Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De trein der traagheid door Johan Daisne

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
Boekcover De trein der traagheid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas aso | 1887 woorden
  • 6 augustus 2007
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
12 keer beoordeeld

Boekcover De trein der traagheid
Shadow
De trein der traagheid door Johan Daisne
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Algemene gegevens Titel: De Trein der Traagheid
Auteur: Johan Daisne
Uitgever: Manteau
Jaar van uitgave: 1950
Thema: dood
Titelverklaring: verwijst naar de wet der traagheid. Het wil zeggen dat het leven nog even voortgaat na de dood. De gedachten van de slachtoffers gaat nog even door, ook al zijn ze dood. Korte inhoud De hoofdpersoon reist met de trein. Als hij wakker wordt, merkt hij dat iedereen in de trein slaapt. Hij vindt het maar raar en doorloopt alle wagons van de trein, op zoek naar iemand die wakker is. In de eerste klasse vindt hij een oude man, professor Hernhutter, die nog wakker is. Nadat ze beiden ontdekken dat hun uurwerk op half zeven is blijven staan, komt er een jongen, Val, voorbij rennen. Deze is helemaal gestresseerd door de rare situatie in de trein. De trein komt stil te staan en de hoofdpersoon en professor Hernhutter stappen uit. Val heeft geprobeerd om naar de locomotief te komen, maar ook hij blijkt uitgestapt te zijn. De trein rijdt weer door, en ze blijven met z’n drieen achter. Val blijkt een student te zijn. Ze gaan richting licht lopen, en ze komen tijdens de wandeling erachter dat ze, vooraleer ze in slaap vielen, eraan dachten dat de wereld zo fijn was. Dit leidt hen tot de conclusie dat ze tussen leven en dood zweven … Het drietal komt aan bij een herberg waar mensen zijn die hun taal niet spreken. Ze eten daar en Val doet met een kaartspel een trucje bij de kelner. De kelner doet nog een veel stoerder trucje bij de drie mannen terug. Val gaat dansen met een vrouw, en de drie mannen blijken in die vrouw te zien hoe ze een vrouw het liefst zien, met name hun eigen vrouw. Dan krijgt Hernhutter plotseling een hartaanval. Op dat moment komt er een tram aan, waar Val instapt, samen met de vrouw. De hoofdpersoon blijft achter en kijkt achterom en vraagt aan de vrouw die daar staat wie ze is. Ze blijkt een verpleegster te zijn en plotseling is hij terug in de echte wereld. Hernhutter leeft nog, maar Val ligt bij het groot aantal lijken van de spoorwegramp in de tuin van het huis. Met een pakketje kaarten uit zijn zak. Johan Daisne
Herman Thiery (Gent, 2 september 1912 – 9 augustus 1978) was een Vlaams schrijver die bekend werd onder het pseudoniem Johan Daisne. Van 1926 tot 1930 bezocht hij het Koninklijk Atheneum te Gent en vanaf 1930 studeerde hij economie en Slavische talen aan de Rijksuniversiteit van Gent, waar hij in 1936 promoveerde tot doctor in de handelswetenschappen. In 1945 wordt hij benoemd tot hoofdbibliothecaris van de Stad Gent. Hij debuteerde als Daisne met poëzie, namelijk met Verzen in 1935 en later nog enkele belangrijke dichtwerken zoals Het einde van een zomer (1940), Ikonakind (1946), Het kruid-aan-de-balk (1953) en De nacht komt gauw genoeg (1961). Hoogtepunten als romancier zijn: De trap van steen en wolken (1942), De man die zijn haar kort liet knippen (1947), en De trein der traagheid (1953). Met deze romans introduceerde hij het magisch realisme in de Nederlandstalige literatuur

Johan Daisne was ook actief op journalistiek vlak en daarenboven schreef hij nog hoorspelen, filmscenario's en enkele toneelstukken. Ook de filmkunst speelde een belangrijke rol, het Filmfestival van Knokke lag hem na aan het hart en hij schreef een viertalig Filmografisch lexicon der wereldliteratuur in drie delen (1971, 1975, 1978). Door sommigen wordt dit zijn levenswerk genoemd. De trein der traagheid (met Yves Montand en Anouk Aimé in de hoofdrollen, in 1968) en De man die zijn haar kort liet knippen" (door André Delvaux met Senne Rouffaer in de hoofdrol in 1965) werden verfilmd. Johan Daisne overleed in Gent op 65-jarige leeftijd. Bronvermelding: www.wikipedia.org
