Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Mariken van Nieumeghen door Onbekend

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Mariken van Nieumeghen
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 3184 woorden
  • 7 juni 2008
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
59 keer beoordeeld

Boekcover Mariken van Nieumeghen
Shadow

Die waerachtige ende Een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven iaren metten duvel woende ende verkeerde.

 

Die waerachtige ende Een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven iaren metten duvel woende ende verkeerde.

 

Die waerachtige ende Een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven iaren metten duvel woende ende verkeerde.

 

Mariken van Nieumeghen door  Onbekend
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Verwachtingen en eerste reactie
Ik had nog nooit een boek uit de middeleeuwen gelezen (hoogstens een paar fragmentjes) en wist niet wat ik moest verwachten. Ik kon kiezen uit een paar boeken: Lanceloet en het hert met de witte voet, Esmoreit, Karel ende Elegast, Beatrijs en Mariken van Nieumeghen. Over elk boek kregen we een kort verhaaltje en Mariken sprak me van het begin al het meest aan. Ik houd wel van boeken waar duivels en onlogische dingen in voorkomen. In het begin moest ik erg wennen aan het oude taalgebruik, het lezen leek meer op vertalen. Ik heb toen in de bibliotheek een deel gezocht met een Nederlandse vertaling erbij. Daarna ging het allemaal een stuk makkelijker en kwam ik ook een beetje in het verhaal. Ik zou het boek zelf nooit uitgekozen hebben, maar over het algemeen vond ik het wel interessant om te lezen.

Samenvatting
In de tijd dat hertog Arend van Gelre door zijn zoon, hertog Adolf, in Buren gevangen werd gezet, woonde op drie mijl afstand van Nijmegen de vrome priester Ghijsbrecht met zijn nichtje Mariken, een weeskind dat de huishouding voor hem deed.

