Gewaagd leven door Astrid H. Roemer

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Gewaagd leven
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4327 woorden
  • 13 oktober 2007
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
24 keer beoordeeld

Boekcover Gewaagd leven
Shadow
Gewaagd leven door Astrid H. Roemer
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Gewaagd leven
Auteur: Astrid Roemer
Genre: roman.
Druk: Tweede druk
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van uitgave: 1996
Uitgeverij: De Arbeiderspers.

Boekbeschrijving:
- Opgedragen: “Voor onze ouders”.
- Twee spreuken: “De waarheid over de waarheid is niet de waarheid” van Jacques Derrida en “De totaliteit van de menselijke natuur ligt enkel in de geschiedenis; het individu is zich van die totaliteit van zijn natuur alleen dan bewust, is alleen dan werkelijk in het genot ervan, wanneer het de geesten van het verleden in zich verzamelt” van Dilthey.
- Omslag: een deel van een mangrovebos, voornamelijk zijn takken te zien en de luchtwortels. De foto is van Fred Hoogervorst.

- Aantal pagina’s zijn 239.
Het verhaal bestaat uit een bladzijde tekst, en daarna negen Verhalen.
Elk Verhaal sluit af met twee afzonderlijke delen: “Berichten” en “Gesprek”.

Samenvatting van de inhoud:
In Gewaagd leven lopen een aantal verhaallijnen door elkaar heen. De hoofdpersoon is wel steeds de creoolse Onno Mus.
In de Gesprekken, die achter elk Verhaal beschreven worden, spreekt Onno in gedachten tegen zijn broer. Die gaan voornamelijk over een ingrijpende gebeurtenis die zojuist plaats heeft gevonden. Pas aan het einde van het boek wordt duidelijk wat er precies is gebeurd: Onno heeft met de nieuwe jeep van zijn broer een familie aangereden. Hij schuilt daarna in een kerk terwijl zijn onschuldige broer op het politiebureau vastgehouden wordt.
Ondertussen wordt in de negen Verhalen zijn achtergrond, gedachten en gevoelens beschreven.
Onno Mus is de tweede zoon van een predikant die na jarenlang zendingswerk onder de oerwoudbewoners een standplaats in de buurt van Paramaribo heeft gekregen. Een kerkgemeente heeft hij niet, want de lokale bevolking is voornamelijk islamitisch. Zijn functie is eigenlijk alleen maar ceremonieel. Hij lijkt daar niet onder te lijden; het is zelfs de vraag of hij het geloof dat hij geacht wordt te verbreiden wel deelt. Hij heeft in ieder geval niet de moeite genomen zijn drie kinderen (twee zoons, en een dochter) te laten dopen. Ook in andere opzichten leidt Michael Mus, die in het boek voornamelijk met het onpersoonlijke M.M. wordt aangesproken, niet bepaald een christelijk leven. Net als veel andere Surinaamse mannen heeft hij een bijzit, waarmee hij ook twee kinderen krijgt.
Daarnaast mishandelt hij zijn vrouw, hij is in staat zijn gezin aan hun lot over te laten, hij verkracht, hij krijgt te maken met de drugswereld en sluit zich aan bij politieke groeperingen al naar gelang zij aan de macht zijn. Kortom: hij is belust op zijn eigen voordeel.