Geschiedenis – verhaal
Treinongeluk - Herberg - Ziekenhuis
Geschiedenis en verhaal lopen gelijk. Het boek volgt dus mooi de ABDES-structuur. Het verhaal is geschreven in “ab ovo”. Het begint als hij wakker wordt in de trein en eindigt in een ziekenhuis. Men springt in heel het verhaal niet terug in de tijd. Het is een gesloten einde. We weten wat er met alle drie de hoofdpersonage’s is gebeurd. Motieven - De wet der traagheid: Een beweging in de hersenen duurt nog voort ook al is de eigenlijke beweging al stil gezet. De drie mannen leven voort in een soort schemerzone tussen leven en dood. Alles wat ze meemaken gebeurt eigenlijk in het echt. De tocht naar de herberg is eigenlijk de tocht in de ambulance naar ziekenhuis. De andere taal in de herberg laat zien dat het werkelijke verborgen zit achter de gebeurtenissen. De professor zakt in de herberg in en in werkelijkheid is hij in een shock. De tijd staat in de werkelijke wereld niet stil maar in hun wereldje wel. Ook schemert het en normaal is dat niet zo. Alles gebeurt als het ware buiten hun belevingswereld. -Het lot: Als ze de theorie van professor Hernhutter voor waar hadden aangenomen hadden ze hun eigen lot kunnen bepalen. Val was dan niet in de tram gestapt en de professor had zich misschien niet zo van zijn stuk laten brengen. Tenzij alles voorbestemd was. Dat is dan ook hetgeen waar de lezer over na gaat denken. -Naamsymbolisme: Een persoon heeft soms een naam die helemaal bij hem past
Professor Hernhutter: des herens hoede. Val: toeval, sommige dingen berusten op het toeval, althans ze lijken daarop te berusten. De tijd staat bij alledrie om half zeven stil. In werkelijkheid is dit geen toeval maar het tijdstip waarop ze verongelukten. Val legt zelf uit dat ze hun eigen lot zouden kunnen bepalen als ze de theorie van professor Hernhutter voor waar zouden aannemen. Toch is hij juist degene die overlijdt. Val: de val van … het einde van iets. De dood! Tijd Kalendertijd: Het verhaal speelt af rond 1950. Dit is echter relevant omdat het verhaal in alle tijden zou kunnen afspelen. Verteltijd: 109 pagina’s

Vertelde tijd: een avond
Flashback / flashforward: geen
Vertragingen: Het boek heeft veel vertragingen. “Toen ik de ogen weer opende, bemerkte ik dat de gehele coupé sliep. Het meisje over me, met haar niet onaardig gezicht maar rouwige nagels, zat nog met haar haakwerkje in de hand. Het rustte nu roerloos – in zover iets ooit zonder beweging kan zijn in een rijdende trein – op de smoezelige zakdoek in haar schoot. Aan de knapjes aangerode pruillippen van het kind bemerkte ik een nog niet weggelikte chocoladevlek. Wat had ze wellustig langzaam op de partjes zitten zuigen, die ze geniepig, één voor één van de reep in haar tas had afgebroken en in haar mond gestopt! De jongeman in zijn schelle …” Versnellingen: er zijn weinig versnelling in het verhaal, en als we er al hebben zijn dit maar hele kleine. Ik kwam met mijn voeten in iets drassigs neer, maar bevond me aan de overkant. Toch moest ik heel even mijn arm om de schouders van de student slaan: fijne jongen! Hoe lang we toen gewandeld hebben, viel niet uit te maken. Men maakt hier een sprong van het springen over de beek naar ineens een tijdje verder als ze al redelijk moe zijn van het stappen. TG = TV: dit merken we op tijdens de dialogen. ‘U bent zeker te laat gekomen om de machinist te ondervragen?’ Begon Hernhutter vaderlijk. ‘Inderdaad, mijnheer’, antwoordde de jongen. ‘Kom’, troostte ik, ‘maak je maar geen zorgen. We verkeren namelijk precies in hetzelfde geval’ Ruimte Geografische ruimte: het verhaal speelt zich af op de volgende plaatsen: · Trein · Op de weg (symboliseert de tocht in de ambulance) · In de herberg (symboliseert het ziekenhuis) · Op de tram · In het ziekenhuis
