Valsspeler door Koen D'Haene

Samenvatting van het boek: Valsspeler

Het boek Valsspeler gaat over een jongen: Jens. Jens is 16 jaar en zit op de middelbare school. Hij zit in de klas bij Stan Somers, de pestkop van de klas. Het verhaal begint als Jens op het schoolplein aan komt fietsen. Stan en zijn bende bekogelen iedere fietser met kastanjes. Ook Jens gaat kastanjes gooien, maar dat doet hij alleen omdat hij wil dat hij zelf niet wordt gepest door Stan. Daarom gooit hij expres mis.
Als Bogeart, de leraar Nederlands de grammatica uit wil gaan leggen, gaan Stan en zijn bende hem expres vragen stellen om te zorgen dat ze geen grammatica hoeven te doen. Ze stellen vragen over de derdewereld actie. Zo komt het Kameroen project tot stand. De vader van Jens mag met het project helpen. Dat vindt Jens maar niks. Later die dag vraagt Hella heel veel aan Jens over zijn vaders werk. Dat vindt Jens erg leuk, want hij is verliefd op Hella. Maar als Stan binnenkomt in het café duwt hij Jens weg en hij gaat naast Hella zitten.

Bogeart wil een vergadering voor het Kameroen project. Tijdens de vergadering is Hella er ook. Nu is Jens zijn vader dankbaar dat hij helpt.
Pieter is de enige die niet bang is voor Stan en had Stan een keer vernederd. Dat pikte Stan niet en de volgende dag lag Pieter op de grond. Toen er een docent aankwam verzon Stan een leugen en kreeg daardoor geen straf.
Toen Jens later met Hella naar huis fietste zij Hella tegen hem dat ze verliefd op hem was, Hella wilde wel dat niemand het kwam te weten. Een paar dagen later ging hij met Hella naar zijn favoriete plekje, daar zoenden ze.
Op een gegeven moment kwam Stan erachter dat Hella en Jens iets hadden en hij nam Jens eens flink te grazen.
Hella ging toen niet meer met Jens om, omdat ze bang was voor Stan.
Enkele dagen later had Stan zich ziek gemeld. Jens had nu niets te vrezen. Hij mocht in de middag een uurtje eerder weg omdat hij met z'n vader nog dingen uit moest zoeken voor het Kameroen project.
Toen hij het schoolplein afreed kwam hij daar ineens Stan tegen. Stan eiste dat Jens hem zijn aantekeningen zou geven van scheikunde. Met tegenzin gaf Jens het. Stan was de aantekeningen aan het overnemen. Toen stopte hij even. Hij pakte hout wat hij had meegenomen en ging een vuur steken. Jens probeerde zijn aantekeningen te pakken, maar Stan schopte hem op de grond. Toen reed Jens weg zonder zijn aantekeningen. Later toen Stan alweer weg was kwam er een leraar naar buiten. Hij zag Jens zijn aantekeningen op de grond liggen en dus werd Jens verdacht van het aansteken van het vuur.
De volgende dag moest Jens naar de directeur. Toen hij het kamertje binnenkwam zag hij dat zijn vader er ook zat. De directeur zei dat hij van school gestuurd moest worden. Zijn ouders waren boos en erg teleurgesteld.
Als hij later een stukje gaat fietsen komt hij ineens Pieter tegen. Pieter die nog niet terug was op school door de val zag er nu goed uit. Jens vertelde hem het hele verhaal. Pieter was laaiend dat Stan zoiets had kunnen doen, maar ook omdat Jens niks durfde te zeggen. Uiteindelijk zei Pieter dat hij Stan terug zou pakken.
De volgende ochtend werd Jens gebeld dat hij op school moest komen. Dat zou niet veel goeds betekenen dacht Jens, maar de directeur zei dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Toen hij op school kwam en het kamertje van de directeur inliep zag hij daar ineens Pieter en Stan. Pieter had alles verteld en Jens mocht op school blijven. Stan integendeel werd wel van school gestuurd. Die dag ging Hella naar het huis van Jens, ze heeft spijt van wat ze heeft gedaan en wil Jens weer terug.

Einde