Op een dag stuurde Ghijsbrecht Mariken naar Nijmegen om boodschappen te doen. Als het te laat zou worden om terug te keren, moest ze maar bij haar tante (een zuster van Ghijsbrecht) overnachten, want oom zou niet graag willen dat haar iets overkwam. Nauwelijks was Mariken de deur uit of oom had er al spijt van dat hij haar had laten gaan.
Toen Mariken haar inkopen had gedaan, liep het al tegen vijven. Omdat het nog maar een uur licht zou zijn, besloot ze naar haar tante te gaan. Die had echter juist die dag een hevige ruzie gehad met een stel andere vrouwen over hertog Adolf, aan wiens kant zij stond. Ze was buiten zichzelf van woede en Mariken moest het ontgelden; tante schold haar de huid vol en zou nog liever zien dat Mariken in de Maas lag dan haar onderdak te geven. Helemaal van streek, gekrenkt en wanhopig ging het meisje weg.
Aan de kant van de weg ging Mariken zitten huilen. Het maakte haar niet meer uit of God of de duivel tot haar zou komen en ze riep zelfs drie maal de duivel aan. De duivel, die altijd op de loer ligt, hoorde wat het wanhopige meisje zei en zag in haar een geschikt slachtoffer. In de gedaante van een mens (met slechts één oog) zou hij haar proberen te paaien met lieve woordjes. Mariken schrok verschrikkelijk toen ze opeens die man voor zich zag staan. Vriendelijk informeerde hij wat er aan de hand was en zij vertelde wat er gebeurd was. Het kon haar allemaal niets meer schelen. Toen ze vroeg wie ze voor zich had, antwoordde de duivel dat hij een meester met veel kennis en kundigheid was; hij kon haar de zeven vrije kunsten leren. Nadat Mariken nogmaals gevraagd had wie hij was, zei de duivel eerst dat het er niet toe deed, maar daarna maakte hij zich dan toch bekend als Moenen met het ene oog. Hij herhaalde zijn aanbod aan Mariken (die beweerde zelfs voor Lucifer niet bang te zijn) de zeven vrije kunsten te leren en beloofde, dat het haar aan niets zou ontbreken. Het leek hem niet zo’n goed idee haar ook de ‘nigremansie (toverkunst), waar haar oom zoveel van wist, bij te brengen. Er was echter één voorwaarde aan verbonden: Mariken moest afstand doen van haar naam, want hij en zijn makkers hadden al zoveel last ondervonden van een zekere Maria... Ook zou Mariken geen kruis meer moeten slaan. Mariken had er veel moeite mee afstand van haar naam te doen, maar ze kwamen tenslotte tot een compromis: Mariken zou de eerste letter mogen behouden en dus voortaan Emmeken heten.
Toen Ghijsbrechts nichtje na een paar dagen nog niet was teruggekeerd, besloot de priester naar zijn zuster in Nijmegen te gaan. Die deed eerst of ze van niets wist, maar gaf daarna toe dat ze Mariken weggestuurd had met de mededeling, dat ze maar terug moest gaan naar de herberg waar ze de hele dag had zitten drinken en vrijen. Ghijsbrecht was daar zeer bedroefd om, maar zijn zuster vond dat hij zijn nichtje maar haar gang moest laten gaan als ze toch niet wilde deugen. Verdrietig ging Ghijsbrecht weg.
Intussen had de kasteelheer van Grave de oude hertog Arend uit de gevangenis helpen vluchten. Toen tante hoorde, dat Arend met veel feestelijkheden in ‘s-Hertogenbosch werd ontvangen, werd ze dol van woede, riep alle duivels aan en pleegde zelfmoord.
Emmeken en Moenen trokken via ‘s-Hertogenbosch naar Antwerpen, waar ze hun intrek namen in herberg De Gulden Boom. Emmeken had veel bekijks door haar wijsheid en de jaloezie onder de herbergbezoekers leidde tot moord en doodslag. Tot groot genoegen van Moenen herhaalde dat tafereel zich dagelijks, zodat hij zich van veel zielen meester kon maken.
Emmeken had wel in de gaten hoeveel kwaad ze stichtten. Ze was nu echter al zo ver op het slechte pad, dat Maria aanroepen ook geen zin meer had. Na ongeveer zeven jaar kwam bij Emmeken het verlangen op naar haar oom terug te keren. Moenen wou dit eigenlijk niet, maar gaf toch toestemming.
Samen reisden ze naar Nijmegen, waar ze op ommegangsdag aankwamen. Moenen vertelde Emmeken dat haar tante inmiddels al drie jaar dood was. Met moeite kreeg Emmeken toestemming om naar een wagenspel te gaan kijken. Het wagenspel van Masscheroen greep Emmeken erg aan. Het werd haar duidelijk dat de mens, hoe zondig hij ook is, altijd op genade kan rekenen als hij oprecht berouw toont. Tevergeefs probeerde Moenen haar van het toneel weg te voeren, maar Emmeken kreeg steeds meer berouw. Moenen werd toen woedend en voerde haar hoog de lucht in.
Toen Moenen Emmeken naar beneden gooide, schrokken de mensen hevig. Een burger zorgde ervoor dat oom Ghijsbrecht, die zich onder de menigte bevond, bij het slachtoffer kon komen. Daar lag Mariken, naar wie hij zeven jaar had gezocht! Ze sloeg haar ogen op, herkende haar oom en bekende dat ze zeven jaar met de duivel geleefd had. Met een korte bijbelpassage (bezweringsformule) joeg Ghijsbrecht de duivel op de vlucht. Met zijn nichtje ging hij naar de geleerdste priester van Nijmegen, maar die durfde haar de absolutie niet te geven.

De volgende dag nam Ghijsbrecht de heilige hostie en reisde met Mariken naar de bisschop van Keulen. Onderweg probeerde Moenen door zware stormen hen de nek te breken, maar door de krachten van het sacrament lukte hem dat niet. Helaas kon de bisschop van Keulen Mariken ook niet helpen.
Na een vermoeide reis kwamen Mariken en haar oom in Rome aan. Toen het meisje bij de paus biechtte, was deze hevig ontsteld bij het horen van zoveel kwaad. Hij bad God om raad en legde haar de volgende boetedoening op: ze moest drie ijzeren ringen dragen, één om de hals en twee om de armen, zó lang, tot ze versleten waren of vanzelf afvielen.
Ze keerden terug en Mariken werd non in een Maastrichts klooster voor bekeerde zondaressen. Ghijsbrecht reisde naar huis. Hij leefde nog vierentwintig jaar en bezocht elke dat zijn nichtje in het klooster.
Mariken leefde zo heilig en boetvaardig dat Christus na verloop van tijd zijn engel tot haar zond, die tijdens haar slaap de ringen verwijderde. Toen ze de drie ringen naast zich zag liggen, wist ze dat God haar genade had geschonken.
Mariken leefde nog twee jaar en deed voortdurend boete. De drie ringen werden boven haar graf gehangen.

