Samenvatting Michiel van Beusekom woont in de Vlank, een dorpje vlak bij Zwolle, waarvan zijn vader de burgemeester is. Het is de winter van 1944, de Tweede Wereldoorlog is volop bezig, als Dirk - de buurjongen van Michiel - hem vraagt of hij een brief kan bewaren en hem aan Bertus Hardhorend kan geven als hijzelf niet terug zou komen. Dit omdat Dirk en twee anderen een overval op een distributiekantoor gaan plegen. Bij de overval wordt Dirk opgepakt, en dus wil Michiel de brief naar Bertus brengen. Maar door omstandigheden komt hij er niet aan toe die brief die dag nog aan Bertus geven. Diezelfde dag nog wordt Bertus opgepakt door de Duitsers. Michiel besluit de brief zelf te openen. In de brief staat dat Dirk een neergestorte Engelse piloot onder zijn hoede had, verstopt in een zelf gegraven hol in het bos. Michiel weet dat hij hier niemand over kan vertellen, dus gaat hij zelf voor Jack zorgen. Maar Jack heeft een aantal lelijke verwondingen die niet zomaar te genezen zijn, dus is Michiel gedwongen zijn oudere zus Erica – een verpleegster in opleiding – erbij te betrekken. Na een paar maanden is Dirk ineens in Jacks hol; ontsnapt aan de Duitsers. Hij was ontzettend zwaar mishandeld en kon nauwelijks nog lopen. Hij was zo erg geslagen omdat hij niet wilde zeggen wie de derde man bij de overval was, maar ze hadden aan niemand verteld dat ze met zijn drieën zouden zijn. Het was dus wel duidelijk dat iemand Dirk en zijn maten had verraden. Door de zorg van Erica gaat het al snel beter met Jack, en hij wil eigenlijk wel weer terug naar Engeland. Omdat oom Ben – hij is niet Michiels echte oom, maar komt al sinds jaar en dag bij diens ouders over de vloer en wordt dus liefkozend “Oom Ben” genoemd – bij het verzet zit, wordt hij ook in vertrouwen genomen over Jack.. Hij zou hen kunnen helpen een ontsnappingsroute te bedenken. Dat vond oom Ben wel goed, dus ging hij samen met Erica naar Jack toe. Michiel bleef thuis, hij had de wanhoopshoutjes opgemaakt en moest dus nieuwe hakken. Hij was al een tijdje aan het hakken toen hij even op een zak kippenvoer tegen het schuurtje achter hun huis ging zitten uitrusten, en ineens
harde stemmen hoorde. Hij kwam erachter dat je vanuit hier alles kon horen wat er in het schuurtje gezegd werd. En toen wist hij wie hen verraden had. Toen Dirk Michiel die brief gaf, waren ze in het schuurtje, en oom Ben was daarbuiten aan het houthakken en had dus alles gehoord wat ze zeiden. De verrader was oom Ben, en die zou nu zo met Jack naar een Duitse kazerne toe zijn gelopen. Michiel dacht dat hij in zijn hele leven nog nooit zo hard had gefietst. Maar hij is op tijd, en deelt zijn ontdekkingen met Dirk en Jack. Ze fouilleren Ben, en komen allerlei spullen tegen die er op wijzen dat Ben een vriend van de Duitsers is: een brief van een vriendin uit Hannover, een kaart die toestemming geeft om mee te rijden met Duitse autoriteitenvoertuigen, en als klap op de vuurpijl een brief van een Duitse officier, die meldt dat ze de Engelse piloot maar al te graag willen hebben. Ze weten niet goed wat ze nu moeten doen, dus besluiten ze hem maar

over te leveren aan het verzet. Tijdens de overlevering worden de munitiewagens waar ze langs komen beschoten vanuit de lucht. Ben ruikt zijn kans om te ontsnappen, maar komt te dicht bij een ontploffende munitiewagen en wordt – samen met een groot deel van de straat en drie munitiewagens – van de aardbodem weggevaagd.