Onno gaat erg gebukt onder zijn vader. Hij wenst elke nacht dat zijn vader er de volgende dag niet meer is en hij moet al rillen als hij een stap zet in het “ouderlijk vertrek”, zelfs als klein kind wilde hij niet aan vader’s kant in het ouderlijk bed liggen; dan begon hij hartverscheurend te huilen.
Gelukkig voelt Onno zich wel sterk verbonden met de rest van zijn familie: zijn moeder, zijn oudere broer Hagith, zijn zusje Ruth, zijn moeders zuster en zijn oma. Zijn moeders zuster is voor hem als zijn vader.
Zijn moeder lijdt hevig onder de situatie, maar is niet in staat om er iets aan te veranderen. Het feit dat moeder de trouwfoto’s heeft vernietigd, zegt al genoeg over de relatie tussen beiden. Af en toe logeert het gezin een tijdje bij oma in Paramaribo om bij te komen.
Onno is met de helm geboren, waardoor anderen hem magische eigenschappen toedichten: onkwetsbaarheid en helderziendheid, “Onno weet dingen waarvan hij niet eens weet dat hij die weet”, hij is extra gevoelig.
De andere kinderen zijn naar bijbelse figuren genoemd, Onno echter naar een vriend van zijn vader die op een mysterieuze manier gestorven is.
Het gezin heeft jarenlang in de binnenlanden van Suriname gewoond, in Onno’s puberteit zijn ze naar Meerzorg vertrokken, een plaats die van Paramaribo gescheiden is door de Suriname-rivier. Ze bewonen daar een ambtswoning.
Onno heeft dus een hekel aan zijn vader. Het is echt geen sympathiek figuur, ik noem een paar voorbeelden: Onno is een keer getuige van een ruzie tussen vader en moeder waarbij vader moeder mishandelt en tot sexuele handelingen dwingt. De ouders merken dat Onno erbij is als hij - bedwelmd door de mottenballen - uit de kast valt waarin hij verstopt zat. Een half jaar later vraagt vader of Onno deze gebeurtenis wil vergeten.
Een ander voorbeeld is dat vader de dochter van de huishoudster in Hagith’s bed heeft verkracht, wat nu vol bloed ligt. Hagith heeft het gevoel dat hij dit moet verbergen, dus zorgt hij ervoor dat hij zijn matras steeds met zijn lichaam bedekt. Het betrokken meisje wordt later, overigens door Onno, dood in de rivier gevonden.
In zulke stressvolle tijden vertrekt het gezin dus altijd naar oma in Paramaribo. Tijdens zo’n logeerpartij zorgt oma ervoor dat de kinderen stiekem gedoopt worden.
Onno merkt op, ook gedurende een logeerpartij bij oma, dat er jeeps op het erf van de ambtswoning staan. Vader blijkt contact te hebben met het leger. Omdat de kerk dat afkeurt wordt M.M. legerpredikant. Hij collaboreert dus.

De vriendin van vader begint ook een duidelijker rol te spelen. Gedurende een aantal avonden staat ze in het licht van autokoplampen voor het huis. Later ziet moeder deze vrouw zwanger op het zebrapad lopen en ze onderdrukt de wens deze vrouw dood te rijden. In plaats daarvan rijdt ze de auto tot een wrak en gooit ze een asbak naar M.M.’s hoofd.
Om de verhoudingen in het gezin te verbeteren wordt voorgesteld om een heilbad te houden. De bedoeling van dit bad is dat iedereen elkaar’s grieven kwijtscheldt. Moeder droomt echter dat ze op een berg staat, omgeven door zoveel kinderen dat ze er enkel de ogen van ziet. Ze weet dat ze zojuist iets in het moeras heeft gegooid. Dan komt ze M.M. tegen, die haar verbijsterd aankijkt. Er kleeft iets aan haar handen en rokken, maar ze durft zich in het water niet te wassen uit angst dat vader haar in het water zou trappen. Als ze deze droom vertelt, besluit vader dat ze geen heilbad gaan doen.
Hoewel moeder een dromenvrouw heeft die haar haar dromen uitlegt, komt Onno met de verklaring van deze droom: zijn moeder wordt smerig van zijn zuigdwang en weet niet hoe en waar ze zich in het huwelijk met hem kan reinigen.
Vader komt op een dag thuis met een nest jonge honden waar de kinderen voor moeten zorgen. Dit leidt ook weer tot ruzie tussen beide echtelieden. Uiteindelijk verdrinkt Hagith, op verzoek van Onno, deze teckels in het moeras.
Onno is verliefd op een meisje uit zijn klas, Iris. Als hij een keer op bezoek wil gaan is er paniek: er ligt een slang op het terras. Onno is immers in de binnenlanden opgevoed en met behulp van een bezemstok verwijdert hij het dier. Hij brengt de wurgslang naar de dierentuin. Thuisgekomen leidt dit tot een heel groot conflict met moeder. Verder lezend blijkt dit te komen doordat vader ook voor haar een keer een slang heeft weggehaald, en ze gelooft dat de geschiedenis zich herhaalt en Onno (haar lievelingskind) M.M.’s weg gaat volgen.
Deze kwestie is het eerste grote conflict wat Onno met zijn moeder heeft. Hij begrijpt haar niet en in de discussie die volgt heeft Onno het idee dat hij zijn moeder dezelfde woorden gebruiken, maar daar een verschillende betekenis aan geven. Hij vindt dit heel verwarrend en voelt een weerzin tegen taal. Als gevolg hiervan besluit hij een maand lang niet te spreken.
De relatie met Iris wordt hierdoor versterkt.
Al die tijd bevinden zich dus militairen op hun erf. Door deze relatie met het leger wordt er omzichtiger met de familie omgegaan.
Als Ruby, het zusje, voor het eerst gaat menstrueren, vindt M.M. de tijd rijp dat ze een eigen woning krijgen. Via zijn relaties krijgt hij het voor elkaar om een bouwvergunning en een lening te krijgen voor de bouw hiervan.
Als gevolg van de verkiezingen raakt vader zijn privileges kwijt en er komt in de regio zelfs een nieuwe predikant. Ook raakt hij bijna zijn nieuw te bouwen huis kwijt, maar dat komt toch goed. Moeder besluit, nadat ze weer eens mishandeld is, dat ze naar Nederland wil. Vader is ondertussen een poos bij zijn moslimvrouw, hij vindt de reis van zijn vrouw oké en is gul met geld. Hij wil zijn vrouw zelfs helpen met pakken! Onno vertrouwt dat niet, en ontdekt dat vader drugs verstopt heeft in zijn moeder’s bagage. Dit leidt tot een uitbarsting: Onno valt zijn vader aan, hij vindt een pistool in vader’s broekzak en richt die op hem, maar schiet uiteindelijk niet. Als reactie hierop duikt hij in het water om de Suriname-rivier over te zwemmen. Hij gaat naar zijn oma en blijft daar een poos wonen. Zijn moeder vertrekt naar Nederland.
Vader wordt “middelaar” in de binnenlanden om te bemiddelen tussen de bevolking daar en de landelijke politiek. De mensen uit het binnenland eisen namelijk een deel van het ontwikkelingsgeld uit Nederland op. Hagith vertrekt samen met zijn vader naar de binnenlanden. Hij werkt ondertussen voor een dagblad.

