Alice in Wonderland door Lewis Carroll

Alice in Wonderland

Alice zat met haar zus in de tuin, Alice was een beetje slaperig. Opeens zag ze een konijn bij haar voeten die begon te praten en later rende het konijn weer weg. Alice rende achter het konijn aan, dat inmiddels een groot hol binnen was gerend. Alice kroop er achterna. Maar Alice dacht er niet aan hoe ze terug moest. Toen voel Alice op iets zachts. Ze kwam in een kamer waar een grote tafel stond met een sleutel erop liggend. Er omheen in de kamer waren allemaal deuren. Ze probeerde de deuren te openen maar dat lukte niet. Toen probeerde ze een heel klein deurtje. De sleutel paste. Achter de deur was een mooie tuin, maar Alice was te groot voor de deur. Op de tafel achter haar stond nu opeens een flesje waarop stond Drink mij. Alice dronk uit het flesje en opeens kromp ze. Nu paste de sleutel, alleen was ze de sleutel vergeten toen ze hem op de tafel had gelegd. Alice begon te huilen, waarop er opeens een stukje cake op de tafel kwam te liggen met "Eet Mij" erop. Alice groeide weer en kwam met haar hoofd tegen het dak. Waardoor ze weer huilde, ze had inmiddels een grote plas water gemaakt van haar tranen. Alice pakte de sleutel. En dronk toen weer uit een flesje waardoor ze kromp. Maar toen zat ze vast in een zee gemaakt van haar tranen. In de zee zag ze een muis zwemmen waar ze naar toe zwom. Alice begon aan de muis te vertellen over haar kat Diana, maar daar werd de muis boos over en zwom weg.
Ze ging achter de muis aan naar buiten, waar ze allemaal dieren ontmoette. Zoals een Dodo die een wedstrijdje organiseerde om Diana warm te krijgen want ze had het koud.


Na nog een karweitje gedaan te hebben voor konijn, om iets te halen uit zijn huis zag Alice een kikker op een bloem. Die zei: "Als je van deze kant eet groei je en als je van de andere kant eer krimp je" De kikker ging er vandaar. Alice probeerde aan alle bij de kanten een hapje en het werkte, Alice wilde graag een huis binnen dus liet ze zich groeien. In dat huis zat een vrouw met een kind en een poes. Alice vroeg een aantal dingen over de poes.
De vrouw zou kaart gaan spelen met de koningin dus Alice moest op de baby passen. Alice ging naar buiten met de baby, waar de baby plotseling veranderde in een big. De big ging ervandoor. Alice zag een kat in een boom die begon te praten, Alice vroeg de weg. Maar de kat vertelde dat er slechte mensen wonen aan elke kant. De kat verdween.

Alice ging een kant op waar ze na een tijdje een huisje zag. Daar zaten een mannetje en een vrouwtje en iets wat sliep, aan tafel. Alice praatte met de mensen/dieren. Buiten aangekomen zag ze een boom met een deurtje, ze ging er door heen en kwam in een tuin. Met allemaal levende kaartensoorten. 3 ervan waren witte rozen rood aan het verven. Alice vroeg waar ze dat deden. De kaarten vertelde dat de koningin anders hun hoofden eraf liet halen. Toen kwam de koningin die zei: Haal hun hoofden eraf. De koningin vroeg of Alice mee wilde doen met de kaarten. Alice deed mee, maar ze kende het spel helemaal niet.

Alice zag de kat weer en praatte met hem, maar opeens zij de koningin: Haal haar hoofd eraf. De wachters protesteerden. Alice wilde weer groot worden en nam wat te eten wat ze in haar zak had. Toen groeide zo tot ze 2 huizen groot was. De kaarten waren boos en gingen opstapelen. Toen werd Alice gewekt door haar zus. Alles was maar een droom!