit wilde gaan. Ik mocht eigenlijk niet weg, maar Tamar vindt hem leuk, dus ik ging toch. Toen ik thuis kwam zag ik de auto staan. Ze waren toch weg? Ik ging achter een auto zitten, ik durfde niet naar binnen. Maar Sophie had blijkbaar de politie gebeld, want ze vonden me en brachten me naar binnen. Toen de agenten weg waren duwde ze me in de voorraadkast. Daar was ik de hele nacht. De volgende ochtend kwam ik erachter dat Johan een hartaanval had. Hij ligt in het ziekenhuis.
Dagboekstukje 4:
Een paar dagen geleden ben ik weggelopen. Ik zit nou op de boot van de oom van de O’tjes. Het is een kleine boot, maar niemand zal me hier vinden. Ik heb Larry gebeld en hij maakt zich zorgen. Maar ik kan niet terug. Er is teveel gebeurd. Sophie moet eerst weg. Ik mis Larry.
-Ik had de flaptekst gelezen en ik vond het boek wel interessant en spannend. Het klonk realistisch en van dat soort boeken houd ik meestal.
2a Beschrijf wat er op de voorkant van het boek staat.
-Op de voorkant staat waarschijnlijk de hoofdpersoon, de titel ‘Weg’, de naam van de schrijfster en de uitgever.
b-Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met de inhoud van het boek te maken?
Het is de hoofdpersoon Brenda.
-De titel heeft te maken met het feit dat Brenda wegloopt, nadat haar moeder haar mishandelt.
4 Tot welk genre behoort het boek?
-Het boek behoort tot het genre: sociaal/emotionele problemen (van de mens/van tieners).
5 a Wat is het onderwerp (thema) van het boek?
-Mishandeling en eenoudergezinnen.
b Welke bedoeling heeft de schrijver met het boek?
-Een verhaal vertellen waar veel tieners/jongeren over willen lezen. De schrijfster wil over een onderwerp belichten dat veel voorkomt.
6 Is het een interessant onderwerp? Leg je antwoord uit.
-Ik vind van wel, omdat het onderwerp over iets gaat dat nog dagelijks gebeurt en dus heel realistisch is.
7 Wie waren de hoofdpersonen in dit boek? Beschrijf kort hun karakter en zeg iets over hun uiterlijk.
-De hoofdpersoon is Brenda, ze is 15 jaar oud. Ze heeft kort bruin haar en is redelijk klein (rond de 1 meter 60).
-Brenda’s ouders zijn gescheiden. Brenda woonde eerst bij haar vader, maar omdat hij met zijn nieuwe vriendin Alice naar Schotland verhuisde, was ze gedwongen om bij haar moeder, stiefvader, stiefbroer, halfbroer en –zusje. Haar moeder begint haar woede op Brenda af te reageren en als snel wordt dat mishandeling. Het wordt steeds erger na een tijdje. Ze houdt er blauwe plekken aan over en zelfs brandwonden. Ze schaamt zich ervoor, ze vertelt het aan niemand. Zelfs niet haar beste vriendin Tamar of haar stiefbroer Larry, met wie ze het goed kan vinden. Op een dag werd het te erg. Sophie, haar moeder, pakte een schaar uit de keukenla en Brenda dacht dat ze vermoord zou worden. Ze denkt alleen maar dat ze weg moet. Ze loopt weg. En ze gaat beslist niet terug.
10 Geef je beargumenteerde mening over het boek.
-Ik vind het boek goed geschreven en een interessant onderwerp hebben, omdat het duidelijk is geschreven en het makkelijk te lezen is en ik vind het boek vooral leuk omdat het een realistisch onderwerp heeft. De schrijfster heeft het zodanig geschreven dat het ook leuk is te lezen voor mensen van mijn leeftijd.
11. Stel je voor dat één van de personen een dagboek bijhoudt. Verplaats je in die persoon en schrijf minstens 4 stukjes die hij/zij in de loop van het verhaal schrijft.
Dagboekstukjes
-De vier dagboekstukjes zijn geschreven vanuit het perspectief van: De hoofdpersoon Brenda.
Dagboekstukje: 1
Vandaag was een rotdag. Ik was met Tamar, Evelien en Maud naar de stad. We gingen naar zo’n groot warenhuis. Toen Maud al had afgerekend, liepen we naar de deur, waar opeens een paar bewakers naar ons toe kwamen. We moesten mee. Ergens achter de winkel moesten we onze tassen leegmaken en opeens zat er een paar oorbellen in mijn tas. En in de tas van Maud zaten ook dingen die ze niet had betaald. Bleek dat Maud die oorbellen in mijn tas had gedaan. Ik was weer veel te laat thuis en Sophie was boos.
Dagboekstukje: 2
Ik was vandaag zeiknat thuisgekomen. Ik ben meteen naar boven gerend en ben direct in de douche gesprongen. Op een gegeven moment kwam Sophie binnen en begon op mij te schreeuwen omdat de trap nat was. Ik heb weer klappen gekregen, op mijn rug. Op mijn bovenarmen, op mijn billen. En toen zag ze wat ze deed. En het moest tussen ons blijven. Sophie had een smoesje verzonnen: ik was uitgegleden in de douche.
Sophie, Johan, Anna en Jéjé zijn vandaag naar opa en oma gegaan. Ik en Larry zijn alleen thuis. Larry vroeg of ik met hem uit wilde gaan. Ik mocht eigenlijk niet weg, maar Tamar vindt hem leuk, dus ik ging toch. Toen ik thuis kwam zag ik de auto staan. Ze waren toch weg? Ik ging achter een auto zitten, ik durfde niet naar binnen. Maar Sophie had blijkbaar de politie gebeld, want ze vonden me en brachten me naar binnen. Toen de agenten weg waren duwde ze me in de voorraadkast. Daar was ik de hele nacht. De volgende ochtend kwam ik erachter dat Johan een hartaanval had. Hij ligt in het ziekenhuis.
Dagboekstukje 4:
Een paar dagen geleden ben ik weggelopen. Ik zit nou op de boot van de oom van de O’tjes. Het is een kleine boot, maar niemand zal me hier vinden. Ik heb Larry gebeld en hij maakt zich zorgen. Maar ik kan niet terug. Er is teveel gebeurd. Sophie moet eerst weg. Ik mis Larry.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
M.
M.
sehe
bedankt heb er heel veel aan gehad
het boek is zo spannend ik hem hem zelf 3 keer gelezen
13 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
heel leuk
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
ik vond het egt leuk het heeft mij me ook geholpen met mijn boekverslag
11 jaar geleden
Antwoorden