Analyse
Titelverklaring:
De volledige titel is: Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren metten duvel woende ende verkeerde. De titel is dus eigenlijk een samenvatting van het hele verhaal. De meest gebruikte titel, Mariken van Nieumeghen, is gewoon de naam en plaats van herkomt van de hoofdpersoon.

Personages
Mariken: Mariken, later Emmeken genoemd is de hoofdpersoon uit het verhaal. Ze is een lief en gelovig meisje die altijd haar oom helpt. Ze is ook nogal naïef en onschuldig. Ze raakt helemaal in de war, omdat haar tante haar uitscheld. Hierdoor sluit ze zonder verzet een bond met de duivel Moenen. Ze is dus geestelijk niet zo sterk. Toch blijft ze tijdens haar hele periode van zonde diep in haar hart nog gelovig en op het eind is ze bereid om alles te doen voor vergiffenis. Dat wordt ze dus weer heel vroom

Moenen: Moenen is een duivel en dus de personificatie van het kwaad. Zijn grootste wens is om zieltjes te winnen voor Lucifer en hij geniet van pijn van andere mensen. Toch kan je ook lezen dat hij wel om Mariken ‘geeft’, zo geeft hij haar meerdere malen haar zin bij bijvoorbeeld het terugkeren naar Nijmegen, het bekijken van het wagenspel en het compromis over haar naam.


Gijsbrecht: Gijsbrecht is de vrome priester en oom van Mariken. Hij heeft haar opgevoed toen haar ouders dood waren en houdt veel van zijn nichtje. Hij blijft voor haar bidden de gehele 7 jaar en red haar op het eind door de duivel weg te sturen met een bezwering. Hij is een lieve man met wie je sympathie hebt.

Tante: Tante is erg begaan met de politiek en kan daar ook nogal kwaad om worden. Ze is snel aangebrand en nogal gemeen. Ze pleegt uiteindelijk om politieke redenen zelfmoord. Zij is de reden dat Mariken op het slechte pad komt.

Perspectief: Het is afwisselend dialoog en een alwetende verteller.

Tijd:
het verhaal speelt zich af rond de gevangenneming van Arnold van Gelre, dit is dus ongeveer vanaf 1465. De vertelde tijd is ongeveer 33 jaar. 7 jaar met de duivel, 24 jaar boete doen in het klooster en dan leefde ze nog 2 jaar na de vergeving van haar zonden. De tijd in het klooster wordt heel beknopt weergegeven en daar zijn ook geen dialogen van. Het belangrijkste stuk is dus de zeven jaar dat ze met de duivel leefde. De verteltijd 1145 versregels.

Thema:
Zelfs na de ergste zondes is er voor de berouwvolle mens nog vergeving mogelijk.


Motieven
- Goed en kwaad, met God als het goede en de duivel als het kwaad.
- Zonde, berouw en vergeving
- De verleiding van het kwaad
- Wonderen(zo overleeft Mariken een hoge val)
- Getallensymboliek:
7: staat voor afgesloten periode, ze verkeerd 7 jaar met de duivel en leert de 7 kunsten
3: staat voor goddelijke drie-eenheid. Ze woont 3 mijlen van Nijmegen, krijgt 3 ijzeren banden en komt in Nijmegen 3 jaar na de dood van haar tante.
- Bijgeloof, de duivel is bang voor de naam Maria en de duivel heeft een gebrek(Moenen heeft maar een oog).

Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Nijmegen(bij tante en bij wagenspel), Antwerpen(de herberg), Keulen en Rome(op zoek naar iemand die haar vergiffenis kan schenken) en Maastricht(waar het klooster voor bekeerde zondaressen is)

Stijl:
Omdat het een toneelstuk is zijn er veel dialogen. De dialogen zijn ook in rijm geschreven. Voor elke dialoog is een stukje inleidende tekst. Het is geschreven in Middelnederlands en is daarom soms een beetje moeilijk te volgen. In de verzen zitten een paar taalslordigheden, de prozastukken zijn beter geconstrueerd. Er wordt ook redelijk wat in gescholden en is dus voor die tijd realistisch taalgebruik. Vooral de tante scheldt erop los.