Het gaat vader en Hagith goed in het binnenland. Vader woont er samen met zijn moslimvrouw, hun dochter en zoontje, Hagith heeft er een vrouw ontmoet die hem op goud heeft gewezen, en vader en Hagith besluiten samen in de goudhandel te gaan.
Onno leest veel bij zijn oma, hij verlangt er sterk naar om, na zijn schooltijd, in Nederland te gaan studeren en zijn tante stuurt hem al inschrijfformulieren voor het gymnasium en schoolboeken. Ook leest hij bij zijn oma veel godsdienstige boeken.
In het laatste hoofdstuk is moeder ondertussen teruggekomen uit Nederland en er zijn plannen om het huis te dopen. Onno wil niet bij dit inwijdingsfeest aanwezig zijn. Hij leert wel de vriendin van zijn broer kennen en zijn zusje vertelt hem dat ze zwanger is en zich wil laten aborteren.
Ondertussen zijn er veel spanningen in Suriname. Vooral uit de binnenlanden, van de bezetter daar die zich BIS noemt, komen de acties. Paramaribo komt zonder stroom te zitten en er wordt druk uitgeoefend op Nederland omdat men vindt dat Nederland de waarden van de democratie misbruikt. Verder willen ze meer geld en als dat niet komt, dreigen ze de drugslijnen open te stellen om aan geld te komen. Vader raakt bijna in diskrediet, maar als BIS te kennen geeft dat ze alleen met M.M. willen onderhandelen als tussenpersoon, wordt dat weer rechtgetrokken.
Op een avond belt vader hem bij oma op: hij moet komen want zijn kleine halfbroertje is ziek: hij heeft fjo fjo. Volgens de medicijnman heeft Onno dit kind al gehaat toen het nog in de buik van de moeder zat, en kan alleen hij de ziekte opheffen. Onno peinst er niet over om te komen, daarom komt Hagith hem ophalen. Onno weigert nog steeds, maar oma stelt voor dat Hagith dan een paar schoenen van Onno meeneemt, als teken van zijn betrokkenheid.
Als Hagith ze een paar dagen later, op moederdag, komt terugbrengen, komt hij in zijn eigen jeep. Hagith heeft in drie weken namelijk zijn rijbewijs gehaald. Ze besluiten samen nog even naar moeder te gaan en Onno mag rijden. Onderweg nemen ze nog een lifter mee en dan gebeurt er het ongeluk en komen de verhaallijnen samen.

