Max Havelaar door Multatuli

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
Boekcover Max Havelaar
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2831 woorden
  • 8 november 2007
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
46 keer beoordeeld

Boekcover Max Havelaar
Shadow
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na verschijning is het nog steeds een zeer toegankelijk en meeslepend boek, een werk van grote tegenstellingen: literair en politiek, nostalgisch en modern, woedend en humoristisch, sarcastisch en t…
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na versc…
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na verschijning is het nog steeds een zeer toegankelijk en meeslepend boek, een werk van grote tegenstellingen: literair en politiek, nostalgisch en modern, woedend en humoristisch, sarcastisch en teder. Sinds het verschijnen hebben talloze lezers gelachen om Batavus Droogstoppel, gehuild om Saïdjah en Adinda en meegeleefd met Max Havelaar en zijn schepper Multatuli - in 2004 uitgeroepen tot de belangrijkste schrijver uit de Nederlandse literatuur.
Max Havelaar door  Multatuli
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Max Havelaar
Auteur: Multatuli

Samenvatting
De 43-jarige Batavus Droogstoppel is al zeventien jaar makelaar in koffie bij de firma Last & Co. en woont op Lauriergracht 37 te Amsterdam. Hij is van plan om, tegen zijn gewoonten in, een boek over de koffiecultuur te schrijven en zal zich daarbij laten leiden door waarheid en gezond verstand en niet, zoals dichters en romanschrijvers doen, door leugens.

Op een avond ontmoet hij in de Kalverstraat een vroegere schoolkameraad, die er nogal sjofel uitziet. In plaats van een behoorlijke winterjas draagt hij een soort sjaal over zijn schouder en Droogstoppel noemt hem dan ook Sjaalman. Tot zijn ergernis wandelt Sjaalman, aan wie Droogstoppel geen goede herinneringen heeft, een eind met hem mee.


De volgende dag ontvangt Droogstoppel een pak papieren van Sjaalman en een brief, waarin hij hem vraagt de teksten eens door te lezen en bij een boekhandelaar borg voor hem te staan voor de drukkosten die aan een uitgave zijn verbonden. In eerste instantie moet Droogstoppel niks van het pak documenten hebben, maar dan treft hij interessante teksten aan, onder andere een 'Verslag over de Koffiecultuur in de Residentie Menado', dat hij voor zijn boek zou kunnen gebruiken. Hij schakelt de volontair Ernest Stern in, de zoon van een bevriende relatie uit Hamburg, die ook bij Last & Co. werkt. Stern zal aan de hand van de documenten van Sjaalman het boek over de koffiecultuur voor Droogstoppel gaan schrijven. De titel moet luiden: 'De koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy' en Droogstoppel zelf zal af en toe een hoofdstuk schrijven 'om aan 't boek een solide voorkomen te geven'.

Op een dag gaat Droogstoppel naar Sjaalman om hem uitleg te vragen over een aantal zaken, maar hij treft hem niet thuis aan.

Stern begint zijn verhaal met een beschrijving van het reizen op Java, het bestuur van Nederlands-Indië en de misstanden die er zijn, namelijk knoeierijen en uitbuiting van de inlandse bevolking. Daarna vertelt hij over de aankomst van Max Havelaar, de nieuwe assistent-resident in Rangkas Betoeng, de hoofdplaats van Lebak (Zuid-Bantam). Hij geeft een uitvoerige beschrijving van het karakter van de 35-jarige Havelaar: hij is een uitstekend ambtenaar, eerlijk, waarheidslievend, snel van begrip, geestig, beschaafd enzovoort, maar ook 'een vat vol tegenstrijdigheid', idealist én realist. Havelaar heeft een lieftallige vrouw (Tine) en een zoontje, de 'kleine Max'.

Na de kennismaking met resident Slijmering, controleur Verbrugge, de inlandse regent Radèn Adipati Karta Nata Negara en anderen, wordt Havelaar in zijn ambt bevestigd. Hij neemt zich voor de inlandse bevolking te beschermen tegen onderdrukking, mishandeling en knevelarij. De volgende dag houdt hij een toespraak tot de hoofden van Lebak, waarin hij duidelijk laat merken dat hij weet dat sommigen hun plicht verzaken uit eigenbelang, geld boven recht stellen en de arme mensen van hun buffels beroven. Dat het onrecht welig tiert, heeft hij gelezen in de archiefstukken van zijn voorganger Slotering. Controleur Verbrugge is ook op de hoogte van de wantoestanden en hij weet bovendien dat er over de dood van Slotering geruchten de ronde doen: hij zou vergiftigd zijn door de schoonzoon van de bejaarde regent. Havelaars superieur, de resident van Bantam Slijmering, heeft nog geen enkele maatregel genomen om een eind te maken aan de uitbuiting van de bevolking door de regent, die voortdurend geld nodig heeft om zijn grote familie en hofhouding te onderhouden.

Droogstoppel onderbreekt nu Sterns verhaal. Hij heeft nergens uit kunnen opmaken dat er in Lebak koffie verbouwd wordt en vindt het verhaal over Havelaar niet boeiend. Hij zet de lezer nu iets stichtelijkers voor: brokstukken uit een preek van dominee Wawelaar over 'de liefde Gods'. Het evangelie moet aan de Javanen verkondigd worden en ze moeten door arbeid tot God komen. En dat is mogelijk, want de grond in Lebak kan heel goed geschikt gemaakt worden voor de koffiecultuur!

Verder vindt Droogstoppel dat de papieren van Sjaalman de christelijke geest in zijn huis niet bevorderen. Per brief spoort hij Stern aan eens wat degelijkers uit het pak van Sjaalman te berde te brengen.

Tijdens gesprekken met onder anderen Verbrugge vertelt Havelaar het een en ander over zijn verleden. Zo verhaalt hij dat hij in 1842, toen hij controleur van Natal was, op Sumatra een dertienjarig meisje had leren kennen, Si Oepi Keteh ('kleine freule'). Uit de parabel van de Japanse steenhouwer die hij haar toen verteld had, blijkt dat de mens niet steeds naar hogere dingen moet streven.

Havelaar werkt hard en gaat gemoedelijk om met luitenant Duclari en controleur Verbrugge. De bestrijding van de misstanden vormt zijn grootste zorg. Regelmatig melden zich inlandse klagers bij zijn huis; velen van hen vluchten en sluiten zich aan bij de opstandelingen in de Lampongse districten. Havelaar probeert de regent met zachte hand te 'bewerken', maar ondanks mooie beloften verandert diens handelwijze niet. Hoewel iedereen op de hoogte is van het onrecht dat de inlanders wordt aangedaan, grijpt niemand in. Hoe erg de situatie is, blijkt uit de tragische geschiedenis van Saïdjah en Adinda, een 'eentonig' verhaal dat wel aan móet spreken. (Droogstoppel begint er spijt van te krijgen dat hij het boek niet zelf is gaan schrijven...)

Saïdjah is de zoon van een eenvoudige Soedanese landbouwer in Badoer. Hij ploegt voor zijn vader het rijstveld en de trouwe buffel beschermt hem op een dag tegen een aanval van een tijger. Maar net als de vorige buffel wordt ook dit dier door het districtshoofd in beslag genomen. Enige tijd daarna vlucht Saïdjahs vader, omdat hij de landrente niet kan betalen. Hij wordt echter opgepakt en overlijdt later in de gevangenis; zijn vrouw sterft van ellende. Bij de geboorte van Adinda zijn Saïdjah en zij al aan elkaar belooft en ze vinden elkaar al van kinds af aan aardig. Saïdjah vertrekt naar Batavia om als bendi-jongen geld te verdienen (een bendi is een rijtuigje met paarden). Na drie jaar zal hij terugkeren om met Adinda te trouwen. Tijdens de lange voettocht naar Batavia houden liefde, eenzaamheid, angst en dood zijn gedachten bezig. In Batavia klimt hij op tot huisbediende en als de drie jaar om zijn, keert hij met een getuigschrift, voldoende geld en een prachtige doek voor Adinda terug naar Badoer. Adinda en haar huis zijn echter onvindbaar. Als hij hoort dat ze met haar familieleden en vele anderen naar de Lampongs (Zuid-Sumatra) is vertrokken, besluit hij haar te gaan zoeken. Hij sluit zich aan bij een bende opstandelingen en vindt uiteindelijk in een brandend dorp Adinda's lijk. Hij maakt een einde aan zijn leven door op de bajonetten van de soldaten in te lopen.


Op een middag verneemt Havelaar van mevrouw Slotering dat ze vreest dat hij vergiftigd zal worden, net als haar man, die ook tegen het onrecht streed. Havelaar dient dan bij resident Slijmering een schriftelijke aanklacht tegen de regent in. Slijmering reageert zeer verbolgen, omdat Havelaar hem niet eerst mondeling ingelicht heeft en omdat hij hem stoort in zijn drukke bezigheden.

Droogstoppel onderbreekt het verhaal weer en vertelt over zijn nieuwe poging om Sjaalman te ontmoeten en over een brief, waarin 'juffrouw Sjaalman' van haar familie het advies krijgt te scheiden. Ook besteedt hij uitvoerig aandacht aan een ontmoeting met zijn schoonvader en een resident uit de Oost, die beweert dat er in Indië helemaal geen ontevredenheid bestaat.

De resident komt voor overleg naar Rangkas Betoeng. Hij brengt eerst een bezoek aan de regent en geeft hem geld. Daarna praat hij met Havelaar. Omdat de assistent-resident weigert zijn aanklacht in te trekken, komt de zaak bij de gouverneur-generaal terecht. Die ziet zich uiteindelijk genoodzaakt Havelaar voorlopig over te plaatsen naar Ngawi. Dat is echter zijn eer te na: hij vraagt nu zelf ontslag, draagt het bestuur over aan Verbrugge en vertrekt met vrouw en kind naar Batavia om de gouverneur-generaal te spreken. Maar Zijne Excellentie wil hem niet ontvangen, omdat hij een fijtzweer aan zijn voet heeft en bovendien op het punt staat naar het moederland te vertrekken. Ook de brief die Havelaar schrijft, heeft geen resultaat.

Dan neemt Multatuli de pen op. Hij heeft Stern niet meer nodig en stuurt Droogstoppel weg ('stik in koffie en verdwijn!'). Multatuli wil dat zijn boek gelezen zal worden. Iedereen moet weten dat de Javaan mishandeld wordt. En als hij niet geloofd wordt, zal hij zijn boek in vele talen vertalen. De Javaan moet geholpen worden, langs wettige weg of desnoods met geweld. Hij draagt zijn boek op aan koning Willem III, keizer van het prachtige rijk van Insulinde 'dat zich daar slingert om de evenaar, als een gordel van smaragd', en hij vraagt hem of het zijn wil is dat Havelaar wordt bespot en meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in zijn naam...

Relatie met de politieke achtergronden.
Het boek heeft een zeker een relatie met politieke achtergronden. Het boek is namelijk een aanklacht tegen de manier van politiek bedrijven in Nederlands-Indië. Max Havelaar is assistent-resident in Lebak. Hij is het niet eens met de politiek die daar gevoerd wordt. De bevolking wordt onderdrukt en uitgebuit door de inlandse hoofden. Hij spreekt de hoofden hierop aan; ze beloven beterschap. Ze houden zich echter niet aan deze belofte. Als Max Havelaar een officiële aanklacht indient tegen regent, is hij opeens de slechterik en wordt uit zijn functie ontheven. Max Havelaar is Multatuli’s alter ego. Eigenlijk is Max Havelaar dus autobiografisch. Het boek is dus een klacht omdat Multatuli zelf zo slecht behandeld werd, maar ook een klacht over de slechte behandeling van de inlandse bevolking. Hij hoopt met dit boek de ogen van de Nederlanders te openen en zo de situatie in Nederlands-Indië te verbeteren.

Relatie met sociaal-economische achtergronden
In 1830 werd het cultuurstelsel ingevoerd in Nederlands-Indië. De inlandse vorsten moesten een vijfde deel van hun grond reserveren voor producten voor de Nederlandse markt. In ruil hier voor kregen ze een deel van de winst. De vorsten moesten zelf maar voor de arbeiders zorgen die de grond zouden bewerken. Als gevolg hiervan eisten de inlandse vorsten meer werk van de bevolking dan was toegestaan: De inlandse bevolking wordt uitgebuit. Hierover wordt in het boek dus verteld. Het boek is een aanklacht tegen dit systeem. Max Havelaar wil dat er een einde komt aan deze uitbuiting. Dit alles wordt door het verhaal van Saïdjah en Adinda nog eens extra geïllustreerd.
In deze tijd was de gegoede en godsvruchtige burgerij machtig en invloedrijk. Ze stelde gezin, vaderland en vorstenhuis centraal. Deugdzaamheid en gezag werden geëerd, dominees stonden hoog in aanzien. De burgerij was optimistisch. Handel en industrie zouden groeien. De burger stelde zijn normen en waarden als de normen en waarden. Droogstoppel staat symbool voor dit alles. Hij is een burgerlijke, fantasieloze man die erg veel respect heeft voor dominee Wauwelaar. Daarom drukt hij ook één van diens preken af in het boek. Hij is een man van zaken en heeft het eigenlijk niet zo op romans en toneelstukken, daar deze alleen maar onwaarheden verkopen. Hij ziet zijn normen en waarden ook als de heersende normen en waarden. De armoedige Sjaalman vindt hij maar minderwaardig. Ook wil hij graag dat zijn kinderen zich naar behoren gedragen, en niet al te veel flirten. Ook mogen Stern en Frits geen gedichten voorlezen uit het pak van Sjaalman, daar hier enkel onzin instaat. Ook vindt hij het onzin dat de inlandse bevolking van Nederlands-Indië zo erg onderdrukt zou worden als Sjaalman beweert. De resident uit de Oost zegt immers dat er daar helemaal geen ontevredenheid heerst. Hij is hoger in rang dan Sjaalman, dus hij zal wel gelijk hebben.


Relatie met literaire stromingen en genre’s
Het boek behoort tot de Romantiek. Een eerste aanwijzing hiervoor is dat de basis voor het boek een manuscript is wat toevallig in het bezit van de schrijvers kwam. Boeken die onder Romantiek vallen gaan wel vaker uit van een romantische stroming. Een andere aanwijzing is de vlucht naar het exotische, naar het buitenland. Het grootste gedeelte van het boek speelt zich namelijk af in Nederlands-Indië. In het verhaal zijn een kort verhaal een meerdere gedichten verweven. Ook dit is een typisch kenmerk voor de romantiek.
Een ander argument dat aantoont waarom Max Havelaar tot de romantiek behoort, is de hoofdpersoon Max Havelaar. Hij leeft in voortdurende onvrede met de wereld om zich heen en wil deze wereld dan ook graag verbeteren. Hij is een idealist en heeft het onvervulbare verlangen het leven voor de inlanders te verbeteren. Dit zal hem echter nooit lukken. Ook Multatuli zelf is een romanticus. Ook hij heeft onvrede met de toestanden in Nederlands-Indië en wil dit graag verbeteren.
De compositie van het boek is Romantisch, de stijl echter realistisch. Multatuli wilde graag in ‘Levend Hollands’ schrijven. De taal is helder en nu nog redelijk goed leesbaar, op een paar verouderde en veel te lange zinnen na. De autobiografische achtergrond maakt het boek ook realistisch. Het boek behoort deels ook het idealistisch realisme. De werkelijkheid wordt in dit geval niet beschreven om het objectief te beschrijven, maar om mensen een bepaald beeld te geven van deze werkelijkheid en om een bepaald effect te bereiken, namelijk hun denken en doen wat betreft het onderwerp beïnvloeden

Personages
De belangrijkste personage’s in het boek zijn Batavus Droogstoppel, Max Havelaar en Sjaalman.Max Havelaar en Sjaalman zijn dezelfde. Ze zijn beide het alter ego van Multatuli. Max Havelaar stelt voor hoe Multatuli graag zou zijn. Een idealist die er alles aan doet om zijn doel, namelijk de levensomstandigheden van de inlanders te verbeteren. Sjaalman stelt Multatuli voor als hij na zijn ontslag weer in Nederland woont. Hij is dan erg arm, net als Sjaalman in het boek. Max Havelaar en Multatuli zijn belichamen dus verschillende fases in het leven van Multatuli. Droogstoppel belichaamd dus, zoals ik al eerder zei, de gegoede burgerij in die tijd. Door het karakter van Droogstoppel - hij is fantasieloos, zakelijk en tegen romantiek - recht tegenover Max Havelaar te zetten, die idealistisch, meelevend en fantasievol is en er ondanks al zijn harde werk niet in slaagt zijn doel te bereiken, krijgt men meer sympathie voor Max Havelaar en dus ook voor Multatuli, en is men eerder geneigd de misstanden te onderkennen.

Verschillende personages hebben karakternamen, zoals Droogstoppel (de tot karikatuur verstarde Hollandse koopman), Slijmering (de strooplikkende resident die zijn plicht verzaakt, maar het altijd o zo druk heeft) en dominee Wawelaar (die zijn vroom gewauwel over de gelovigen uitstort).

Achter bepaalde personages gaan werkelijk bestaande figuren schuil; zo is Slijmering gemodelleerd naar C.P. Brest van Kempen en heeft de gouverneur-generaal veel weg van A.J. Duymaer van Twist.

Structuur en vertelsituaties
Het boek is in meerdere delen onder te verdelen. De eerste vier hoofdstukken zijn van de hand van Droogstoppel. Hij introduceert zichzelf, zegt dat van plan is een boek te schrijven, ontmoet Sjaalman, ontvangt zijn documenten en neemt Stern aan. Het vijfde tot en met het achtste hoofdstuk zijn zogenaamd van de hand van Stern en vertellen het verhaal van Max Havelaar. In hoofdstuk negen en tien neemt Droofstoppel de pen weer over. Hij is niet tevrden met Sterns geschrijf en wil iets van meer solide aard toevoegen, waaronder dus de preek van Dominee Wawelaar. Hoofdstuk elf tot en met negentien zijn weer van Sterns hand. Hij vertelt in dit verhaal het verhaal van Havelaar verder en in hoofdstuk zeventien verteld hij het verhaal van Saïdjah en Adinda. Het eerste gedeelte van hoofdstuk twintig is nog van Sterns hand. Aan het einde van het boek grijpt Multatuli in en stuurt zowel Stern als Droogstoppel weg. Hij vertelt wat het doel is van zijn roman. Hij wil door iedereen gelezen worden en zal de roman daartoe desnods in alle talen die hij kent vertalen. Ook draagt hij het boek op aan Willem de Derde. Hij moet volgens Multatuli maar iets aan de misstanden doen.
Deze structuur heeft meerdere functies. Door het Droogstoppel deel komt het betrouwbaarder over. Het boek lijk in eerste instantie een humoristische roman te worden, waar begint langzaamaan steeds meer op een pamflet te lijken dat de misstanden in Nederlands-Indië aankaart. Aan het eind neemt het verhaal een wending en verandert het in een soort essay, waarin blijkt dat het de schrijver erom te doen is om de wantoestanden in Nederlands-Indië aan de kaak te stellen en om zichzelf te rechtvaardigen.


Er zijn dus drie schrijvers aanwezig in het boek. Hierdoor ontstaan vier ik-vertelsituaties, namelijk die van Droogstoppel, die van Stern, die van Multatli en die van Max Havelaar die door Stern wordt gecreëerd.

Autobiografisch
Het boek is sterk autobiografisch. Multatuli, een synoniem van Edouard Douwes Dekker is zelf ook regent geweest in Nederlands-Indië en heeft eigenlijk gewoon precies hetzelfde meegemaakt. Hij heeft twee alter ego’s van zichzelf in het verhaal gestopt. De ene is Max Havelaar. Dit is hoe hij zou willen zijn. Hij is de perfecte persoon. Het andere is Sjaalman. Die belichaamd Multatuli in zijn tijd ná Nederlands-Indië.
De naam Multatuli betekent “Ik heb veel gedragen” en staat voor al het leed dat Douwes Dekker is aangedaan terwijl hij goed probeerde te doen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Max Havelaar door Multatuli"