Verwerkingsopdracht 31
1. De middeleeuwse samenleving was theocentrisch, dat wil zeggen dat God en godsdienst centraal stonden. Spelen God en godsdienst ook een(belangrijke) rol in het werk dat jij gelezen hebt? Leg je antwoord uit.
Het hele verhaal van Mariken draait eigenlijk om God en hoe vergevingsgezind Hij is. Het laat duidelijk het theocentrische beeld van de wereld zien, die de mensen toen hadden. Je moet leven voor God, zodat je later in de hemel komt(memento mori: gedenkt te sterven). Ook legt het uit dat als je echt berouwvol bent God zelfs de grootste zondes vergeeft. De goedheid van God wordt dus erg benadrukt. Het is in een tijd geschreven(±1514), waarin de heksenjacht in volle gang was. Daarom wordt in dit toneelstuk ook nog even extra goed benadrukt dat hekserij slecht en gevaarlijk is en je nooit mag omgaan met de duivel. Er wordt echter ook gezegd dat er nog hoop is voor de heksen als zij zich bekeren en berouw tonen.

2. Hoort het werk dat jij gelezen hebt bij een bepaalde stand (bijvoorbeeld de adel, de geestelijken of de burgers)?
Mariken hoort bij de stand van de geestelijken. Zij gebruikte dit verhaal om het geloof op een voor de burgers begrijpelijke manier te brengen. Dit merkt je doordat het verhaal alleen maar over zonde en vergeving(door God) gaat en een belangrijkste functie van het spel is om te laten zien dat God heel genadig is.

3. Is het werk anoniem verschenen, of weet je wie de schrijver is?
Mariken is net als veel verhalen uit de middeleeuwen anoniem verschenen. Je kunt echter op grond van het Brabantse taalgebruik met Vlaamse accenten en de bekendheid van de schrijver met Antwerpen gokken dat hij een Antwerpse rederijker was.

4. Tot welk genre behoort het werk? Leg uit welke kenmerken van dit genre in het boek terug vindt.
Mariken behoord tot het geestelijke toneel uit de periode van de rederijkers. Deze rederijkers verenigde zich in rederijkerskamers en legde zich toe op het schrijven van poëzie en toneelstukken. Rederijkers schreven verschillende soorten toneelspelen (wel vaak met een hoog gelovig of moralistisch gehalte), waarvan Mariken een Mirakelspel is. Dit kun je zien omdat er in dit boek wel 2 wonderen gebeuren op religieus gebied: Ze overleeft een torenhoge val en haar ijzeren banden worden afgedaan door een engel. Het is ook een beetje een Mariaspel, Maria wordt namelijk meerdere keren vereerd. Zo houdt Mariken de M in haar naam en zij speelt een grote rol in het wagenspel van Masscheroen, wat ook in het verhaal voorkomt. Hoewel het duidelijk onder het genre geestelijk toneel valt is het niet zeker of dit verhaal ook echt als toneelspel is opgevoerd. Er wordt gesuggereerd dat Mariken eerst gewoon in proza was geschreven en later in rijmende dialogen is omgezet (dat is makkelijker om te lezen). De engelde versie is namelijk helemaal in proza.
Het verhaal zit eigenlijk tussen de middeleeuwen en de renaissance in, o.a. merkbaar door: de dorst naar kennis, de realistische beschrijvingen en doordat Mariken geen standaard type van een zondig mens is.


Eindoordeel en evaluatie
Ik heb wel van Mariken genoten. Ik had nog nooit iets uit de middeleeuwen gelezen op een paar fragmenten na, dus het was helemaal nieuw voor me. Ik vond het interessant om over de denkbeelden uit de middeleeuwen te lezen, die zijn namelijk heel anders dat nu.
De gebeurtenissen in het verhaal kwamen mij heel onlogisch voor. Het grootste gedeelte van het boek leeft ze met de duivel en er komen ook enkele wonderen in voor. Ik als atheïst geloof niet eens dat God en duivels bestaan, laat staan zich met het leven van een lief meisje gaan bemoeien. Ik vind religie wel interessant, dus het sprak me wel aan. Ik kon het verhaal niet letterlijk vergelijken met iets wat ik meegemaakt heb, maar je kunt het verhaal wel omzetten naar een verhaal uit deze tijd. Maak van Moenen een loverboy en het wordt allemaal een stuk realistischer. Ik ging me bij het boek wel afvragen hoe erg het leven van de mensen uit die tijd beïnvloed werd door het geloof.
Omdat ik me niet echt in de gebeurtenissen kon verplaatsen ging dit ook moeilijk met de personages. De personages waren ook niet echt uitgebreid beschreven en eigenlijk allemaal types. De duivel was de stereotype voor het kwaad, de oom voor de goede mens, Mariken als onschuldig meisje die erin geluisd werd. Je kwam ook bijna niks te weten over hun gedachtes. Mariken zelf vond ik nogal een naïef kind en niet erg interessant. Moenen vond ik wel erg leuk, hij is erg grappig en lekker sluw.
Voorbeeld: Mariken vraag Moenen of hij haar de zwarte kunsten wil leren, maar hij weigert onder het mom dat het gevaarlijk is. Daarna zegt hij dit tegen zichzelf:

Ha, ha, dat heb ick haer ontgheven.
Wat sou si nighermancie begheeren te leeren!
Cost si nighermancie, twaer om te verseerne,
Ende tot haren accoort te keerne
die gheheel helle ende te brenghen in laste;
Ende tware om mi te bedwinghen, alst haer paste;
Oft mi yewers te legghen vaste,
daer ic en soude moghen wech noch van.
Haer nighermancie te leeren, daer en come ic niet an.
So ick best can,
sal ick haer dat houden uuten sinne.
Hoort, wat ic u noch leeren sal, mijn schoone minne,
Om dat ghi die nighermancie sout laten varen.

Vertaling
Ha ha! Dat heb ik haar op doen geven.

Als zij in die kunst bedreven zou wezen,
Dan had ik heel wat van haar te vrezen,
Dan zou zij mij van mijn plannen genezen
De hel zou een toontje lager zingen
Ze zou mij desgewenst kunnen bedwingen
En vast kunnen binden en dat soort dingen
En dan kwam ik niet weg en daar zat ik dan
Haar zwarte kunst leren?Dat komt er niet van.
Zo goed als ik kan
Zal ik die neiging in haar betomen.
Hoor wat ik je leren zal, vrouw van mijn dromen
Als je de zwarte kunst laat varen

Het verhaal is helemaal chronologisch en geeft in die richting dus geen problemen. Ik vond de afwisseling tussen proza en verzen leuk en dat zorgde er ook voor dat het niet alleen maar dialoog was(wat nogal saai is). Het verhaal was niet echt spannend en het liep niet echt toe naar een eind. Er was dus niet een of ander iets wat je het hele boek door doorgraag wil weten en je nieuwsgierig maakt naar de afloop. Daardoor raakte je soms ook niet helemaal in het verhaal.
Het taalgebruik is Middelnederlands, wat niet altijd even makkelijk is om te lezen. Het was soms echt even puzzelen en dat gaat dus wel vervelen. Ik heb toen een boek met vertaling ernaast genomen om dingen waar ik niet uitkwam ook in vertaling nog even zag. De vertaling was echter niet altijd kloppend of naar mijn mening niet mooi gedaan, dus ik bleef ook het Middelnederlands lezen. In het boek werd redelijk wat gescholden. Zo zegt Moenen een keer: Minen steert ic bepisse( Ik bepis mijn staart). Bij dat stuk, schoot ik echt in de lach. Ook tante kan er wat van.


Tante
Ey, dobbel velleken,
Al en doch die waerhaeyt niet gheseyt
Ghy hebt menichen rey ghereyt,
Daer die pijper geen vijf groote en wan.
Ende al gaetmen langhe af ende an,
Tes al maecht tot dat den buyck op rijst.

Vertaling
Zeg, dubbelhartige slet
Al durf je dan de waarheid niet aan
Jouw benen zijn vaak uit elkaar gegaan
Om te genieten van iemand zijn fluit
Maar al gaan er zoveel in en weer uit
Elke meid noemt zich maagd tot haar buik opzwelt.

Al met al vond ik het wel een leuk boek, al zou ik het zelf nooit hebben uitgekozen in de bibliotheek. Sommige stukken waren erg geestig (al waren ze misschien niet zo bedoeld) en je leerde er goed de denkbeelden uit de middeleeuwen door kennen. Ik ben erg tevreden over de keus die ik gemaakt heb.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Mariken van Nieumeghen door Onbekend"