Sociaal milieu: Niet echt moeilijk uit af te leiden, maar ik vermoed de middenklasse door hun kleren. Sfeerscheppende ruimte: In dit boek is de sfeer heel goed aan bot gekomen. Tijdens de hele avond is het schemerig en dit geeft een mysterieuze sfeer. Het geeft ook de donkerte van de naderde dood aan. “ Wel verwonderde het mij enigermate, dat de schemering zo vroeg begonnen was” Personages Hoofdpersonage’s: · Johan Daisne: IMPLICIET – het verhaal wordt verteld uit de eigen “ik”. Het is niet autobiografisch, hij gebruikt gewoon zichzelf als karakter. Hij is een leraar en ziet de professor als grote vader en Val als kleine broer. Hij is behoedzaam en heel zorgzaam, hij wil namelijk dat Val zijn jas niet vergeet als hij de tram opstapt. “en hij rende weg. Ik dook naar zijn jas, rukte die van de haak, greep de fels op die voor mij stond en stormde hem achterna. Binnen voor de open deur bleef hij nog even staan en draaide zich om. Er was nu haast niemand meer in de herberg. ‘Hier’ hijgde ik, ‘trek tenminste je jas aan, of je doet nog iets op!” · Professor Hernhutter: IMPLICIET – Hij is een oudere man en is een soort vader voor de 2 mannen. Hij is erg onderzoekend en wil overal een verklaring voor hebben. ‘Twee van de drie kaarten waren juist geraden’, sprak hij toen peinzend. ‘Dat is aanzienlijk meer dan het kansgetal. En telepathie was uitgesloten, aangezien immers niemand kennis van zijn kaart had. Helderziendheid dan…?’ · Val: IMPLICIET – Hij is een student en wordt aanzien als jongere broer. Hij wil veel plezier maken en is een echte levensgenieter, maar hij is ook erg behulpzaam. ‘Ziezo professor’, riep hij vrolijk, ‘mag ik u helpen?’ En droeg de grijsaard letterlijk over Bijfiguren: · De juffrouw van de herberg: Zij is in werkelijkheid zuster. En zo is er voor ieder personage een andere, werkelijke identiteit. · De kelner van de herberg: De anesthesist. · De waard: De dokter. · De gasten: De patiënten.
Perspectief Het is een IK – belevend. Het hoofdpersonage kent de afloop niet en kan niet weten wat de andere denkt “Had de hoogleraar ons gevraagd of we ons konden herinneren waarvan we het allerlaatst hadden gedacht, voor we in die rare trein in slaap waren geraakt.” Hieruit merk je dat het hoofdpersonage niks weet over de gedachten van de anderen. Taal De woordkeuze in dit boek is zeer moeilijk vind ik. Soms waren er hele zinnen bij waar ik niets van begreep: lange zinnen, veel komma’s,… “Op de voorgrond van mijn gedachten stond misschien een zekere weemoed, de onbestemde rustige melancholie van mijn leeftijd, terwijl ik mij op een verder plan zag construeren aan een koppig denkbeeld dat mij een heel leven lang dierbaar is geweest.” Ik moest het toch een paar keer lezen voor ik er iets van begreep. Ook heb ik verschillende woorden gevonden die nu niet meer bestaan. “De trem reed weg. Hij kwam niet langs de herberg Evaluatie Ik vond het een zeer mooi boek. Het is niet dik maar bevat een zeer goed uitgedokterd en mooi verhaal. Vooral de spanning heeft mij doen verder lezen tot het einde. Het begin vond ik eerder wat saai maar na een tijdje begreep ik dat deze soort ‘inleiding’ nodig was om het verhaal tot een goed geheel te vormen. Het vertelstandpunt vind ik de beste keuze. Het verhoogt de spanning en deed me echt inleven in het hoofdpersonage. De ruimte vond ik uiteraard zeer passend bij het verhaal. Het enige wat me een beetje irriteerde was de woordkeuze en de vaak moeilijke zinnen in het boek. Ze brachten me soms even uit concentratie, maar dit is dan ook het enige minpunt. Kortom ik vind het boek een kort maar krachtig verhaal met veel spanning. Een aanrader voor mensen die eens een goed boek in een uur of twee willen uitlezen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De trein der traagheid door Johan Daisne"