Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Een jongensoorlog door J. Bernlef

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
Boekcover Een jongensoorlog
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1598 woorden
  • 9 november 2007
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
30 keer beoordeeld

Boekcover Een jongensoorlog
Shadow

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp en op school weet hij met enige moeite een eigen plek te veroveren. De wereld in het dorp lijkt duidelijk. De dokter heult met de vijand, boek Tulp houdt vast aan zijn principes, de buurman…

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp…

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp en op school weet hij met enige moeite een eigen plek te veroveren. De wereld in het dorp lijkt duidelijk. De dokter heult met de vijand, boek Tulp houdt vast aan zijn principes, de buurman is een NSB'er die met de vrouwen solt. Maar langzaam wijkt de gemakkelijke dagelijksheid en ontdekt Michiel dat niet alles is wat het lijkt. Dat er voor principes een prijs betaald moet worden, dat liefhebben en eerlijkheid niet altijd samengaan en dat wat fout lijkt ook goed kan zijn.

Een jongensoorlog door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A. Zakelijke gegevens.

Titel: Een Jongensoorlog
Auteur: J. Bernlef
Uitgever en jaar van verschijnen: Querido Amsterdam, 2005

B. Korte uitleg waarom het boek gekozen is.

Zoals ik al zei in een eerder boekverslag, ik houd gewoon van WOII boeken. Deze keer was het boek iets anders dan de andere. Deze ging over een jongen die veel dingen meemaakte, niet zo zeer met de Duitsers, maar meer met de bewoners. Dat trok mij wel aan.

C. Eerste persoonlijke reactie.

Mijn eerste persoonlijke reactie is een gewoon boek. Ik vond hem niet zo geweldig, maar dat is natuurlijk míjn mening. Ik heb mooiere boeken gelezen over de 2de Wereldoorlog. Ik vond dit geen saai boek, maar ook niet geweldig.


D. Korte samenvatting van de inhoud.

Het boek begint best wel raar. Eerst zit Michiel op weg op een kar door de spleten naar de weg te kijken en het volgende moment ben je naar de vorige dag, zit je bij de doktor en worden zijn keelamandelen er zonder verdoving uitgeknipt. Als hij dan naar huis gaat met zijn vader zit hij ook door de spleten van die kar naar de weg te kijken. Thuis krijgt hij te horen dat hij de volgende dag naar een ander adres gaat omdat het daar veiliger is dan in de grote stad en er is meer voedsel. Naast zijn kleding neemt hij een boek mee wat hij van zijn moeder heeft gekregen, Hagar en Ismael (uit de bijbel).
Het is een lange, koude en saaie tocht in de kar, maar halverwege is er een lunch. Hij geniet ervan, boterhammen met kaas! Dat was een lekkernij. Hierna zetten ze de tocht weer voort, maar nu is die niet meer zo saai, want Michiel heeft vriendschap gesloten met Jan Tulp, de man die de wagen ment. Na een hele lange rit komt hij dan toch eindelijk op zijn plaats van bestemming aan, Driewoude, bij boer Tulp. Hij moet hem oom Johan noemen en zijn tante, tante Merel. Zij hebben naast hun zoon Jan (waarbij Michiel op de kamer ligt) ook twee dochters, Alie en Gerie. Iedereen heeft klompen behalve Michiel, daarom vraagt hij of hij ook een paar mag. Als hij ze eenmaal heeft, kan hij er niet mee overweg, hij heeft altijd wondjes op zijn enkels. Michiel kijkt altijd naar een ijzeren brug, die beschouwt hij als de weg naar de vrijheid, de weg terug, want heen is hij er overheen gekomen.
Michiel wandelt heel vaak in het rond, een beetje hier en een beetje daar. Een keer vindt hij aluminium strookjes, dat is voor hem het bewijs dat er Amerikanen zijn overgevlogen, omdat de Duitsers ze door die strookjes niet op de radar kunnen zien. Michiel probeert alle strookjes te verzamelen en neemt ze mee naar huis. Hij stopt ze in een la, naast zijn boek. De volgende dag is het zondag, Jan is al op waardoor Michiel alleen op de kamer ligt. Dan komt Alie binnen en ze gebruikt hem, achteraf beseft hij wat er gebeurt is en voelt zich stom. ‘s Middags gaat het hele gezin wandelen, net als de rest van het dorp.
Als er regen komt gaan ze versneld terug.
Gerie pest Michiel vaak, maar na een tijdje negeert hij haar.
Michiel gaat ook schriften kopen mat tante Merel, want hij moet naar school. Hij krijgt les van meester Pol. Op school leert hij Jaap, Verkerk, Wim, Kees en Jan kennen. Verkerk is een beetje de leider van het groepje en geeft Michiel een taak. Hij moet zijn buurman
(Meneer Soutenbakker: een NSB’er) bespioneren. De jongens willen weten of Liza met Soutenbakker vrijt. Michiel gaat inderdaad spioneren en ziet Liza vaak langskomen. Er wordt dan altijd leuke muziek gedraaid. Eenmaal op school zegt Michiel altijd dat ze bloot waren en vreeën. Daar waren de jongens dan altijd heel tevreden mee. Als Michiel op een middag van school thuis komt, zijn er allemaal soldaten. De ketel van oom Johan wordt meegenomen. Oom Johan maakte namelijk stroop en gebruikte daarvoor een enorme ketel. Als hij de dag daarna weer naar school gaat, houdt de vrouw van de dokter (ook een NSB’er) hem tegen en ze wil weten wat er is gebeurd. De volgende dag krijgt Michiel een brief van zijn moeder, ze beloofde spoedig te komen met de fiets. Michiel wist dat hij iets terug moest schrijven maar hij wist niet wat, dus beantwoordde hij de vragen maar stuk voor stuk.
Als Michiel de brief van zijn moeder krijgt, moet hij opeens denken aan de baby onder de struiken, de baby van Hagar en ziet zichzelf daar liggen.

