A1. Algemeen/oriënterend
a. Auteur: Hildebrand pseudoniem voor Nicolaas Beets
Titel: Camera Obscura (De familie Stastok, Een oude kennis en De familie Kegge) b. Nationaliteit: Nederlands. Nicolaas Beets is geboren op 13 september 1814 te Haarlem en is overleden op 13 maart 1903 te Utrecht
c. Het boek heeft twee motto’s en geen opdracht. 1.) De schaduwen en schimmen van Nadenken, Herinnering en Verbeelding vallen in de ziel als in eene Camera Obscura, en sommige zoo treffend en aardig, dat men lust gevoelt ze na te teekenen en, met ze wat bij te werken, op te kleuren, en te groepeeren, er kleine schilderijen van te maken, die dan ook al naar de groote Tentoonstellingen kunnen gezonden worden, waar een klein hoekje goed genoeg voor hen is. Men moet er evenwel geen portretten op zoeken; want niet alleen staat er honderdmaal een neus van Herinnering op een gezicht van Verbeelding, maar ook is de uitdrukking des gelaats zoo weinig bepaald, dat een zelfde tronie dikwijls op wel vijftig onderscheiden menschen bepaald. Anonymus in libro non edito 2.) Nec lucisse pudet, sed non incidere ludum (Het is geen schande gespeeld te hebben, maar wel om niet te zijn opgehouden met spelen) Horatius
d. Het jaar van eerste uitgave is 1839.
e. De drie verhalen bevatten in totaal 150 pagina’s.
f. De leestijd was ongeveer 6 uur.
g. Ik heb het uitgelezen op 4 januari 2006.
B Belevingsvragen
3. Eerste reactie a. Het boek sprak me niet aan, omdat ik veel moeite had met het Oudnederlands en een paar stukken in de verhalen niet begreep. Beets geeft zeer nauwkeurige en gedetailleerde, maar langdradige beschrijvingen van de kleding, de omgeving en de inrichting van de huizen. Deze beschrijvingen gaven mij een duidelijk beeld van het leven in die tijd, maar hielden het verhaal niet levendig. b. De gebeurtenis die mij het best is bijgebleven komt uit het verhaal De familie Stastok: Pieter Stastok jr. is verliefd geworden op Koosje van Naslaan. Hildebrand organiseert een middagje roeien met een paar anderen. Hij wil Pieter de kans geven Koosje voor zich te winnen. De student Dolf van Brammen heeft zichzelf uitgenodigd en houdt zich tijdens de tocht voortdurend bezig met Koosje en de andere dames. Koosje lijkt Dolf een leuke jongen te vinden. Pieter is jaloers en kwaad op Dolf. Als de boot vast komt te zitten, duwt Pieter met alle frustratie van die dag de boot los, maar valt daarbij zelf in het water. Ik vind dit een grappig moment en de schrijver geeft hier de kern van Pieters leven weer. Pieter is een hardwerkende student en een groot deel van het studentenleven ontgaat hem. Hij weet niet hoe hij zich moet gedragen in een gezelschap. Elke sociale gelegenheid loopt voor hem verkeerd af. 6. Thematiek en interpretatie a. De titel Camera Obscura betekent letterlijk: donkere kamer. Het is de voorloper van het fototoestel. Een beeld werd door een lens opgevangen en geprojecteerd op een scherm. Beets vangt indrukken van de dagelijkse werkelijkheid op en beschrijft (projecteert) deze in zijn boek. De titels van de verhalen (De familie Stastok, Een oude kennis en De familie Kegge) spreken voor zich. Door middel van het eerste motto legt Beets zijn schrijfproces uit. Hij vangt beelden van de werkelijkheid op en verandert deze tot een mooier beeld en verwerkt deze vervolgens tot een goed verhaal. Met het tweede motto toont de auteur dat hij van mening is dat hij moet stoppen met het ‘spel’ van beschrijven van het dagelijkse leven. b. Motieven: - Een motief in dit boek zijn de bezoekjes door Hildebrand of een ander persoon aan familie en vrienden. Hildebrand gaat op bezoek bij de familie Kegge en de familie Stastok. De heer Bruis gaat op bezoek bij een oude studiegenoot. - Een ander motief is de huiselijke kring waarin alle drie de verhalen zich vaak afspelen. De visite bij de familie Stastok, het koekvergulden bij familie De Groot en de ontvangst van de heer Bruis op Veldzicht zijn hier voorbeelden van. In het boek keren verder steeds de beschrijvingen van kleding, de bezittingen van personen, het gedrag en de onderlinge relaties terug. - Daarnaast is het opkomen voor een ander een motief. Hildebrand zorgt ervoor dat de oude Keesje zijn geld terugkrijgt. Hij voorkomt de overplaatsing van Reindert de Maete, de jongen die hevig belang stelt in Suzanne Noirets. Hierdoor voorkomt Hildebrand ook dat de plannen van Van der Hoogen doorgaan. c. Thema: Beets laat duidelijk zien dat de negentiende-eeuwse maatschappij een standenmaatschappij is. Dit is het centrale thema dat hij in de verhalen heeft verwerkt. Iemand behoorde zich te kleden en te gedragen volgens zijn maatschappelijke positie. Je behoorde tot de stand waarvan je ouders ook deel uitmaakten. Het opwerken tot een hogere stand was eigenlijk onmogelijk. Beets karakteriseert op humoristische wijze de verschillende bevolkingsgroepen en beschrijft op ironische manier het dagelijks leven van vooral de burgerij. Deze stand staat centraal in de verhalen.