Vertelsituatie:
Het vertelvorm waarin het boek geschreven is, is een personale vertelsituatie met auctoriale trekken. Dit wil dus zeggen dat alle gebeurtenissen vanuit één persoon geschreven zijn: Onno Mus. We worden in het boek ook op de hoogte gesteld van zijn gedachten en gevoelens (dit heet vision dedans).
Uit interview in De Groene, d.d. 25-6-97: 'Iedere keer als ik een roman maak, duurt het bij mij ongelooflijk lang voor ik weet welk taalgebruik ik mijn personages mee zal geven. Ik maak mij helemaal los van het taalgebruik van de personages in mijn vorige boeken en ik bedenk een nieuwe taal..... Het enige wat groeit bij mij is de vaardigheid om taalsoorten te onderscheiden. Iedere keer een ander taalspel te kunnen kiezen... Ik heb voor Gewaagd leven drie soorten teksten gemaakt. Teksten over dingen waar hij (Onno) helemaal geen invloed op heeft maar die hem wel beïnvloeden (de Berichten). Teksten die hij uitspreekt, die heel persoonlijk zijn. En teksten voor de stem die vertelt.

Tijd:
In de Gesprekken, die uitgespreid zijn over het hele boek, wordt een verhaal beschreven wat eigenlijk een klein tijdsbestek bevat: het schuilen in de kerk.

Je zou het zo kunnen zien dat Onno, in de tijd dat hij in de kerk zit, zijn leven overziet. Dit leven is beschreven in de negen Verhalen. De Gesprekken beschrijven zijn leven in het hier en nu, de tegenwoordige tijd en de Verhalen beschrijven zijn leven en de gebeurtenissen zoals het geweest is en zoals hij dat beleefd heeft. Het zijn herinneringen, flash-backs. Je gaat terug in de tijd dat zijn ouders nog jongeren zijn, tot zijn eigen 16de levensjaar.
Het verhaal is niet chronologisch opgezet. Het begint met de laatste “scene”, en dan wordt er teruggekeken. Er zitten terugwijzingen in het verhaal, waardoor je pas later erachter komt wat zich precies heeft afgespeeld; de gebeurtenissen passen dan als een puzzel in elkaar, bijvoorbeeld bij het verkrachtingsverhaal van M.M., met het lijk in het water en de bebloede matras van Hagith.
Ook zitten er vooruitwijzingen in. Zo weet je bij het eerste Gesprek dat er een ongeluk is gebeurd, maar hoe dat tot stand is gekomen merk je pas op één van de laatste bladzijden.

Ruimte:
Het verhaal speelt zich af in Suriname, in verschillende gebieden van dat land en in verschillende huizen. Je merkt dat Onno zich vertrouwd voelt met het land.
Ook worden er gebeurtenissen beschreven op vakantie in Nederland en Zuid-Amerika.

Personages:
Onno Mus is de hoofdpersoon van dit boek. Hij wordt gepresenteerd als een gevoelige en ernstige jongen. Hij lijkt erg op zijn vader, aan wie hij een hekel heeft, en voelt zich vreselijk verbonden met moeder. Over moeder zegt hij: “Ik ben voor eeuwig in haar, zelfs al lig ik niet meer in haar lichaam.”. Vader’s weg wil hij echter niet volgen. Deze gevoelens lijden ertoe dat hij astronaut wil worden.
Hoewel Onno emotioneel is ingesteld, ontleedt hij situaties en verhalen het liefst naar pure zakelijke feiten. Dat biedt hem houvast. Een verhaal is voor hem als een suikerspin: het stokje - de feiten - met daaromheen een van lucht gemaakte zoetigheid - het verhaal -. Het is niet voor niets dat hij een grote aanleg heeft voor de exacte vakken, wat zich ook alleen met feiten en wetenschap bezighoudt; met de waarheid dus.

Als hij echter ernstig emotioneel geraakt wordt handelt hij direct, bijvoorbeeld als hij zijn vader betrapt op het verbergen van drugs.
Vader, M.M., heeft alle negatieve eigenschappen in zich die een personage ongeveer kan hebben. Hij wordt gezien als een leeg symbool, zet zoals het de toren op zijn huis leeg is.
Moeder wordt onderdrukt door vader en kan zich daaruit niet bevrijden. Daarnaast keer ze ook telkens weer terug naar vader. De kinderen zijn erg begaan met moeder. Ze worden ook in de problemen betrokken. Ze willen moeder beschermen. Dit uit zich bijvoorbeeld ook in het feit dat ze naar de moslimvrouw willen gaan en vader “onder vuur willen nemen”.
Hagith, Onno’s oudere broer is ook een gevoelige jongen, maar hij is meer bereid concessies te doen. Zo accepteert hij leugens, en zijn vaders kinderen en vrouw.

Thematiek:
- Onderdrukking.
M.M. onderdrukt zijn vrouw en kinderen en legt hun zijn wil op. Astrid Roemer laat hem optreden als het rolmodel van die Surinamers die de voormalige blanke overheersers zijn gevolgd in een tirannieke ‘verdeel en heers’-mentaliteit.

Hij wordt, ten eerste, gebruikt om de relatie tussen Suriname en Nederland aan te geven. Nederland was de voormalige kolonisator, “de blanke uitzuigers die het land eerst hebben leeggeroofd en het daarna de onafhankelijkheid in hebben geschopt”. In het boek wordt gesproken over het ‘postkoloniale trauma’. Dit trauma vindt zijn oorsprong in het koloniale verleden. De christelijke moraal uit de slaventijd: wie men liefheeft, kastijdt men, is met de onafhankelijkheid niet ut Suriname verdwenen, maar doet er nog altijd haar funeste gezag gelden.

M.M. staat voor de regerings- en legerkliek, en de rest van het gezin voor het uitgebuite volk.

De verloedering van de familie Mus is een metafoor voor de totale verarming en leegloop van Suriname.

Daarnaast wordt M.M.’s gedrag tegenover zijn vrouw gezien als een verwijzing naar alle Creolen die Paramaribo tot een vervallen stad hebben gemaakt “onze vaders, broers, zonen, minnaars, echtgenoten nemen wraak op de geschiedenis door deze stad, Paramaribo, die het koloniaal gezag ons heeft gegeven, genadeloos te mishandelen en met de grond gelijk te maken”.

- Rol tussen mannen en vrouwen.
De rol tussen mannen en vrouwen speelt ook een rol, maar sluit nauw aan bij het vorige thema: onderdrukking. De man is de onderdrukker en gaat zijn eigen gang, de vrouw wordt onderdrukt. Dat M.M. een bijzit heeft, is niet ongebruikelijk in Suriname.
Je ziet ook dat moeder steeds terugkeert naar vader, weer volgens het gezegde: “Wie men liefheeft, kastijdt men”.
Moeder vergelijkt haar lichaam ook met de stad Paramaribo, vervallen en uitgebuit.

Hoewel de kinderen vader haten, en Onno absoluut niet op zijn vader wil lijken, gaan beide zonen toch ook zijn trekjes overnemen: Hagith vertrekt naar de binnenlanden, ontmoet daar een vrouw en geeft aan dat één vrouw toch eigenlijk niet voldoende is. Daarnaast wil hij zich gaan verrijken middels de goudhandel.
En Onno zegt al op de eerste bladzijde dat hij is herboren als een volwassen Creool, op het moment dat hij met opzet op de voet van een vrouw stapt.

- Waarheid versus leugen.
Onno houdt vast aan feiten, en dus aan de waarheid. Hagith verdedigt echter ook de leugen want hij weet dat de waarheid dodelijk is. In Suriname heeft de waarheid altijd met dood en geweld te maken, lijkt Astrid Roemer te willen zeggen. Wie zich ermee inlaat, verlies zijn onschuld.

Als hij moeder niet meer “verstaat” na de ruzie over de slang is Onno het spoor, wat taal betreft, bijster. Taal was altijd helder en de “waarheid”. Hij besluit tot een praatstaking.


- Dood en geweld.
Dit speelt een grote rol, zie ook Waarheid versus leugen.
- dochter van de huishoudster;
- gezin wat overreden wordt;
- de vier teckels van M.M.;
- moeder die de minnares bijna wil doden;
- abortus van moeder;
- confrontatie tussen M.M. en Onno;

Stijl:
Astrid Roemer’s manier van schrijven is fel, kleurrijk en beeldend. De Verhalen, en Gesprekken bestaan uit herinneringen en gebeurtenissen, waarmee je als lezer moet “puzzelen” totdat je een sluitend verhaal krijgt. Dat maakt het lezen spannend, maar soms maakt ze het nodeloos moeilijk, wat irritatie op kan wekken.

Ontvangst van het boek, kritiek:
Gewaagd leven kwam vlak voor de boekenweek in 1996 uit.
Gewaagd leven blijkt het eerste boek te zijn van een trilogie. Deel twee, Lijken op liefde, is in 1997 uitgekomen. Beide boeken werken door de uitgever en de schrijfster gepresenteerd als een werk “dat niets en niemand spaart”. Astrid Roemer ervaart dat ook zo.

Uit interview in De Groene, d.d. 25-6-97: “Heb je reacties gekregen van mensen uit Suriname?”
'Ja. Heel blij. Dankbaar. Pijnlijk, confronterend. Maar dankbaar. In termen van: mijn kinderen moeten het boek lezen. Het is ook niet aangenaam geweest om in het diepste diepe van een gemeenschap te gaan en deze zaken aan de orde te stellen. Vooral als een land zo kwetsbaar is. Zich schaamt.'
‘... Ik ga met schroom (naar Suriname toe). Met schaamte. Dus wat ik dit keer niet doe, is een hoop publiciteit..... Laat de mensen lezen en laat ze, als ze willen, erover praten, erover nadenken. Meer niet. Ik houd ook geen presentaties bij het verschijnen van dit boek... Ik kan het niet opbrengen om een stukje voor te lezen uit deze laatste twee boeken. ... De boeken leggen iets open wat nooit op deze manier opengelegd is. Het meest persoonlijke van Surinamers. Het ligt als een rode wond allemaal open. Daarom vind ik dat ik er uiterst zorgvuldig mee moet omgaan. Dat ik niet de agressie over me heen krijg... Ik werd door een familielid opgebeld... huilen! "Hoe kon je zo'n boek schrijven! Hoe kon je zo'n boek schrijven!" Echt helemaal overstuur. Het ging ook om mij. Die persoon wist dat ik naar Suriname ging. "Ze gaan je doden als je naar Suriname komt! Je moet nergens eten, nergens drinken!" Ook eigen woede. "Hoe kon je ons dit aandoen bij die Hollanders!"
Astrid Roemer had zich deze trilogie als opdracht gesteld. Ze vindt dat de auteurs die nu in Suriname zitten, niet genoeg afstand kunnen nemen om een bepaalde periode schrijvenderwijs te beheersen. Ze is er al in 1982 mee begonnen. Het werd ooit aangekondigd als Op scherven lopen. Brokstukken en scherven van de persoonlijke geschiedenis van het land.

In de recensies wordt dit toch anders ervaren. Men verwijt Roemer dat ze man en paard niet noemt. De verwijzingen zijn te weinig persoonsgericht.

Er zijn naar aanleiding van dit boek recensies verschenen in HP de Tijd, De Volkskrant, de Zeeuwse Courant, de Telegraaf en de Haagsche Courant.

Informatie over de auteur:
Onder de naam Zamani deed Astrid Heligonda Roemer in 1970 haar intrede in de literatuur. Het Swahili woord Zamani betekent: waaruit ik geworden ben, waarop ik zal terugvallen. Haar latere boeken publiceerde zij echter vooral onder haar eigen naam.
Astrid Roemer werd op 27 april 1947 geboren te Paramaribo in een creools middenklasse gezin met drie meisjes en een jongen. In augustus 1966 verhuisde zij naar Nederland, waar zij haar in Suriname begonnen opleiding tot onderwijzeres afmaakte. Zij keerde terug naar haar vaderland om er les te geven. Daarna woonde ze afwisselend in Suriname en Nederland. In 1975 vestigde zij zich definitief in Den Haag.
In Nederland gaf ze les. Daarnaast werkte ze op de afdeling Pers en Culturele Zaken van de Surinaamse ambassade. Voor de Surinaamse onafhankelijkheid was zij redactielid van het linkse opinieblad Fri Sranan [Vrij Suriname] dat in Suriname verscheen. Van I973 tot I977 was zij hoofdredactrice van het diplomatieke blad Nieuw Suriname. Later leefde ze van het schrijven.