Op woensdagmiddagen ging Michiel samen met de jongens de weilanden in, dan haalden ze allerlei kattenkwaad uit. Een keer hoorden ze opeens een vliegtuig overkomen, hij ging richting brug, waar op hem geschoten werd door de Duitsers. Het vliegtuig liet een bom los, recht boven de brug, de weg naar de vrijheid was er niet meer. Net na de bom op de brug zag Michiel iemand komen fietsen en stoppen voor de kapotte brug, hij dacht dat het zijn moeder was en rende terug naar huis. Hij nam zich voor om nooit meer de weilanden in te gaan. Na deze gebeurtenis stuurde Michiel de brief pas op. Die nacht werd Michiel wakker van een dreunende klap, later werd hij weer wakker van pratende stemmen op de overloop. De volgende ochtend zegt Jan hem dat hij een doos ,die ergens klaarstaat, moet pakken en aan de Amerikaan op de hooizolder moet geven. Michiel wordt helemaal gelukkig, een Amerikaan! Als hij hem eenmaal ziet, valt het hem een beetje tegen, hij spreekt een rare taal waar hij niks van verstaat. Als hij naar school gaat, blijkt dat de piloot te pletter was gevallen, hij was neergestort met zijn vliegtuig. Als hij weer thuiskomt ligt er weer een brief op hem te wachten, deze keer van zijn moeder en vader. Op de brief zat een donkere verfvlek, die vlek betekende iets voor Michiel. Meer dan de woorden die door zijn ouders waren geschreven. Nadat hij hem had gelezen, ging hij naar zijn kamer. Als hij voorbij de kamer van Gerie en Alie loopt hoort hij hen giechelen. In zijn kamer kijkt hij in de la en ziet dat zijn boek is verdwenen, hij kan wel huilen. Hij ging naar de kamer van Gerie en Alie en had uiteindelijk zijn boek terug, alleen zat die onder de krassen. Hij zou een gum nodig hebben om die eruit te krijgen en alleen de schoolmeester had er eentje. Als Michiel die probeert te stelen voor zijn boek, wordt hij betrapt en moet in de hoek gaan staan. Daarna mag hij naar huis en moet een briefje aan zijn tante laten zien en laten tekenen. Eigenlijk vond hij het niet meer erg dat hij de krassen niet uit het boek kon halen, nu had hij wel begrepen dat de engel niet uit de hemel zou komen om hem te helpen. De volgende ochtend werd de dokter met zijn vrouw gearresteerd. Het bleek dat de Amerikaan bij hen ondergedoken zat. Dit snapte Michiel niet, hij was toch een NSB’er?
Die middag ligt Jan ziek in bed, waardoor Michiel ‘s nachts slecht slaapt. De volgende dag is er een voedseldropping van de Amerikanen, de bevrijding is dichtbij. Johan zegt dan ook tegen Michiel dat hij binnenkort naar huis gaat. Op het moment dat Johan, Michiel naar huis gaat brengen, stopt hij de kar voor de kerk. Iedereen roept “moffenhoer”, en daar zit Liza op een krukje. Haar haren worden eraf geknipt en er wordt een hakenkruis met rode verf op haar kale hoofd geschilderd. De terugweg leek voor Michiel net hetzelfde, net zo koud, net zo saai. Alsof er niets gebeurd was…