Titel: Camera Obscura (De familie Stastok, Een oude kennis en De familie Kegge) b. Nationaliteit: Nederlands. Nicolaas Beets is geboren op 13 september 1814 te Haarlem en is overleden op 13 maart 1903 te Utrecht
c. Het boek heeft twee motto’s en geen opdracht. 1.) De schaduwen en schimmen van Nadenken, Herinnering en Verbeelding vallen in de ziel als in eene Camera Obscura, en sommige zoo treffend en aardig, dat men lust gevoelt ze na te teekenen en, met ze wat bij te werken, op te kleuren, en te groepeeren, er kleine schilderijen van te maken, die dan ook al naar de groote Tentoonstellingen kunnen gezonden worden, waar een klein hoekje goed genoeg voor hen is. Men moet er evenwel geen portretten op zoeken; want niet alleen staat er honderdmaal een neus van Herinnering op een gezicht van Verbeelding, maar ook is de uitdrukking des gelaats zoo weinig bepaald, dat een zelfde tronie dikwijls op wel vijftig onderscheiden menschen bepaald. Anonymus in libro non edito 2.) Nec lucisse pudet, sed non incidere ludum (Het is geen schande gespeeld te hebben, maar wel om niet te zijn opgehouden met spelen) Horatius
3. Eerste reactie a. Het boek sprak me niet aan, omdat ik veel moeite had met het Oudnederlands en een paar stukken in de verhalen niet begreep. Beets geeft zeer nauwkeurige en gedetailleerde, maar langdradige beschrijvingen van de kleding, de omgeving en de inrichting van de huizen. Deze beschrijvingen gaven mij een duidelijk beeld van het leven in die tijd, maar hielden het verhaal niet levendig. b. De gebeurtenis die mij het best is bijgebleven komt uit het verhaal De familie Stastok: Pieter Stastok jr. is verliefd geworden op Koosje van Naslaan. Hildebrand organiseert een middagje roeien met een paar anderen. Hij wil Pieter de kans geven Koosje voor zich te winnen. De student Dolf van Brammen heeft zichzelf uitgenodigd en houdt zich tijdens de tocht voortdurend bezig met Koosje en de andere dames. Koosje lijkt Dolf een leuke jongen te vinden. Pieter is jaloers en kwaad op Dolf. Als de boot vast komt te zitten, duwt Pieter met alle frustratie van die dag de boot los, maar valt daarbij zelf in het water. Ik vind dit een grappig moment en de schrijver geeft hier de kern van Pieters leven weer. Pieter is een hardwerkende student en een groot deel van het studentenleven ontgaat hem. Hij weet niet hoe hij zich moet gedragen in een gezelschap. Elke sociale gelegenheid loopt voor hem verkeerd af. 6. Thematiek en interpretatie a. De titel Camera Obscura betekent letterlijk: donkere kamer. Het is de voorloper van het fototoestel. Een beeld werd door een lens opgevangen en geprojecteerd op een scherm. Beets vangt indrukken van de dagelijkse werkelijkheid op en beschrijft (projecteert) deze in zijn boek. De titels van de verhalen (De familie Stastok, Een oude kennis en De familie Kegge) spreken voor zich. Door middel van het eerste motto legt Beets zijn schrijfproces uit. Hij vangt beelden van de werkelijkheid op en verandert deze tot een mooier beeld en verwerkt deze vervolgens tot een goed verhaal. Met het tweede motto toont de auteur dat hij van mening is dat hij moet stoppen met het ‘spel’ van beschrijven van het dagelijkse leven. b. Motieven: - Een motief in dit boek zijn de bezoekjes door Hildebrand of een ander persoon aan familie en vrienden. Hildebrand gaat op bezoek bij de familie Kegge en de familie Stastok. De heer Bruis gaat op bezoek bij een oude studiegenoot. - Een ander motief is de huiselijke kring waarin alle drie de verhalen zich vaak afspelen. De visite bij de familie Stastok, het koekvergulden bij familie De Groot en de ontvangst van de heer Bruis op Veldzicht zijn hier voorbeelden van. In het boek keren verder steeds de beschrijvingen van kleding, de bezittingen van personen, het gedrag en de onderlinge relaties terug. - Daarnaast is het opkomen voor een ander een motief. Hildebrand zorgt ervoor dat de oude Keesje zijn geld terugkrijgt. Hij voorkomt de overplaatsing van Reindert de Maete, de jongen die hevig belang stelt in Suzanne Noirets. Hierdoor voorkomt Hildebrand ook dat de plannen van Van der Hoogen doorgaan. c. Thema: Beets laat duidelijk zien dat de negentiende-eeuwse maatschappij een standenmaatschappij is. Dit is het centrale thema dat hij in de verhalen heeft verwerkt. Iemand behoorde zich te kleden en te gedragen volgens zijn maatschappelijke positie. Je behoorde tot de stand waarvan je ouders ook deel uitmaakten. Het opwerken tot een hogere stand was eigenlijk onmogelijk. Beets karakteriseert op humoristische wijze de verschillende bevolkingsgroepen en beschrijft op ironische manier het dagelijks leven van vooral de burgerij. Deze stand staat centraal in de verhalen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden