Titelbeschrijving:

Naam schrijver: Theo Thijssen
Titel: De gelukkige Klas
Uitgever: Polak & Van Gennep
Plaats uitgave: Amsterdam
Jaar 1e druk: 1926
Aantal blz. : 206

De eerste reactie achteraf

Ik vind dit boek:
niet /een beetje /erg
Spannend
Meeslepend
Ontroerend
Grappig
Realistisch
Fantasierijk
Interessant
Origineel
Goed te begrijpen
Optimistisch
Goed geschreven

Dit werk heeft me aan het denken gezet. Over hoe het is om als schoolmeester voor een armoede klas te staan in de jaren 1920-1930. Met een aantal verschillende kinderen, er is een ziek of een ander kan niet lezen of er is een met een probleem thuis enz.

Dit werk spreekt me niet echt aan want, het is niet echt mijn stijl ik lees liever wat spannender boeken met wat afwisseling, dit gaat de hele tijd over dat klassenboek en de klas en de kinderen zelf.


De analyse

1 Genre:
”De gelukkige klas” valt onder de dagboekromans. Het verhaal is het dagboek van meester Staal, tijdens de 5de en de 6de klas (groep 7 en 8 op de basisschool). Waardoor je alles door de ogen van de onderwijzer ziet.
De titel is “de gelukkige klas”slaat op de klas van meester Staal. Het is een klas van ongeveer 40 leerlingen.

Reden om te bespreken: Het is wel apart om een boek te lezen dat eigenlijk een dagboek is van iemand waarvan je veel te weten komt omdat hij ook zijn gevoelens daarbij opschrijft.

2 Titel, opdracht, motto en opdracht
De titel is: ”De gelukkige klas” verklaring daarvoor is dat het boek over een klas gaat die beschreven wordt door de onderwijzer zelf. De klas is in de ogen van Staal gelukkig omdat hij ze goed behandelt.
De opdracht: Door dit boek opnieuw en gratis uitte geven probeert men Nederland aan het lezen te krijgen ter gelegenheid van Nederland leest 2007. Men zal vanaf 19 oktober tot 16 november verdiept zijn in de gelukkige klas, zo luide het motte van stichting lezen.

Reden om te bespreken: Van Staal noemt zijn eigen klas de gelukkige klas, dat is best vreemd want het zijn best veel armoedige kinderen waarvan, de ouders soms maar net de kosten van 1 cent kunnen betalen.
Theo Thijssen, de schrijver van het boek heeft het boek in werkelijkheid zonder opdracht geschreven, maar doordat stichting lezen Nederland aan het lezen wou hebben, heeft dit boek ineens wel een opdracht.


4 Motieven
Er komen en aantal motieven in het boek voor dat zijn de volgende:
- het dagboek van Staal.
- Staal zijn Franse studie.
- Het klassenschrift.
- Louis van Rijn leerling uit Staal zijn klas. (zie personages)
- Fok een leerling uit Staal Zijn klas. (zie personages)

Het dagboek: je leest het verhaal vanuit zijn dagboek, dus dat is wel het belangrijkste element uit het verhaal.

De Franse studie: Staal moet van zijn vrouw deze studie volgen zodat hij hogerop kan komen in het onderwijs. Staal zegt soms tegen zijn vrouw dat hij bezig is met Frans terwijl hij in zijn dagboek schrijft, maar uiteindelijk in de 2e helft van het verhaal als de 6e klas begint heeft hij zijn studie gehaald.

Het klassenschrift: in het begin van de 5e klas wordt het klassenschrift ingevoerd. De onderwijzers aan de school moeten deze invullen zodat de inspecteur kan controleren wat hun zowel uitvoeren. Staal vindt het niet zo’n geweldig idee maar doet wel erg zijn best om het zo goed mogelijk in te vullen en besteed daar veel werk en tijd aan.


Reden om te bespreken: De motieven zijn niet echt belangrijk in een echt verhaal, maar voor Staal zijn deze dingen erg belangrijk dus het is opvallend dat deze dingen naar voren komen.

5 Personages
De hoofdpersoon is Staal, hij is een onderwijzer aan een basisschool in Amsterdam waar best veel armoede is, hij geeft les in de 5e klas en later ook in de 6e klas. Hij is erg precies als het om zijn klassenschrift gaat terwijl hij het niet nodig vindt. Hij is erg met zijn klas bezig en wil het liefst het beste voor hen en probeert een zo goed mogelijk onderwijzer te zijn.

Bij personen:
Louis van Rijn: Louis heeft een ziekte en heeft een bochel, hij mist veel lessen maar is erg goed in lezen en rekenen. Staal heeft veel medelijden met deze jongen en als deze ziek wordt brengt Staal hem ook bezoekjes en neemt rekenen en leesboekjes mee, maar Louis krijgt open wonden op zijn rug en overlijdt daar dan ook aan. Nadat Louis is overleden houdt het boek ook op dus hij zou wel belangrijk voor Staal zijn geweest.

Fok: Fok heet eigenlijk Fokkie Goosens maar wordt door iedereen fok genoemd. Fok is een beetje het hulpje van de onderwijzer, hij helpt hem vrijdag middag altijd opruimen en voelt Staal erg goed aan want hij hoeft maar een knikje te geven en Fok pakt de leesboeken. Fok spreekt ook volgens de klas.

Zijn vrouw: (ik ben Haar naam nergens tegen gekomen) zij is er erg voor dat hij zijn Franse studie doet en die voltooid. Zij vindt de kinderen uit de klas eigenlijk maar een paar stumpers.
Ze kan soms erg botte opmerkingen maar daar heeft ze meestal later spijt van. Zij hebben ook een dochter Greetje.

Reden om te bespreken: Je bekijkt de bijfiguren door de ogen van Staal dus je krijgt alleen maar het beeld te zien hoe Staal ze beoordeeld. Dus het is soms lastig in te schatten hoe ze echt kunnen zijn.

6 Perspectief
Je beleeft het verhaal door de ogen van Staal, dat komt doordat Staal alles in een dagboek opschrijft en je leest eigenlijk zijn dagboek. Het ik-perspectief wordt hier toegepast dus je komt veel te weten van de hoofdpersoon, je kent zijn gevoelens,gedachten en hoe hij reageren kan.

Opmerking: je komt niets te weten over de gevoelens of gedachten van de andere personen.


Reden om te bespreken: Je verplaatst je helemaal in de hoofdpersoon omdat hij je alles door zijn ogen laat zien en beleven.

11 Stijl
De stijl is erg ouderwets er komen veel oude uitdrukkingen in voor en veel ouderwetse woorden, maar het is wel begrijpelijk. Je wordt meegenomen in de tijd van toen, het is erg meeslepend omdat de taal ook oud is en het verhaal ook.

Recensie

Het is een meeslepend boek, het is wel eens leuk om een klas eens door de ogen van een leraar te kunnen zijn.
Toen ik in het boek begon was er niet zo veel aan maar je werd snel meegesleept in de gebeurtenissen van Staal en zijn klas.

Door het boek zie je dat een leraar ook niet altijd in eigen belang handelt maar vaak in het belang van de leerling zelf. Als leerling zelf zie je dit vaak niet. Ik kon soms geen begrip tonen voor de leraar, omdat hij tegen de kinderen iets heel anders zegt dan dat hij denkt.

Het thema van het verhaal is de verhouding tussen klas en leraar, hoe de leraar de omgang met leerlingen ervaart. Verteld wordt hoe de klas op een opmerking of grap reageert die Staal hen verteld.
Een ander thema is armoede. Veel ouders van de kinderen kunnen maar net de schoolkosten van 1 cent betalen of een jongen die trakteerde op verrotte noten omdat zij niet beter konden betalen.

De Hoofdpersonage is Staal de onderwijzer. Hij schrijft al zijn gebeurtenissen op in zijn dagboek hij vermeldt daar ook zijn gevoelens en gedachten bij. Hij heeft altijd het beste voor met zijn klas/kinderen en heeft begrip voor situaties die zich in de klas voordoen.
De bijfiguren zijn meestal stereotypen want ze hebben allemaal wel een ander soort karakter trekje.


De tijdsduur zijn 2 school jaren, telkens begint Staal weer opnieuw met schrijven aan zijn dagboek. Het staat er constant bij wanneer het ongeveer is. De maanden vliegen voorbij, want er worden grote stukken tijd overgeslagen. Dit is natuurlijk omdat er niet constant interessante dingen kunnen gebeuren in een klas.

De stijl is nogal ouderwets. De zinsbouw is niet moeilijk. De woorden ook niet maar er komen wel een aantal ouderwetse woorden in voor.

Samenvatting (overgenomen van http://www.scholieren.com/boekverslagen/27338 )

De gelukkige klas is een dagboek-roman dat over het leven van meester Staal gaat.
Staal is een onderwijzer op een basisschool in Amsterdam. Hij geeft les op een zogenaamde armenschool, de ouders van de kinderen hoeven geen schoolgeld te betalen. De vrouw van meester Staal wil graag dat hij een cursus Frans doet en dan bij een betere school gaat lesgeven. Maar Meneer Staal wil dit niet, hij is erg tevreden met zijn werk op zijn huidige school. Dus wanneer de vrouw van meester Staal denkt dat hij bezig is met Frans woordjes leren en grammatica, schrijft meester Staal een dagboek, het gaat over de dagen op school.
Op zijn school wordt een nieuwe regel toegepast, alles wat leraren doornemen met de leerlingen moet worden opgeschreven in een zogenaamd klassenschrift. Enkele leraren vinden het onzin, maar meester Staal doet zijn best om zo goed mogelijk over te komen, mocht er een onderwijsinspectie komen. Als het schooljaar al een tijdje is begonnen komt Louis van Rijn binnen, een jongetje met een bochel. Hij was een halfjaar weggeweest maar is nu weer terugkomen en zit nu in een andere klas. Hij wordt een beetje geplaagd maar meester Staal doet zijn best om die kinderen hard aan te pakken. Het jaar vordert en in het dagboek schrijft meester Staal alle avonturen in de klas. Je kan zien dat het hele arme kinderen zijn, zelfs met lage schoolgeld van 1 cent hebben sommige ouders nog een probleem, een jongen deelt op zijn verjaardag allemaal verrotte nootjes uit omdat hij niet betere kan betalen.
Hij beschrijft veel van zijn leerlingen in zijn dagboek maar een paar leerlingen komen vaker naar voren dan anderen: Hilletje, Louis, Fok en Roos ook nog wel.
Het boek gaat weer verder in klas 6, meester Staal heeft zijn cursus Frans afgerond. Het gaat niet goed met Louis, hij wordt steeds zieker. Hij krijgt uiteindelijk open wonden. Hij kan niet meer naar school toe komen en meester Staal bezoekt hem thuis en laat hem leesboekjes lezen. Louis sterft aan zijn open wonden, het boek stopt hierna ook. Er is een soort epiloog: twee brieven van leraren waaruit blijkt dat onderwijzer Staal aan een longontsteking is gestorven.