E. Bespreking van de volgende verhaalaspecten.

Fictie en werkelijkheid: Dit boek is aan de ene kant werkelijk en aan de andere kant een beetje fictie. Het stadje en de personages zijn fictie en de situatie is werkelijkheid

Opbouw: De roman wordt vrijwel geheel chronologisch verteld. De vertelling is onderverdeeld in 15 hoofdstukken die nogal variëren in lengte. Het laatste hoofdstuk is slechts 1 bladzijde lang.

Tijd: Het verhaal speelt zich af in de WOII

Vertelsituatie: Personale vertelwijze, want het wordt door ‘iemand anders’ verteld.

H. Informatie over de auteur.


J. Bernlef (pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman (14 januari 1937)) is een Nederlands schrijver en dichter. Vanaf 2002 publiceert hij onder het pseudoniem Bernlef (zonder de initiaal J.).
Bernlef is geboren in Sint Pancras. Hij debuteerde in 1960 als dichter met Kokkels, en in hetzelfde jaar als prozaïst met Stenen spoelen. Voor Kokkels ontving hij in november 1960 de Reina Prinsen Geerligsprijs. In 1984 werd hij bij het grote publiek bekend met zijn roman Hersenschimmen, waarin hij het dementeringsproces uitvoerig beschrijft vanuit het oogpunt van een dementerende man. De roman werd in 1987 verfilmd door Heddy Honigmann.
Bernlef heeft ook gepubliceerd onder de pseudoniemen Ronnie Appelman, J. Grauw, Cas den Haan, S. den Haan en Cas de Vries. Het pseudoniem Bernlef is ontleend aan de blinde Friese dichter Bernlef uit de 8e eeuw.


Enkele prijzen:
· 1959 - Reina Prinsen Geerligsprijs voor Kokkels
· 1962 - Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor Morene
· 1964 - Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Dit verheugd verval
· 1964 - Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor En dode hagedis
· 1977 - Vijverbergprijs voor De man in het midden
· 1984 - Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre
· 1987 - AKO Literatuurprijs voor Publiek geheim
· 1989 - Diepzee-prijs voor Hersenschimmen
· 1994 - P.C. Hooftprijs voor zijn gehele oeuvre
Enkele titels:
· 1963 - Onder de bomen (verhalen)
· 1965 - Wat zij bedoelen (met K. Schippers, interviews)
· 2000 - Boy (roman)
· 2005 - Een jongensoorlog (roman)

REACTIES

S.

S.

Hallo, ik had ff een opmerking.
Als wij op school een korte samenvatting moeten maken dat mag ie echt nooit zo lang zijn. :D (iets tussen de 10 zinnen en 100 woorden) daarmee moeten we het doen. Ik ben benieuwd of dit extreem is want ik vind zelden een ECHT korte samenvatting

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een jongensoorlog door J. Bernlef"