Titel: Het achter huis
Auteur: Anne Frank
Genre: Oorlog

Het verhaal gaat over een joods meisje dat Anne Frank heet. Ze was jarig en kreeg voor haar 13de verjaardag een dagboek. 2 dagen later begon ze erin te schrijven. Ze vertelde in dat boek hoe het thuis verliep. Een paar dagen later krijgen ze bericht dat ze moeten onderduiken omdat Hitler alle joden wil oppakken en in concentratiekampen wil zetten. Miep Gies heeft ervoor gezorgd dat ze konden onderduiken Ze gaan schuilen in een huis in Amsterdam. De straat is Prinsengracht 267. Ze gaan daar onderduiken met nog een gezin: Familie van Pels en een man die heet Fritz Pfeffer. Ze noemen het ‘Het achterhuis’ omdat ze vooraan het huis nog een kantoor is. Het is gescheiden door een kast dat voor de deur is gezet. Ze vertelt in het boek over de belevenissen in het huis. Hoe ze slapen, eten en dat soort dingen. Ze vertelt ook dat je geen herrie mag maken als de mensen in het kantoor aan het werk zijn. Ze mogen overdag ook niet de wc doortrekken, want die mensen weten niet dat ze er zitten. Miep regelt al het voedsel en de dingen die ze nodig hebben om te overleven. Op 4 augustus kwamen er plotseling mensen binnen met revolvers. Één van die mannen was een Duitse politie. De families mochten nog wat kleren inpakken en werden met auto’s naar de Duitse politie gebracht. Later werden ze in kampen opgesloten. De vader van Anne Frank heeft het als enige van de familie overleeft. 2 maanden nadat hij is thuisgekomen krijgt hij te horen dat zijn beide dochters zijn overleden. Anne en Margot (haar zus) hebben een half jaar in het kamp geleefd en is toen zijn ze overleden aan vlektyfus.

De hoofdpersoon in het boek is Anne Frank. De belangrijkste bijpersoon is Hitler.

Anne Frank is een stil meisje van 13 jaar dat een dagboek bijhoud over het onderduiken.
Hitler is een man die oorlog voert met alle joden. Die moeten uitgeroeid worden volgens hem omdat ze heel veel nare dingen doen.

De plaats van het verhaal begint in Anne Frank’s huis zelf. Daar krijgt ze te horen dat ze moeten onderduiken en dan gaan ze naar de Prinsengracht 267 in Amsterdam. Daar schrijft ze de rest van haar verhalen.

Het verhaal speelt zich af vanaf 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944. Haar dagboek begint en eindigt bij die datum. Maar er zijn nog meer verhalen die ze niet heeft opgeschreven. De periode waarin het word verteld is elke dag wel een beetje. Als ze die dag niet veel heeft meegemaakt schrijft ze er niet in. Het verhaal wordt door elkaar verteld want soms krijg je andere datums er tussendoor.

Het verhaal begint met een gebeurtenis want ze verteld gelijk wat ze die dag heeft gedaan en ze vertelt niet dat ze zoveel jaar is en hoe ze eruit ziet enzovoort.

Het probleem is dat Hitler oorlog wil voeren tegen de joden en dat daardoor heel veel joden doodgegaan zijn. Het boek heeft een slechte afloop omdat bijna de hele familie Frank is doodgegaan. Het verhaal is een gesloten einde omdat alleen Otto Frank (de vader van Anne) de oorlog heeft overleeft. De rest is allemaal overleden in de concentratiekampen.

Het boek is in een ik vorm geschreven want ze verteld steeds wat zij heeft meegemaakt en wat zij denkt over anderen.

De titel Het achterhuis past bij het verhaal omdat ze ondergedoken zitten in het achterhuis.

Ik dacht aan het begin dat het wel een interessant verhaal zou zijn maar als je een stukje verder leest dan vond ik het niet zo goed meer. Ik vond het jammer dat ze steeds vertelde over de ruzies die ze had en dat ze niets vertelde hoe het voor die tijd was. Ze vertelde gelijk dat ze jarig was en dat ze moest onderduiken. Het verhaal was niet makkelijk te lezen want de volgorde klopte niet helemaal. Dat begon het weer met 12-04-1943 en dan weer ineens 27-12-1942. Maar ik vind het wel een heel zielig verhaal dat het vroeger zo ging.