Sinds 1988 is zij zelfstandig werkzaam als gezinstherapeut.
Roemer richtte in 1981 de theatergroep Bruin Brood & Spelen op, die aandacht vroeg voor de migrantencultuur.
In 1987 werkte zij met kinderen uit verschillende culturen aan het liedjesproject Wat Heet Anders, resulterend in een grammofoonplaat. Dezelfde titel droeg ook een voorlichtingsfilm voor Surinaamse vrouwen waaraan zij meewerkte.
Zij schreef kritieken over Surinaamse literatuur en werkte voor een aantal bladen als colomniste. Haar wekelijkse columns voor de Haagse Radio West werden gebundeld in Oost West Holland Best (1989). Zij gaf verschillende literaire workshops in Suriname en Nederland en is als beoordelaar van manuscripten verbonden aan het bureau Skript.
Verder is zij sinds 1984 als docent verbonden aan de Schrijversvakschool 't Colofon te Amsterdam.
Met enkele musici trok zij het land door met een programma van teksten en liedjes: Het leven blijft me maar verrassen (1983).
Astrid Roemer hield veel voordrachten en lezingen, nam frequent deel aan debatten over onderwerpen als zwarte cultuur ' allochtonen, racisme, Derde Wereld en de positie van vrouwen en presenteerde vaak (politiek) culturele programma's.
Roemer was geregeld te gast op radio en tv. In 1984 werkte zij als redactrice mee aan het Feduco-programma Medelanders Nederlanders. De IKON maakte een televisieportret van haar in 1986. Afgezien van een onbetekenend prijsje in een 'peace essay contest' uitgeschreven door de Lions World Organization in 1967, heeft zij nooit enige onderscheiding mogen ontvangen.
In 1989 stelde zij zich verkiesbaar als 'onafhankelijke kandidaat' op de lijst van Groen Links voor de Tweede Kamer. Zij werd niet gekozen. Wel kreeg zij in 1990 een zetel in de Haagse Gemeenteraad toen een hoger geplaatste kandidate haar zetel beschikbaar stelde uit protest tegen de verkiezing van extreem-rechtse gemeenteraadsleden.

Bibliografische gegevens:
Poëzie:
- Sasa. Mijn actuele zijn (1970)

- En wat dan nog (1984)
- Noordzeeblues (1985)

Proza:
- Neem mij terug Suriname (1974)
- De wereld heeft gezicht verloren (1975)
- Waarom zou je huilen, mijn lieve lieve ... (1976, 1987)
- Over de gekte van een vrouw (1982)
- Nergens ergens (1983)
- Levenslang gedicht (1987) (Tweede druk in 1990 onder de titel Een naam voor de liefde.)
- De orde van de dag (1988)
- De achtentwintigste dag (1988)
- Het spoor van de jakhals (1989)
- Alles wat gelukkig maakt (1989)
- Oost west Holland Best. Columns (1989)
- De wereld heeft gezicht verloren. Verzamelde novellen (1991)
- Een naam voor de liefde (???)
- Gewaagd leven (1996)
- Lijken op liefde (1997)

Toneel:
- Paramaribo! Paramaribo! (1982)

- De zak van Santa Claus (1983)
- Lijf eigenen (1984)
- Een vrouw van een man (1984)
- Waarom de rivier zo nat is (1985)
- Kakia - de verdichting van smart (1985)
- Purple blues (1986)
- Dichter bij mij schreeuw ik. Een stuk hemelsblauw (1991)

Hoorspelen:
- De buiksluiter (1982)
- Een natie bot uit (1983)

Langspeelplaat:
- Wat heet anders - kinderen zingen interkultureel (1987, teksten Astrid Roemer, muziek Ong Alok Frank en Astrid Roemer)

Verder nog korte verhalen, essays en columns, deels ook opgenomen in verzamelbundels en bloemlezingen.

Stellingen en vragen:
- Kun je uitleggen waarom Onno astronaut wil worden?
- In recensies wordt gesproken over het “postkoloniale trauma”. Hoe zie je dat terugkomen in het boek?
- Hoe verklaar je de voorkant van het boek?

- Welke thema’s kom je tegen in het boek?
- Ik heb ergens gelezen dat Onno pas de spreuk van Hagith: “de waarheid is dodelijk” begrijpt als hij het gezin heeft aangereden. Kun je dit verklaren?
- Verklaar de inleidende spreuken:
“De waarheid over de waarheid is niet de waarheid” van Jacques Derrida en
“De totaliteit van de menselijke natuur ligt enkel in de geschiedenis; het individu is zich van die totaliteit van zijn natuur alleen dan bewust, is alleen dan werkelijk in het genot ervan, wanneer het de geesten van het verleden in zich verzamelt” van Dilthey.
- Wat kun je zeggen over Onno’s praatstaking, hoe interpreteer je dat?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Gewaagd leven door Astrid H. Roemer"